Meridianen Inleiding Inhoudsopgave Door Maarten de Vries en Christel Deugd in opdracht van CIA April 2008 Januari 2011 - bewerkt door Esther Verloop (informatiespecialist Mediatheek TBW) Dit document is oorspronkelijk een ontworpen als een website. Om het te kunnen publiceren op Scripties Online, is het document in MS Word bewerkt en opgeslagen als PDF-document. Inhoudelijk is niets veranderd. Binnen dit document kunnen links worden aangeklikt, zoals dat ook in een web-versie zou kunnen. Voor de hoofdtekst is een ander lettertype gekozen tbv de leesbaarheid, de afbeeldingen zijn soms bijgeknipt en/of kleiner gemaakt . Inleiding Dit document is ontwikkeld met als doel een informatiebron te creëren waarop duidelijk, in beeld en in schrift, het verloop van met name de Interne banen en de Externe banen van de Meridianen wordt aangegeven. Na onderzoek is gebleken dat er in de literatuur en op internet een duidelijk verloop van de Interne banen ontbreekt. Om de juiste informatie te verkrijgen, zijn de verschillende bronnen met elkaar vergeleken. Wat vrijwel meteen opviel, was dat iedere bron de Interne banen weer op een andere manier beschreef. De bronnen kwamen niet zichtbaar overeen met elkaar, met als gevolg dat er veel onderling overleg plaats heeft moeten vinden en er externe deskundigheid bij betrokken werd, om de kwaliteit van het document te optimaliseren. Je vindt hier per meridiaan foto's waarop de Interne en Externe banen staan getekend. Er is gekozen om de Interne banen aan te geven met een rode en de Externe baan met een blauwe of witte lijn. Dit is afhankelijk van de contouren en het contrast van de persoon op de foto. De nummers op de foto's corresponderen met de beschrijving van de anatomie het verloop van de Interne baan die boven de foto staan. Op deze manier is het makkelijk na te gaan hoe deze baan loopt. Ook de externe banen staan op de verschillende foto's getekend en beschreven onder het kopje: "anatomie externe baan". De twee extra meridianen (Ren Mai & Du Mai) staan apart beschreven omdat dit de twee belangrijkste meridianen zijn. Zij fungeren als Qi-reservoir voor de andere 12 meridianen. Ook hier staan de Interne en Externe banen op foto's getekend en wordt er een beschrijving gegeven in de anatomie. Onder het hoofdstuk "algemene principes en begrippen" wordt er uitleg gegeven over een aantal belangrijke elementen binnen de acupunctuur. Deze principes en begrippen zijn bedoeld om het één het ander te verduidelijken en wordt gezien als aanvulling op de overige informatie. Dit geeft een globaal beeld van traditionele geneeskunde. Inhoudsopgave 12 Hoofdmeridianen 2 Extra meridianen Algemene principes en begrippen Verantwoording en bronnen 12 Hoofdmeridianen Volgens de Chinese geneeswijze heeft elk lichaam twaalf energieën die in vastgestelde banen, genaamd de Meridianen, stromen. De Meridianen stromen over en in het hele lichaam en verbinden lichaamsdelen, organen, zintuigen en de psyche met elkaar. De functie van een meridiaan komt niet overeen met de functie van het gerelateerde orgaan in de westerse geneeswijze. Dat kan vaak verwarring geven want een acupuncturist spreekt al snel over bijvoorbeeld de longenergie. Dit betekent niet dat hij een oordeel geeft hoe de longen als orgaan werken. De acupuncturist bedoelt met de longenergie een totaal aan verschillende lichamelijke en geestelijke klachten die zich kunnen voordoen. Deze verwarring bestaat al sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw. Pas toen kwam er informatie vrij uit China over de duizend jaar oude traditionele geneeswijze. De grootste fout werd gemaakt toen men de Chinese termen ging vertalen naar het Engels, Duits, Frans, Spaans en Nederlands. De naam voor de Long meridiaan in het Chinees is Tshu Tai Yin. Deze meridiaan verbindt de borst, de arm, de duim en de longen. In het westen heeft men de meridianen de naam gegeven van het orgaan dat met die meridiaan verbonden is. Vandaar dat de acupuncturist altijd een orgaanenergie noemt. Er was een periode waarin men getracht heeft alleen de Chinese benaming te gebruiken. Vooral voor de leek was het niet meer te volgen en klonk het als Chinees in de oren. Long Meridiaan (Lo) Dikke Darm Meridiaan (Di) Hart Meridiaan (Ha) Dunne Darm Meridiaan (Du) Kringloop Meridiaan (Kri) Drievoudige Verwarmer (3V) Nier Meridiaan (Ni) Blaas Meridiaan (Bl) Lever Meridiaan (Le) Galblaas Meridiaan (Ga) Milt Meridiaan (Mi) Maag Meridiaan (Ma) Long Meridiaan (Lo) Anatomie Interne baan: 1. De Interne baan begint in de middelste van de Drievoudig verwarmer, 2. De loopt vervolgens naar causaal om aansluiting te vinden met de Dikke Darm, 3. Op de terugweg wordt eerste de ingang van de maag gepasseerd, 4. Om vervolgens het diafragma te doorboren, 5. De meridiaan loopt daarna door de long 6. En als laatste bereikt de Interne baan, de luchtpijp en de larynx Om vervolgens onder het sleutelbeen de borstholte bij punt Lo1 te verlaten. Externe baan: Aan de oppervlakte verloopt zij via de binnenzijde van de bovenarm naar de elleboogplooi en gaat verder over het radiale gebied aan de binnenkant van de onderarm en de duimmuis naar de radiale nagelhoek van de duim. Vanuit punt Lo7 takken netwerkmeridianen (Luo-vaten) af naar de Dikke Darm Meridiaan en naar de wijsvinger. Functie De Long Meridiaan behoort samen met de Dikke Darm Meridiaan tot het metaalelement, werkt psychisch vooral op medeleven en de gevolgen van verdriet. De meridiaan heeft een relatie met de long, de huid, de neus, de veneuze bloedomloop, lokale congestie(stuwingen, zwellingen) overal in het lichaam, het plassen, dikke darm (het metaalelement), de energiebeweging naar beneden, spirituele gestalte, droogte, het basale opnemen en loslaten samen met de dikke darm, herfst, samentrekkend, zontijd 03.00-05.00 uur. Witte huidskleur De longen zelf hebben verschillende functies. De longenergie heeft zowel lichamelijk als psychisch een apart en groot verzorgingsgebied. De longen zijn verantwoordelijk voor de aanmaak en circulatie van de lichaamsenergie. Elke cel in het hele lichaam krijgt zijn energie van de longen. De longen hebben relatie met verschillende organen. De longen hebben onder anderen een relatie met de milt, de dikke darm, de nieren en de lever. Elke relatie is belangrijk voor het lichaam. De miltenergie en de longenergie geven samen klachten van vocht of slijm in de longen, vocht (oedeem) in de enkels en een misselijk gevoel. Acupunctuurpunten In het oppervlakkige verloop van de Long Meridiaan liggen 11 acupunctuur punten. De belangrijkste punten zijn: Lo5, Lo7, Lo11 Lo 1: Zhong Fu (centraal magazijn) Lo 2: Yun Men (poort van de wolken) Lo 3: Tian Fu (hemelgebied) Lo 4: Xia Bai (onder het witte) Lo 5: Chi Ze (vijver van de oog) Lo 6: Kong Zui (gat met de grootste werking) Lo 7: Lie que (verbroken volgorde) Lo 8: Jing Qu (goot van het vat) Lo 9: Tai Yuan (grote bron) Lo 10: Yu Ji (visbuikgrens) Lo 11: Shao Shang (kleine koopman) Dikke Darm Meridiaan (Di) (Hand-Yangming-Meridiaan) Anatomie Interne baan: 1. Vanaf de 7e halswervel loopt de meridiaan door de bovenste sleutelbeengroeve en gaat daar de borstkas binnen, om via het inwendige verloop contact met de long te maken, 2. Na het diafragma doorboord te hebben, 3. bereikt de meridiaan het bij haar behorende orgaan, de dikke darm, 4. Vanaf de mondhoek zijn er aftakkingen naar het tandvlees van de onderkaak. Externe baan: De meridiaan begint aan de radiale nagelhoek van de wijsvinger, en loopt dan aan de radiale zijde van de wijsvinger, over het voorste deel van buitenkant van de onderarm naar de buitenkant van de elleboog. Langs het voorste deel van de buitenzijde van de bovenarm wordt de schouder bereikt, vanwaar een tak achter het acromion langs naar de 7e halswervel (DM14) loopt en vandaar verder in de groeve boven het sleutelbeen. Het oppervlakkige verloop voert van de bovenste sleutelbeengroeve langs de zijkant van de hals naar de mondhoek en vandaar boven de bovenlip langs de mediaanlijn kruisend naar de nasalobiale plooi aan de tegenovergestelde kant (Di20). Hier komt zij in contact met een tak van de Maag Meridiaan. Functie De Dikke Darm Meridiaan vormt het afvoersysteem voor het lichaam, de hersenen en het emotionele zelf. Hij zorgt ervoor dat er weer ruimte is voor nieuwe dingen door oude zaken af te voeren. De Dikke Darm Meridiaan staat voor de basale eliminatiekracht van het lichaam, het loslaten van het overbodige. Werkt sterk op de uitscheiding via darm, huid, nieren, het hoofd, de keel, de neus, mond, oren en ogen. Bestrijdt zo ontstekingen, kalmeert het zenuwstelsel. Behoort tot het metaalelement. Zontijd 5.00-7.00 uur. Acupunctuurpunten In het oppervlakkige verloop van de Dikke Darm Meridiaan liggen 20 Acupunctuurpunten. De belangrijkste punten zijn: Di4, Di10, Di11, Di 14, Di 15, Di20 Di 1: Shang Yang (handels-Yang) Di 2: Er Jian (tussen twee) Di 3: San Jian (tussen drie) Di 4: He Gun (ontmoeting in het dal) Di 5: Yang Xi (Yang-kreek) Di 6: Pian Li (schuine doorloop) Di 7: Wen Liu (warme stroom) Di 8: Xia Lian (onderste welving) Di 9: Shang Lian (bovenste welving) Di 10: Shou San Li (drie lengten van de hand) Di 11: Qu Chi (gekromde vijver) Di 12: Zhou Liao (ellebooggroeve) Di 13 Shou Wu Li (vijf lengtes van de hand) Di 14: Bi Nao (amr schouder spier) Di 15: Jian Yu (voor het schouderbot) Di 16: Ju Gu (groot bot) Di 17: Tian Ding (hemels vat) Di 18: Fu Tu (lateraal van de welving) Di 19: Kou He Liao (rijstekorrelgaatje bij de mond) Di 20: Ting Xiang (reukorgaan) Hart Meridiaan (Ha) (Hand-Shaoyin-Meridiaan) Anatomie Interne baan: 1. De inwendige tak begint bij het hart en het systeem Hart, met zijn verbindingen naar alle andere organen. 2. Het afdalende deel van de meridiaan doorboort het middenrif en gaat naar de dunne darm. 3. De hoofdtak gaat door de Long heen en komt aan de zijkant in de okselholte bij het punt Ha1 uit de borstkas. 4. De opstijgende tak van de meridiaan loopt langs de speekselklier, 5. treedt in contact met de tongbasis, 6. en gaat naar het oog, de oogbol en de aanverwante structuren. Externe baan: De oppervlakkige tak gaat vanuit de okselholte eerst over de achterzijde van de binnenkant van de elleboog en tenslotte het ulnaire deel van de binnenkant van de onderarm. Bij de pols gaat zij radiaal aan het os naviculare voorbij en aan de binnenkant van de hand naar de radiale nagelhoek van de pink. Functie De Hart Meridiaan beïnvloedt de tong, gericht op de spreekvaardigheid. Dat betekent dat een zwakke hartenergie stotteren, spreekangst en spraakgebrek tot gevolg heeft. De kleur van het gelaat is ook belangrijk. Iemand met een teveel aan hartenergie heeft een rood en vol gezicht. Iemand met een lage hartenergie heeft een bleek gelaat. In de gezichtsdiagnose kunnen we het hart zien op de top van de neus. De top van de neus kan rood zijn of juist bleek. Daarnaast kijken we, als acupuncturisten, ook naar de tong. De tong kan rood zijn, bleek, breed, teruggetrokken of trillend. Dit zijn allemaal aanwijzingen voor de conditie van de hartenergie. Zontijd 11.00-13.00 uur. Rode huidskleur. De hartmeridiaan behoort tot het element vuur. Acupunctuurpunten In het oppervlakkige verloop van de Hart Meridiaan liggen 9 acupunctuurpunten. De belangrijkste punten zijn: Ha1, Ha3, Ha5, Ha7 Ha 1: Ji Quan (hoogste bron) Ha 2: Qing Ling (jonge Geest) Ha 3: Shao Hai (mindere zee) Ha 4: Ling Dao (de weg van de Geest) Ha 5: Tong Li (de plaats bereiken) Ha 6: Yin Xi (tussenpoort van de Yin meridiaan) Ha 7: Shen Men (poort van de Geest) Ha 8: Shao Fu (kleiner orgaan) Ha 9: Shao Chong (kleinere aandrift) Dunne Darm Meridiaan (Du) (Hand-Taiyang-Meridiaan) Anatomie Interne baan: 1. Er loopt een interne tak naar de binnenste ooghoek (Bl 1) en treedt daar in contact met de blaasmeridiaan. 2. Er loopt een inwendige tak door de groeve boven het sleutelbeen naar het Hart. 3. de meridiaan loopt verder langs de slokdarm naar beneden door het middenrif, 4. bereikt daar de maag, 5. en maakt contact met de dunne darm, het bijbehorende orgaan. Externe baan: De Dunne Darm meridiaan begint aan de ulnaire nagelhoek van de pink. Zij gaat in haar oppervlakkige verloop over de buitenkant van de pink en de hand, op de grens van de palm en handrug naar de pols. Over de ulnaire kant van de buitenkant van de onderarm, het canalis nervi ulnaris en het achterste deel van de buitenzijde van de bovenarm naar het aan de achterkant gelegen schouderbad, in een zigzagbeweging over het schouderblad en bereikt daar DM14. De oppervlakkige tak gaat vanaf de bovenste groeve van het sleutelbeen langs de zijkant naar de hals en over de onderkaak eerst naar de onderrand van de maxilla (Du18), om dan verder met een tak naar de binnenste ooghoek (Bl1) te gaan en zodoende contact te krijgen met de Blaas Meridiaan. Vanaf de wang gaat er, nog voordat Du18 wordt bereikt, een tak naar de buitenste ooghoek (Ga11), om uiteindelijk in het punt Du19 voor het oor te eindigen. Functie De dunne darm zorgt voor de verdere afbraak van het voedsel dat uit de maag komt. De dunne darm is het belangrijkste deel van het spijsverteringsstelsel. De cellen in de wand van de dunne darm nemen de belangrijke voedingsstoffen uit het voedsel op en geven deze af aan het bloed in de poortader. Dit wordt resorptie genoemd. Hierna worden de voedingsstoffen naar de lever vervoerd. De voedselbrij in de twaalfvingerige darm zet cellen in de wand aan tot productie van hormonen. In de dunne darm vindt verder de vertering plaats van eiwitten, koolhydraten en vetten. De meridiaan. De dunne darm selecteert het zuivere van het onzuivere. Het zuivere gaat in het bloed het onzuivere verlaat het lichaam via de dikke darm. De Dunne Darm Meridiaan behoort tot het element vuur. De zontijd is 13.00-15.00 uur. Acupunctuurpunten In het oppervlakkige verloop van de Dunne Darm Meridiaan liggen 19 acupunctuurpunten. De belangrijkste punten zijn: Du1, Du3, Du6, Du10, Du11, Du14, Du18, Du19 Du 1: Shao Ze (klein moeras) Du 2: Qian Gu (voordal) Du 3: Hou Xi (achterste beekje) Du 4: Wan Gu (van de pols) Du 5: Yang Gu (dal van het Yang) Du 6: Yang Lao (verzorging van de oudere) Du 7: Zhi Zheng (tak van de meridiaan) Du 8: Xiao Hai (kleine zee) Du 9: Jian Zhen (recht op de schouder) Du 10: Nao Shu (transportpunt van de schouder) Du 11: Tian Zong (hemelse energie) Du 12: Bing Feng (Wind ziekte) Du 13: Qu Yuan (gebogen muurtje) Du 14: Jian Wai Shu (buitenste transportpunt van de schouder) Du 15: Jian Zhong shu (middelste transportpunt van de schouder) Du 16: Tian Chuang (hemelvenster) Du 17: Tian Rong (hemels gelaat) Du 18: Quan Liao (gat van het jukbeen) Du 19: Ting Gong (gehoor paleis) Kringloop Meridiaan (Kri) (Hand-Jueyin-Meridiaan) Anatomie Interne baan: 1. Het inwendige verloop van de meridiaan begint in de borstkas, waar zij het bij haar behorende orgaan, het Pericard, verzorgt 2. Dan gaat zij eerst naar beneden door het middenrif naar de buikholte en krijgt daar verbinding met de bovenste, de middelste en de onderste Drievoudige Verwarmer. 3. Eén tak loopt vanaf Kri8 naar de top van de ringvinger en treedt daar in contact met de Drievoudige Verwarmer. Externe baan: De oppervlakkige tak begint bij het uittreden uit de borstkas aan de zijkant van de borst bij het punt Kri1. Van daar stijgt zij op naar de okselholte en gaat over de binnenkant van de bovenarm over het gebied van de vaten en zenuwen naar de elleboog. Van daaruit vervolgt zij haar weg over het midden van de binnenzijde van de onderarm tussen de pezen van de Mm. palmaris longus en m. flexor carpi radialis naar de handpalm en naar de top van de middelvinger. Functie De Kringloop Meridiaan heeft relatie met het hart en de bloedsomloop. Deze meridiaan is verbonden met het bloedsomloopstelsel, hartzakje, stelsel van slagaderen en de hartslagader en vult de functie van het hart aan. De kringloopmeridiaan regelt de gehele voeding en bloedcirculatie en zorgt voor stabiliteit en evenwichtigheid. Acupunctuurpunten In het verloop aan de oppervlakte liggen 9 acupunctuurpunten. De belangrijkste punten van de Kringloop Meridiaan zijn: Kr4, Kr6 Kri 1: Tian Chi (hemelse vijver) Kri 2: Tian Quan (hemelse bron) Kri 3: Qu Ze (vijverkromming) Kri 4: Xi Men (tussenpoort) Kri 5: Jian Shi (binnenkomende afgezant) Kri 6: Nei Guan (inwendige poort) Kri 7: Da Ling (grote heuvel) Kri 8: Lao Gong (tempel van het lijden) Kri 9: Zhong Chong (middelste knooppunt) Drievoudige Verwarmer (3V) (Hand-Shaoyang-Meridiaan) Anatomie Interne baan: 1. Vanaf de bovenste sleutelbeengroeve gaat de inwendige tak van de meridiaan 2. tot in het centrum van de borstkas verbindt zich daar met de Kringloop Meridiaan, 3. doorboort het middenrif en bereikt op die manier de onderdelen van het haar toebehorende functiesysteem, de Drievoudige Verwarmer (bovenste, middelste en onderste Drievoudige Verwarmer). 4. Vanaf de 7e halswervel (DM14) gaat de meridiaan naar het gebied achter het oor en met een tak vanaf het punt 3V17 direct het oor binnen, om er voor het oor bij het punt 3V21 weer uit te komen. 5. Vervolgens bereikt zij het punt 3V23 bezijden de wenkbrauw en krijgt contact met de Galblaas Meridiaan, terzijde van de oogkas in het gebied van Ga1. Externe baan: Het oppervlakkige verloop van de Drievoudig Verwarmer Meridiaan begint bij de ulnaire nagelhoek van de ringvinger. Van daaruit gaat zij over de handrug tussen de pees van de 4e en 5e vinger en over het middelste deel van de buitenzijde van de onderarm tussen ellepijp en spaakbeen naar de top van de elleboog. Over het midden van de achterkant van de bovenarm bereikt de meridiaan de achterkant van de schouder en kruist in haar verloop ook punten van de andere meridianen, zoals Du12 en Ga21. Vanaf het punt Ga21 gaat de meridiaan eerst naar de bovenste sleutelbeengroeve en van daar weer terug naar de 7e halswervel (DM14). Functie De Drievoudig Verwarmer bestaat uit drie delen: de ademhalingsholte, het gedeelte dat de milt, maag, pancreas en galblaas bevat en het onderste gedeelte dat de nieren, blaas, dikke darm en dunne darm bevat. De Drievoudige Verwarmer Meridiaan onderhoudt onze temperatuur zowel lichamelijk als psychisch. Het vormt de som van alle lichamelijke en psychische functies. De bovenste verwarmer beheerst de ademhaling en de circulatie, de middelste verwarmer beheerst de spijsvertering, de onderste verwarmer beheerst de uitscheiding en de geslachtsorganen. Het orgaan van de Drievoudig Verwarmer is gelokaliseerd in de hersenstam en hersenbasis. De Drievoudig Verwarmer Meridiaan behoort tot het vuurelement. De zontijd is 21.00-23.00 uur. Acupunctuurpunten In het verloop aan de oppervlakte van de Drievoudige Verwarmer Meridiaan liggen 23 acupunctuurpunten. Belangrijkste punten: 3V3. 3V5, 3V6, 3V14, 3V15, 3V17, 3V21 3V 1: Guan Chong (grensknooppunt) 3V 2: Ye Men (poort van de vloeistoffen) 3V 3: Zhong Zhu (middelste eiland) 3V 4: Yang Chi (Yang-beekje) 3V 5: Wai Guan (uitwendige poort) 3V 6: Zhi Gou (vertakking in de groeve) 3V 7: Hui Zong (samenkomst van voorouder) 3V 8: San Yang Luo (passagepunt van de drie Yang(-meridianen) 3V 9: Si Du: (vier groten) 3V 10: Tian Jing (hemelse bron) 3V 11: Qing Leng Yuan (heldere koude bron) 3V 12: Xiao Luo (gedeelde rivierbedding) 3V 13: Nao Hui (trefpunt van de schouder) 3V 14: Jian Liao (gat in de schouder) 3V 15: Tian Liao (bovenste gat in de schouder) 3V 16: Tian You (hemelvenster) 3V 17: Yi Feng (windscherm) 3V 18: Chi Mai (kramp vat) 3V 19: Lu Xi (schedel in rust) 3V 20: Jiao Sun (oortop) 3V 21: Er Men (poort van het oor) 3V 22: Er He Liao (gat in het oor) 3V 23: Si Zhu Kong (holle bamboe gat) Nier Meridiaan (Ni) (Voet-Shaoyin-Mediaan)* Anatomie Interne baan: 1. Hier begint vanaf het punt Ni11 de inwendige tak van de meridiaan, 2. die eerst inwendig over de wervelkolom naar craniaal loopt, 3. dan naar de Nier; het tot haar behorende orgaan, 4. afbuigt en dan contact met de Blaas opneemt. 5. Een andere tak gaat van de Nier, 6. via de Lever en het middenrif, 7. naar de Long, 8. waar verbinding wordt gemaakt met het Hart. 9. Vanaf de Long passeert de meridiaan zijdelings het strottenhoofd, 10. de keelholte, 11. en bereikt de tongwortel. Externe baan: De meridiaan begint met haar oppervlakkige verloop aan de onderkant van de kleine teen en loopt naar het punt Ni1 op de voetzool. Van daar gaat de meridiaan over de onderkant en binnenkant van de voetzool naar het gebied achter de malleolus medialis van de enkel. Hier maakt de meridiaan eerst een soort lus, die eerst onder de malleolus komt en dan weer opstijgt naar het achterste deel van de binnenkant van de enkel voor de achillespees. Het punt Ni8 ligt op de achterrand van de tibia, distaal van het punt Mi6, die door de Nier Meridiaan overkruisd wordt. Vanaf hier loopt de meridiaan naar de uitloop van de knieholte aan de binnenkant en over de achter- en binnenkant van het bovenbeen naar de symfyse. Het oppervlakkige verloop gaat vanaf de symfyse naar de onder- en bovenbuik, waar de meridiaan geheel parallel aan de mediaanlijn verloopt. Over de borstkas loopt de meridiaanlijn verder gelijk aan de mediaanlijn, maar op iets grotere afstand daarvan tot bij de hoek van het sternoclaviculaire gewricht. Ongeveer vanaf het punt Ni25 loopt een tak naar de Long en het Hart. Functie De Nier Meridiaan is het centrum van onze wil. De Nier Meridiaan beheerst ook het constructieve beginsel en de structurele vormkracht, de gestalte, de blaas (het waterelement), botten, beenmerg, afweer, herstellingsvermogen, de genetische code, het onderlichaam, zenuwweefsel met het centrale zenuwstel en hersenen, de geslachtsorganen, lendenwervels, de wilskracht (realisatie), bloedopbouw, angst, koude, stolling, winter. Zwart-grauwe huidskleur. De niermeridiaan behoort tot het element water, zontijd 17.00-19.00 uur. Acupunctuurpunten In het oppervlakkig verloop van de Nier Meridiaan liggen 27 acupunctuurpunten. Belangrijkste punten: Ni1, Ni3, Ni6, Ni7, Ni12, Ni13, Ni14 Ni 1: Yong Quan (opbroeiende bron) Ni 2: Ran Gu (brandend dal (os naviculare) Ni 3: Tai Xi: (grote waterkreek) Ni 4: Da Zhong (grote beker) Ni 5: Shui Quan (waterbron) Ni 6: Zhao Hai (lichtende zee) Ni 7: Fu Liu (terugwaartse stroom) Ni 8: Jiao Xin (uitwisseling van brieven) Ni 9: Zhu Bin (dijk aanleg) Ni 10: Yin Gu (Yin-vallei) Ni 11: Heng Gu (dwarslopend bot) Ni 12: Da He (grote helderheid) Ni 13: Qi Xue (holte van de energie) Ni 14: Si Man (vier volheden) Ni 15: Zhong Zhu (centrale waterstroom) Ni 16: Huang Shu (transport van de vitale centra) Ni 17: Shang Qu (gekromde overgangsfase van Metaal) Ni 18: Shi Guan (nauwe pas van steen) Ni 19: Yin Du (samenkomst van Yin) Ni 20: Fu Tong Gu (door het buikdal) Ni 21: You Men (donkere poort (pylorus) Ni 22: Bu Lang (lange wandergang) Ni 23: Shen Feng (verzegelde Geest) Ni 24: Ling Xu (leegte van de Geest) Ni 25: Shen Cang (Geestesreservoir) Ni 26: Yu Zhong (weelderig midden) Ni 27: Shu Fu (transportplaats) Blaas Meridiaan (Bl) (Voet-Taiyang-Meridiaan) Anatomie Interne baan: 1. In beide flanken (Bl23 en Bl52) takt de inwendige tak van de meridiaan door de spierwand naar binnen in de lichaamsholte af, 2. waar contact wordt gelegd met de nier en het tot deze meridiaan behorende orgaan, de blaas. 3. Vanaf DM20 gaan er takken naar de hersenen en zijdelings in de richting van de oortop naar Ga8. Externe baan: De meridiaan begint aan haar oppervlakkige verloop bij de binnenste ooghoek en gaat over het voorhoofd eerst naar de Du Mai aan de haargrens (DM24). Van daar gaat zij naar lateraal naar de punten B13 en B14 en verder over de schedel. Boven op het schedeldak gaat zij van B17 naar de Du Mai (DM20) en dan naar BI8. Van het punt Bl9 gaat zij wederom naar de Du Mai (DM16) en dan naar Bl10. Bij Bl10 splitst de meridiaan zich in haar twee hoofdtakken die grotendeels parallel aan de mediaanlijn van de rug naar onderen verlopen. De eerste tak raakt eerst aan de 7e halswervel (DM14) en aan de eerste thoracale wervel (DM13), om daarna paravertebraal op een afstand van 1,5 Cun vanaf de mediaanlijn tot op de hoogte van het os sacrum naar het 4e sacrale gat te verlopen. Dan zwenkt zij nog eenmaal dieper naar binnen naar de mediaanlijn en naar craniaal, om vanaf de eerste sacrale wervel over de sacrale gaten naar het midden van de bilspleet en tenslotte over het midden van het bovenbeen aan de achterzijde naar de knieholte te verlopen (Bl40). De tweede tak van de meridiaan loopt oppervlakkig vanaf het punt Bl10 naar beneden en vanaf de 2e thoracale wervel eveneens naar paravertebraal, maar op grotere afstand van de mediaanlijn, langs de binnenrand van de scapula naar de flank en het heiligbeen (Bl54), vervolgens over de bil (Ga30) en via de binnenkant van de achterzijde van het bovenbeen eveneens naar de knieholte (Bl40). In de knieholte komen de 2 takken weer bij elkaar in Bl40. De meridiaan gaat dan verder over het midden van de kuit naar de buitenkant via de achillespees naar de enkel. Bij de hiel maakt de meridiaan een bocht naar voren en gaat over het gebied van het os metatarsale V langs de grens tussen voetrug en voetzool naar de buitenste nagelhoek van de kleine teen toe. Functie De Blaas Meridiaan is met haar 67 punten de langste meridiaan en tevens de meest oppervlakkig gelegen meridiaan. Het is een belangrijke meridiaan want via de rug maakt zij verbinding met alle organen. De Blaas Meridiaan vormt samen met de Dunne Darm Meridiaan de buitenste yang energielaag van ons lichaam. De Blaas Meridiaan behoort tot het waterelement. De zontijd is 15.00-17.00uur. Acupunctuurpunten In het oppervlakkige verloop telt de Blaas Meridiaan 67 acupunctuurpunten. Belangrijkste punten: Bl2, Bl10, Bl13, Bl14, Bl15, Bl17, Bl17, Bl18, Bl19, Bl20, Bl21, Bl23, Bl24, Bl25, BL26, Bl27, Bl32, Bl37, Bl39, Bl40, Bl54, Bl57, BL58, Bl60, Bl62, BL67 Bl 1: Jing Ming (glans van het oog) Bl 2: Cuan Zhu (bamboe verzamelen) Bl 3: Mei Chong (knooppunt boven de wenkbrauw) Bl 4: Qu Cha(i) (gebogen afwijking) Bl 5: Wu Chu (vijf plaatsen) Bl 6: Cheng Guang (het licht ontvangen) Bl 7: Tong Tian (verbinding met de hemel) Bl 8: Luo Que (terugkerend Luo-vat) Bl 9: Yu Zhen (jade kussen) Bl 10: Tian Zhu (hemelse zuil) Bl 11: Da Zhu (grote weversspoel) Bl 12: Feng Men (poort van de Wind) Bl 13: Fei Shu (transport van de Long) Bl 14: Jue Yin Shu (transport van de Kringloop-meridiaan) Bl 15: Xin Shu (transport van het Hart) Bl 16: Du Shu (transport van de Du Mai) Bl 17: Ge Shu (transport van het middenrif) Bl 18: Gan Shu (transport van de Lever) Bl 19: Dan Shu (transport van de Galblaas) Bl 20: Pi Shu (transport van de Milt) Bl 21: Wei Shu (transport van de Maag) Bl 22: San Jiao Shu (transport van de Drievoudige Verwarmer) Bl 23: Shen Shu (transport van de Nier) Bl 24: Qi Hai Shu (transport van de Zee van Energie (RM6) Bl 25: Da Chang Shu (transport van de Dikke Darm) Bl 26: Guan Yuan Shu (transport van het bronpunt (RM4) Bl 27: Xiao Chang Shu (transport van de Dunne Darm) Bl 28: Pang Guang Shu (transport van de Blaas) Bl 29: Zhong Lu Shu (transport van het midden van de rug) Bl 30: Bai Huan Shu (transport van de witte cirkel) Bl 31: Shang Liao (bovenste gat) Bl 32: Ci Liao (tweede gat) Bl 33: Zhong Liao (middelste gat) Bl 34: Xia Liao (onderste gat) Bl 35: Hui Yang (terugkerend Yang) Bl 36: Cheng Fu (opnemen en ondersteunen) Bl 37: Yin Men (poort van Volheid) Bl 38: Fu Xi (oppervlakkige spleet) Bl 39: Wei Yang (naast het midden het Yang) Bl 40: Wei Zhong (in het midden van de buigplooi) Bl 41: Fu Fen (toegevoegd deel) Bl 42: Po Hu (scharnier van de ziel) Bl 43: Gao Huang (het binnenste van het binnenste) Bl 44: Shen Tang (hal van de Geest) Bl 45: Yi Xi (zeer pijnlijk) Bl 46: Ge Guan (poort van het middenrif) Bl 47: Hun Men (poort van de ziel) Bl 48: Yang Gang (wezen van Yang) Bl 49: Yi She (plaats van de idee) Bl 50: Wei Cang (graanschuur van de Maag) Bl 51: Huang Men (poort van oerkracht) Bl 52: Zhi Shi (zetel van de wil) Bl 53: Bao Huang (kracht van de blaas) Bl 54: Zhi Bian (bezijden de plooi) Bl 55: He Yang (trefpunt van Yang) Bl 56: Cheng Jin (steun voor de spier) Bl 57: Cheng Shan (steun voor de berg) Bl 58: Fei Yang (opstijgend Yang) Bl 59: Fu Yang (Yang der organen) Bl 60: Kun Lun (landrug) Bl 61: Pu Can (opwachting der lakeien) Bl 62: Shen Mai (uitgestrekte pols) Bl 63: Jin Men (poort van metaal) Bl 64: Jing Gu (grote bot) Bl 65: Shu Gu (ingesnoerd bot) Bl 66: Zu Tong Gu (doorgang door het dal) Bl 67: Zhi Yin (bereiken van het Yin) Lever Meridiaan (Le) (Voet-Jueyin-Meridiaan) Anatomie Interne baan: 1. De inwendige tak begint in Le14, van waaruit de Lever wordt bereikt en contact ontstaat met de Galblaas. 2. Een tak gaat door het middenrif omhoog naar de Long, om van daar weer door het middenrif naar het epigastrium te gaan. 3. Een andere tak gaat inwendig langs de borstkas naar craniaal, 4. langs het strottenhoofd en de keelholte 5. en gaat over de wang naar het oog, cq. naar de oogbol en de bijbehorende structuren. 6. Van daar gaat een tak verder naar de schedel 7. en een andere tak naar de mondhoek, waar zij inwendig de lippen omcirkelt. Externe baan: Het oppervlakkige verloop van de Lever Meridiaan begint bij de buitenste nagelhoek van de grote teen en gaat over de voetrug tussen de 1e en 2e straal naar het gebied voor de malleolus medialis. Hier neemt de meridiaan contact op met Mi6 en gaat eerst verder over de binnenzijde van het scheenbeen naar boven. Onder de knie kruist de meridiaan achter de Milt Meridiaan langs en gaat aan de binnenkant van de knie over het middelste deel van de binnenkant van het bovenbeen naar de lies, alwaar Mi12 en Mi13 gekruist worden, om tenslotte de uitwendige genitalia en de schaamstreek te omvatten en over de buik naar de punten Rm2, Rm3 en Rm4 te lopen. Vanaf hier gaat het oppervlakkige verloop van de meridiaan naar de ribbenboog (Le13) en eindigt onder de tepel bij het punt Le14. Functie De Lever Meridiaan staat voor initiatief, planning, ondernemen, actie en doet dat onder leiding van de galblaas. De lever ruimt de ongewenste zaken, die binnen in het bloed gekomen zijn, op. De lever helpt deze manier mee het onzuivere af te breken en het bloed op te bouwen, tevens zorgt de leverenergie door middel van het centrale zenuwstelsel voor de vaatverwijding op de plaatsen waar bloed nodig is om werk te verrichten. Relatie met de actievermogen van spieren, de galblaas (het houtelement), de doorbloeding (open en sluiten van bloedvaatjes), de ogen, het gezichtsvermogen, achterhoofd, onderbewustzijn, actie, initiatief, agressie, woede, depressie, bloedvorming, vorming van de ziel, beweging omhoog, transformatievermogen, voorjaar, wind. De lever behoort tot het element hout. De zontijd is 01.00-03.00 uur. Acupunctuurpunten In de oppervlakkige stroombaan van de Lever Meridiaan liggen 14 acupunctuurpunten. Belangrijkste punten: Le 2, Le 3, Le 8, Le 13, Le 14. Le 1: Da Dun (grote oprechtheid) Le 2: Xing Jian (tussenkomst) Le 3: Tai Chong (grote aanval) Le 4: Zhong Feng (middelste zegel) Le 5: Li Gou (houtworm groeve) Le 6: Zhong Du (middelste samenstroom) Le 7: Xi Guan (knie scharnier) Le 8: Qu Quan (gebogen bron) Le 9: Yin Bao (omhulling van Yin) Le 10: Zu Wu Li (vijf lengtes van de voet) Le 11: Yin Lian (Yin-zijde) Le 12: Ji Mai (levendige pols) Le 13: Zhang Men (afgesloten poort) Le 14: Qi Men (tijdspoort) Galblaas Meridiaan (Ga) (Voet-Shaoyang-Meridiaan) Anatomie Interne baan: 1. Vanuit de bovenste sleutelbeengroeve 2. gaat de inwendige tak van de meridiaan de borstkas in, gaat door het middenrif, 3. neemt contact op met de Lever en bereikt het bij haar behorende orgaan, de Galblaas. 4. De meridiaan gaat verder binnenwaarts langs de flank en heeft hier contact met de diepere laag van het punt Le13, 5. om boven de lies aan de oppervlakte terecht te komen 6. Van hier loopt een tak naar het os sacrum en over de punten Bi31 – Bi34, om zich dan weer met de inwendige tak en het oppervlakkige verloop van de meridiaan in het punt Ga30 te verenigen. 7. Van het punt Ga41 op de voetrug loopt een tak tussen de 1e en 2e straal naar de grote teen, om hier met de Lever Meridiaan contact op te nemen. 8. Ma 5 9. Een tak gaat van hier iets caudaal van Ga20 aan het punt en via het punt 10. Ga12 voorbij via het punt 3V17 door het oor 11. verder via het punt Du 19 voor het oor verder naar Ga 1. Externe baan: Het oppervlakkige verloop van de Galblaas Meridiaan begint bij de rand van de orbita bij de buitenste ooghoek en gaat voor het oor langs om naar de slaap omhoog te gaan. Van hier gaat zij weer naar het voorste deel van de helix en gaat om het oor heen naar het gebied van het doornuitsteeksel. Van daar gaat zij terug over de schedel naar het voorhoofd en dan in een iets meer mediaal gelegen terugloop over de schedel weer naar de nek, om het punt Ga20 te bereiken. Een andere tak loopt vanaf Ga1 en bereikt bij het punt Ma5 de onderkaak, om dan eerst op de wang het punt Du18 te bereiken, verder op te stijgen en dan terug naar het punt Ma6 bij de kaakhoek te gaan. Van hier gaat de tak naar de bovenste sleutelbeengroeve, waar zij zich weer met de van Ga20 komende meridiaan verenigt. Het verdere oppervlakkige verloop van de meridiaan betreft de streek vanaf Ga20 in de nek over de 7e halswervel (Dm14) naar het punt Ga21 op het opstijgende deel van de M. trapezius en van hier over de bovenste schoudergordel en het punt Du12 naar de bovenste sleutelbeengroeve. Over het gebied voor de okselholte loopt de meridiaan in een zigzagbeweging langs de zijkant van de borstkas en de flank naar het punt Ga29 in het heupgebied. V Vanaf het punt Ga30 loopt de meridiaan verder langs de middelste zone van de buitenkant van het bovenbeen, bij de knie buiten om naar het middelste deel van de buitenkant van het onderbeen en voor de malleolus lateralis langs over de voetrug naar de buitenste nagelhoek van de 4e teen. Functie De Galblaas Meridiaan staat vooral voor moed en daarnaast voor gerechtigheid en inzicht. Hij geeft moed om onze grens te stellen aan toelaatbaarheid. De Galblaas Meridiaan beheerst ook de functies van de hersenen en het beenmerg (de zetel van het afweersysteem en de bloedvorming). De Galblaas Meridiaan geeft initiatief om orde te scheppen in uw leven. Hij is de generaal en zijn uitvoerder is het leger die vooral gesymboliseerd wordt door de lever. De Galblaas Meridiaan behoort tot het element hout. De zontijd is 23.00 -1.00 uur. Acupunctuurpunten In het oppervlakkige verloop van de Galblaas Meridiaan liggen 44 acupunctuurpunten. Belangrijkste punten: Ga2, Ga12, Ga14, Ga20, Ga21, Ga26, Ga30, Ga31, Ga34, Ga37, Ga39, Ga40, 41, Ga43 Ga 1: Tong Zi Liao (gat van de oogappel) Ga 2: Ting Hui: (samenkomst van het gehoor) Ga 3: Shang Guan (boven het draaipunt) Ga 4: Han Yan (opvulling van de onderkaak (bij bewegen) Ga 5: Xuan Lu (opgehangen schedel) Ga 6: Xuan Li (op een Li afstand van de ophanging) Ga 7: Qu Bin (haarkrul op de slaap) Ga 8: Shuai Gu (langs het oor) gelegen dal) Ga 9: Tian Chong (hemel knooppunt) Ga 10: Fu Bai (drijvend wit) Ga 11: Tou Qiao Yin (opening van Yin op het hoofd) Ga 12: Wan Gu (been van voleinding) Ga 13: Ben Shen (wortel van de Geest) Ga 14: Yang Bai (wit van het Yang) Ga 15: Tou Lin Qi (boven de tranen op het hoofd) Ga 16: Mu Chuang (oogvenster) Ga 17: Zheng Ying (oprecht streven) Ga 18: Cheng Ling (ondersteuning van de Geest) Ga 19: Nao Kong (opening naar de hersenen) Ga 20: Feng Chi (vijver van wind) Ga 21: Jian Jing (bron van de schouder) Ga 22: Yuan Ye (kolkend water) Ga 23: Zhe Jin (laterale spier) Ga 24: Ri Yue (zon en maan) Ga 25: Jing Men (stadspoort) Ga 26: Dai Mai (gordel meridiaan) Ga 27: Wu Shu (vijf draaipunten) Ga 28: Wei Dao (ingesnoerd pad) Ga 29: Ju Liao (botgat bij het plaatsnemen) Ga 30: Huan Tiao (buigen en springen) Ga 31: Feng Shi (windmarkt) Ga 32: Zhong Du (middengroeve) Ga 33: Xi Yang Guan (scharnier van knie-Yang) Ga 34: Yang Ling Quan (bron op de Yang-heuvel) Ga 35: Yang Jiao (samenkomst van Yang) Ga 36: Wai Qiu (buitenste heuvel) Ga 37: Guang Ming (stralend licht) Ga 38: Yang Fu (steun van het Yang) Ga 39: Xuan Zhong (hangende klok) Ga 40: Qiu Xu (heuvel met ruïnes) Ga 41: Zu Lin Qi (tranenvloed aan de voet) Ga 42: Di Wu Hui (vijfde reüniepunt) Ga 43: Xia Xi (ingeklemde beek) Ga 44: Zu Qiao Yin (opening van Yin op de voet) Milt Meridiaan (Mi) (Voet-Taiyim-Meridiaan) Anatomie Interne baan: 1. Boven de lies komt de meridiaan met haar inwendige tak in contact met de diepe laag van RM3 en RM4, om daarna oppervlakkig weer de punten Mi14 en Mi15 te bereiken. 2. Daar gaat de meridiaan naar een diepere laag van RM10, om van daaruit via de inwendige tak door de buikholte de Milt te bereiken (het tot haar behorende orgaan)en tevens met de Maag contact te krijgen, 3. Daarna stijgt zij op door het middenrif naar het Hart en verbindt zich aldaar met de Hart Meridiaan 4. Bij het punt Mi20 in de 2e ICR loopt een inwendige tak over de diepe laag van LO1 langs de keelholte naar de tongwortel en verspreidt zich in de tongbasis. Vanaf het punt Mi20 daalt zij weer af in de 6e ICR onder de oksel naar het punt Mi21. Hier begint het grote Luo-vat van de Milt. Externe baan: De Milt Meridiaan begint bij de binnenste nagelhoek van de grote teen en gaat hier vandaan in zijn verloop aan de oppervlakte over de binnenzijde van de voet langs de grens van de voetzool naar de wreef voor de malleolus medialis naar het onderbeen. Op het onderbeen loopt de meridiaan langs de achterkant van het scheenbeen en kruist onder de knie de Lever Meridiaan. Aan het bovenbeen loopt zij langs de binnenkant van de dij. De oppervlakkige loop van de meridiaan over de romp gaat vanuit het dieper gelegen punt RM10 weer naar Mi16 aan de zijkant van de buik. Van hieruit loopt zij over het punt Ga24 en Le14 aan de zijkant van de borst naar de punten Mi17 tot en met Mi20. Functie De Milt Meridiaan transformeert en transporteert. De milt transformeert zo voedsel en drank in bloed en energie. Het is ook de zetel van ons vermogen tot denken, concentreren, studeren. De milt zorgt samen met de lever voor de opbouw van het bloed. De milt behoort tot het element aarde. Transformatie en transport van voeding en vloeistof, de maag (het aarde element), vorming van het bloed, kwaliteit van het bindweefsel (spieren, banden en pezen), vorming van de ziel, concentratievermogen, obsessie, depressie, slijmvorming, afweersysteem, hormoonhuishouding, weerstand tegen klimaatinvloed van vocht, zontijd 09.00-11.00 uur, nazomer. Gelig tot oranje huidskleur. Acupunctuurpunten In het oppervlakkige verloop van de Milt Meridiaan liggen 21 acupunctuurpunten. Belangrijkste punten: Mi3, Mi4, Mi6, Mi8, Mi9, Mi10 Mi 1: Yin Bai (verborgen wit) Mi 2: Da Du (grote samenkomst) Mi 3: Tai Bai (het grote witte) Mi 4: Gong Sun (grootvader kleinzoon) Mi 5: Shang Qui (op de heuvel) Mi 6: San Yin Jiao (kruising van drie Yin) Mi 7: Lou Gu (lekkend dal) Mi 8: Di Ji (pool der aarde) Mi 9: Yin Ling Quan (bron van de Yin-heuvel) Mi 10: Xue Hai (zee van het bloed) Mi 11: Ji Men (korenschop deur) Mi 12: Chong Men (poort van de aanstormende energie) Mi 13: Fu She (herberg van de organen) Mi 14: Fu Jie (knooppunt van de buik) Mi 15: Da Heng (groot dwarsverloop) Mi 16: Fu Ai (buikklacht) Mi 17: Shi Dou (voedselholte) Mi 18: Tian Xi (hemelbeek) Mi 19: Xiong Xiang (thuisplaats van de borst) Mi 20: Zhou Rong (alzijdig glans) Mi 21: Da Bao (groot omhulsel) Maag Meridiaan (Ma) (Voet-Yangming-Meridiaan) Anatomie Interne baan: 1. Van de bovenste sleutelbeengroeve begint het inwendige verloop van de meridiaan, die afdaalt door het middenrif 2. en de bij haar behorende organen bereikt (Maag en Milt). 3. Hier zijn verbindingen met diepere lagen van RM12 en RM13. 4. Een inwendige tak gaat van de onderste maagopening naar het punt Ma30 in de buurt van de lies. 5. Vanaf het punt Ma36 onder de knie gaat er een tak over het voorste deel van de buitenkant van het onderbeen en de voetrug naar de buitenkant van de derde teen. 6. Van Ma42 neemt een tak contact op met de Milt Meridiaan bij de grote teen. 7. In de binnenste ooghoek is er contact met de blaasmeridiaan 8. Van Ma 8 gaat er een tak naar Du Mai 24 Externe baan: Het oppervlakkige verloop begint aan de zijkant van de neusvleugel en gaat van daaruit omhoog naar de binnenste ooghoek, waar contact is met de Blaas Meridiaan. Van hier gaat de meridiaan naar het eerste punt aan de onderrand van de oogkas en dan loodrecht naar de mondhoek. Vanuit dit deel verzorgen takjes het tandvlees van de bovenkaak en rondom de lippen, om tevens in de kingroeve contact te maken met Ren Mai. Vanaf de mondhoek gaat de meridiaan verder naar het midden van de onderkaak en als gezichtstak naar de kaakhoek, om van daaruit voor het oor over het jukbeen naar de slaap te gaan en van daaruit (Ma8) op te stijgen. Van hier gaat er een tak naar Du Mai (DM24). De hoofdtak van de meridiaan gaan vanaf de onderkaak over de zijkant van de hals en de halsslagader naar de bovenste sleutelbeen groeve. Van de bovenste sleutelbeengroeve gaat de oppervlakkige tak van de meridiaan over de borstkas naar de buik, waar zij langs de zijkant van de Mm. Recti abdominis voorbij de navel loopt naar de lies. Van hier loopt de meridiaan oppervlakkig verder over het voorste deel van de buitenzijde van het bovenbeen, naar de zijkant van de knieschijf en over het voorste deel van het onderbeen en de voetrug naar de buitenste nagelhoek van de tweede teen. Functie De Maag Meridiaan is onze bron van verteren en opnemen van zowel voedsel als informatie om onszelf te voeden en anderen, en onszelf vol en verzadigd te voelen. De maagmeridiaan behoort tot het element aarde. De zontijd 7.00-9.00uur. Acupunctuurpunten In het oppervlakkige verloop van de Maag Meridiaan liggen 45 acupunctuurpunten. Belangrijkste punten: Ma2, Ma 4, Ma6, Ma7, Ma8, Ma18, Ma21, Ma25, Ma28, Ma29, Ma35, Ma36, Ma37, Ma38, Ma39, Ma40, Ma44, Ma45 Ma 1: Cheng Qi (tranen opvangen) Ma 2: Si Bai (viervoudig helder) Ma 3: Ju Liao (groot bot) Ma 4: Di Cang (voorraadschuur) Ma 5: Da Ying (groots ontvangen) Ma 6: Jia Che (kaakhoek) Ma 7: Xia Guan (onder de barriere) Ma 8: Tou Wei (buitenkant hoofd) Ma 9: Ren Ying (het midden ontvangen) Ma 10: Shui Tu (opborrelend water) Ma 11: Qi She (woning van de engergie) Ma 12: Que Pen (leeg bekken) Ma 13: Qi Hu (deurtje van energie) Ma 14: Ku Fang (opslagruimte) Ma 15: Wu Yi (dakbedekking) Ma 16: Ying Chuang (borstvenster) Ma 17: Ru Zhong (het midden van de borst) Ma 18: Re Gen (oorsprong van de borst) Ma 19: Bu Rong (zonder inhoud) Ma 20: Cheng Man (volle plaats) Ma 21: Liang Men (etenspoort) Ma 22: Guan Men (grenspoort) Ma 23: Tai Yi (grote eenheid) Ma 24: Hua Rou Men (poort van het gladde vlees) Ma 25: Tian Shu (hemelse spil) Ma 26: Wai Ling (buiten de heuvel) Ma 27: Da Ju (groot en machtig) Ma 28: Shui Dao (waterloop) Ma 29: Gui Lai (terugkeer) Ma 30: Qi Chong (aanstormende energie) Ma 31: Bi Guan (hoekpunt van de dij) Ma 32: Fu Tu (hurkende haas) Ma 33: Yin Shi (marktplaats van Yin) Ma 34: Liang Qiu (balkvormige heuvel) Ma 35: Du Bi (kalfsneus) Ma 36: Zu San Li (drie lengtes van de voet) Ma 37: Shang Ju Xu (de grote leegte boven) Ma 38: Tiao Kou (streepvormige opening) Ma 39: Xia Ju Xu (de grote leegte onder) Ma 40: Feng Long (overvloed) Ma 41: Jie Xi (loskomende beek) Ma 42: Chong Yang (aanstormend Yang) Ma 43: Xian Gu (verzonken dal) Ma 44: Nei Ting (binnenhof) Ma 45: Li Dui (duidelijke plek) 2 Extra Meridianen De twee belangrijkste meridianen zijn Ren Mai en Du Mai. Ze fungeren als qi-reservoir voor de 12 andere meridianen. Ren Mai Meridiaan (RM) De Ren Mai loopt middenvoor over de romp en heet ook wel: zee van yin. Hij staat in verbinding met de 6 yin meridianen. Du Mai Meridiaan (DM) De Du Mai loopt langs de ruggengraat tot over de schedel en heet ook wel: zee van yang. Hij staat in verbinding met de 6 yang meridianen. Ren Mai (RM) (Conceptie Meridiaan) Anatomie Interne baan: De Ren Mai begint met zijn inwendige verloop ter hoogte van de baarmoeder en de onderbuik, waar ook de Du Mai en de Chong Mai ontspringen. De inwendige tak vermengt zich met de Nier Meridiaan en de Du Mai en gaat zijdelings langs de wervelkolom met de andere meridianen omhoog. Vanaf de oorsprong gaat de Ren Mai ook naar het perineum. Externe baan: De oppervlakkige stroombaan van de Ren Mai begint bij het perineum met het punt RM1. De meridiaan stijgt op langs de voorste mediaanlijn over de onderbuik, de navel, de bovenbuik, de punt van het sternum en het sternum naar de halsgroeve. De Ren Mai gaat over de mediaanlijn ter hoogte van de luchtpijp en de adamsappel, waar contact is met de Chong Mai naar de kin. In verbinding met de Chong Mai omcirkelen van daaruit takken de lippen en gaan verder tot onder de orbitarand. Functie De Ren Mai is een vat van Yin-energie en is daardoor sterk betrokken bij de basis van het leven. Acupunctuurpunten In het oppervlakkige verloop van de Ren Mai liggen 24 acupunctuurpunten. Belangrijkste punten: RM3, RM4, RM6, RM8, RM10, RM12, RM13, RM14, RM17, RM24 RM 1: Hui Yin (samenkomst van Yin) RM 2: Qu Gu (gekromd beenstuk) RM 3: Zhong Ji (middelste pool) RM 4: Guan Yuan (ingang van levenskracht) RM 5: Shi Men (stenen poort) RM 6: Qi Hai (meer van energie) RM 7: Yin Jiao (kruising van Yin) RM 8: Shen Que (wachttoren van de psyche) RM 9: Shui Fen (verdeling van water) RM 10: Xia Wan (onderste maaggroeve) RM 11: Jian Li (versterking van het innerlijk) RM 12: Zhong Wan (middelste maaggroeve) RM 13: Shang Wan (bovenste maaggroeve) RM 14: Ju Que (grote wachtpoort) RM 15: Jiu Wei (duivenstaart) RM 16: Zhong Ting (middelste binnenplaats) RM 17: Dan Zhong (midden van de borst) RM 18: Yu Tang (paleis van jade) RM 19: Zi Gong (purperen paleis) RM 20: Hua Gai (met bloemen bedekt) RM 21: Xuan Ji (parel van jade) RM 22: Tian Tu (hemelse schoorsteen) RM 23: Lian Quan (zijdelingse bron) RM 24: Cheng Jiang (plek van de pap) Du Mai (DM) (Gouverneurs Meridiaan) Anatomie Interne baan: De Du Mai begint met zijn inwendige verloop in de buurt van de uterus en onderbuik, waar ook de Ren Mai en de Chong Mai ontspringen. Ter hoogte van het perineum vindt een vermenging van de Qi van de Nier en de Blaas plaats. Inwendig langs de wervelkolom loopt een tak naar de Nier en van daar zijdelings inwendig langs de wervelkolom naar het hoogste punt van de schedel, waar zij de hersenen betreedt. Een 2e tak stijgt op vanuit de onderbuik naar de navel en het hart. Zij loopt verder over de keelholte, waar contacten met de Chong Mai en de Ren Mai bestaan, naar de onderkaak en de onderrand van de orbita. Vanaf de binnenste ooghoek gaat een andere tak naar de kruin toe. Externe baan: Het oppervlakkige verloop van de meridiaan gaat vanaf het perineum over het punt DM1 bij het stuitje en de achterste middenlijn van het stuitje en het heiligbeen over de gehele wervelkolom naar de nek. Vanaf het punt DM16 onder op de achterkant van de schedel gaat een tak naar de hersenen. Aan de buitenkant van de schedel loopt een meridiaan verder over de middenlijn en over de neus en het philtrum naar het frenulum van de bovenlip. Functie De Du Mai Meridiaan wordt ook wel gouverneurmeridiaan genoemd. Het is een vat waarin alle yang energie samenkomt. Het heeft daarom een belangrijke betekenis bij het functioneren van de afweer. De belangrijkste symptomen zijn koortsziekten, mentale stoornissen en stijfheid van de wervelkolom. Acupunctuurpunten In het oppervlakkige stroombed van de Du Mai liggen 28 acupunctuurpunten. Belangrijkste punten: DM3, DM4, DM9, DM14, DM16, DM20, DM23, DM26 DM 1: Chang Qiang (altijd sterk) DM 2: Yao Shu (transportpunt van de lendenen) DM 3: Yao Yang Guan (grens van het Yang in de lendenen) DM 4: Ming Men (levenspoort) DM 5: Xuan Shu (hangend scharnier) DM 6: Ji Zhong (midden van de wervelkolom) DM 7: Zhong Shu (centrale as) DM 8: Jin Suo (samentrekkende spier) DM 9: Zhi Yang (aankomst van Yang) DM 10: Ling Tai (ster van de Geest) DM 11: Shen Dao (weg van de Geest) DM 12: Shen Zhu (lichaamszuil) DM 13: Tao Dao (pottenbakkersweg) DM 14: Da Zhui (grote wervel) DM 15: Ya Men (poort van het zwijgen) DM 16: Feng Fu (wind zetel) DM 17: Nao Hu (scharnier naar de hersenen) DM 18: Qiang Jian (alkoof van de kracht) DM 19: Hou Ding (achter de top) DM 20: Bai Hui (honderd ontmoetingen) DM 21: Qian Ding (voor de top) DM 22: Xin Hui (samenkomst der fontanel) DM 23: Shang Xing (bovenste ster) DM 24: Shen Ting (tempel van de Geest) DM 25: Su Liao (neusbeengroeve) DM 26: Shui Gou (watergoot) DM 27: Dui Duan (bij de opening) DM 28: Ying Jao (kruising met het tandvlees) Algemene principes en begrippen In dit hoodfstuk worden beschreven: Tao Qi Yin en Yang De 5 elementen De klok Tao Tao is het absolute niets, het alles omvattende, dat boven alle begrip uitstijgt. Het is niet intellectueel te kennen en slechts intuïtief/ instinctief aan- en in te voelen. Het betreft de volledige potentie van alle leven en niet leven. Qi Qi betreft de interactie tussen Yin en Yang en is de beweging die plaatsvindt tussen beide polariteiten. Het bestaan van Qi is voorwaarde voor het bestaan van leven. Zonder Yin en Yang kan er geen Qi zijn en zonder Qi is er geen leven mogelijk. De Qi loopt in en door het gehele lichaam en verplaatst zich in het lichaam via de verschillende Meridiaansystemen en orgaansystemen. Er bestaan vele gedaanten van Qì, met elk hun eigen functie en verschijning. Jing: essence, een verfijnde vloeistof gelijke vorm van Qì. Het ontstaat bij de conceptie door het samengaan van Yin en Yang. Jing is te onderscheiden in: Pre-Hemelse Jing: voeding tijdens ontwikkeling van de foetus, doorgegeven door de Nieren van de moeder. Post-Hemelse Jing: Qì gehaald uit voedsel en lucht. Jing wordt opgeslagen in de Nieren, en verwarmd door NierYang transformeert het tot Nier-Qì. Jing kan worden versterkt door qìgong en Tàijíquán. Tàijíquán krachten (Taijijing) worden opgewekt door een combinatie van Shen (geest, alertheid), Qì (adem) en Chin (correcte houding). Door de drie tegelijkertijd toe te passen kan men Qì uitsturen voor heling of verdediging. "Qì wordt gewoonlijk 'interne Qì' of 'ware Qì' genoemd door Qìgong beoefenaars, om het onderscheid aan te geven met in- en uitgeademde lucht. De theorie van de TCM (Traditionele Chinese Geneeskunde) stelt dat 'ware Qì' de drijvende kracht is achter de vitale activiteiten. Daarom ook verwijst het vermeerderen van Qì in Qìgong termen naar het opbouwen en vermeerderen van 'ware Qì'. Ware Qì kan worden onderverdeeld in 'Qì van de vorige hemel' (bijv. voorgeboortelijke Qì) en 'Qì van de latere hemel' (bijv. nageboortelijke Qì). Voorgeboortelijke Qì kan nog verder worden verdeeld in twee vormen essentiële Qì (vitale energie) en oer Qì. Essentiële Qì verwijst naar het gedeelte van essentiële en vitale energie welke een mens in zijn vroegste periode ontvangt van zijn ouders tijdens de vorming van de foetus. Oer Qì verwijst naar de fundamentele materie en bewegingskracht die de fysiologische functies onderhouden van zowel weefsels als organen van het lichaam. Tijdens de ontwikkeling van de foetus wordt al oer Qì gevormd. Het wordt opgeslagen in de nieren en staat in nauw contact met de poort des levens (Ming men). Nageboortelijke Qì kan ook worden opgesplitst in twee soorten, hemelse Qì en aardse Qì. Hemelse Qì is de Qì die we in- en uitademen. Aardse Qì betekent de Qì uit water en graan. Het wordt aardse Qì genoemd omdat graan uit de aarde groeit. In feite bevat het alle essentiële en fijnestoffelijke Qì die opgenomen wordt uit de diverse soorten voedsel door de spijsvertering door onze vaste en holle lichaamsorganen om de vitale activiteiten te onderhouden. Alleen wanneer het menselijk lichaam gevuld is met zowel hemelse als aardse Qì kan het zijn vitale activiteiten uitvoeren. Terwijl de voorgeboortelijke Qì het fundament is, is de bewegingskracht onmisbaar, de nageboortelijke Qì is de bron voor de vitale activiteiten van het lichaam en ook onmisbaar. Het verband tussen de twee soorten Qì is: de voorgeboortelijke Qì is de drijvende kracht des levens en de nageboortelijke Qì is de materie waarop het leven vertrouwd voor zijn onderhoud. Iemands leven en al zijn activiteiten worden gemotiveerd door de voorgeboortelijke Qì en worden aangevuld door de nageboortelijke Qì. De twee reageren op elkaar en zijn van elkaar afhankelijk, de ware Qì vormend voor de vitale activiteiten van het lichaam." (citaat uit 'Chinese Qigong Therapy' Shandong Press) Yin en Yang De Yin en Yang theorie beschrijft de dualiteit in alle aspecten van ons bestaan. Alle vormen van leven kennen een eigen Yin en Yang polariteit en een ritmisch- cyclische balansverandering tussen de Yin en Yang status, die voorwaarde is voor het al dan niet bestaan van de gezondheid. Koud en warm, vrouwelijk en mannelijk, nacht en dag etc. Yin en Yang zijn niet alleen tegengesteld maar ook aanvullend aan elkaar. Ze zijn onderling afhankelijk en kunnen in elkaar overgaan. Zowel Yin als Yang kunnen verder onderverdeeld worden in verschillende aspecten. Yang = Hemel, licht, warmte, oppervlakte, droogte, zon, waarmee men het mannelijke principe verbindt. Yin = Aarde, schaduw, koude, diepte, vochtigheid, maan, waarmee zich het vrouwelijke principe verbindt. Het Yin en Yang teken staat voor twee tegengestelde krachten van het universum. Volgens de traditionele Chinese wereldbeschouwing bestaat het universum uit een kringloop van (levens)energie, Qi of Chi genaamd. Deze energie heeft een negatieve, donkere, schaduwkant (Yin) en een positieve, lichte, zonnige component (Yang). Alles om ons heen, de dingen, onze gedachten en onze gevoelens zijn het resultaat van de wisselwerking van Yin en Yang. De witte stip in het zwarte deel van het Yin en Yang teken en de zwarte stip in het witte deel geven aan dat iets nooit helemaal Yin of helemaal Yang is. Er is een drang om elkaar aan te vullen en te zoeken naar evenwicht. Een onbalans in de Yin en Yang verhouding kan volgens dit beeld ziekte veroorzaken. Dit wil niet zeggen dat iedereen precies voor 50% uit yin moet bestaan en voor 50% uit yang. Elke persoon zou de balans tussen yin en yang zelf moeten vinden. Deze balans hangt af van de constitutie, het klimaat, het seizoen, de bezigheden en zelfs van de emotionele omgeving. Er zijn vier principes voor Yin en Yang Iets heeft altijd een Yin en een Yang kant. Iets is pas Yin of Yang wanneer je het vergelijkt met iets anders. Yin en Yang zijn onderling afhankelijk Yin en Yang kunnen in elkaar over gaan. De 5 elementen Naast het Yin en Yang beginsel in de oosterse filosofie kent het traditionele Chinese denken kent het traditionele Chinese denken nog een andere belangrijke theorie: De Elementenleer (ook wet vijf fasen genoemd). Uitgangspunt van deze theorie is, dat alles voortdurend in beweging is. Dat geldt voor de cyclus van de seizoenen, het ritme van de dag, maar ook voor het functioneren van de mens. In tegenstelling tot onze afspraak om over vier seizoenen te spreken, hanteren de Chinezen er vijf. Dit vijfde seizoen noemen de Chinezen nazomer. Elk van deze seizoenen is verbonden met een element. Hierbij valt niet te denken aan de scheikundige elementen, zoals die in de chemie zijn ontdekt en die keurig in het periodiek systeem der elementen zijn vermeld. De vijf elementen, waarmee de acupuncturist werkt zijn Metaal, Water, Hout, Vuur en Aarde. Naast deze vijf elementen hanteren de Chinezen nog een zesde element: het Keizerlijk Vuur. Dit element vormt een soort overkoepeling van de vijf elementen en werkt min of meer als een stabilisator tussen de verschillende elementen. Hout Hout is de energie van het vroege voorjaar; de energie van een jong plantje dat net boven de grond komt, de energie van een boom die fris blad krijgt; het is ook de energie van een jong kind: een soort vanzelfsprekendheid van 'hier ben ik, wie maakt me wat'; het is ook de energie van de frustratie van een jong kind dat met grenzen geconfronteerd wordt; als de energie van 'hout' gestagneerd raakt gaat de vanzelfsprekendheid van beweging en groei verloren en komt er frustratie voor in de plaats. De emotie die met deze fase samenhangt is boosheid. Wanneer de energie van hout kan stromen (waarbij beperkingen geen probleem hoeven te zijn!) kan deze overgaan in: Vuur: vuur is de energie van het late voorjaar en vroege zomer; de energie van een plant die in bloei komt en iedereen mag het zien; het is ook de energie van een puber of adolescent (14 - 25 jaar): verliefdheden, idealen, interrailen, vrienden maken; het is dus ook de energie van het Hart. Deze energie raakt zelden gestagneerd, wel is het mogelijk dat hij niet gevoed wordt of onderdrukt wordt door andere energieën; het kan ook zijn dat je er moeite mee hebt deze fase te verlaten. De emotie die verbonden is met deze fase is vreugde. Wanneer de energie van vuur kan stromen kan deze overgaan in: Aarde Aarde is de energie van de nazomer; de energie van een plant die vrucht draagt, van rijpe korenaren; dit is de energie van de jongvolwassene (25 - 40 jaar, soms korter, soms langer) die zijn bestaan materieel op orde brengt: wonen, werken, relatie (hier zie je hoe belangrijk het is om deze fase te laten voeden door 'vuur': liefde, enthousiasme, idealen), kinderen krijgen; dit is ook de energie van de 'emotie' gezond verstand; als deze energie gestagneerd raakt wordt het piekeren; overmatige waardering voor deze energie leidt tot 'het moet gezellig zijn', hangen aan materiële zaken, de roep om veiligheid en geborgenheid; als de energie van aarde kan stromen kan deze overgaan in: Metaal Metaal is de energie van de herfst; de energie van een plant die zijn sappen terugtrekt, zodat de bladeren vallen; het is dan ook de energie van inkeer in jezelf na de uitbundigheid van de zomer en de oogst; het is de energie die meestal na het 40e of 45e levensjaar belangrijk wordt (de 'midlifecrisis', de 'overgang'); in die tijd ga je meestal terugkijken op je leven, en wordt duidelijk wat er van je idealen terecht gekomen is, en zeker ook wat daarvan niet terecht gekomen is; de emotie die bij metaal hoort is verdriet of rouw; wanneer de energie van metaal kan stromen kan deze overgaan in: Water water is de energie van de winter; de energie van een zaadkorrel die in de aarde rust: de informatie voor een hele plant zit erin, maar het zaadje is niet de plant (daarvoor moet het de cyclus opnieuw doorlopen); het is terugkeer naar de bron (water!), het is de energie van wie je in wezen bent en wie je kunt worden; het is de energie van de zinvolle (niet perse 'nuttige', dat hoort meer bij Aarde) oude dag; de wijsheid van de oude man of vrouw die het leven geleefd heeft en zich met zijn of haar eigen leven verzoend heeft; de emotie die hierbij hoort is angst of vrees, maar ook wilskracht ('vrees' meer in de zin van 'ontzag'); wanneer deze energie kan stromen kan er een nieuwe cyclus beginnen: Hout - Vuur - Aarde - Metaal - Water enz. Binnen onze medische traditie komen we niet veel verder dan het onderkennen van begrippen als voorjaarsmoeheid en herfstdepressie. De Chinese artsen gingen veel verder en hebben het functioneren van de mens in relatie tot de seizoenen en de biologische klok uitvoerig in kaart gebracht. De elementen uit de natuurlijke jaarlijkse cyclus corresponderen met de organen in het menselijk lichaam. Elke verstoring van de natuurlijke Cyclus - buiten of binnen het lichaam - zal een reactie oproepen van een tegengestelde kracht, omdat het evenwicht hersteld wil worden. Als we weten hoe dit proces in zijn werk gaat en als we weten waar deze kracht werkzaam zijn, dan kunnen we het lichaam helpen om het evenwicht sneller te bereiken. Dit is het basisprincipe van acupunctuur. De klok (Het meridiaansysteem) Het meridiaansysteem heeft tot doel de Qi doorheen het lichaam te verspreiden en energie aan te voeren tot in de kleinste cel van hersenen, spieren, organen, enz. Iedere meridiaan voorziet zijn gekoppelde orgaan en ingewand. De Qi doorloopt al deze meridianen gedurende 24 uur in een welbepaalde volgorde. Deze energiedoorstroming wordt verduidelijkt door de meridiaanklok: 7.00 – 9.00 uur maagmeridiaan 19.00 – 21.00 uur pericardium (hartzakje) 9.00 – 11.00 uur miltmeridiaan 21.00 – 23.00 uur drie warmer (vochthuishouding) 11.00 –13.00 uur hartmeridiaan 23.00 – 1.00 uur galblaasmeridiaan dunne darmmeridiaan 1.00 – 3.00 uur levermeridiaan 15.00 – 17.00 uur blaasmeridiaan 3.00 – 5.00 uur longmeridiaan 17.00 – 19.00 uur niermeridiaan 5.00 – 7.00 uur dikke darmmeridiaan 13.00 – 15.00 uur Net zoals iedere meridiaan en haar gekoppelde orgaan op een bepaald moment van de dag een maximale hoeveelheid Qi toegevoerd krijgen is er ook een moment – 12u later – waarop de Qi-voorziening minimaal is. Op die manier kan men verklaren waarom bv. veel galblaaslijders niet kunnen inslapen voor middernacht, waarom astmacrisissen veelal rond 4u ’s morgens optreden, veel hartinfarcten gebeuren tijdens de lunch en hoe het komt dat sommige mensen wakker worden om 6u met darmkolieken. De klok wordt weergegeven in Greenwich Mean Time, dwz. dat wij in onze streken 1u moeten bij rekenen in wintertijd en 2u in zomertijd. Verantwoording en bronnen Verantwoording Deze website is tot stand gekomen in samenwerking met een ICT deskundige, hij heeft ons geholpen met het bewerken van de foto's in het programma Adobe Photoshop. Vooraf gaand aan het bewerken van de foto's hebben we eerst uitgebreid informatie gezocht over het verloop van de Interne banen. Het was niet makkelijk om bronnen te vinden over het verloop van de Interne banen van de Meridianen. De bronnen die we hadden, hebben we vergeleken met elkaar en iedere bron gaf het verloop van de Interne baan weer anders aan, terwijl de externe baan juist bij iedere bron hetzelfde was. Met een externe deskundige hebben we besloten de Seirin Atlas als hoofdbron voor onze website te gebruiken. De foto's uit deze Seirin atlas hebben we als voorbeeld gebruikt, voor het maken van de foto's die op deze website staan. Het fotomodel op de website is Bas de Vries. Bij deze willen we Bas dan ook bedanken voor het model staan en dat we gebruik mogen maken van de foto's voor onze website. De websites die in de bronnenlijst staan beschreven, zijn sites waarop wij informatie hebben gevonden over de algemene begrippen en over de Meridianen zelf. Zij hebben geholpen om de informatie te verduidelijken en te vergelijken met elkaar. Bronnen Boeken: Lian,Y., Chen, C., Hammes, M., Kolster, B. C., samengesteld door Ogal, H. P. en Stör, W., met een ten geleide van Prof. dr. dr. Ots, T., Seirin foto-Atlas voor Acupunctuur; beschrijving van de acupunctuurpunten Jong, J. de, Complete acupunctuuratlas, Ankh-Hermes, Deventer, 1991. Hempen, C. -H., Atlas van de Acupunctuur, HBuitgevers, Baarn, 2001. Websites: http://www.allergie-weg.nl/hoe-werkt-naet/Meridiaanklok-orgaanklok-meridiaanwiel-5-vijf-elementen.php http://users.skynet.be/TAO-centrum/new/hetmeridiaansysteem.htm http://www.jreinders.nl/5elementen.html http://www.hvandervet.nl/pag20.html http://www.rudolfdewit.com/meridiaan_lo.html