Afdelingsreglement JD Groningen 2017

advertisement
1
Afdelingsreglement
Jonge
Democraten
Groningen
Vastgesteld op de Algemene
Afdelingsvergadering van 29
januari 2013 en voor het laatst
gewijzigd op 10 januari 2017
1
2
3
4
Inhoud
Voorwoord ......................................................................................................................................................... 3
5
Hoofdstuk 1: Algemeen ............................................................................................................................ 3
6
Artikel 1: Begrippen .............................................................................................................................. 3
7
Artikel 2: Algemene Bepalingen ....................................................................................................... 3
8
Hoofdstuk 2: Algemene Afdelingsvergadering................................................................................ 4
9
Artikel 3: Algemeen ............................................................................................................................... 4
10
Artikel 4: De Algemene Afdelingsvergadering ........................................................................... 4
11
Artikel 5: Voorstellen AAV .................................................................................................................. 4
12
Artikel 6: Orde van de AAV................................................................................................................. 5
13
Artikel 7: Wijze van Besluitvorming ............................................................................................... 5
14
Hoofdstuk 3: Afdelingsbestuur.............................................................................................................. 5
15
Artikel 8: Samenstelling Afdelingsbestuur .................................................................................. 5
16
Artikel 9: Verkiezen van Afdelingsbestuurders ......................................................................... 5
17
Artikel 10: Taken van het Afdelingsbestuur ................................................................................ 6
18
Artikel 11: Financiën ............................................................................................................................ 7
19
Hoofdstuk 4: Bijzondere Organen ........................................................................................................ 7
20
Artikel 12: Algemeen ............................................................................................................................ 7
21
Artikel 13: de KasCo .............................................................................................................................. 7
22
Artikel 14: Werkgroepen .................................................................................................................... 8
23
Artikel 15: Commissies ........................................................................................................................ 8
24
Artikel 16: Raad van Advies ............................................................................................................... 8
25
Bijlage A: Verkiezen van Personen in Functie ................................................................................. 9
26
Artikel 1: Algemeen ............................................................................................................................... 9
27
Artikel 2: Procedure bij één kandidaat voor een vacature .................................................... 9
28
Artikel 3: Procedure bij twee of meerdere kandidaten voor een vacature ..................... 9
29
30
Artikel 4: Procedure bij twee of meerdere kandidaten voor meerdere gelijke
vacatures ................................................................................................................................................ 10
31
2
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
Voorwoord
44
Hoofdstuk 1: Algemeen
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
Artikel 1: Begrippen
a) AAV: Algemene Afdelingsvergadering
b) Afdeling: de afdeling Jonge Democraten Groningen
c) Afdelingsbestuur: het bestuur van Jonge Democraten Groningen
d) AR: Afdelingsreglement Jonge Democraten Groningen
e) HR: Huishoudelijk Reglement Jonge Democraten
f) KasCo: de Kascontrole Commissie
g) LB: het Landelijk Bestuur van de Jonge Democraten
h) Leden: leden der Jonge Democraten Groningen
i) Vereniging: de vereniging Jonge Democraten
j) RvT-lid van het GPJK: lid van dat namens de afdeling plaatsneemt in de Raad van
Toezicht van het Groninger Politiek Jongeren Kontakt
k) RvA: de Raad van Advies van de Jonge Democraten Groningen
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
Artikel 2: Algemene Bepalingen
1. De Afdeling draagt de naam Jonge Democraten Groningen.
2. De Afdeling valt onder de vereniging Jonge Democraten.
3. Het Afdelingsreglement (inclusief bijlage) mag niet in strijd zijn met het bepaalde
in de Statuten en het Huishoudelijk Reglement van de vereniging Jonge
Democraten.
4. Bij verschillen tussen het Afdelingsreglement en de Statuten en het Huishoudelijk
Reglement van de vereniging zullen laatstgenoemden voorgaan.
5. Het wijzigen van het Afdelingsreglement vereist een tweederde meerderheid van
stemmen op de Algemene Afdelingsvergadering.
6. Wijzigingen in dit reglement kunnen alleen door de AAV worden aangebracht op
een vergadering waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat aldaar
wijzigingen van het AR zullen worden voorgesteld.
1. Dit is het Afdelingsreglement van de Jonge Democraten, Afdeling Groningen (hierna te
noemen “de Afdeling”). Het is bedoeld als aanvulling op de landelijk geldende Statuten
en Huishoudelijk Reglement en dient ter sturing van, en als leidraad voor het bestuur.
Als het bestuur na overwegingen besluit af te wijken van dit reglement dient ze dit op de
eerstvolgende Algemene Afdelingsvergadering (hierna te noemen “de AAV”) te
beargumenteren en te verantwoorden. Hierbij geldt voornamelijk, dat dit reglement
onderhevig is aan het waarborgen van de continuïteit van de Afdeling. De AAV
beoordeelt uiteindelijk of een afwijking van dit afdelingsreglement gerechtvaardigd is.
Indien dit afdelingsreglement de Landelijke Statuten en Huishoudelijk Reglement ergens
tegenspreekt, is het in de Statuten en Huishoudelijk Reglement bepaalde onverminderd
geldig.
3
71
Hoofdstuk 2: Algemene Afdelingsvergadering
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
Artikel 3: Algemeen
1. De AAV is het hoogste orgaan van de Afdeling en wordt gevormd door de
stemgerechtigde leden van de Afdeling.
2. De AAV wordt ten minste twee keer per kalenderjaar bijeen geroepen, en vaker
als het Afdelingsbestuur dat wenselijk acht.
3. Op schriftelijk verzoek van vijf of meer leden is het Afdelingsbestuur verplicht
binnen vier weken een AAV bijeen te roepen. Als het Afdelingsbestuur niet
binnen veertien dagen inhoudelijk en gemotiveerd reageert op een dergelijk
verzoek, kunnen de leden zelf tot bijeenroeping van een AAV overgaan.
4. De AAV wordt ten minste twee weken van tevoren schriftelijk aangekondigd.
5. Tegelijkertijd met de aankondiging van de AAV worden de door het
Afdelingsbestuur vastgestelde stukken gepubliceerd, indien van toepassing. Tot
de vastgestelde stukken behoren de agenda van de AAV, de notulen van de vorige
AAV, het jaarverslag, het financieel verslag, de balans, de jaarrekening, het
kascommissieverslag, een oproep tot kandidaatstelling voor de vacante
bestuursfuncties en het afdelingsreglement.
6. Ieder stemgerechtigd lid heeft één stem. Het is niet mogelijk anderen te
machtigen een stem uit te brengen.
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
Artikel 4: De Algemene Afdelingsvergadering
1. Op de AAV worden minimaal behandeld:
a) Bestuursverantwoording
b) Afdelingsfinanciën
c) Terugkoppeling van Politieke of Organisatorische Moties die de afgelopen
AAV zijn aangenomen.
2. De AAV:
a) Verkiest de Afdelingsbestuurders, de KasCo, en het RvT-lid van het GPJK
conform de methode van Bijlage A van het HR
b) Keurt de jaarrekeningen en jaarverslagen van de Afdeling goed en stelt de
afdelingsbegroting vast.
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
Artikel 5: Voorstellen AAV
1. Onder andere de volgende typen voorstellen kunnen voorgelegd worden aan de
AAV:
a) Politieke Moties
b) Organisatorische Moties
c) Wijzigingen op het Afdelingsreglement
d) Congresvoorstellen zoals beschreven in Artikel 10 lid 1 (HR)
e) Moties van Orde
2. Ieder individueel lid kan tot aanvang van de AAV de voorstellen genoemd onder
lid 1 indienen, met uitzondering van voorstellen als bedoeld onder lid 1 sub e die
te allen tijde ingediend kunnen worden.
4
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
Artikel 6: Orde van de AAV
1. Bij aanvang van de AAV draagt het bestuur een Technisch Voorzitter voor, die is
belast met het handhaven van de vergaderorde tijdens de AAV. De uiteindelijke
benoeming van de Technisch voorzitter geschiedt door de AAV.
2. De Algemeen Secretaris draagt zorg voor de verslaglegging van de AAV. Bij
afwezigheid van de Algemeen Secretaris neemt een ander bestuurslid deze taak
over.
3. Bij aanvang van de AAV draagt het bestuur ten minste twee leden voor de
Stemcommissie voor, die zijn belast met het tellen van de stemmen en het
aankondigen van de uitslag van de stemming. De uiteindelijke benoeming van de
Stemcommissie geschiedt door de AAV.
4. De Technisch Voorzitter en de leden van de Stemcommissie worden benoemd
voor de duur van de AAV.
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
Artikel 7: Wijze van Besluitvorming
1. Een ieder betalend lid van de afdeling Jonge Democraten Groningen is
stemgerechtigd op de AAV.
2. Over voorstellen in de zin van art. 5 lid 1 en art. 4 lid 2 sub b wordt in beginsel
gestemd door middel van hand opsteken; tenzij de AAV anders beslist.
3. Bij het verkiezen van personen voor de functies in de zin van art. 4 lid 2 sub a
wordt schriftelijk en anoniem gestemd.
4. Een voorstel is aangenomen als een meerderheid van de geldig uitgebrachte
stemmen vóór heeft gestemd.
5. Onder geldig uitgebrachte stemmen in het geval van voorstellen wordt verstaan
de voor- en tegenstemmen.
136
Hoofdstuk 3: Afdelingsbestuur
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
Artikel 8: Samenstelling Afdelingsbestuur
1. Het Afdelingsbestuur bestaat ten minste uit drie leden, te weten:
a) Voorzitter
b) Algemeen Secretaris
c) Penningmeester
2. Daarnaast kent het Afdelingsbestuur idealiter ook de volgende functies:
a) Commissaris Organisatie
b) Commissaris Politiek
c) Commissaris Promotie
3. Het Afdelingsbestuur wijst voor haar aantreden één van haar leden, niet zijnde de
voorzitter, aan als vicevoorzitter van de afdeling.
148
149
150
Artikel 9: Verkiezen van Afdelingsbestuurders
1. De Afdelingsbestuurders worden gekozen conform de methode van Bijlage A:
“Verkiezen van Personen in Functie”.
5
151
152
153
154
155
156
157
158
159
160
161
162
163
164
165
166
167
168
169
170
171
172
173
174
175
176
177
178
179
180
181
2. Kandidaatstelling voor het Afdelingsbestuur kan tot een week voorafgaand aan
de AAV door het afdelingsbestuur schriftelijk van kandidaatstelling op de hoogte
te stellen. Het lidmaatschap van een politieke partij of een daaraan gelieerde of
daardoor erkende politieke jongerenorganisatie, anders dan D66 moet bij de
kandidaatstelling worden vermeld.
3. Het lidmaatschap van het Afdelingsbestuur is niet verenigbaar met:
a) het lidmaatschap van het Europees Parlement, de Staten-Generaal, de
Provinciale Staten of de Gemeenteraad;
b) het lidmaatschap van enig bestuurlijk of vertegenwoordigend lichaam van
een Nederlandse politieke partij of daaraan gelieerde of daardoor erkende
politieke jongerenorganisatie, anders dan D66.
c) Het uitvoeren van nevenfuncties bij andere politieke of maatschappelijke
organisaties, tenzij van te voren toestemming is gevraagd aan de AAV.
4. Het afdelingsvoorzitterschap is niet verenigbaar met:
a) lidmaatschap van het Europees Parlement, de Staten-Generaal, de
Provinciale Staten, de Gemeenteraad, de Deelgemeenteraad, noch met
enig bestuurlijk of vertegenwoordigend lichaam van D66.
b) het lidmaatschap van een bestuurlijk of vertegenwoordigend lichaam van
een Nederlandse politieke partij, of een daaraan gelieerde of daardoor
erkende politieke jongerenorganisatie.
5. Ieder lid van de Afdeling kan zich verkiesbaar stellen voor het Afdelingsbestuur,
indien hij/zij aan de in de Statuten of dit reglement gestelde eisen voldoet.
6. Een lid van het Afdelingsbestuur wordt voor een termijn van ten minste een half
jaar en maximaal twee jaar gekozen.
7. Als de plaats van een lid van het Afdelingsbestuur vacant wordt dan wijst het
Afdelingsbestuur desgewenst een interim-bestuurslid aan, die de dagelijkse gang
van zaken afhandelt, totdat de eerstvolgende AAV door verkiezing in opvolging
voorziet. Interimbestuursleden hebben geen bestuurs- noch
vertegenwoordigingsbevoegdheid namens de Afdeling. Bestuursleden ad interim
kunnen geen doorslaggevende stem hebben in de vergaderingen van het
Afdelingsbestuur.
182
183
184
185
186
187
188
189
190
191
192
Artikel 10: Taken van het Afdelingsbestuur
1. Het Afdelingsbestuur heeft tot taak:
a) het voorbereiden van Algemene Afdelingsvergaderingen;
b) het organiseren van politieke bijeenkomsten van algemene strekking;
c) het vertegenwoordigen van de Afdeling zowel binnen de vereniging als naar
buiten;
d) het schrijven en uitvoeren van het afdelingsbeleidsplan;
e) het opstellen en naleven van de afdelingsbegroting;
f) het zorgdragen voor een deugdelijk financieel beleid;
g) het opstellen en presenteren van een jaarverslag;
a) het opstellen en presenteren van een jaarrekening.
6
193
194
195
196
197
198
199
200
201
202
203
204
205
206
207
Artikel 11: Financiën
1. De middelen van de Afdeling bestaan uit:
a) bijdragen van de vereniging;
b) schenkingen;
c) overige baten.
2. Jaarlijks biedt het Afdelingsbestuur de AAV een begroting voor het komend
boekjaar ter goedkeuring aan.
3. Na goedkeuring door de AAV stuurt de afdelingspenningmeester de begroting ter
kennisgeving aan de landelijk penningmeester.
4. Jaarlijks overlegt de afdelingspenningmeester de jaarrekening over het afgelopen
jaar aan de AAV en de landelijk penningmeester. De jaarrekening bevat ten
minste een balans en een resultatenrekening en een toelichting op beide.
5. Halverwege het jaar stelt de Afdelingspenningmeester een bijgewerkte versie van
de begroting van het lopende jaar op. Deze wordt in ieder geval besproken met
het Afdelingsbestuur en de KasCo.
208
Hoofdstuk 4: Bijzondere Organen
209
210
211
212
213
214
215
Artikel 12: Algemeen
1. De Afdeling kent vier soorten bijzondere organen, te weten:
a) de KasCo
b) werkgroepen
c) commissies
d) de RvA
e) het RvT-lid van het GPJK
216
217
218
219
220
221
222
223
224
225
226
227
228
229
230
231
Artikel 13: de KasCo
1. De KasCo wordt gekozen door de AAV conform de methode van Bijlage A:
“Verkiezen van Personen in Functie”.
2. De KasCo bestaat uit ten minste twee leden.
3. Het lidmaatschap van de KasCo is niet verenigbaar met het lidmaatschap van het
Afdelingsbestuur.
4. De KasCo heeft tot taak het controleren van de door de penningmeester gevoerde
financiële administratie en het begrotingsbeleid namens de AAV.
5. De controle van de financiële administratie door de KasCo vindt eenmaal per
kwartaal plaats en in ieder geval voorafgaand aan de Algemene
Afdelingsvergadering waarop de jaarrekening wordt goedgekeurd. Dit gebeurt in
aanwezigheid van in elk geval de penningmeester en bij voorkeur ook de
voorzitter en eerdere penningmeesters die gedurende het lopende boekjaar in
functie zijn geweest. De KasCo doet tijdens de AAV waarop de jaarrekening ter
goedkeuring voorligt verslag van haar bevindingen en adviseert over decharge
van het Afdelingsbestuur.
7
232
233
234
235
236
237
Artikel 14: Werkgroepen
1. Werkgroepen worden door het Afdelingsbestuur ingesteld en vallen onder de
verantwoordelijkheid van de Commissaris Politiek.
2. De (leden van) werkgroepen treden nimmer zonder ruggespraak naar buiten op.
Meningen en opvattingen, publicaties en dergelijke vallen onder
verantwoordelijkheid van het Afdelingsbestuur.
238
239
240
241
242
243
244
245
Artikel 15: Commissies
1. Commissies worden door het Afdelingsbestuur ingesteld en vallen onder de
verantwoordelijkheid van de Commissaris Organisatie.
2. De (leden van) commissies treden nimmer zonder ruggespraak naar buiten op.
Meningen en opvattingen, publicaties en dergelijke vallen onder de
verantwoordelijkheid van het Afdelingsbestuur.
3. De leden van een commissie zijn belast met het uitvoeren van taken zoals
vastgesteld door het Afdelingsbestuur.
246
247
248
249
250
251
252
253
254
255
256
257
258
259
260
261
262
Artikel 16: Raad van Advies
1. De Raad van Advies is belast met de volgende taken:
a) het bestuur zowel gevraagd als ongevraagd adviseren over het
verenigingsbeleid
b) het zoveel mogelijk behouden van kennis binnen de vereniging
en het inzetten voor ontwikkeling van beleid
c) het waarborgen van de continuïteit van het bestuur
2. De Raad van Advies bestaat uit maximaal vijf leden.
3. Het lidmaatschap van de Raad van Advies is niet verenigbaar met lidmaatschap
van een afdelingsbestuur en KasCo binnen de Jonge Democraten.
4. De leden van de Raad van Advies worden aangesteld door de AAV na een
voordracht door het bestuur voor een periode van maximaal 1 jaar. Benoeming
kan enkel gebeuren op voordracht door het bestuur.
5. De Raad van Advies heeft het recht om op eigen initiatief een bijeenkomst met
het bestuur of een van de andere organen te organiseren.
6. De leden van de Raad van Advies dienen jaarlijks tenminste tweemaal bijeen te
komen.
263
264
265
266
267
268
269
270
271
Artikel 17 Lid van Raad van Toezicht van het GPJK
1. Het RvT-lid van het GPJK namens de Afdeling is belast met de volgende taken:
2. het bestuur van het GPJK kritisch en constructief controleren in het uitvoeren van
haar taken;
3. waar nodig de belangen van de Afdeling bij het GPJK bestuur kenbaar maken en
behartigen.
4. Het RvT-lid van het GPJK wordt door de Afdeling voorgedragen door een lid
tijdens de AAV voor deze functie te verkiezen conform de methode van Bijlage A:
"Verkiezen van Personen in Functie".
8
272
273
274
275
276
277
278
279
280
281
282
283
284
285
286
287
5. Kandidaatstelling voor het RvT-lidmaatschap van het GPJK namens de Afdeling
kan tot een week voorafgaand aan de AAV door het afdelingsbestuur schriftelijk
van kandidaatstelling op de hoogte te stellen. Het lidmaatschap van een politieke
partij of een daaraan gelieerde of daardoor erkende politieke
jongerenorganisatie, anders dan D66 moet bij de kandidaatstelling worden
vermeld.
6. Ieder lid van de Afdeling kan zich verkiesbaar stellen voor het Afdelingsbestuur,
172 indien hij/zij aan de in de Statuten of dit reglement gestelde eisen voldoet.
7. Het RvT-lid van het GPJK namens de Afdeling wordt voor een termijn van
tenminste een half jaar en maximaal één jaar gekozen. Er is geen limiet aan het
aantal keren dat een zittend RvT-lid van het GPJK namens de Afdeling kan
worden herkozen.
8. Indien een nieuw RvT-lid van het GPJK namens de Afdeling wordt gekozen
dienen het oude RvT-lid en het Afdelingsbestuur zorg te dragen voor een zo snel
mogelijke en gedegen overdracht en installatie in de Raad van Toezicht van het
GPJK.
288
Bijlage A: Verkiezen van Personen in Functie
289
290
291
292
293
Artikel 1: Algemeen
1. Alle stemgerechtigden ontvangen een stembiljet waarop de kandid(a)at(en) in
alfabetische volgorde zijn vermeld.
2. De stembiljetten worden bij een door de AAV aangewezen Stemcommissie
ingeleverd en geteld.
294
295
296
297
298
299
300
301
302
Artikel 2: Procedure bij één kandidaat voor een vacature
1. Gestemd wordt door op het stembiljet achter de naam van de kandidaat voor,
tegen of blanco op te schrijven en het stembiljet bij de Stemcommissie in te
leveren.
2. De kandidaat is gekozen als meer dan de helft van de geldige uitgebrachte
stemmen voor de benoeming van de kandidaat is. In andere gevallen blijft de
functie vacant. Stemgerechtigden die zich hebben onthouden van stemmen tellen
telt niet mee voor het bepalen van het vereiste aantal stemmen, blanco stemmen
wel.
303
304
305
306
307
308
309
310
311
Artikel 3: Procedure bij twee of meerdere kandidaten voor een vacature
1. Gestemd wordt door achter de naam van elke kandidaat voor, tegen of blanco te
schrijven en het stembiljet bij de Stemcommissie in te leveren. Wanneer een
stemgerechtigde achter meerdere kandidaten ‘voor’ op het stembiljet noteert,
dient hij/zij een volgorde aan te geven (1, 2, 3.. enzovoorts).
2. Een kandidaat met meer dan de helft van de geldig uitgebrachte eerste
voorstemmen is verkozen. Tweede voorstemmen tellen in eerste instantie als
tegenstem. Stemgerechtigden die zich hebben onthouden van stemmen tellen telt
niet mee voor het bepalen van het vereiste aantal stemmen, blanco stemmen wel.
9
312
313
314
315
316
317
318
319
320
321
3. Indien geen kandidaat aan deze voorwaarden voldoet, wordt de kandidaat met
het geringste aantal voorstemmen afgewezen. Hebben ten minste twee
kandidaten hetzelfde geringe aantal stemmen, dan wordt herstemd tussen de
kandidaten met de minste stemmen door middel van de tweede
voorkeurstemmen erbij op te tellen. Is er dan geen verschil, de derde
voorkeurstemmen erbij op te tellen etc. Uiteindelijk nog steeds hetzelfde aantal
stemmen betekent dat er opnieuw gestemd moet worden.
4. De procedure als genoemd in het derde lid wordt herhaald zolang er nog
niemand is verkozen. Als er nog maar één kandidaat over is en deze heeft geen
meerderheid weten te verwerven, blijft de functie vacant.
322
323
324
325
326
327
328
329
330
331
332
333
334
335
336
337
338
339
340
341
342
343
344
345
346
347
Artikel 4: Procedure bij twee of meerdere kandidaten voor meerdere gelijke
vacatures
1. Gestemd wordt door achter de naam van elke kandidaat voor, tegen of blanco te
schrijven en het stembiljet bij de Stemcommissie in te leveren. Wanneer een
stemgerechtigde achter meerdere kandidaten voor op het stembiljet noteert,
dient hij/zij een volgorde aan te geven (1, 2, 3.. enzovoorts).
2. Een kandidaat met meer dan de helft van de geldig uitgebrachte eerste
voorstemmen is verkozen. Tweede voorstemmen tellen in eerste instantie als
tegenstem. Stemgerechtigden die zich hebben onthouden van stemmen tellen telt
niet mee voor het bepalen van het vereiste aantal stemmen, blanco stemmen wel.
3. Indien geen kandidaat aan deze voorwaarden voldoet, wordt de kandidaat met
het geringste aantal voorstemmen afgewezen. Hebben tenminste twee
kandidaten hetzelfde geringe aantal stemmen, dan wordt herstemd tussen de
kandidaten met de minste stemmen. Elk van de voorstemmen voor de afgewezen
kandidaat wordt toegekend aan de op het stembiljet genoemde kandidaat van
eerstvolgende voorkeur. Biljetten zonder verdere voorkeur tellen mee als blanco
stem.
4. De procedure als genoemd in het derde lid wordt herhaald zolang er nog
niemand is verkozen. Als er nog maar één kandidaat over is en deze heeft geen
meerderheid weten te verwerven, blijft de functie vacant.
5. Wanneer een eerste kandidaat is gekozen wordt de procedure herhaald totdat
voor elke openstaande vacature een kandidaat is verkozen tenzij dit onmogelijk
is doordat er geen meerderheden zijn. Bij herhaling van de stemprocedure wordt
elk van de voorstemmen voor de op dat moment reeds verkozen kandidaat
toegekend aan de op het stembiljet genoemde kandidaat van eerstvolgende
voorkeur.
10
Download