PARITAIR SUPCOMITE VOOR DE FILMPRODUKTIE Collectieve arbeidsovereenkomst van Arbeids- en loonvoorwaarden van de werknemers die zijn tewerkgesteld inde ondernemingen voor de productie van films. Hoofdstuk I Toepassingsgebied Art. 1 Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, “producenten” genaamd, en op de werknemers die zijn tewerkgesteld in de ondernemingen voor de productie van films en video welke ressorteren onder het Paritair Sub-Comité voor de filmproductie Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder werknemers, werklieden en bedienden, verstaan: de mannelijke werknemers en vrouwelijke werknemers voor zover dezen zich onder het gezag van de producent bevinden dor middel van een arbeidsovereenkomst(…). Werknemers staan onder het gezag van de producent. Art. 2. In deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder de productie van films verstaan: de productie van elke films, deel van een film, film of feuilleton voor televisie bestemd, welke ook het opnamemateriaal ervan moge zijn, geproduceerd of in het buitenland door een producent waarvan de maatschappelijke zetel in België ligt voor wat het Belgische aandeel betreft. Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is eveneens geldig voor al de werknemers die zijn tewerkgesteld bij het produceren van elke film of filmdeel welke in België worden geproduceerd door iedere (…) producent waarvan de maatschappelijke zetel niet in België is gevestigd op voorwaarde dat het verrichte werk onderworpen is aan het Belgische sociaal recht en /of dat het statuut van de buitenlandse werknemers niet wordt geregeld door een buitenlandse overeenkomst. HOOFDSTUK II Nomenclatuur van de functies en beroepenkwalificaties. I. De Werknemers van de productie van films Art.4. De opnameploeg bestaat uit de leidinggevende werknemers van de productie en de werknemers, plus het lager technisch- en werkliedenpersoneel. De naam en hoedanigheid van de werknemer die heeft meegewerkt aan de realisatie van de film, moet indien de partijen dit zijn overeengekomen, worden vermeld op de generiek van de film. Art. 5. De leidinggevende werknemers van de productie zijn: a) de realisator b) de filmproductieleider; c) directeur van de fotografie; d) de chef - geluidswerknemer; e) de architect -decorateur of chef - decorateur f) de chef monteur; g) de geluidsmixer. De taken welke aan de uitoefening van deze functies zijn verbonden worden vastgesteld in een productieplan. Indien de producent het vraagt, wordt dit productieplan ondertekend door de leidinggevende werknemers van de productie in hun respectieve sector. Zij zijn verantwoordelijk tegenover de producent. Art. 6. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden als productiemedewerkers beschouwd de werknemers die zijn opgenomen in de volgende lijst. Deze lijst en deze definities zijn enuntiatief en niet limitatief. A. realisatieploeg De realisator De realisator is een medewerker die in dienst wordt genomen door de producent. Over ’t algemeen omvat zijn taak het meewerken minstens op artistiek en technisch gebied aan de bewerking van de film van een onderwerp en vervolgens aan de uitwerking van het draaiboek. Hij is verantwoordelijk voor de beeld en geluidsopname, voor de montage en de sonorisatie van de film overeenkomstig het draaiboek en het productieplan welke zijn opgesteld in overleg met de producent. De eerste regieassistent De eerste regieassistent helpt de realisator en de producent bij de voorbereiding en de (…, zie franse versie ) realisatie van de film. De script De script is de medewerker van de realisator en de filmproductieleider. Hij houdt toezicht op de continuïteit van de film en stelt de dagelijkse technische, artistieke en administratieve verslagen op betreffende het werk op de “set”. B. De productieploeg De productiesecretaris of assistent De secretaris of productie -assistent helpt eveneens de producent, de filmproductieleider en/of de algemene opnameleider met het geheel van hun taak. Hij is eveneens belast met de briefwisseling van het secretariaat. C. De filmploeg. De standfotograaf. De standfotograaf neemt, in overleg met de producent, foto’s van de filmopnamen, zoawel voor de productie als voor de exploitatie van de film. Hij alleen is verantwoordelijk voor de artistieke en technische kwaliteit van zijn negatieven en hij houdt er een boekhouding op na. Cfr. Versie 01/07/1997 p. 5 tot p7, zonder wijzigingen. F. De geluidsploeg. De chef-geluidswerknemer. De chef – geluidswerknemer is verantwoordelijk voor de opname van het geluid, zowel op technisch als op artistiek vlak, onder de voogdij van de realisator en met akkoord van de producent. G. De decor- en Studioploeg De rekwisiteur. De rekwisiteur is belast met het toezicht over en het gebruik van alle decorrekwisieten en – meubelen. Staat in voor het onderhoud en bewaring ervan. Zorgt voor de overgang tussen scènes wat de rekwisieten en het gebruik van specdiale effecten( zie franse versie: artifices) betreft. Cfr. Versie 01/07/1997 p.9 tot 15, zonder wijzigingen. HOOFDSTUK III. LONEN Art.9. In geval van een overeenkomst voor bepaald werk kan de realisator forfaitair betaald worden voor de volgende werkzaamheden: voorbereiding, draaien, sonorisatie en afwerking tot de eerste standaardkopie. Het bruto forfaitair minimum voor een langspeelfilm bij voorrang bestemd voor bioscoopzalen bedraagt 7793576 Bef. Ingeval de forfaitaire vergoeding niet wordt toegepast (…) krijgt de realisator hetzelfde loon als de filmproductieleider. Cfr. Versie 01/07/1997, art. 10 I en II, zonder wijzigingen. Art. 10 III. voor elke werknemer die slechts één dag werkt voor een film, is het loon gelijk aan een vijfde van het weekloon. Voor de werknemers die per jaar of per overeenkomst voor onbepaalde duur ( zie franse versie) worden in dienst genomen, wordt het loon als volgt verminderd. A. met 22.5pct. voor de volgende functies: realisator, eerste regie -assistent, filmproductieleider, algemene opnameleider, directeur van de fotografie, cameraman, chef-geluidswerknemer, architect –decorateur of chef – decorateur en chef-monteur. B. met pct. Voor alle overige functies(…). Deze verminderingen (…) betreffen evenwel niet de techniekers die zijn tewerkgesteld aan de productie van een animatie langspeelfilm.( zie ook opmerkingen animatiesector). IV. Alle administratieve bedienden (…) andere dan (…) de functies zoals bepaald in de hoofdstukken II en III, vallen onder de toepassing van de hoofdstukken I, III, en IV van het aanvullend Nationaal Paritair Comité voor bedienden met betrekking tot de beroepsindeling, de bezoldigingen en de koppeling van de lonen aan het indexcijfers van de consumptieprijzen. HOODFSTUK IV. Cumul van functies Art. 11. 1. Binnen de opnameploeg kunnen de verschillende functies worden gecumuleerd door één werknemer of daarentegen worden uitgesplitst over meerdere werknemers. 2. in geval van cumulaties wordt de hoogste functie, uitgedrukt in loon, in aanmerking genomen. 3. indien de werknemer meer dan één functie uitoefent, moeten de verschillende functies vooraf in de arbeidsovereenkomsten worden vermeld. 4. het toezicht op de naleving van deze bepalingen wordt uitgeoefend door de vakbondsafvaardiging. Art. 12 Er mag geen beroep worden gedaan op stagiairs om de vereiste werknemers te vervangen. Zij mogen enkel worden tewerkgesteld naast de werknemers, met het doel door deze hun beroepsopleiding aan te leren of te vervolmaken. Er mag geen enkele functie of verantwoordelijkheid worden toevertrouwd welke in het hoofdstuk over de beroepskwalificaties worden vermeld, wanneer de persoon die deze functie bekleedt niet heeft aanvaard het toezicht van deze stagiair op zich te nemen onder zijn verantwoordelijkheid. Art 13. Zelfs wanneer de stagiaires worden betaald, hebben ze toch recht op dezelfde vergoedingen voor onkosten als de werknemers. Art. 13 bis De werknemer moet voor de ondertekening van de arbeidsovereenkomst, de werkgever schriftelijk op de hoogte brengen va al zijn verbintenissen die het vervullen van zijn contractuele verplichtingen zouden verhinderen. Een werknemer die al met een voorafgaandelijk arbeidsovereenkomst in dienst is, moe schriftelijk toestemming krijgen van de werkgever – producent om zich tegenover derden te verbintenis een nieuwe overeenkomst tijdens de dagen of perioden begrepen in de arbeidsovereenkomst. Het niet naleven door de werknemer van deze verplichtingen kan leiden tot verbreking door de werkgever van de arbeidsovereenkomst wegens dringende redenen. HOOFDSTUK V. Wijzen van indienstneming Art.14 De arbeidsovereenkomst wordt bezorgd aan de werknemer voor het begin van de tewerkstelling en uiterlijk de eerste werkdag. Bij de indienstneming voor een film, moet de begindatum van de arbeidsovereenkomst worden vermeld in deze arbeidsovereenkomst. In geval de begindatum van de arbeidsovereenkomst ligt in een periode tussen twee uiterste datums, mag deze periode niet langer zijn dan: - een maand voor de realisator en de productieleider; twee weken voor de overige werknemers. De arbeidsovereenkomst wordt van kracht: - - de dag waarop de belanghebbende begint te werken (voorbereiding of opnamen, of, wanneer voor het werk een reis moet worden gemaakt, de dag van het vertrek van de werknemer uit zijn woonplaats, indien het vertrek plaats heeft voor zestien uur, of de volgende dag indien het vertrek plaats heeft na zestien uur, of uiterlijk op de uiterste datum welke in de arbeidsovereenkomst is vermeld. In een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur, dient de datum waarop de overeenkomst verloopt vermeld te worden (….). Art. 15 (….) Iedere werknemer, die voor een bepaalde film in dienst is genomen, moet bij het verlaten van zijn arbeidsovereenkomst, ter beschikking blijven van de producent naar rata van één dag per werkweek voorzien in de arbeidsovereenkomst. Deze terbeschikkingstelling zal niet beschouwd worden als een mondelinge tewerkstelling voor onbepaalde duur. In geval van overschrijding, moeten de dagen van overschrijding die affectief gepresteerd werden, onmiddellijk volgen op verlopen van de arbeidsovereenkomst en worden betaald naar rata van de sommen welke in deze arbeidsovereenkomst zijn vermeld. Art. 16 Indien de arbeidsovereenkomst of de verlenging ervan verstrijkt in de loop van een week, worden de lonen voor dat gedeelte van de week pro rata betaald. De betaling geschiedt aan het einde van de maand. Art. 17 Behalve in geval van overmacht, mag er geen enkele onderbreking zijn in de uitvoering van een arbeidsovereenkomst, welke ook de duur of de reden van welke werkonderbreking ook voorbereidingen, duur van een reis, slecht weer, decors welke niet klaar zijn op de vastgestelde datum of enig ander voorval). Art 18. Macht, om technische of artistieke redenen een film worden gerealiseerd in verscheidene opnameperioden, dan moet elk van deze perioden worden vermeld in de arbeidsovereenkomst, voor zover de diensten van betrokken werknemer in die periode vereist zullen zijn. Art 19. De werknemers worden maandelijks en uiterlijk de vijfde werkdag van de maand die volgt betaald. Behalve in geval van overmacht, kan het gebrek van betaling van één van de vastgestelde vervallen bedragen door de werknemer worden beschouwd als verbreking van de arbeidsovereenkomst ten laste van de producent, 15 dagen nadat de werknemer of de vakbondsafgevaardigde de producent heeft aangemaand het verschuldigde loon te betalen, behalve indien de werknemer ondertussen de betaling heeft ontvangen. De werknemer heeft dan het recht onmiddellijk zijn vrijheid te hernemen onder voorbehoud van al zijn rechten. Art. 20. In geval de opnamen van de film worden onderbroken om welke niet gerechtvaardige reden ook en indien deze onderbreking ten laste valt van de producent, kan de werknemer eenzijdig de arbeidsovereenkomst van rechtswege verbreken onder voorbehoud van al zijn rechten. In geval van hervatting van de opnamen moet de werknemer die vroeger in dienst werd genomen voor de realisatie van deze film, opnieuw in dienst worden genomen onder dezelfde voorwaarden, behalve indien hij dat weigert. Indien de producent niet opnieuw de medewerking heeft bekomen van een werknemer die behoort tot de leidinggevende werknemers van de ploeg, is hij verplicht, op verzoek van de werknemer, deze laatste te ontslaan van zijn artistieke verantwoordelijkheid. Art. 21. De proeven en voorbereidingen worden steeds per dag berekend volgens de arbeidsovereenkomst van de werknemer. Een werknemer draagt geen – beroepsverantwoordelijkheid indien de voorbereiding en de proeven niet door hen zijn uitgevoerd of gewaarborgd. Art12. 1. Wanneer een werknemer een uitvinding doet bij de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst, namelijk wanneer zij het resultaat is van een onderzoek dat wordt verricht op verzoek van de werkgever, en indien deze laatste een octrooi neemt op de uitvinding, moet de naam van de werknemer worden vermeld op de aanvraag voor het octrooi alsook in het gedrukte exemplaar van de beschrijving. Daarenboven, in geval van exploitatie of verkoop van e uitvinding door de werkgever, en zelfs indien de werknemer op dat ogenblik niet meer deel uitmaakt van der onderneming, om welke reden ook, heeft hij recht op een aandeel in de nettowinsten welke voortvloeien uit deze exploitatie of ui deze verkoop. Het bedrag van dit aandeel mag niet langer zijn van 25 pct. 2. Waaneer de werknemer een uitvinding doet buiten de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst, maar daartoe gebruik maakt van de materiële en intellectuele hulpmiddelen welke hem door zijn werkgever ter beschikking worden gesteld, behoort de uitvinding van rechtswege toe aan de werknemer, maar is hij een vergoeding verschuldigd aan de werkgever waarvan het bedrag in der minne wordt vastgesteld maar dat niet lager mag zijn dan 25 pc van de nettowinsten welke voortvloeien uit de exploitatie van de uitvinding. Indien de werknemer het uitvindingoctrooi afstaat, heeft de werkgever het voorkeurrecht. 3. el uitvinding welke niet kan worden gerangschikt in de gevallen welke zijn voorzien in de twee bovenstaande leden, behoort van rechtswege en uitsluitend toe aan de werknemer, zonder enige mogelijkheid tot verhaal voor de werkgever. HOODSTUK VI. Arbeidsduur Art 23. A. Werkplan: Het werkplan wordt door de producent aan de vakbondsafgevaardigde van de technische ploeg medegedeeld. B. Dienstblad: Indien het gebruik van een dienstblad waarin de arbeidsregeling van de volgende dag wordt vastgesteld voor de productie noodzakelijk is, moet dit ten laatste een half uur na (…) het einde van het werk worden meegedeeld. Art; 24. A. de wekelijkse arbeidsduur bedraagt acht en dertig uren, gespreid over vijf of zes dagen per week. B. Op basis van de Wet van 17 maart 1987 en de C.A.O. nr. 42 van 2 juni 1987, wordt het volgende overeengekomen. De grenzen van de dagelijkse en wekelijkse arbeidsduur zoals vastgesteld in de Arbeidswet van 16 maart 1971, artikel 19 lid 1 kunnen overschreden worden met maximaal 3 uur per dag en 15 uur per week. In totaal kunnen 53 uur per week gepresteerd worden. Deze uren zijn geen overuren en worden vergoed op basis van het loon bepaald in de overeenkomst, voor zover de arbeidsduur berekend op jaarbasis of basis van bepaalde duur van de arbeidsovereenkomst, niet hoger ligt dan 38u./week. De toegelaten overschrijdingen zullen verricht worden naar goeddunken van de producent. C. Tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, geldt hetzij de maatschappelijke zetel van de productiemaatschappij hetzij de door de producent gekozen plaats van de productie, als referentiepunt. De tijd nodig voor verplaatsingen, heen en terug, binnen een straal van35km ten opzichte van het referentiepunt, wordt niet aangerekend als arbeidstijd. Deze tijd wordt evenmin vergoed. Het uur volgende op de tijd die nodig was om de eerste 35 km af te leggen, wordt beschouwd als arbeidstijd, en als zodanig betaald. Alle tijd nodig voor verder afgelegen verplaatsing wordt beschouwd als arbeidstijd, en als zodanig betaald. Wanneer de producent zorgt voor de huisvesting, zijn dezelfde regels van toepassing, maar dan geschiedt de berekening vanaf de verblijfplaats. D. nachtarbeid is toegelaten(…) in overeenstemming met art. 37, 14 van de wet van 16 maart 1971 en met art 5 van K.B. van 24 december 1968. E. Tussen twee arbeidsprestaties moet een rustpauze van elf uren worden in acht genomen. Voor de volgende categorieën van het personeel: Machinisten elektriciens en werknemers die werken aan de bouw van decors en uitsluitend voor de overgang nacht-nacht en dag-dag of dag-dag en nacht-nacht, mag de onderbreking tussen twee van deze arbeidsprestaties, tot tien uren worden veminderd. F. In geval de opnamen het vereisen en na da werknemers hiervan voor akkoord op de hoogte gebracht te hebben via de vakbondsafvaardiging , is zondagwerk en werk op feestdagen toegelaten en wordt, behoudens overuren, vergoed volgend het loon bepaald in de overeenkomst, voor zover compensatierust wordt toegekend ( 1dag indien meer dan 4 uur werd gewerkt) binnen een termijn van zes weken die volgt op desbetreffende zondag of feestdag? Compensatierust wordt niet als arbeidstijd beschouwd. Het loon voor de overuren op zondag of op een feestdag wordt verhoogd met 100pct. op grond van het loon dat is bepaald in de overeenkomst. G. De tijd welke wordt gebruikt voor de maaltijden, wordt niet beschouwd als arbeidstijd maar hij mag per maaltijd niet meer dan twee uren bedragen, behalve met instemming van de vakbondsafgevaardigde of, bij gebreke van deze, van de representatieve werknemersorganisaties. Art. 25. Wanneer in een overeenkomst wordt bepaald dat opnamen verschillende dagen vereisen waarbij de huisvesting door de producent wordt geregeld, kan deze aan de werknemer zijn verplaatsing voorstellen: - voor de heenreis op de vooravond van de eerste werkdag voor de terugreis, de dag na de laatste arbeidsdag. In dit geval: 1 zijn de bijkomende huisvestingskosten, alsook het bijbehorende avondeten en het ontbijt ten laste van de producent. 2 is het loon van de werknemer voor de betrokken dagen slechts verschuldigd indien deze zestien uur moet vertrekken uit de productiezetel en/of moet terugkeren naar deze productiezetel na twaalf uur. Art. 26. (…) Hoofdstuk VII. Terugbetalingen Art 27. Maaltijden: (…) Een volledige werkdag geeft recht op een volledig maal (warm of koud). Bovendien moet, na meer dan vijf opeenvolgende arbeidsuren, een lichte collatie worden opgediend. Deze maaltijden en collaties zijn ten laste van de producent. Ten dien einde kan de producent hetzij ter plaatse een volledig maal aanbieden, hetzij aan de werknemer een vergoeding betalen welke wordt vastgesteld op grond van de bijzondere voorwaarden van de arbeidsovereenkomst. Art 28. Verplaatsingen A. Tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, wordt de kost van de verplaatsingen in verband met de uitvoering van de arbeidsovereenkomst binnen een straal van 25 km van de woonplaats van de werknemer, valt ten laste van de producent. B. Wanneer op verschillende plaatsen opnamen worden gemaakt, dan zijn de verplaatsingen tussen deze verschillende werkplaatsen altijd ten laste van de producent. C. De kost van de verplaatsing met eigen wagen van de werknemer wordt berekend aan de hand van het aantal afgelegde km en de prijs van een treinkaart, zoals vastgesteld bij het koninklijk besluit van 28 juli 1962. Art.29. Huisvesting Wanneer voor de productie van een film een verplaatsing moet worden gemaakt van verschillende dagen en wanneer de producent beslist ter plaatse voor een huisvesting te zorgen, dan zal hij de huisvestingskosten moeten betalen. Art 30. Bij het gebruik van de volgende materieel dat behoort aan de werknemer moet een overeen te komen vergoeding worden betaald: camera en bijbenodigdheden, bandopnemer en bijbenodigdheden, elektrisch- en “grip”- materieel. Hoofstuk VIII. Statuut van de Vakbondsafvaardiging. A; De producent zijn verplicht de Voorzitter van het paritair subcomité en de representatieve werknemerorganisaties op de hoogte te brengen van iedere filmproductie minimum 15 werkdagen na de eerste dag van de opnamen.