Meerjarenperspectief Grondexploitaties 2016 30 juni 2016 1 2 Inhoudsopgave Samenvatting ......................................................................................................................... 4 1. Algemeen .......................................................................................................................... 6 1.1 Inleiding ....................................................................................................................... 6 1.2 Algemeen ..................................................................................................................... 8 1.3 Parameters en uitgangspunten MPG 2016 .................................................................... 8 1.4 Verantwoording en relatie met P&C cyclus ................................................................... 9 2. Financieel volume, saldo MPG en MPG reserves ............................................................... 11 2.1 Inleiding ..................................................................................................................... 11 2.2 Saldo MPG 2016 Programmaverslag 2015 .................................................................. 12 2.3 Financieel volume MPG Programmaverslag ................................................................. 13 2.4 Doorkijk MPG 2016 op basis van nieuwe BBV ............................................................. 14 2.5 Reserve grondexploitaties .......................................................................................... 16 2.6 Bestemmingsreserve plankosten ................................................................................ 19 2.7 Voorzieningen verliesgevende grondexploitaties ....................................................... 19 2.8 Kasstroomoverzicht grondexploitaties ....................................................................... 20 3. Risicobeheersing grondexploitaties ................................................................................. 21 3.1 Inleiding ..................................................................................................................... 21 3.2 Verband risicoprofiel en saldo MPG ............................................................................ 21 3.3 Risico’s op MPG niveau ............................................................................................... 22 3.4 Projectspecifieke risico’s ............................................................................................ 22 3.5 Weerstandsvermogen ................................................................................................. 23 4. Niet in exploitatie genomen (bouw)gronden .................................................................... 25 4.1 Uitgangspunten waardering niet in exploitatie genomen gronden .............................. 25 4.2 Niet in exploitatie genomen gronden gemeente Alphen aan den Rijn ......................... 25 5 Grondexploitaties .......................................................................................................... 27 5.1 Vastgestelde grondexploitaties ............................................................................. 27 5.2 Grondexploitaties in voorbereiding ............................................................................ 34 5.3 Toekomstige grondexploitaties .................................................................................. 34 5.4 Afgesloten grondexploitaties ..................................................................................... 36 3 Samenvatting Algemeen Het voorliggende Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG 2016) geeft een integraal financieel beeld van de grondexploitaties van de gemeente Alphen aan den Rijn. In het MPG zijn de vastgestelde, de in voorbereiding zijnde en de toekomstige grondexploitaties opgenomen. Grondexploitaties zijn projecten waarin bouwgrond wordt geproduceerd voor bijvoorbeeld woningen, bedrijven, winkels of maatschappelijke voorzieningen. Hierin kan de gemeente zowel een actieve als een faciliterende rol kiezen. Het MPG 2016 geeft een beeld van de omvang van de investeringen, het moment van investeren, het verwachte resultaat, het risico en de wijze waarop de gemeente deze risico’s probeert te beheersen. Het MPG dient als instrument om de financiële uitvoering van het gemeentelijk grondbeleid te monitoren en als afwegingskader voor nieuw beleid. De doelstellingen voor het gemeentelijk grondbeleid zijn verankerd in de Nota Grondbeleid 2015-2019. Het MPG 2016 bestaat uit twee onderdelen, een deel dat het afgelopen jaar verantwoordt en een deel dat vooruit kijkt. Het eerste deel is verwerkt in het Programmaverslag 2015 op basis van de oude regelgeving. Het tweede deel houdt al rekening met een aantal wijzigingen in het Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten en provincies (BBV), welke in 2016 ingaan. Deze wijzigingen worden verwerkt in de Programmabegroting 20162019 en in de Kadernota. BBV en Vpb BBV Per januari 2016 gaan de wijzigingen in het BBV in. 2015 geldt nog als overgangsjaar, waardoor de nieuwe regels geen invloed hebben op het Programmaverslag 2015. Het MPG kijkt ook vooruit en om die reden is rekening gehouden met de gewijzigde rente. Dit zal verwerkt worden in de Programmabegroting 2016-2019. Het gevolg van de aangepaste regel met betrekking tot de disconteringsvoet wordt meegenomen in de Kadernota. Vpb Per januari 2016 is de Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht gemeenten en provincies in werking getreden. Gemeenten zijn vennootschapsbelastingplichtig, ook voor het onderdeel grondexploitaties. Voor 2016 is berekend via een quickscan dat de gemeente dit jaar niet door de ondernemerspoort gaat en dus niet belastingplichtig is. Per jaar zal dit opnieuw beoordeeld worden. Perspectief Alphen aan den Rijn In 2014 is het afwegingskader woningbouwontwikkeling opgesteld. Hierbij is ook onderzoek gedaan naar de marktopnamecapaciteit in de gemeente Alphen aan den Rijn. Het afwegingskader dient om nieuwe woningbouwinitiatieven te beoordelen, om zo tot een passend nieuwbouwprogramma te komen, zowel kwalitatief als kwantitatief. Het bestuur 4 maakt per woningbouwontwikkeling een afweging over de ontwikkeling. Na besluitvorming zal dit verwerkt worden in het MPG. Daarnaast is er rekening gehouden met de Woonagenda. De woningmarkt vertoont een flink herstel in 2015. De gemiddelde verkoopprijs van woningen is vorig jaar gestegen. De verwachting is dat dat dit jaar verder zal aantrekken. In de gemeente Alphen aan den Rijn is vorig jaar een groot aantal transacties geweest. Daarom is rekening gehouden met een hogere opbrengstenstijging dan vorig jaar. Meerjarenperspectief Grondexploitaties Alphen aan den Rijn Het MPG 2016 geeft het volgende beeld, onderscheid in Programmaverslag en Programmabegroting: Programmaverslag 2015 Programmabegroting 2016-2019 x mln. € x mln. € A Vastgestelde grondexploitaties -116,9 -106,9 B In voorbereiding zijnde grondexploitaties 0,0 0,0 C Toekomstige grondexploitaties pm pm D Reserve grondexploitaties 7,0 7,0 E Benodigde weerstandscapaciteit grondexploitaties 8,0 7,8 A) De voorziene verliezen op de vastgestelde grondexploitaties zijn afgedekt. B+C) Voor de in voorbereiding zijnde en toekomstige grondexploitaties heeft de gemeente het voornemen om in de toekomst een grondexploitatie te openen. Voor de in voorbereiding zijnde projecten is een budget beschikbaar gesteld om een plan te maken en tot een haalbare grondexploitatie te komen. Tekortsaldi op in voorbereiding zijnde grondexploitaties en toekomstige grondexploitaties zijn vermijdbaar en daarom nog niet afgedekt. D) Het opbrengend vermogen van de grondexploitaties (toekomstige winstnemingen) wordt pas als winst aan de grondexploitaties onttrokken op het moment dat deze zijn gerealiseerd en loopt via de Reserve grondexploitatie. Vanuit de grondexploitaties van de voormalige gemeente Boskoop is een taakstelling meegegeven om vanuit het MPG bij te dragen aan de bouw van de Brede School Waterrijk, de Brede School Snijdelwijk en de egalisatiereserve MFC. E) Om grip te houden op de grondexploitaties worden ook de risico’s op de grondexploitaties in beeld gebracht. De benodigde weerstandscapaciteit om het risico op de grondexploitaties af te dekken bedraagt € 7,8 mln. 5 1. Algemeen 1.1 Inleiding Het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) geeft een beeld van de omvang van de gemeentelijke investeringen, het moment van investeren, het verwachte resultaat en het risico op deze investeringen en de wijze waarop de gemeente deze risico’s probeert te beheersen. Bij actief grondbeleid stelt de gemeente per ontwikkeling een grondexploitatie op, welke jaarlijks geactualiseerd wordt. Deze grondexploitaties worden jaarlijks vastgesteld via het MPG. Het doel van het MPG is om een integraal beeld te geven van de grondexploitaties van de gemeente Alphen aan den Rijn. Daarom neemt de gemeente niet alleen de actieve grondexploitaties mee in het MPG, maar worden ook de facilitaire projecten verantwoord. Er is een nieuwe notitie1 van het BBV over facilitaire projecten. In dit MPG is hier nog geen rekening mee gehouden, dit zal volgend MPG meegenomen worden. Het MPG 2016 is een momentopname van de grondexploitaties per 1-1-2016. In dit beeld zijn vastgestelde (in uitvoering zijnde), in voorbereiding zijnde en toekomstige grondexploitaties opgenomen. Grondexploitaties zijn projecten waarin bouwgrond wordt geproduceerd voor bijvoorbeeld woningen, winkels, bedrijven of maatschappelijke voorzieningen. Hierin kan de gemeente zowel een actieve als een faciliterende rol kiezen. Het openen van een grondexploitatie is een van de instrumenten die de gemeente in kan zetten om uitvoering te geven aan haar grondbeleid. Het MPG dient als instrument om de financiële uitvoering van het gemeentelijk grondbeleid te monitoren en als afwegingskader voor nieuw beleid. De doelstellingen voor het gemeentelijk grondbeleid zijn verankerd in de Nota Grondbeleid 2015-2019. De ambities uit de structuurvisie en uit haar collegeprogramma realiseert de gemeente met een situationeel grondbeleid, zodat ruimte gegeven kan worden aan maatwerk vanuit de markt. Dit houdt in dat de gemeente faciliterend grondbeleid voert waar het kan en een actief grondbeleid waar het nodig is. Wanneer de gemeente ontwikkelingen van derden faciliteert zal de gemeente haar kosten verhalen op de ontwikkelende partij. Het kostenverhaal vindt grondslag in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en wordt gerealiseerd via een (anterieure) overeenkomst (privaatrechtelijk) of een exploitatieplan (publiekrechtelijk). In 2014 is het afwegingskader woningbouwontwikkeling opgesteld. Hierbij is ook onderzoek gedaan naar de marktopnamecapaciteit in de gemeente Alphen aan den Rijn. Het afwegingskader dient om nieuwe woningbouwinitiatieven te beoordelen, om zo tot een passend nieuwbouwprogramma te komen, zowel kwalitatief als kwantitatief. Het bestuur maakt per woningbouwontwikkeling een afweging over de ontwikkeling. Na besluitvorming zal dit verwerkt worden in het MPG. Daarnaast is dit jaar de Alphense Woonagenda opgesteld. 1 Notitie Faciliterend Grondbeleid, Commissie BBV maart 2016 6 Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) In het kader van onder meer de nieuwe Omgevingswet en de nieuwe Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen is het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)2, onderdeel grondexploitaties, op een aantal punten gewijzigd. De wijzigingen gaan in per januari 2016. De belangrijkste wijziging betreft de rentetoerekening aan grondexploitaties en de waardering van de NIEGG’s. Daarnaast is er een duidelijker onderscheid in actief en facilitair grondbeleid. 2015 geldt als overgangsjaar. De jaarrekening zal nog conform de oude richtlijnen opgesteld worden. Het merendeel van de nieuwe BBV-regels zal verwerkt worden in de jaarrekening 2016. Voor de jaarrekening 2015 heeft dit geen gevolgen. Een aantal wijzigingen met financiële consequenties wordt wel al verwerkt. De wijzigingen met betrekking tot de rente worden verantwoord in de Programmabegroting 2016-2019 en de gevolgen van het hanteren van een vaste disconteringsvoet voor het terugrekenen van de netto contante waarde wordt verwerkt in de Kadernota. Rentetoerekening grondexploitaties Aan de grondexploitaties wordt rente toegerekend. In de jaarrekening 2015 is gerekend met de gemeentelijke omslagrente van 4%. De nieuwe BBV schrijft voor dat per januari 2016 gerekend moet worden met de werkelijk betaalde rente, gebaseerd op het gewogen gemiddelde rentepercentage van de gehele leningenportefeuille van de gemeente. Deze rente bedraagt voor 2016 1,07%. Daarnaast schrijft de commissie BBV voor dat gemeenten vanaf 2016 in de berekening van de contante waarde van grondexploitaties ten behoeve van het treffen van een verliesvoorziening voor negatieve grondexploitaties een vaste disconteringsvoet moeten hanteren. De disconteringsvoet wordt voor alle gemeenten gelijk gesteld aan het maximale meerjarig streefpercentage van de Europese Centrale Bank voor de inflatie binnen de Eurozone en bedraagt voor 2016 2,0%. NIEGG’s Ook wordt in het BBV voorgesteld om de regels met betrekking tot de NIEGG’s (niet in exploitatie genomen gronden) te wijzigen. Deze gronden zullen in het vervolg geadministreerd worden onder een andere categorie, namelijk Materiële Vaste Activa (MVA)categorie ‘strategische gronden’. Toerekenen van rente en andere kosten is vanaf 2016 niet langer toegestaan, de rentelast en overige kosten zullen verwerkt moeten worden in de algemene dienst. Waardering geschiedt tegen verkrijgingprijs of duurzaam lagere marktwaarde. De gemeente heeft 4 jaar de tijd om de gronden af te waarderen. Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht (vpb-plicht) overheidsondernemingen In mei 2015 is de Wet modernisering vpb-plicht overheidsondernemingen aangenomen. Dat betekent dat overheidsondernemingen, waaronder gemeenten, per 1 januari 2016 belastingplichtig zijn voor de vennootschapsbelasting. 2 Notitie Grondexploitaties 2016 en Notitie Faciliterend Grondbeleid, van de Commissie BBV, maart 2016 7 Met de wetswijziging wil de Nederlandse overheid gelijkheid creëren tussen overheidsondernemingen en private ondernemingen. Voor overheidsondernemingen gelden nu dezelfde verplichtingen voor de vennootschapsbelasting als voor private ondernemingen. In 2015 heeft de gemeente een quick scan gedaan voor onder andere de grondexploitaties. Uit deze quick scan is gebleken dat de gemeente voor de grondexploitaties niet door de ondernemerspoort komt. Dat betekent dat de gemeente dit jaar voor de grondexploitaties niet vpb-plichtig is. Dit zal ieder jaar opnieuw getoetst moeten worden. 1.2 Algemeen Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht dat de Nederlandse economie in 2016 harder groeit dan in 2015. Er wordt een economische groei van 2,1 procent verwacht, na een groei van 2 in 2015. De consumptie neemt flink toe en de werkloosheid daalt licht. De economische groei vertaalt zich op macro-economisch niveau onder andere in een teruglopend begrotingstekort. De woningmarkt vertoont een flink herstel in 2015. In 2015 is het aantal transacties ten opzichte van 2014 met circa 20% gestegen. De gemiddelde koopsom is eveneens gestegen, met circa 3,5%. Dit blijkt uit een analyse van Woningmarktcijfers.nl. Dit is met name te verklaren door de verbeterde economische situatie, het positieve consumentenvertrouwen en door de lage hypotheekrente. Dit is de reden dat de gemeente voor woningbouw rekening houdt met een lichte prijsstijging. De aantrekkende vraag en een stabilisatie van de huizenprijzen zorgt voor een toenemend vertrouwen bij marktpartijen. Ook in Alphen aan den Rijn wordt gesignaleerd dat de belangstelling van marktpartijen flink is toegenomen. 1.3 Parameters en uitgangspunten MPG 2016 De actualisatie van de grondexploitaties en risicoanalyses vindt plaats op basis van vastgesteld beleid tot 31 december 2015. Elke voorgenomen wijziging in ruimtelijke plannen en projecten met effect op de vastgestelde grondexploitaties wordt separaat in het college c.q. raad met inbegrip van de financiële consequenties en dekking vastgesteld. Daarnaast zijn bij de jaarlijkse actualisatie van de grondexploitaties mutaties doorgevoerd als gevolg van gewijzigde wetgeving en economische ontwikkelingen (zoals taxaties, prijswijzigingen op basis van nacalculaties en referentieprijzen, etc.). De parameters worden jaarlijks vastgesteld via het MPG. De parameters3 die de gemeente aanhoudt staan in onderstaande tabel. Voor de grondprijzen voor woningbouw wordt tot aan 2018 gerekend met een voorzichtige prijsstijging van 0,5% en vanaf 2019 met 1,0%. Voor de overige functies (bedrijventerreinen, commercieel) wordt rekening gehouden met een prijsstijging van 1%. De grondexploitaties zijn gewaardeerd op basis van de uitgangspunten zoals opgenomen in tabel 1.1 en 1.2. 3 Kostenstijging is gebaseerd op 10-jarig gemiddelde GWW, opbrengstenstijging is gebaseerd op Rapportage “Outlook grondexploitaties 2015” van Metrum, Purple Blue en Van Heijst & Partners. 8 Parameters Rente 4,0%* Prijsontwikkeling kosten 2,0% Prijsontwikkeling opbrengsten Wonen Overige functies t/m 2018 0,5% Vanaf 2019 1,0% Vanaf 2016 1,0% Bij lopende overeenkomsten Mogelijkheid gemotiveerd af te wijken * In het P ro grammaverslag is de rente van 4% verwerkt in verband met het o vergangsjaar. Het M P G 2016 is o o k do o rgerekend met 1,07% o p basis van de gewijzigde regelgeving van het B B V 2016 Tabel 1.1: Parameters Overige uitgangspunten Uurtarieven plankosten Programmabegroting 2016-2019 Onvoorzien Varieert tussen 0% en 15% Neemt in de regel af naarmate project vordert Risico's Kans > 50% Verwerken in grex Tabel 1.2: Overige uitgangspunten grondexploitatie 1.4 Verantwoording en relatie met P&C cyclus De verantwoording van het grondbeleid is ingebed in de reguliere P&C cyclus. Het grondbeleid wordt conform het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) verantwoord in de paragraaf grondbeleid van het Programmaverslag en de Programmabegroting. In aanvulling hierop stelt de gemeente jaarlijks het MPG op. De raad stelt via het MPG de actualisatie van de grondexploitaties vast en daarmee de nieuwe budgetten voor de grondexploitaties. De financiële consequenties van het MPG 2016 worden verwerkt in het Programmaverslag 2016. De administratieve verwerking van de grondexploitaties vindt plaats conform het BBV. In het MPG wordt het voorgaande jaar verantwoord en wordt een vooruitblik gegeven op de komende jaren. De ontwikkelingen worden financieel vertaald en er wordt een inschatting van de risico’s gegeven. Op basis van het MPG kan opnieuw gekeken worden naar de plannen en kan beoordeeld worden of aanpassingen noodzakelijk zijn. Het college kan tussentijds verantwoording afleggen over de voortgang van de projecten. Hierbij kan dan gekeken worden naar planning versus realisatie. Daarmee vormt het MPG een afwegingskader voor besluiten over lopende en toekomstige grondexploitaties. Projectrapportages Per project worden er periodiek projectrapportages opgesteld, waarin de voortgang van een project wordt beschreven. Een samenvatting van deze projectrapportages wordt meegenomen in de voorjaarsrapportage en de najaarsrapportage. De afzonderlijke rapportages kunnen, naar behoefte, voorgelegd worden aan het bestuur. 9 Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de verantwoordingscyclus van de grondexploitaties. Verantwoording grondexploitaties Via Actualisatie grondexploitaties MPG MPG Jaarrekening/Programmaverslag Paragraaf Grondbeleid Programmaverslag en Programmabegroting Projectrapportages Voor- en najaarsrapportage Tabel 1.3: Verantwoordingscyclus grondexploitaties 10 2. Financieel volume, saldo MPG en MPG reserves 2.1 Inleiding De grondexploitatiebegroting is een instrument dat de gemeente inzet om grip te houden op de kosten en opbrengsten van de productie van bouwgrond en locatieontwikkeling. Als de gemeente een actief grondbeleid voert is de grondexploitatie het financieel kader voor de aankoop, ontwikkeling en uitgifte van gronden. Als de gemeente faciliterend grondbeleid voert, dan dient de grondexploitatie slechts als financieel kader voor het verhalen van de kosten (bewaking contractuele afspraken) die de gemeente maakt ten behoeve van de productie van bouwgrond door een derde. Het MPG maakt onderscheid in vastgestelde, in voorbereiding zijnde en toekomstige grondexploitaties. In het MPG zijn zowel actieve grondexploitaties als faciliterende grondexploitaties opgenomen. A: Vastgestelde grondexploitaties Vastgestelde grondexploitaties zijn projecten, waarvan door de gemeenteraad tot uitvoering is besloten. De planinhoud en de grondexploitatie zijn vastgesteld (uitvoeringskrediet). Deze projecten zijn in principe onomkeerbaar. Het financieel resultaat van deze vastgestelde projecten is taakstellend. Voor zover het projecten met een negatief saldo betreft is voor het tekort een voorziening gevormd. B: In voorbereiding zijnde grondexploitaties Tot deze categorie behoren de projecten waarvoor door de gemeenteraad een voorbereidingskrediet beschikbaar is gesteld. Met dit voorbereidingskrediet worden diverse onderzoeken en studies verricht, die noodzakelijk zijn om de (on)haalbaarheid van een project aan te tonen. In algemene zin geldt dat er bij dergelijke projecten een bestuurlijk voornemen is om deze projecten te realiseren. Het besluit daartoe dient echter nog door de gemeenteraad te worden genomen. Tot dat besluit is er nog sprake van omkeerbare projecten. Het financieel resultaat van deze projecten geeft, naarmate er meer onderzoeken zijn verricht, meer zekerheid dan de projecten in de toekomst. Het financieel resultaat is slechts indicatief en er is pas sprake van een financieel kader na vaststelling van de grondexploitatie. Als de gemeente wel al gronden heeft verworven ten behoeve van deze projecten, dan worden ze geadministreerd onder de niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG’s). Vanaf 2016 worden deze gronden niet langer gerubriceerd onder NIEGG, maar onder Materiële Vaste Activa (MVA) categorie “strategische gronden”. C: Toekomstige grondexploitaties: De projecten die nog niet in voorbereiding zijn, zijn in het MPG opgenomen als toekomstige projecten. Het financiële resultaat van deze projecten dient te worden geïnterpreteerd als zijnde richtinggevend. De planinhoud staat immers nog niet vast. De grondexploitatie van deze projecten is gebaseerd op aannames/inschattingen ten aanzien van kosten, opbrengsten en fasering. Aangezien er over deze projecten nog geen (financiële) 11 besluitvorming heeft plaatsgevonden is er sprake van omkeerbare projecten. Als de gemeente wel al gronden heeft verworven ten behoeve van deze projecten, dan worden ze geadministreerd onder de niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG’s). Van een aantal grote(re) grondexploitaties in deze categorie komen de ambities voort uit de Structuurvisie / Transformatievisie Oude Rijnzone. Op basis van deze ambities is in het verleden een eerste, financiële doorrekening gemaakt. Deze toekomstige projecten zijn niet bijgesteld op inhoud en financieel kader. Op basis hiervan zijn de projecten in categorie C: Grondexploitaties in de toekomst daarom uitsluitend benoemd als zijnde “in voorraad”. De financiële vertaling volgt bij overgang naar categorie B: Grondexploitaties in voorbereiding. Bij de jaarrekening 2016 komt de categorie NIEGG te vervallen. Bovendien is in de herziening BBV4 opgenomen dat de notitie niet van toepassing is op facilitaire projecten, alleen op actieve grondexploitaties. Dat betekent dat de faciliterende grondexploitaties niet meer verantwoord worden in de paragraaf grondbeleid, maar onder verbonden partijen. Dit zal volgend jaar voor het eerst op deze wijze verantwoord worden. 2.2 Saldo MPG 2016 Programmaverslag 2015 Het jaar 2015 wordt nog afgesloten conform de oude richtlijnen, 2015 geldt als overgangsjaar. Om die reden wordt in het Programmaverslag 2015 nog rekening gehouden met een rente van 4,0%. Dat leidt tot onderstaande resultaten. Het saldo op netto contante waarde (NCW) van de vastgestelde grondexploitaties per 01-012016 is verslechterd van € 104,3 mln negatief tot € 116,9 mln negatief. Met de contante waarde wordt uitgedrukt wat de huidige waarde is van het verwachte eindresultaat (eindwaarde). De eindwaarde van de vastgestelde grondexploitaties, het verwachte resultaat op het moment van afsluiten van de grondexploitaties bedraagt € 135,3 mln negatief. Paragraaf 2.7 laat zien hoe het verwachte tekortsaldo op de grondexploitaties is afgedekt. Programmabegroting 2016-2019 NCW 01-01-2016 Positieve projecten Negatieve projecten Saldo vastgestelde Grondexploitaties Netto contante waarde MPG 2016 Mutaties Programmaverslag NCW 01-01-2016 Eindwaarde Programmabegroting 2016-2019 EW 01-01-2016 Mutaties MPG 2016 Programmaverslag EW 01-01-2016 € € 41.154.202 € -9.468.993 € -145.481.082 € -3.061.252 € 31.685.209 -148.542.334 € € 54.904.201 € -11.507.663 € -174.965.892 € -3.751.377 € 43.396.538 -178.717.269 € -104.326.880 € -12.530.244 € -116.857.125 € -120.061.692 € -15.259.040 € -135.320.731 Tabel 2.1: Verschillenanalyse vastgestelde grondexploitaties Tabel 2.1 toont een samenvatting van mutaties op netto contante waarde en op eindwaarde voor de vastgestelde grondexploitaties. In tabel 2.2 is onderscheid gemaakt in mutaties in de negatieve en positieve grondexploitaties. De mutaties bij de positieve grondexploitaties worden voornamelijk verklaard door het afsluiten van 2 langlopende grondexploitaties Molenwetering/Hoorn- 4 Notitie Grondexploitaties 2016, van de Commissie BBV, maart 2016 12 West en Kerk en Zanen. De afname bij de negatieve grondexploitaties wordt voornamelijk veroorzaakt door het naar beneden bijstellen van de grondwaardes voor bedrijventerreinen. Resultaten MPG Programmabegroting Programmabegroting 2016-2019 2016-2019 NCW 01-01-2015 NCW 01-01-2016 MPG 2016 Mutaties Programmaverslag NCW 01-01-2016 Positieve projecten € 39.571.348 € 41.154.202 € -9.468.993 € 31.685.209 Negatieve projecten € -139.885.656 € -145.481.082 € -3.061.252 € -148.542.334 A - Vastgestelde Grondexploitaties € -100.314.308 € -104.326.880 € -12.530.244 € -116.857.125 B - Voorbereidingskrediet € € 24.589 € 24.589 -104.326.880 € -12.505.655 € -116.832.535 - € - C - Toekomst TOTAAL ALLE PROJECTEN € -100.314.308 € Tabel 2.2: Onderverdeling positieve en negatieve grondexploitaties (Programmaverslag 2015) 2.3 Financieel volume MPG Programmaverslag Per 1-1-2016 kent de gemeente 39 vastgestelde grondexploitaties, 2 grondexploitaties in voorbereiding en zijn er 21 locaties waar toekomstige ontwikkeling gewenst is. Per 31 december 2015 zijn er 5 vastgestelde grondexploitaties afgesloten. Per 1 januari 2016 zijn er 5 nieuwe grondexploitaties geopend. In onderstaande tabel (tabel 2.3) is de samenvatting opgenomen van de gerealiseerde kosten en opbrengsten t/m 31-12-2015 en de prognose voor de toekomst. Dit is gebaseerd op een rente-percentage van 4%. Het verwachte resultaat van de in voorbereiding zijnde grondexploitaties is indicatief doorgerekend. Voor de toekomstige grondexploitaties is geen saldo in het MPG opgenomen. Voor de toekomstige grondexploitaties zijn onvoldoende uitgangspunten vastgesteld (of niet voldoende actueel) om een saldo te kunnen presenteren. Daarom zijn in tabel 2.3 alleen de in het verleden gerealiseerde kosten en opbrengsten opgenomen. De t/m 2015 gerealiseerde kosten en opbrengsten hangen samen met de gronden die de gemeente op deze locaties in het verleden heeft aangekocht. In Hoofdstuk 4 wordt nader toegelicht hoe de niet in exploitatie genomen gronden (toekomstige grondexploitaties) zijn gewaardeerd. 13 Voortgang MPG; Programmaverslag 2015 A - Vastgestelde Grondexploitaties B - Voorbereidingskrediet TOTAAL A+B Gerealiseerd t/m 31-12-2015 € 359.393.998 € 532.910 € 359.926.908 Prognose reële kosten € 74.938.031 € 4.812.928 € 79.750.959 Rente (4%) € 32.562.449 € -24.139 € 32.538.309 TOTAAL KOSTENBEGROTING € 466.894.478 € 5.321.699 € 472.216.177 Gerealiseerd t/m 31-12-2015 € 168.780.653 € 532.910 € 169.313.563 Prognose reële opbrengsten € 162.793.094 € 4.821.146 € 167.614.240 TOTAAL OPBRENGSTEN Eindwaarde SALDO Netto contant saldo 01-01-2016 € 331.573.747 € 5.354.056 € 336.927.803 € -135.320.731 € 32.358 € -135.288.373 € -116.857.125 € 24.589 € -116.832.535 Tabel 2.3: Totaaloverzicht grondexploitaties Alphen aan den Rijn en voorbereidingskredieten MPG 2016 ten behoeve van het Programmaverslag 2015 In bijlage I is een specificatie opgenomen van de kosten, opbrengsten en het resultaat per project. In het overzicht zijn zowel de gerealiseerde als de nog te realiseren kosten meegenomen. In bijlage II is een prognose van nog te realiseren kosten en opbrengsten per kostensoort per project opgenomen. Bijlages I tot en met V gaan over het Programmaverslag 2015. 2.4 Doorkijk MPG 2016 op basis van nieuwe BBV Zoals in paragraaf 1.4 aangegeven is, zijn er per 1 januari 2016 nieuwe BBV-regels. De wijzigingen welke geen financiële consequenties hebben, zullen volgend jaar verwerkt worden in het MPG en in het volgende Programmaverslag. De wijzigingen met financiële consequenties, de renteaanpassing en het gebruik van een vast percentage voor de disconteringsvoet, zijn wel al meegenomen in dit MPG en respectievelijk verwerkt in de Programmabegroting 2016-2019 en in de Kadernota. Het MPG 2016 is doorgerekend met het aangepaste rentepercentage van 1,07%. De effecten hiervan zijn weergegeven in tabel 2.4. Financieel zal dit verwerkt worden in de Programmabegroting 2016-2019. De totale netto contante waarde van de grondexploitaties verbetert met € 9,9 miljoen naar € 106,9 miljoen negatief. Als gevolg hiervan kan de verliesvoorziening met € 3,3 miljoen positief bijgesteld worden. De winstvoorraad van de positieve grondexploitaties neemt met € 6,7 miljoen toe. 14 Resultaten MPG MPG 2016 Programmaverslag 2015 Mutaties BBV MPG 2016 Rente 1,07% Programmabegroting 2016-2019 NCW 01-01-2016 NCW 01-01-2016 Positieve projecten € 31.685.209 € 6.672.658 € 38.357.868 Negatieve projecten € -148.542.334 € 3.277.152 € -145.265.182 A - Vastgestelde Grondexploitaties € -116.857.125 € 9.949.810 € -106.907.315 B - Voorbereidingskrediet € 24.589 € 24.589 € -116.832.535 9.949.810 € -106.882.725 C - Toekomst TOTAAL ALLE PROJECTEN € Tabel 2.4: Doorrekening MPG2016 conform nieuwe BBV-regels mbt de rente 1,07%, de disconteringsvoet van 2% is hier nog niet in verwerkt. Zie hiervoor tabel 2.5. Daarnaast is in mei 2016 vastgesteld dat gemeenten moeten rekenen met een vaste disconteringsvoet van 2,0% voor het terugrekenenen van de netto contante waarde ten behoeve van de verliesvoorziening. Het effect hiervan is in onderstaande tabel 2.5 zichtbaar. De financiële consequenties hiervan zullen verwerkt worden in de Kadernota jaarschijf 2016. Resultaten MPG MPG 2016 Mutaties BBV MPG 2016 Programmaverslag 2015 Rente en disconteringsvoet Kadernota NCW 01-01-2016 NCW 01-01-2016 Positieve projecten € 31.685.209 € 3.931.493 € 35.616.702 Negatieve projecten € -148.542.334 € 9.351.431 € -139.190.903 A - Vastgestelde Grondexploitaties € -116.857.125 € 13.282.923 € -103.574.201 B - Voorbereidingskrediet € 24.589 € 24.589 € -116.832.535 13.282.923 € -103.549.612 C - Toekomst TOTAAL ALLE PROJECTEN € Tabel 2.5: Doorrekening MPG2016 conform nieuwe BBV-regels mbt de rente 1,07% en verwerking van de disconteringsvoet van 2%. De totale netto contante waarde van de grondexploitaties verbetert dan met € 13,3 miljoen naar € 103,6 miljoen negatief. Als gevolg hiervan kan de verliesvoorziening met € 9,4 miljoen positief bijgesteld worden, in plaats van met € 3,3 miljoen. Het verwerken van een disconteringsvoet van 2,0% leidt dus tot een extra incidentele vrijval van de verliesvoorziening van € 6,1 miljoen. Zie ook paragraaf 2.7. De winstvoorraad van de positieve grondexploitaties neemt met € 3,9 miljoen toe. 15 In onderstaande tabellen wordt de voortgang van het MPG 2016 weergegeven, in tabel 2.6 alleen met de aanpassing van de rente van 1,07% en in tabel 2.7 ook met verwerking van de disconteringsvoet van 2,0%. Voortgang MPG; Programmabegroting 2016-2019 A - Vastgestelde Grondexploitaties B - Voorbereidingskrediet TOTAAL A+B Gerealiseerd t/m 31-12-2015 € 359.393.998 € 532.910 € 359.926.908 Prognose reële kosten € 74.938.031 € 4.812.928 € 79.750.959 Rente (1,07%) € 8.089.480 € -24.139 € 8.065.340 TOTAAL KOSTENBEGROTING € 442.421.510 € 5.321.699 € 447.743.208 Gerealiseerd t/m 31-12-2015 € 168.780.653 € 532.910 € 169.313.563 Prognose reële opbrengsten € 162.793.094 € 4.821.146 € 167.614.240 TOTAAL OPBRENGSTEN Eindwaarde SALDO Netto contant saldo 01-01-2016 € 331.573.747 € 5.354.056 € 336.927.803 € -110.847.763 € 32.358 € -110.815.405 € -106.907.314 € 24.589 € -106.882.725 Tabel 2.6: Totaaloverzicht grondexploitaties Alphen aan den Rijn en voorbereidingskredieten MPG 2016 conform gewijzigde BBV-regels 2016, 1,07% exclusief disconteringsvoet 2% Voortgang MPG; Kadernota 2016 A - Vastgestelde Grondexploitaties B - Voorbereidingskrediet TOTAAL A+B Gerealiseerd t/m 31-12-2015 € 359.393.998 € 532.910 € 359.926.908 Prognose reële kosten € 74.938.031 € 4.812.928 € 79.750.959 Rente (1,07%) € 8.089.480 € -24.139 € 8.065.340 TOTAAL KOSTENBEGROTING € 442.421.510 € 5.321.699 € 447.743.208 Gerealiseerd t/m 31-12-2015 € 168.780.653 € 532.910 € 169.313.563 Prognose reële opbrengsten € 162.793.094 € 4.821.146 € 167.614.240 TOTAAL OPBRENGSTEN Eindwaarde SALDO Netto contant saldo 01-01-2016 € 331.573.747 € 5.354.056 € 336.927.803 € -110.847.763 € 32.358 € -110.815.405 € -103.574.201 € 24.589 € -103.549.612 Tabel 2.7: Totaaloverzicht grondexploitaties Alphen aan den Rijn en voorbereidingskredieten MPG 2016 conform gewijzigde BBV-regels 2016, 1,07% inclusief disconteringsvoet 2% Bijlage IX bevat een uitgebreide analyse van het verschil van het MPG 2016 op basis van de gewijzigde BBV regels ten opzichte van de programmabegroting 2016-2019. Daarnaast toont de bijlage welke vorm van grondbeleid de gemeente per project voert. Bijlages VI tot en met X bevatten de versie welke opgenomen wordt in de Programmabegroting 2016-2019. 2.5 Reserve grondexploitaties Het MPG bestaat uit winstgevende en verlieslatende grondexploitaties. Winstgevende grondexploitaties worden na afloop van het project ten gunste gebracht van de Reserve 16 grondexploitaties. Indien de boekwaarde van het project het toelaat en het risicoprofiel van de nog te maken kosten en realiseren opbrengsten aanvaardbaar is, kan tussentijds winst worden genomen. Ten aanzien van tussentijdse winstneming wordt de volgende gedragslijn gehanteerd: op basis van het bedrijfseconomische matchingprincipe, waarbij kosten zoveel mogelijk worden verantwoord in de periode dat de opbrengsten worden gerealiseerd, wordt de voortgang van de grondexploitatie bepaald en wordt tussentijds de winst naar rato genomen met de beperking dat de boekwaarden van deze grondexploitaties geen debet saldo (gaan) vertonen. Tussentijdse winsten uit de grondexploitaties worden in principe toegevoegd aan de Reserve grondexploitaties. Een uitzondering op deze regel betreft de herontwikkeling van schoollocaties. De opbrengsten uit deze locaties gaan naar de Reserve onderwijshuisvesting. Voor verlieslatende (vastgestelde) grondexploitaties wordt een verliesvoorziening gevormd (op netto contante waarde). Mutaties op de verliesvoorzieningen worden (indien toereikend) onttrokken aan of ten gunste gebracht van de Reserve grondexploitaties. Aan de verliesvoorzieningen wordt jaarlijks rente toegevoegd om ze op niveau te houden. In beginsel kunnen vanuit de reserve ook kredieten worden gevormd voor in voorbereiding zijnde of toekomstige grondexploitaties. Indien voor deze projecten een grondexploitatie wordt geopend kan het krediet in de grondexploitatie worden verwerkt en kan het krediet ten gunste van de Reserve grondexploitaties vrijvallen. Momenteel worden ook voorbereidingskredieten via de Reserve plankosten gedekt, zie paragraaf 2.6. Onderstaande tabel 2.8 geeft de stand van de Reserve grondexploitaties weer inclusief de mutaties in de reserve en de bijstelling van de verliesvoorziening. 17 Stand Reserve grondexploitaties € Stand 01-01-2015 1.930 Winstnemingen - Afwikkeling Connexxionterrein € - Afwikkeling Nieuwe Hoop € 109 - Afwikkeling Dorpsstraat 203-211 € 42.188 - Afwikkeling Kerk en Zanen € 4.168.998 - Afwikkeling Molenwetering/Hoorn West € 6.321.319 17.283 € 10.549.898 Bijstelling verliesvoorzieningen Vastgestelde grondexploitaites - Nieuwe Sloot € 1.280.785 - BSC Sportpark € 221.237 - Agrifirm € 70.859 - Steekterpoort € -3.109.323 - Stadshart Hoge Zijde € -931.129 - Weidelanden € -461.853 - Stadshart Lage Zijde € -138.488 - Overig, per saldo € -34.959 € -3.102.871 € -462.134 € 6.986.823 NIEGG - Gnephoek € -386.204 - Oude Rijnzone de Hoorn € -75.930 Stand per 31-12-2015 Tabel 2.8: Stand Reserve grondexploitaties per 1-1-2016 Reserveringen binnen de Reserve grondexploitaties Binnen de Reseve grondexploitaties zijn de volgende bedragen gereserveerd voor specifieke activiteiten en projecten: Reserveringen Bedrag Brede School Snijdelwijk (Boskoop) € 1.160.000 Brede School Waterrijk West (Boskoop) € 3.312.680 Bijdrage egalisatiereserve MFC € Totaal reserveringen € 4.572.680 100.000 Tabel 2.9: Reserveringen binnen de Reserve grondexploitatie De reserveringen vanuit de gemeente Boskoop zijn als taakstellend te beschouwen. De € 4,57 miljoen komt gefaseerd beschikbaar in de Reserve grondexploitaties uit geprognosticeerde bijdragen vanuit grondexploitaties. Omdat de kosten gemaakt worden voordat de opbrengsten ontvangen zijn is vanuit het voorzichtigheidsbeginsel voorfinanciering vanuit de algemene reserve geregeld. Zodra de geprognosticeerde bijdragen zijn gestort in de Reserve grondexploitaties, wordt deze € 4,57 miljoen vanuit de Reserve grondexploitaties teruggestort in de Algemene reserve. 18 2.6 Bestemmingsreserve plankosten Deze reserve is oorspronkelijk bedoeld om de plankosten te dekken (voorbereidingskrediet) die gemaakt worden vóórdat een grondexploitatie is vastgesteld. De regeling met betrekking tot de verrekening van meer of minder personeelskosten ten laste van de grondexploitaties en grote projecten is komen te vervallen. Per 31 december 2015 is de stand van de bestemmingsreserve plankosten € 851.531,-. In onderstaande tabel 2.8 is te zien welke mutaties er in 2015 geweest zijn en welke reserveringen er binnen de reserve zijn voor onder meer proces- en projectkosten. Stand Reserve plankosten Saldo 01-01-2015 € 1.125.571 Mutaties € -274.040 Saldo per 31-12-2015 € 851.531 Totaal € 624.655 Saldo minus reserveringen € 226.876 Reserveringen Bijdrage studie AWZI € 146.455 Bijdrage structuurvisie AWRO (rest) € 149.412 Bijdrage visie Steekterweg € 42.417 Herontwikkeling schoolocaties Boskoop (rest) € 82.290 Verhoging krediet Hoogewaard (rest) € 49.778 Budget Projectmanagement plankosten De Bosrand € 10.000 Proceskosten Oude Rijnzone € 144.303 Tabel 2.10: Mutaties en reserveringen binnen de Reserve plankosten Naast bovengenoemde reserveringen is er nog sprake van een aanvulling van het budget voor proceskosten Oude Rijnzone van twee maal € 200.000,-, zoals opgenomen in de Kadernota 2012. 2.7 Voorzieningen verliesgevende grondexploitaties Voor verlieslatende (vastgestelde) grondexploitaties is, conform het Besluit Begroting en Verantwoording, een verliesvoorziening gevormd op basis van de netto-contante waarde per 1-1-2016. Voor het Programmaverslag 2015 gaat het een verliesvoorziening van € 148,54 mln. De grondexploitaties Bentwoudpark en BSC Sportpark worden als één grondexploitatie beschouwd waardoor het positieve resultaat van Bentwoudpark (€ 3,4 mln.) een deel van het tekort op het BSC Sportpark dekt. Dit is reeds verwerkt in onderstaande tabel. Op basis van de gewijzigde regelgeving van het BBV is het MPG opnieuw doorgerekend met de daadwerkelijke rente van 1,07% en de vaste disconteringsvoet van 2% voor het berekenen van de netto contante waarde ten behoeve van de verliesvoorziening. Het effect van de lagere rente leidt tot een incidentele vrijval van de verliesvoorziening van € 3,3 en het verwerken van de disconteringsvoet leidt tot een extra incidentele vrijval van de verliesvoorziening van € 6,1 miljoen. In totaal kan de verliesvoorziening met € 9,4 miljoen (incidenteel) vrijvallen. In tabel 2.10 is de verliesvoorziening opgenomen op basis van het 19 Programmaverslag (4% rente), op basis van de Programmabegroting 2016-2019 (1,07% rente) en op basis van de Kadernota jaarschijf 2016 (verwerking disconteringsvoet). Verliesvoorziening grondexploitatie Programmaverslag Programmabegroting 2015 2016 ev rente 1,07% (x mln) Verliesgevende grondexploitaties € -148,54 € Verliesvoorziening € -148,54 € Kadernota disconteringsvoet € -139,19 -145,27 € -139,19 -145,27 Tabel 2.11: Voorziening grondexploitaties Programmaverslag (4% rente), Programmabegroting 20162019 (conform nieuwe regels BBV, op basis van 1,07% rente) en Kadernota 2016 (verwerking disconteringsvoet 2%) In hoofdstuk 4 en bijlage I worden de lopende grondexploitaties nader toegelicht. Voor de verliesgevende (vastgestelde) grondexploitaties wordt op basis van de actualisatie per 1-12016 een voorziening gevormd op netto contante waarde. 2.8 Kasstroomoverzicht grondexploitaties Met het vaststellen van het MPG 2016 stelt de gemeente ook de budgetten vast voor de uitvoering van de vastgestelde grondexploitaties. Een uitgebreid kasstroomoverzicht is opgenomen in bijlage IV voor het Programmaverslag 2015 en in bijlage IX voor de Programmabegroting 2016-2019. Het kasstroom overzicht vormt de input voor treasury. 20 3. Risicobeheersing grondexploitaties 3.1 Inleiding De gemeente Alphen aan den Rijn kent op dit moment een breed scala aan grondexploitaties. De rol van en het risico voor de gemeente verschillen sterk per project. Bij projecten waar de gemeente bijvoorbeeld een faciliterend grondbeleid voert is het risico anders dan bij projecten waar de gemeente een actief grondbeleid voert en daarmee zelf het risico loopt over o.a. de gronduitgifte. Risicomanagement is een belangrijk aspect van de beheersing van grondexploitatieprojecten. Het risicoprofiel van de grondexploitaties wordt jaarlijks tegelijk met de grondexploitaties geactualiseerd. In dit hoofdstuk wordt een indicatie gegeven van het financieel risico op de grondexploitaties en de wijze waarop de gemeente dit risico denkt te beheersen. Voor de grondexploitaties worden de volgende risico’s onderscheiden: Risico’s op MPG niveau. Projectrisico’s Het is niet altijd noodzakelijk risicomijdend gedrag te vertonen. Een risico behoeft zich immers niet altijd voor te doen of is goed beheersbaar. Ook kan het te behalen maatschappelijke rendement zwaarder wegen dan het risico dat een gemeente op de grondexploitatie loopt. Er moet per grondexploitatie beoordeeld worden hoe omgegaan wordt met de risico’s. Risico’s kunnen gemeden worden, gereduceerd, afgewenteld of in het uiterste geval afgedekt. Getracht wordt te anticiperen op specifieke en algemene risico’s door ze zoveel mogelijk uit te sluiten of te minimaliseren. Mogelijkheden hiervoor zijn bijvoorbeeld het verrichten van nader onderzoek, het inbouwen van flexibiliteit en het tijdig nemen van adequate maatregelen. 3.2 Verband risicoprofiel en saldo MPG Gemeenten moeten verliezen op hun grondexploitaties nemen (Besluit Begroting en Verantwoording) op het moment dat een tekort op een grondexploitatie wordt voorzien. Het nemen van verliezen leidt tot een uitholling van de financiële positie van de gemeente. Tegenvallers op verliesgevende grondexploitaties komen namelijk direct ten laste van de vermogenspositie van de gemeente. Bij grondexploitaties met een positief saldo komen tegenvallers ten laste van het positieve saldo, de zogenaamde winstvoorraad c.q. het opbrengend vermogen van de grondexploitatie. Een verminderde winstvoorraad heeft daarmee geen direct effect op de financiële positie van Gemeente Alphen aan den Rijn. Dit is voorzover het opbrengend vermogen nog niet bestemd is. Wel beperkt het de mogelijkheden om in de toekomst winst te nemen. Er is een verband tussen de risico’s op de grondexploitatie en het saldo van de grondexploitaties. Als risico’s in de grondexploitatiebegroting worden verwerkt (de kans dat 21 het risico zich voordoet is groter dan 50%) verslechtert het saldo van de grondexploitatie, maar neemt in principe ook het risicoprofiel van de grondexploitatie af. Om in control te blijven van de risico’s op de grondexploitaties worden ook de risicoanalyses bij de grondexploitaties jaarlijks geactualiseerd. Uit efficiencyoverwegingen wordt voor de ‘kleine plannen’ geen risicoanalyse uitgevoerd. Het risicoprofiel van de grondexploitaties wordt jaarlijks tegelijk met de grondexploitaties geactualiseerd. Indien de winstvoorraad binnen de grondexploitaties ontoereikend is om de risico’s op te vangen, dient er binnen het totale gemeentelijke weerstandsvermogen een buffer (€ 8,0) aangehouden te worden voor de risico’s die met grondexploitaties gepaard gaan. Binnen de gemeente zijn geen specifieke reserves/voorzieningen beschikbaar om risico’s op grondexploitaties af te dekken. Via het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) en de Paragraaf Grondbeleid wordt de raad over het risicosaldo van de grondexploitaties geïnformeerd. 3.3 Risico’s op MPG niveau Het saldo van het MPG 2016 wordt mede bepaald door de parameters (inflatie, rente) waarmee de grondexploitaties worden doorgerekend. De prijsontwikkeling (inflatie/deflatie) van de kosten en opbrengsten en rente laat zich moeilijk voorspellen. De gevoeligheid van het resultaat voor de parameters inflatie (kosten en opbrengsten) en rente kan worden uitgedrukt via een gevoeligheidsanalyse. Onderstaande tabel toont de invloed op het resultaat wanneer de kosten, opbrengsten en rente 1 procent hoger of lager zijn dan in de grondexploitatieberekeningen is verwerkt. Resultaat gevoeligheidsanalyse verschil kosten A - Vastgestelde Grondexploitaties € B - Voorbereidingskrediet € C - Toekomst € TOTAAL ALLE PROJECTEN € verschil opbrengsten verschil rente & disc.voet - + - + - + 1,0% 1,0% 1,0% 1,0% 1,0% 1,0% 793.955 € 39.108 € 8 3 3 .0 6 3 € € -1.672.338 € 1.672.338 € -39.108 € -39.108 € 39.108 € - € - € -793.955 - € - 8 3 3 .0 6 3 € € - 1.7 11.4 4 6 € 1.7 11.4 4 6 € -3.770.704 -4.401 € 3.719 4.026.857 - € 4 .0 2 2 .4 5 6 € - € - 3 .7 6 6 .9 8 5 Tabel 3.1: Gevoeligheidsanalyse saldo MPG 2016, t.b.v. Programmaverslag 2015 3.4 Projectspecifieke risico’s Naast de risico’s op MPG niveau zijn er risico’s die specifiek zijn voor een project. Dit kan bijvoorbeeld een locatie met bodemverontreiniging zijn of het risico op het faillissement van een contractpartij. Projectspecifieke risico’s worden benoemd en gekwantifceerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de kans dat een risico zich voordoet en de impact die het 22 risico in dat geval op het resultaat van de grondexploitatie heeft. Per saldo resulteert dit in een gewogen risicoprofiel dat zich vertaalt in een bandbreedte in relatie tot het resultaat. Wanneer de kans dat een risico zich voordoet groter is dan 50% wordt het niet meer als risico beschouwd, maar als zekerheid en wordt het in de grondexploitatie opgenomen. Het gekwantificeerde risico moet als een indicatief beeld worden beschouwd. Dit wordt jaarlijks bijgesteld in samenhang met de actualisatie van de grondexploitaties. Voor de kleine projecten is rekening gehouden met een stelpost van € 250.000. In bijlage V is een overzicht opgenomen van het financiële risico per project. 3.5 Weerstandsvermogen Het risico op de grondexploitaties wordt meegewogen in de bepaling van het weerstandsvermogen. Voor zover risico’s niet binnen een grondexploitatie opgevangen kunnen worden drukt het risico op het eigen vermogen van de gemeente en beperkt het de ruimte om nieuwe investeringen te doen. Om tegenvallers op te kunnen vangen en tegelijkertijd ervoor te zorgen dat risico’s geen onnodig beslag leggen op de investeringsruimte(/reserves) van de gemeente worden risico’s beoordeeld op de kans dat ze zich voordoen en het mogelijke financiële effect van het risico. Hiermee wordt voorkomen dat alle mogelijke risico’s in het weerstandsvermogen worden meegewogen. Onderstaande tabel toont wat het risico is op de grondexploitaties (C), welk deel binnen de grondexploitatie zelf afgedekt kan worden (D) en welk deel van het risico op het weerstandsvermogen van de gemeente drukt (E). Benodigde weerstandscapaciteit MPG 2016 x mln. € A B C D E Indicatie effect positief risico Indicatie effect negatief risico Risicosaldo (B-A) Dekking risico binnen grondexploitaties Benodigde weerstandscapaciteit (C-D) MPG 2016 MPG 2015 Programmaverslag 2015 € € € € € 1,7 10,1 8,4 0,4 8,0 € € € € € 2,8 15,1 12,2 3,1 9,2 Verschil € € € € € -1,2 -4,9 -3,8 -2,6 -1,2 Tabel 3.2: Benodigde weerstandscapaciteit MPG 2016 Programmaverslag 2015 en MPG 2015 Benodigde weerstandscapaciteit MPG 2016 x mln. € A B C D E Indicatie effect positief risico Indicatie effect negatief risico Risicosaldo (B-A) Dekking risico binnen grondexploitaties Benodigde weerstandscapaciteit (C-D) MPG 2016 MPG 2016 Verschil Programma- Programmabegroting verslag 2015 2016-2019 1,7 10,1 8,4 0,6 7,8 € € € € € 1,7 10,1 8,4 0,4 8,0 € € € € € 0,0 0,0 0,0 0,2 -0,2 Tabel 3.3: Benodigde weerstandscapaciteit MPG 2016 Programmaverslag 2015 versus Programmabegroting 2016-2019 23 In de bovenstaande tabel is zichtbaar dat het risico op de grondexploitaties per saldo is afgenomen. Dit komt met name door de voortgang binnen de projecten waardoor een groter deel van de investeringen en inkomsten inmiddels gerealiseerd is en een groter deel van de grondopbrengsten inmiddels contractueel is geborgd. In tabel 3.2 is het effect van het verwerken van de lagere rente van 1,07% zichtbaar. 24 4. Niet in exploitatie genomen (bouw)gronden De vastgestelde grondexploitaties vormen het financieel kader voor de productie van bouwgrond. Het kan zijn dat de gemeente op basis van ambities, vooruitlopend op concrete plannen, gronden aankoopt om deze in de nabije toekomst te ontwikkelen. Deze gronden die vooruitlopend op een vastgestelde grondexploitatie zijn aangekocht, worden niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG’s) genoemd. Per januari 2016 wijzigt de categorie waaronder deze gronden worden gerubriceerd. Ze komen dan onder de materiële vaste activa categorie “strategische gronden”. Voor de jaarrekening 2015 worden ze nog geadministreerd als niegg. Volgend jaar zal dit aangepast worden in de jaarrekening en in het MPG 2017. 4.1 Uitgangspunten waardering niet in exploitatie genomen gronden Het wettelijk kader voor de waardering van gronden en projecten ligt vast in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Het BBV heeft als uitgangspunt dat gronden en projecten gewaardeerd worden tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien de marktwaarde duurzaam onder de verkrijgings- of vervaardigingsprijs ligt, moeten de gronden afgewaardeerd worden naar deze lagere marktwaarde (voorzichtigheidsprincipe). Gemeenten hebben in het verleden op grote schaal grondposities ingenomen op basis van de verwachte ontwikkelingsmogelijkheden van gronden. Inmiddels is gebleken dat het hoogst onzeker is of die gronden ooit ontwikkeld zullen worden. Daarom heeft de Commissie Besluit en Verantwoording (BBV) de richtlijnen voor de waardering van NIEGG’s aangescherpt. De nieuwe richtlijnen hebben als doel om meer zekerheid te geven over de mogelijkheid dat investeringen in grond zich op termijn ook terug zullen verdienen. Daarom moet er voor NIEGG’s een reëel en stellig voornemen zijn om deze gronden in de nabije toekomst (<10 jaar) te ontwikkelen. Hetgeen moet blijken uit de voor de gronden geformuleerde ambities en planperiode. Per januari 2016 worden de regels weer aangepast, mede door de komst van de Omgevingswet en de Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht gemeenten en provincies. In de nieuwe regelgeving per januari 2016 is opgenomen dat er geen rente of overige kosten meer aan de NIEGG’s toegeschreven mag worden. Bovendien wordt de rubricering anders, namelijk mva-categorie “strategische gronden”. De term NIEGG komt te vervallen. Dit zal verwerkt worden in het volgende MPG. 4.2 Niet in exploitatie genomen gronden gemeente Alphen aan den Rijn In onderstaand overzicht is de balanswaarde van de niet in exploitatie genomen gronden van de gemeente Alphen aan den Rijn weergegeven. Voor deze gronden heeft de gemeente het voornemen om ze in de nabije toekomst (<10 jaar) te ontwikkelen. Tabel 4.2 laat de verliesvoorzieningen voor de NIEGG’s zien. Voor de overige NIEGG’s is er geen verliesvoorziening nodig. 25 NIEGG Balansw aarde ultim o 2015 Aantal m 2 Boekw aarde/ Beoogde in eigendom m 2 bestem m ing Gnephoek € 9.882.532 122.962 € Steekterpoort II € 5.070.653 Oude Rijnzone € 1.755.409 Rivieroever € Biezenw erf Planperiode* 80,37 Wonen (Oevers) 2020-2024 143.053 € 35,45 Bedrijfsterrein 2015-2020 7.765 € 226,07 Bedrijfsterrein 2015-2020 55.280 1.150 € 48,07 Woningbouw 2015-2020 € 17.350 3.875 € 4,48 Woningbouw 2015-2020 Von Sieboldstraat € 2.126 2.025 € 1,05 Woningbouw 2015-2020 Puttelaan € 111.087 1.660 € 66,92 Woningbouw 2015-2020 Bentlanden II € 1.942.192 49.584 € 39,17 Woningbouw 2015-2020 BT Hoogew aard € 329.223 10.000 € 32,92 Bedrijfsterrein 2015-2020 Totaal € 19.165.851 342.074 € 56,03 *Planperiode: verwachte periode waarbinnen er een grondexploitatie wordt vastgesteld. Tabel 4.1: Overzicht balanswaarde van de NIEGG’s Verliesvoorziening niet in exploitatie genom en gronden (x m ln) Bentlanden II eigen grond gemeente Cpl Gnephoek Cpl Oude Rijnzone de Hoorn Totaal -1.656.452 -882.234 -745.598 -3.284.283 Tabel 4.2: Verliesvoorzieningen voor de NIEGG’s 26 5 Grondexploitaties 5.1 Vastgestelde grondexploitaties Stadshart Lage Zijde In 2015 is de sloop afgerond van de panden rond het Thorbeckeplein. De grond voor het Thorbeckegebouw en Rijnzijde Zuid is geleverd aan ontwikkelaar VORM. Met VORM is in 2015 ook een koopovereenkomst gesloten voor deelproject Triangel. Voor blok 6, het nutsgebouw en Rijnzijde Noord is in 2015 eveneens een koopovereenkomst gesloten. Ten behoeve van de integrale ontwikkeling van Rijnzijde Noord (project Oude Rijnkade) is het pand van Banketbakkerij Van Vliet verworven. Met de ontwikkelaar van Rijnzijde Noord zijn inmiddels afspraken gemaakt over de doorverkoop van de locatie. Door de gesloten overeenkomsten is er meer zekerheid verkregen over het programma, de prijs en de planning. In 2015 is het risico op het project verder verminderd door de verkoop van panden die niet nodig zijn voor de herontwikkeling. In 2016 wordt de nieuwbouw in de deelprojecten Thorbeckegebouw en Rijnzijde Zuid opgeleverd en een start gemaakt met de inrichting van het openbaar gebied rond het Thorbeckeplein. In Rijnzijde Noord wordt, na sanering van asbest en de sloop van de bestaande bebouwing, gestart met de bouw. Ook de bouw van de Triangel zal van start gaan. Daarnaast wordt het Aargebouw van asbest gesaneerd en gesloopt in 2016. Na oplevering van de nieuwbouw van Wonen Centraal langs de Thorbeckestraat, wordt gestart met de inrichting van het openbaar gebied aan de Thorbeckestraat. Belangrijkste risico’s zijn de ontwikkelingsmogelijkheden van het Aarplein, de opbrengstmogelijkheden op de locatie van het Aargebouw en Thorbeckeplein en de asbestsaneringskosten van de nog te slopen complexen. Stadshart Hoge Zijde In 2015 is de locatie van het voormalige Scala College aan ontwikkelaar Blauwhoed geleverd. Het niet monumentale deel van het gebouw is gesloopt en vrijgemaakt van asbest. De bouw van 23 appartementen is gestart in december 2015. Een monumentale boom, de plataan, is op kosten van ontwikkelaar en gemeente (onvoorzien) verplaatst ten behoeve van de bouw en op inzet van omwonenden. Een klein deel van de uitgegeven grond zal in 2016 worden teruggeleverd aan de gemeente (voormalig schoolpleintje) en dit zal worden voorbereid om te worden ingericht als openbaar gebied. Voor de herontwikkeling van de voormalige Bonifaciusschool is een ontwikkelaar geselecteerd. De contractfase, planuitwerking en ruimtelijke procedures volgen in 2016. De start bouw wordt in het eerste kwartaal van 2017 verwacht. Er moet een erfdienstbaarheid worden gevestigd voor inrit aan de Paradijslaan van de parkeervoorziening naar en op eigen terrein. De belangrijkste risico’s zijn asbestsaneringskosten en afstemming over veilige bereikbaarheid nieuwe Bonifaciusschool voor leerlingen in relatie tot de ontwikkeling en daarna. 27 Stationsomgeving In de Stationsomgeving is inmiddels de volledige locatie voor blok 27 geleverd. Ook de grond voor de nieuwbouw op de voormalige Toor-Locatie is in 2015 geleverd. In 2016 wordt begonnen met de inrichting van het openbaar gebied rond blok 27. Rijnhaven Biesterfeld De belangrijkste investering in 2015 bestaat uit de aankoopkosten van de locatie van Biesterfeld door de gemeente. Door de beëindiging van de bedrijfsactiviteiten van Biesterfeld kan uitvoering worden gegeven aan de transformatie- en herstructureringsambities voor de Rijnhaven. In 2016 worden de kaders voor de herontwikkeling van de locatie vormgegeven en gezocht naar invulling van de locatie. Mogelijk dat in 2016 de toplaag van de locatie gesaneerd wordt. Het bevoegd gezag heeft inmiddels aangekondigd dat de verontreiniging van het diepere grondwater stabiel is en een verdere sanering niet noodzakelijk is. Rijnhaven Oost In 2015 is het restant van de bijdrage van de ontwikkelaar en de inkomsten van de verkoop van een kavel ontvangen. Bovendien zijn kosten verrekend met de IRS, Waterplan en het GRP. De belangrijkste mutatie van het resultaat betreft civiele kosten, plankosten en rente. Komend jaar wordt het restant van de subsidie verwacht. Eind 2016 wordt de grex gesloten. Steekterpoort I Afgelopen jaar zijn er geen werkzaamheden uitgevoerd en is er geen gronduitgifte geweest. Er lopen gesprekken voor de uitgifte van een kavel. De belangrijkste reden voor het afnemen van het resultaat is het naar beneden bijstellen van de grondwaardes. De Schans In het afgelopen jaar zijn geen werkzaamheden uitgevoerd en is er geen grond uitgegeven. Er vinden gesprekken plaats met partijen voor de uitgifte van kavels. De kosten bestaan voornamelijk uit plankosten en rente- en beheerlasten. In 2015 is geen grond uitgegeven. De inkomsten in 2015 hebben betrekking op een tijdelijk verhuurd perceel binnen de Schans. De mutatie in de netto contante waarde wordt voornamelijk veroorzaakt door het naar beneden bijstellen van de grondwaardes. Nieuwe Sloot In 2015 zijn de werkzaamheden in deelgebied Park West afgerond. In deelgebied Tuin zijn diverse werkzaamheden verricht. Daarnaast wordt de mutatie van de boekwaarde veroorzaakt door plankosten, rentekosten en een bijdrage aan de integrale reserve Stadsbeheer. De plankosten zijn vooral gemaakt om gronduitgifte mogelijk te maken en de uitvoering te begeleiden. De inkomsten bestaan uit gronduitgifte in deelgebied Tuin, Wand (Kees Mustersstraat) en Holland (de Planetensingel en een gedeelte van de eilanden). De positieve bijstelling van de verliesvoorziening wordt verklaard door extra inkomsten en eerdere inkomsten (rentevoordeel). De ontwikkeling en de verkoop van de 1 fase van Park 100 in van deelgebied Park staat gepland eind 2016. 28 Complex Parklaan e.o. In 2015 is de grond geleverd voor de laatste fase van het project. Na afronding van de nieuwbouw wordt het gebied door de ontwikkelaar woonrijp gemaakt. In het resultaat zijn geen grote mutaties. Voorofsche Zoom De kosten in 2015 bestaan uit rentekosten en plankosten voor onder meer het bestemmingsplan. Er zijn geen inkomsten. Dit zijn de belangrijkste wijzigingen in het resultaat. Voormalig locatie Ravenstein Het project ligt stil. De mutatie bestaat uit rentelasten en wat plankosten. Er zijn geen inkomsten. De ontwikkeling kent een voor de gemeente neutraal resultaat. Waterrijk West De gemaakte kosten bestaan voornamelijk uit plankosten voor planbegeleiding, bijdrage parkeren en rentelasten. De inkomsten bestaan voornamelijk uit bijdrages voor voorzieningen van de ontwikkelaar. De onteigening van een perceel is in een minnelijk traject tot verwerving gekomen. De kosten worden gedekt door Waterrijk Boskoop BV. De start van de 1e fase (17 woningen) is in januari 2016. Er is een wensenlijst infrastructuur opgesteld door de gemeente om de infrastructuur conform ‘Alphens’ model te realiseren. Het uitwerkingsvoorstel van Waterrijk Boskoop BV moet door gemeente worden beoordeeld op inhoud en kosten in 2016 en dan, in aanvulling op bestaande overeenkomst, met Waterrijk Boskoop BV worden vastgelegd. Agrifirm Het project is, onder andere vanwege de discussie rondom de nieuwe locatie voor de (provinciale) laad- en loswal en de mogelijke gevolgen voor het aantal uitgeefbare meter bedrijfsterrein, vertraagd waarmee de einddatum een jaar later wordt voorzien. In 2016 wordt de eerste gronduitgifte verwacht. Bentwoudpark De woningen in fase 2 zijn allemaal opgeleverd. Ook is het woonrijpmaken in fase 2, behoudens een gedeelte van de groeninrichting, gereed en is het speeltuintje ingericht. Met de bewoners is gewerkt aan het groeninrichtingsplan. Ook zijn er diverse vrije kavels verkocht. Eind 2015 waren nog 7 kavels te koop, waarbij een aantal wel in optie is. BSC Sportpark De werkzaamheden aan het sportpark zijn afgerond, er zijn enkel nog rentelasten. De grondexploitaties Bentwoudpark en BSC Sportpark worden als één grondexploitatie beschouwd. Bij de start van het project is door de raad bepaald dat de aanleg van het sportpark gefinancierd dient te worden uit het positieve resultaat van Bentwoudpark. Doordat dit niet toereikend is om alle kosten van het Sportpark te dekken is voor tekort (het saldo van beide exploitaties) een voorziening getroffen. 29 Herontwikkeling kavel Kompier In 2015 zijn de gronden bouwrijp gemaakt, de twee kavels geleverd en is gestart met het woonrijp maken. De woningen zijn inmiddels opgeleverd. Het woonrijp maken zal begin 2016 worden afgerond. Door hogere uitvoeringskosten voor bouw- en woonrijp maken en vertraging dient de verliesvoorziening te worden opgehoogd. Dolfijn In 2015 hebben gesprekken plaatsgevonden met geïnteresseerden. Dit heeft nog niet geleid tot verkoop van een van de kavels. Het project is hiermee vertraagd. Het resultaat is beperkt afgenomen door extra rente en plankosten. Orionhof In 2015 zijn de twee kavels verkocht en zijn de voorbereidingen voor het planologisch traject (bestemmingsplanwijziging) opgestart. Na verkoop en bouw- en woonrijp maken kan de grondexploitatie (naar verwachting in 2017) afgesloten worden. Zuidervaart Per 01-01-2016 is grondexploitatie Zuidervaart geopend. Dit is een woningbouwlocatie aan de Zuiderkeerkring. Historische kosten zijn vanuit Kerk en Zanen via de kolom niet in exploitatie genomen gronden ingebracht in de nieuwe grondexploitatie. KLOP Plus Per 01-01-2016 is grondexploitatie KLOP Plus geopend. Historische kosten zijn vanuit Kerk en Zanen via de kolom niet in exploitatie genomen gronden ingebracht in de nieuwe grondexploitatie. BT Leeuwenhoek Deze grondexploitatie is per 01-01-2016 geopend. De gemaakte kosten in bedrijventerrein (BT) Leeuwenhoek bestaan uit historische kosten voor onder meer het bouwrijp maken van het terrein, grondverwerving en plankosten. Historische kosten zijn vanuit Molenwetering/Hoorn-West meegenomen als inbrengwaarde. BT Leidse Schouw Deze grondexploitatie is per 01-01-2016 geopend. De gemaakte kosten in bedrijventerrein (BT) Leidse Schouw bestaan uit historische kosten voor onder meer het bouwrijp maken van het terrein, grondverwerving en plankosten. Historische kosten zijn vanuit Molenwetering/Hoorn-West meegenomen als inbrengwaarde. Vastgestelde grondexploitaties - faciliterend Burggooi Burggooi is geen gemeentelijke grondexploitatie. Er ligt een overeenkomst. De gemeente ontvangt een aantal bijdragen van de ontwikkelaar. De gemaakte kosten bestaan 30 voornamelijk uit rente en plankosten. In 2015 is gekeken of de locatie herontwikkeld zal worden. Dit jaar zal hier een besluit over genomen. Torenpad Oost De grond onder het voormalige, inmiddels gesloopte gemeentekantoor, is in 2015 onder betaling van de koopsom in eigendom overgedragen aan de ontwikkelaar. Verder is de bijdrage voor plankosten en de bijdrage bovenwijkse voorzieningen van de ontwikkelaar ontvangen. De investeringen bestaan voornamelijk uit het afdragen van bovenwijks aan de reserve bovenwijkse voorzieningen. In 2014 is het oude gemeentekantoor gesloopt, en zijn zestien woningen opgeleverd. Acht rijwoningen zijn momenteel in aanbouw. Momenteel zijn twee complexen van 16 in totaal 32 huurappartementen in aanbouw. Naar verwachting wordt in de tweede helft van 2016 gestart met de bouw van de volgende twee blokjes eengezinswoningen en 16 koopappartementen. De sloop van het gemeentekantoor is ruim binnen het budget uitgevoerd wat een voordeel in het resultaat van de grondexploitatie oplevert. Torenpad West – deelgebied A De contractpartij heeft te kennen gegeven geen haalbaar woningbouwplan in overeenstemming met de afgesproken uitgangspunten te kunnen opstellen. Momenteel vindt overleg plaats over alternatieve oplossingen. Het resultaat van de grondexploitatie is vooralsnog ongewijzigd. Centrum Zuid Het resultaat is ongewijzigd. Op dit moment is het project in DO-fase en is klaar voor de wijziging bestemmingsplanprocedure welke zal moeten starten. Naar verwachting zal deze procedure, vanwege de te verwachte bedenkingen, een lange procedure worden tot aan de Raad van State. Indien tot een onherroepelijk bestemmingsplan wordt gekomen zal tot realisatie worden overgegaan, waarbij de ontwikkelaar zowel het bouwblok zal realiseren en de inrichting van de openbare ruimte zoals de gemeente dat heeft aangegeven. Na realisatie volgt een periode beheer en onderhoud van het openbaar gebied door de ontwikkelaar, op kosten van gemeente, zoals in de overeenkomst is afgesproken. Voorkade De ontwikkelaar is er nog niet in geslaagd de geplande twee woningen op deze locatie te verkopen. Met de bouw is dan ook nog niet gestart. Als gevolg hiervan loopt ook de aanleg van het aangrenzende parkeerterrein vertraging op. Het resultaat blijft ongeveer gelijk. Weidelanden In 2015 is fase 2 in verkoop genomen door de ontwikkelaar. Eind 2015 is een deel grond van fase 2 geleverd. Het resterende deel van fase 2 wordt uiterlijk 1 april 2016 geleverd. Ook fase 3 zal in 2016 worden afgenomen door de ontwikkelaar. De uitgifte van de grond verloopt daarmee conform planning. Er is overeenstemming bereikt met de eigenaar van de gronden die nodig zijn voor de realisatie van de rotonde voor de ontsluiting van het plan op de N209. Deze gronden zijn in 2015 geleverd aan de gemeente. De realisatie van de rotonde is hiermee mogelijk gemaakt en de voorbereidingen op de aanleg van de rotonde zijn in 31 volle gang. De kosten voor de aanleg van de rotonde zijn aanzienlijk verhoogd. Dit is met name het gevolg van extra kosten voor het verleggen van kabels en leidingen, voorbelasten, faseringskosten en tijdelijke maatregelen ten behoeve van continuering van de doorstroming van de provinciale weg tijdens de uitvoering. De aanvullende kosten hebben tot gevolg dat het resultaat van de grondexploitatie is verslechterd en er een verliesvoorziening moest worden getroffen. Rijnpark 1 fase 1 (Koudekerk aan den Rijn) Na veel onderzoeken is het najaar van 2014 duidelijkheid verkregen over de geurcontour van het bedrijf Latexfalt. In december 2014 heeft de gemeenteraad een geurbeleid voor bedrijvigheid vastgesteld. Op basis hiervan kan de milieuparagraaf van het ontwerp bestemmingsplan (verder) worden ingevuld en kan de ruimtelijke ordeningsprocedure weer worden hervat. Ook de nu opgenomen fasering (afzettempo) zal hierbij nog tegen het licht gehouden worden in relatie tot de huidige marktvraag. Volgens planning is het ontwerp bestemmingsplan in januari 2016 in procedure gebracht. Als gevolg van de (wederom) langere looptijd (extra rente- en plankosten) en het bijstellen van de benodigde plankosten tot en met einde looptijd (2022) is het tekort op de grondexploitatie per 1-1-2016 toegenomen. De mutatie in 2015 bestaat uit rentelasten en plankosten voor met name projectmanagement en milieu. Er zijn geen inkomsten. PCT terrein De investeringen bestaan uit plankosten, rentelasten en een bijdrage aan de ontwikkelaar voor de aanleg van watercompensatie, conform de gesloten overeenkomst. De door de gemeente gemaakte voorbereidingskosten worden jaarlijks afgerekend met de ontwikkelaar, zoals is overeengekomen in de met de exploitant gesloten anterieure exploitatieovereenkomst, en maken onderdeel uit van de opbrengsten. Gezien de huidige economie ligt de ontwikkeling op dit moment stil. In 2016 zal de aanleg van de watercompensatie ter hand genomen worden en zal fase 1 afgerond worden. Potgieterlaan (Hazerswoude-Rijndijk) Begin 2013 heeft de gemeente een anterieure exploitatieovereenkomst gesloten met Habeko inzake de ontwikkeling van een appartementencomplex aan de Potgieterlaan. In de AEO zijn onder meer afspraken gemaakt over de door Habeko te betalen vergoeding voor de gemeentelijke plankosten en een bijdrage aan het fonds Bovenwijkse Voorzieningen. Een deel van de door de gemeente gemaakte plankosten zijn gemaakt in de aanloopfase tot ondertekening van de AEO. Boekhoudkundig zijn deze kosten niet geregistreerd, waardoor de ontwikkeling nu per saldo een voordeel laat zien van ca. € 10.000,- op netto contante waarde. De openbare ruimte is overgedragen aan de gemeente. Tuincentrum Bosrand (Hazerswoude-Rijndijk) Eind 2013 heeft het college haar akkoord gegeven voor het aangaan van een anterieure exploitatieovereenkomst met Kwekerij de Bosrand Alphen aan den Rijn B.V. voor de uitbreiding van Tuincentrum De Bosrand. Deze AEO is in 2014 op een aantal punten nog aangepast en inmiddels door beide partijen ondertekend. In de AEO zijn onder meer afspraken gemaakt over de door exploitant te betalen vergoeding voor de gemeentelijke 32 plankosten en een bijdrage aan het fonds Bovenwijkse Voorzieningen. Het resultaat op netto contante waarde is ongewijzigd. Om een verkeerveiligere entree naar het tuincentrum te creëren zal het fietspad en de Prinsenschouw in 2016 aangepast worden. De kosten komen ten laste van de grex. De Pastorie (Koudekerk aan den Rijn) De gemeente heeft begin 2014 een anterieure exploitatieovereenkomst gesloten met Vibu Projectontwikkeling B.V. voor de ontwikkeling en realisatie 24 vrije sector appartementen in Koudekerk aan de Rijn (achter de Dorpsstraat 55a-59). In de AEO zijn afspraken gemaakt over de door exploitant te betalen vergoedingen voor de gemeentelijke plankosten en een bijdrage aan het fonds Bovenwijkse Voorzieningen. De ontwikkeling kent een voor de gemeente neutraal resultaat. Hof van Oostvaert In 2014 is door de raad een verklaring van geen bedenkingen voor het realiseren van maximaal 8 vrije sectorwoningen vastgesteld en is met de initiatiefnemer een Anterieure Exploitatieovereenkomst gesloten. In de AEO zijn afspraken gemaakt over de door exploitant te betalen vergoedingen voor de gemeentelijke plankosten en een bijdrage aan het fonds Bovenwijkse Voorzieningen. Naar verwachting zal in 2016 gestart worden met de verkoop van de kavels/woningen. De ontwikkeling kent een voor de gemeente neutraal resultaat. Ds. DA van de Boschstraat Begin mei 2013 heeft de gemeente een anterieure exploitatieovereenkomst gesloten met Habeko inzake de ontwikkeling van 6-tal eengezinswoningen en een appartementencomplex aan de Ds. DA v/d Boschstraat. In de AEO zijn onder meer afspraken gemaakt over de door Habeko te betalen vergoeding voor de gemeentelijke plankosten en een bijdrage aan het fonds Bovenwijkse Voorzieningen. In 2015 zijn wat plankosten gemaakt. De ontwikkeling kent een voor de gemeente neutraal resultaat. De woningen worden in 2016 opgeleverd. Lekx Hoogewaard Dit project is nagenoeg afgerond. Er worden enkel nog plankosten verwacht voor de laatste afwikkeling. Naar verwachting wordt het project, na overdracht van het openbaar gebied, in 2016 afgesloten. Voor een eventuele herontwikkeling zullen nadere afspraken gemaakt te worden met de ontwikkelende partij. Centrumplan Benthuizen De gemeente heeft in 2014 een anterieure exploitatieovereenkomst gesloten met Verheul Benthuizen Beheer B.V. inzake de uitbreiding en renovatie van het winkelcentrum “de Korf”. In deze overeenkomst zijn onder meer afspraken gemaakt over de door de exploitant te betalen bijdrage in de gemeentelijke plankosten, de bijdrage aan het fonds Bovenwijkse Voorzieningen en de voor de realisatie van het plan benodigde grondtransacties. De grondexploitatie kent een voor de gemeente budgetneutraal resultaat. Naast uitbreiding en renovatie van het winkelcentrum zal ook het omliggende openbaar gebied worden heringericht. Hiervoor heeft de gemeenteraad reeds budget beschikbaar gesteld. Deze 33 kosten maken dan ook geen deel uit van de grondexploitatie. Het plan is in de afrondende fase en zal in 2016 geheel worden afgerond. Kalverdans In 2015 is een Anterieure Exploitatieovereenkomst gesloten met Hilva voor de realisatie van 10 vrije sectorkoopwoningen op het perceel Kalverdans 22 in Boskoop en zijn de voorbereidingen voor het planologisch traject (bestemmingsplanwijziging) opgestart. In het eerste kwartaal van 2016 zal deze procedure worden opgestart. 5.2 Grondexploitaties in voorbereiding Westvaartpark (Hazerswoude-Rijndijk) In 2015 is de in 2013 met Vibu Projectontwikkeling BV gesloten “Intentieovereenkomst Westvaartpark” verder uitgewerkt en is met Vibu Projectontwikkeling b.v. de "Intentieovereenkomst Westvaartpark" aangegaan. Op basis van deze overeenkomst is een ontwikkelkader opgesteld. Dit ontwikkelkader bevat een overzicht van alle vanuit het perspectief van de gemeente relevante uitgangspunten en randvoorwaarden, welke bij de ontwikkeling, realisatie en eventueel exploitatie van de locatie "Westvaartpark" in acht dienen te worden genomen. Bij de verdere uitwerking zal het nieuwe treinstation in HazerswoudeRijndijk ingepast worden. Medio 2016 zal duidelijkheid verkregen worden over de locatie van het treinstation, waarna de verdere uitwerking van de visie voor de locatie “Westvaartpark” kan worden voortgezet. Het uitgangspunt is de ontwikkeling te faciliteren met een budgettair neutraal resultaat. BT Hoogewaard (Koudekerk aan den Rijn) Dit perceel ter grootte van ca. 1 hectare. (na administratieve splitsing) maakt onderdeel uit van het plangebied van de herstructurering en uitbreiding van het bedrijventerrein Hoogewaard. Het perceel zal worden ingezet ten behoeve van de realisatie van nieuw bedrijventerrein en de afrondende groenzone. Overeenkomstig de visie voor het bedrijventerrein Hoogewaard en ladder voor duurzame verstedelijking zal de herstructurering als eerste worden opgepakt. De uitleg volgt hierna, deze hangt uiteraard ook samen met de marktvraag. De totale looptijd van het project is ingeschat op 10 jaar (realisatie binnen bestemmingsplantermijn). In 2016 zal het RO-traject weer worden opgepakt, zodat in dit jaar het ontwerpbestemmingsplan “Bedrijventerrein Hoogewaard” ter inzage zal worden gelegd. 5.3 Toekomstige grondexploitaties Gnephoek In de Gnephoek zijn naast enkele hectaren grasland, de voormalige asfaltcentrale van Heijmans (2002), voormalige bakkerij Visser (2004), kavel Raghoober (2005) en Gnephoek 2 (2008) in het bezit. De transformatie van de aangekochte bedrijfskavels maakt onderdeel uit van de Transformatie Visie Oude Rijnzone. 34 Oude Rijnzone De boekwaarde van het complex Oude Rijnzone komt voort uit de strategische verwerving in 2010 van Spreij Hout in het kader van de Transformatievisie Oude Rijnzone. Steekterpoort II Voor het gebied Steekterpoort fase II is in 2012 een nieuw bestemmingsplan vastgesteld (bestemmingsplan Limes). Steekterpoort fase II zou, net als fase I ontwikkeld worden tot bedrijventerrein. Tegen het bestemmingsplan is beroep ingediend bij de Raad van State op het onderdeel Steekterpoort II. Vanwege onvoldoende onderbouwing van de behoefte aan bedrijfsterrein heeft de Raad van State Steekterpoort II vernietigd. De Ladder voor duurzame verstedelijking was niet doorlopen. Momenteel worden voorbereidingen getroffen om te komen tot een herziening van het bestemmingsplan om vestiging van een bedrijf mogelijk te maken. Hierbij moet ook de Ladder worden doorlopen. Hierover moet nog overleg plaatsvinden met de provincie. Bentlanden II Dit betreft een agrarisch perceel grasland in Benthuizen ter grootte van ca. 49,6 ha. waarop toekomstige ontwikkeling van woningbouw voorzien wordt. Aangezien er nog diverse mogelijkheden zijn in de planuitwerking is een tentatieve grondexploitatie opgesteld op basis van kengetallen, met een indicatief resultaat. Voor het verschil tussen dit indicatieve resultaat en de boekwaarde is een voorziening getroffen. Het werkelijke projectresultaat kan pas bepaald worden bij een bestuurlijk besluit om een grondexploitatie te openen om het project in uitvoering te brengen. BT Hoogewaard Dit perceel ter grootte van ca. 1 hectare. (na administratieve splitsing) maakt onderdeel uit van het plangebied van de herstructurering en uitbreiding van het bedrijventerrein Hoogewaard. Het perceel zal worden ingezet ten behoeve van de realisatie van nieuw bedrijventerrein en de afrondende groenzone en is in het voorontwerp bestemmingsplan opgenomen als wijzigingsbevoegdheid. Overeenkomstig de visie voor het bedrijventerrein Hoogewaard en de ladder voor duurzame verstedelijking zal de herstructurering als eerste worden opgepakt. De uitleg volgt hierna, deze hangt uiteraard ook samen met de marktvraag. De totale looptijd van het project is ingeschat op 10 jaar (realisatie binnen bestemmingsplantermijn). Rivieroever Op dit moment vinden er geen activiteiten plaats in het kader van de planontwikkeling. De voortgang van de planontwikkeling is in belangrijke mate afhankelijk van de eigenaar van het naastgelegen perceel. Momenteel loopt er geen initiatief om het perceel tot ontwikkeling te brengen. Biezenwerf Op dit moment is nog niet in beeld wat de nieuwe invulling/het nieuwe gebruik wordt voor de locatie Biezenwerf. 35 Von Sieboldstraat De locatie Von Sieboldstraat loopt mee in het voorbereidingskrediet voor de herontwikkeling van de voormalige Immanuelschool. Puttelaan Dit complex betreft een inmiddels gesloopte sporthal. Er wordt alleen rente bijgeschreven. 5.4 Afgesloten grondexploitaties Molenwetering / Hoorn-West Molenwetering is grotendeels gerealiseerd en daarom afgesloten per 31-12-2015. Om het beleid over grote, langlopende grondexploitaties te harmoniseren is deze grondexploitatie afgesloten per 31-12-2015. Kleinere grondexploitaties zijn transparanter en beter beheersbaar. Voor de resterende deelgebieden zijn twee nieuwe grondexploitaties geopend. In het afgelopen jaar zijn geen werkzaamheden uitgevoerd. Wel is er bijdrage gedaan aan de Maximabrug voor werkzaamheden aan de weg en zijn er rentelasten. De inkomst bestaat uit huurinkomsten voor parkeerplekken. Met het afsluiten is via niet in exploitatie genomen gronden een deel van de kosten ingebracht in de nieuwe grondexploitaties BT Leidse Schouw en BT Leeuwenhoek en is er via winstuitname een bedrag aan de reserve grondexploitaties toegevoegd. Kerk & Zanen Kerk en Zanen is grotendeels gerealiseerd en daarom afgesloten per 31-12-2015. Om het beleid over grote, langlopende grondexploitaties te harmoniseren is deze grondexploitatie afgesloten per 31-12-2015. Kleinere grondexploitaties zijn transparanter en beter beheersbaar. Voor de resterende deelgebieden zijn twee nieuwe grondexploitaties geopend. De investeringen in 2015 in Kerk en Zanen hebben betrekking op onder meer het woonrijp maken van fase 2, rentekosten en plankosten. De inkomsten in 2015 bestaan onder meer uit de verkoop van vrije kavels en een bijdrage vanuit Burggooi in verband met marktbederf. Daarnaast is een viertal percelen uit KLOP fase 3 verkocht en is reeds met de bouw gestart op drie van deze percelen. Het resultaat is vooral afgenomen door toename in kosten van het woonrijpmaken KLOP Fase 2 en een winstneming. Met het afsluiten is, via niet in exploitatie genomen gronden, een deel van de kosten ingebracht in de nieuwe grondexploitaties Zuidervaart en KLOP Plus en is er via winstuitname een bedrag aan de reserve grondexploitaties toegevoegd. De Nieuwe Hoop De grondexploitatie Nieuwe Hoop is afgesloten. De ambtelijke kosten zijn in 2015 door de vertraging in uitvoering en planaanpassingen opgelopen. De bijdragen uit de AEO waren niet dekkend. De ontwikkelaar overweegt een herontwikkeling voor de nog resterende plandelen 1, 2 en 3. 36 Dorpsstraat 203-211 In 2015 heeft overdracht van de openbare ruimte plaatsgevonden. De exploitatie kan daarmee afgesloten worden. Tevens is met ontwikkelaar een addendum op de exploitatieovereenkomst aangegaan. Schade als gevolg van nieuwe bouwactiviteiten komen voor rekening van ontwikkelaar. De investeringen en inkomsten hebben betrekking op de ontvangen bijdrage bovenwijks en het afdragen van deze bijdrage aan de reserve bovenwijks. Connexxion-terrein De oplevering van de openbare ruimte heeft plaatsgevonden. Aandachtspunt bij de financiële afwikkeling van de gesloten exploitatie- en realisatieovereenkomst was de afspraak dat de gemeente het openbaar gebied gedurende een periode van 10 jaar na oplevering van de openbare ruimte in beheer en onderhoud zal houden. Financiële dekking van deze bijdrage was echter niet geregeld, waardoor de bijdrage ten laste is gebracht van het reguliere onderhoudsbudget van de afdeling BOR. De gemaakte kosten bestaan voornamelijk uit plankosten en een afdracht aan de reserve bovenwijkse voorzieningen. De inkomst betreft de ontvangst van de bijdrage plankosten en bovenwijks van de ontwikkelaar. 37