Theoriesamenvatting Arbeid en Energie Bu, dinsdag 5 juni 2007 Arbeid W verricht door een constante kracht F op een voorwerp bij verplaatsing s : W F s Fs cos , met ( F , s ) , eenheid: joule = kg m/s2 0 W Fs bijzondere gevallen: 180o W Fs 90 W 0 W Wet van Arbeid en Kinetische Energie: Uit de formule volgt dat de oppervlakte onder een (F,s)-diagram de verrichte arbeid is. Rechtsonder en linksboven: negatieve arbeid, dus afname kinetische energie. Arbeid verricht door de zwaartekracht bij vallen over hoogte h: Wz Fz h mgh . De kinetische energie die hierbij vrijkomt was opgeslagen in de vorm van zwaarte-energie, mgh, en is afkomstig van de arbeid door iets of iemand verricht tegen de zwaartekracht in, bij het optillen. Er is geen vaststaand nulpunt van zwaarte-energie, maar dat maakt niet uit, het gaat altijd om toe- en afnamen. Het door iets of iemand geleverd vermogen is de hoeveelheid verrichte arbeid per seconde. W E P , in watt = joule/seconde , W=J/s. t t mv2 , oftewel: de som van de arbeiden op een voorwerp is gelijk aan de toename van kinetische energie. 1 2 Als op een voorwerp een kracht F werkt en dit voorwerp een constante snelheid v in dezelfde richting heeft, (Volgens Newton I werkt er dan ook nog een even grote tegengesteld kracht) dan is de verrichte arbeid door die kracht: W F s s F F v , dus: P F v . t t t Pas op: de netto arbeid moet nul zijn, de andere krachten (bijvoorbeeld de wrijvingskracht) verrichten samen evenveel arbeid, maar dan met een minteken. Pnuttig 100% Rendement: Pin P Theoriesamenvatting Arbeid en Energie Bu, dinsdag 5 juni 2007 EXTRA INFO s2 Voor een variabele kracht F : W Fds . s1 Voor de gemiddelde kracht over een pad geldt: Fgem s2 ss Fds s2 s1 W Fgem s . Bijvoorbeeld piano glijdend langs hellend vlak: massa = 380 kg; beginsnelheid = 3,0 m/s; eindsnelheid = 4 m/s; gemiddelde duwkracht omhoog = 800 N, verplaatsing is 3,5 m naar beneden. W Wz Wduw Wwrijving [380 9,81 sin(27o ) 800 Fwr , gem ] 3,5 12 380(42 32 ) Dan is: Wrijvingskracht Fwr , gem 512 N en wrijvingswarmte Q W wr 512 3,5 1,79 103 J Let wel, dit is de gemiddelde wrijving over het pad, niet naar de tijd. Wil je hieruit iets concluderen over de tijdsafhankelijkheid dan moet je de precieze vorm van F ( s ) weten. Bijvoorbeeld F ( s ) is constant, dan is de beweging eenparig versneld en is vgem Dan geldt: s 3,5 vgem t veind vbegin 2 . 43 t 3,5t t 1, 0 s 2 Ander voorbeeld: Stel gedurende 1,0 s is de snelheid 3,0 m/s en dan gedurende 0,875 s is de snelheid 0,0 m/s en dan nog 0,125 s 4,0 m/s. Dan is de verplaatsing 3,0 x1,0 + 0,125 x 4 ,0 = 3,5 m, en de tijd 2,0 s. De duwkracht heft dan gedurende 0,875 s exact de wrijvingskracht en de parallelzwaartekracht op.