OVEREENKOMST GEMEENSCHAPPELIJKE HUISHOUDING EN

advertisement
OVEREENKOMST GEMEENSCHAPPELIJKE HUISHOUDING EN WONING
……….………………………………….en……………………………….……….……..,
hierna te noemen: deelnemers, verklaarden het woonappartement aan de
…………………….. gezamenlijk te bewonen.
In genoemd pand is voor iedere deelnemer beschikbaar een door hem/haar van het
gehuurde privé-gedeelte. Tot genoemd pand behoort eventueel een door de deelnemers
gezamenlijk te gebruiken huiskamer, sanitair, keuken en berging.
DOEL
Artikel 1
Met deze overeenkomst willen partijen onder meer regelen:
A. de kosten van de gemeenschappelijke huishouding;
B. de gemeenschappelijke goederen;
C. de gemeenschappelijke woning.
DEELNEMER
Artikel 2
Onder deelnemer wordt verstaan iedere persoon, die is goedgekeurd door tenminste
twee/derde van het aantal deelnemers en is toegelaten tot de huishouding, waarbij hij/zij
tevens dient te zijn toegelaten als huurder van een afzonderlijke wooneenheid.
GEMEENSCHAPPELIJKE HUISHOUDING
Artikel 3
1. Uitgaven ten behoeve van de gewone gang van de huishouding worden gedaan ten
laste van een gemeenschappelijk bank- of girorekening en/of een gemeenschappelijke
kas.
2. Iedere deelnemer in de huishouding is verplicht maandelijks bij te dragen aan deze
gemeenschappelijke rekening en/of kas, zodanig dat met het totaal der bijdragen de
kosten van de gewone gang van de huishouding kunnen worden bestreden.
3. De grootte van de bijdragen der deelnemers is voor iedere deelnemer gelijk.
4. Als kosten van de gewone gang van de huishouding worden aangemerkt al die
uitgaven die in redelijkheid geacht kunnen worden te verstrekken ten behoeve van de
normale gang van zaken binnen de huishouding, zoals die met betrekking tot
levensonderhoud, gas, water en elektriciteit, omroepbijdragen, milieuheffingen,
reinigingsrechten en soortgelijke niet aan het onroerend goed gekoppelde belastingen,
onderhoud van gemeenschappelijke ruimten, waaronder de tuin, abonnementen van
gemeenschappelijke kranten en andere tijdschriften, premies van verzekeringen voor
zover betrekking hebbend op gemeenschappelijke goederen, alsmede uitgaven in
verband met de koop van huishoudelijke apparatuur en meubilair, bestemd voor
gemeenschappelijke ruimten waarvan de aanschaf is goedgekeurd door tenminste
twee/ derde van het aantal deelnemers.
1
5. Ingeval onzekerheid bestaat over het antwoord op de vraag of een uitgave kan worden
gerekend tot de gewone gang van de huishouding wordt daarover beslist bij besluit
van de deelnemers, genomen met volstrekte meerderheid van stemmen, behoudens
hetgeen aan het slot van lid 4 werd bepaald.
6. Indien te eniger tijd de omvang van de gemeenschappelijke rekening en/of kas niet
toereikend is ter dekking van de kosten van de gewone gang van de huishouding, is
iedere deelnemer gehouden onverwijld een aanvullende bijdrage te leveren.
7. Tijdelijk verblijf elders, gedurende een periode langer dan vijf aaneengesloten dagen,
zoals wegens vakantie of ziekte, kan recht geven op vermindering van de bijdrage, van
geval tot geval in onderling overleg vast te stellen.
GEMEENSCHAPPELIJKE GOEDEREN
Artikel 4
1.
Behoudens hetgeen hiervoor is bepaald omtrent de gemeenschappelijke rekening
en/of kas behoren alle roerende zaken, verkregen in het kader van de
gemeenschappelijke huishouding - ieder voor een gelijk deel - toe aan de
deelnemers.
2.
In alle gevallen waarin tussen de deelnemers geschil bestaat over het al dan niet
gemeenschappelijk zijn van een goed en niemand van hen zijn eigen recht op dit
goed kan bewijzen, wordt het goed geacht gemeenschappelijk te zijn, ieder voor
een gelijk aandeel.
Artikel 5
Indien een nieuwe deelnemer komt, zijn de bestaande deelnemers verplicht hem of haar
een zodanig aandeel in de gemeenschappelijke goederen in eigendom over te dragen dat
daarna ieders aandeel daarin gelijk is. De toegelaten deelnemer is verplicht aan deze
overdracht mede te werken en tot betaling aan de gemeenschappelijke kas/of rekening
van een zodanig bedrag dat uiteindelijk voor niemand enige verrijking of verarming
optreedt. Het te betalen bedrag wordt in onderling overleg vastgesteld.
VERTREK EN UITTREDING
Artikel 6
1.
Ingeval een deelnemer, anders dan wegens gewichtige redenen, niet meer verblijft
in de hem ter beschikking gestelde woonruimte en deze toestand tenminste dertig
dagen binnen een periode van veertig dagen heeft geduurd, wordt dit feit
beschouwd als een uittreding. Gedurende bedoelde periode blijft de
bijdrageverplichting als bedoeld in lid 2 van artikel 3 onverkort bestaan.
2.
Een deelnemer die wenst uit te treden, dient daartoe een opzegtermijn van
tenminste dertig dagen in acht te nemen.
3.
Een deelnemer die uittreedt met inachtneming van de opzegtermijn als bedoeld in
lid 2, heeft recht op vergoeding van de waarde van zijn aandeel in de artikel 4
bedoelde gemeenschappelijke goederen, vast te stellen naar redelijkheid in
onderling overleg. Op het moment van uittreding verblijft zijn aandeel in de
gemeenschappelijke goederen aan de overblijvende deelnemers.
2
4.
Uittreding op de wijze als bedoeld in lid 1 van dit artikel heeft geen recht op
vergoeding van de waarde van zijn aandeel. Het aandeel van laatstbedoeld persoon
verblijft door de uittreding aan de overblijvende deelnemers.
De deelnemers geven elkaar onherroepelijk volmacht mede te werken aan de voor
de overgang van het verblevene vereiste levering.
OVERLIJDEN
Artikel 7
Overlijden van een deelnemer wordt zoveel mogelijk behandeld als een uittreding in de
zin van lid 3 van artikel 6.
OPHEFFING
Artikel 8
Ingeval de deelnemers met volstrekte meerderheid van geldig uitgebrachte stemmen
besluiten tot opheffing van de gemeenschappelijke huishouding geschiedt de afwikkeling,
waaronder de verdeling van de gemeenschappelijke gelden en goederen, door hen
gezamenlijk en overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid.
GESCHILLEN
Artikel 9
Alle geschillen omtrent de uitleg van het in deze akte bepaalde worden beslist door de
deelnemers gezamenlijk, bij besluit genomen met volstrekte meerderheid van stemmen,
tenzij zij ter zake een andere regeling overeenkomen.
AANBRENGSTEN
De in de privé gehuurde ruimte aanwezig zijnde roerende zaken worden geacht aan de
betreffende gebruiker/huurder toe te behoren. Van de bij de aanvang van de samenwoning
in de gemeenschappelijke ruimte aanwezig zijnde roerende zaken zal/is door partijen een
afzonderlijke opgave worden opgemaakt, die door alle partijen is getekend.
De inhoud van deze overeenkomst is opgegeven en toegelicht. De deelnemers hebben
verklaard met de inhoud van deze overeenkomst in te stemmen. De overeenkomst is na
beperkte voorlezing ondertekend.
Lichtenvoorde,
(handtekening)
(handtekening)
(handtekening)
(handtekening)
3
Download