FONDSCRITERIA NAP-1325 PILOTFONDS 2014 `SMALL SEEDS

advertisement
FONDSCRITERIA
NAP-1325 PILOTFONDS 2014 ‘SMALL SEEDS FOR BIG BAOBABS’
Hier vindt u de criteria om te beoordelen of uw project in aanmerking komt voor ondersteuning vanuit het
NAP-1325 PILOTFONDS 2014 ‘SMALL SEEDS FOR BIG BAOBABS’.
Criteria met betrekking tot de aanvrager:
1. De aanvrager is een Nederlandse organisatie die NAP 1325 heeft ondertekend, met een
rechtspersoonlijkheid als stichting of vereniging met een Kamer van Koophandel registratie.1
Criteria met betrekking tot de aanvraag (drempelcriteria):
2. Het project sluit aan bij één of meerdere van de NAP1325-doelstellingen2.
3. Het project vindt plaats in één van de landen of regio’s 3 waar NAP 1325 zich op richt.
4. Het project wordt ingediend door tenminste één Nederlandse NAP-ondertekenaar, die samenwerkt
met een lokale partner. Per indiening is er één penvoerder (NAP-ondertekenaar), met wie het
contract zal worden aangegaan.
Het Nederlandse Nationale Actie Plan op 1325 is ontwikkeld vanuit samenwerking: samenwerking
met andere NAP-ondertekenaars en partners wordt dan ook gestimuleerd en positief gewaardeerd. In
het projectvoorstel moet worden aangegeven welke acties de penvoerder heeft genomen om te gaan
samenwerken.
5. De begroting per aanvraag heeft een ondergrens van 2.000EUR en een maximum van 50.000EUR.
6. Maximaal 25% van het totale fonds mag worden besteed aan eigenstandige draagvlakversterkende
en bewustwording-activiteiten in Nederland van NAP1325 ondertekenaars.
7. Een Rapid Action4-aanvraag kan door 1 NAP-ondertekenaar worden ingediend, en moet binnen een
maand gestart worden onder aangeving van de urgentie en kan na begin van het project maximaal 2
maanden duren. Het plafond van een Rapid Action-aanvraag is 10.000EUR.
8. Het fonds zal open staan voor aanvragen tot en met 31 oktober 2015, maar eerder sluiten als de
toezeggingen het totale fondsbedrag hebben bereikt. Per 1 juli 2016 moeten alle projecten zijn
afgerond; een eindrapportage wordt uiterlijk 31 august 2016 verwacht. Een voortgangsrapportage
over 2015 wordt verwacht per 31 januari 2016.
Criteria met betrekking tot de inhoud van het project:
9. Het fonds is bedoeld voor innovatieve effectieve projecten van kleinere NAP-ondertekenaars die
bijdragen aan inclusieve rechtvaardige en duurzame vrede en wederopbouw processen door middel
van het stimuleren van vrouwelijk leiderschap en politieke participatie in fragiele staten, (post) conflict
gebieden en landen in transitie.
10. De volgende strategieën worden hierbij voorzien: lobby en advocacy, capaciteitsopbouw en
bewustwordings activiteiten
Criteria met betrekking tot de duurzaamheid van het project:
1
De projectcommissie in afstemming met de fondsbeheerder volgt de volgende principes bij de beoordeling van de aanvragen:
uitvoer van het project wordt zo dicht mogelijk bij de doelgroep gedaan, er is een goede scheiding van machten (checks and
balances), keuzes worden goed onderbouwd, samenwerking tussen verschillende organisaties wordt beloond
2 In het NAP zijn Nederlandse actoren overeen gekomen dat zij vrouwen in (post)conflictgebieden in hun strijd voor vrede en
veiligheid vooral willen ondersteunen door vrouwelijk leiderschap te stimuleren en politieke participatie van vrouwen te
stimuleren.
3 NAP 1325 focuslanden: Afghanistan, Burundi, Colombia, Democratische Republiek Congo (DRC), Soedan, Zuid-Soedan en in de
regio Midden-Oosten/Noord-Afrika (MENA). Voor de MENA landen wordt de definitie van BuZa aangehouden. (LINK)
4 Rapid Action aanvragen zijn erop gericht in een crisis situatie een snelle actie te organiseren die een doorbraak kan
bewerkstelligen. De project commissie en de fondsbeheerder behouden zich het recht voor om te bepalen welke actie in
aanmerking komt
11. Gender: aantoonbare betrokkenheid van vrouwen bij planning en uitvoer van het project, alsook een
indicatie voor de verdeling van rollen en verantwoordelijkheden van mannen en vrouwen dienen
expliciet opgenomen te worden in de planning en uitvoering van het project.
12. Lokaal eigenaarschap: het voorstel moet door of samen met de mensen/organisatie van het te
ondersteunen project in het focusland zijn opgesteld.
13. Lokale inbedding: Het is belangrijk dat de aanvrager samenwerkt met andere organisaties en/of
instanties in het doelgebied of op regionaal/nationaal niveau en een bijdrage levert aan
kennisuitwisseling tussen organisaties en het versterken van het maatschappelijk middenveld (linking
& learning).
14. Indien het project plaatsvindt in Nederland: het voorstel beschrijft hoe het maatschappelijk draagvlak
wordt vergroot voor Nederlandse steun aan vrouwen in (post)conflictgebieden en bewustwording over
de actieve rol die vrouwen in deze situaties spelen.
15. Financieel beheer: het voorstel is voorzien van een totale begroting en financieringsplan.
Criteria met betrekking tot de financiering van het project:
16. Maximaal 25% van het totale budget van een internationaal project in een focusland mag aan
overheadkosten5 en draagvlakversterkende bewustwording-activiteiten in Nederland besteed worden.
17. De financieringsstroom loopt via de penvoerder. De penvoerder is verantwoordelijk voor de kwaliteit
(van de activiteiten) van het project en voor de accountability en rapportage van het gefinancierde
project.
18. Bij de indiening moet de penvoerder een partner agreement (Memorandum Of Understanding) over
het totale projectbedrag inclusief uitsplitsing per partner, getekend door alle indieners, overleggen
aan de fondsbeheerder. Het contract is alleen geldig als deze MOU door alle partijen is gezien en
door de indieners is ondertekend.
19. In elke aanvraag wordt een eigen bijdrage positief gewaardeerd. De indieners worden dan ook
aangemoedigd om een eigen bijdrage in het budget op te nemen, bijvoorbeeld in uren of natura.
20. Deelnemende organisaties behartigen duidelijk de belangen van vrouwen en zetten zich in voor
gendergelijkheid.
21. Deelnemende organisaties hebben geen banden met (religieus) fundamentalistische of
extremistische groeperingen.
22. Deelnemende organisaties hebben geen winstoogmerk.
23. Deelnemende organisaties hebben zowel in Nederland als in het focusland een aantoonbare
achterban.
24. Voorlichting en terugkoppeling in Nederland van de uitgevoerde activiteiten is een verplicht onderdeel
van een project, bijvoorbeeld in netwerkbijeenkomsten van NAP 1325/ WO=MEN.
Criteria met betrekking tot de monitoring en rapportage van het project:
25. Na +/- 7 maanden na aanvang van het Pilot Fonds zal met de maatschappelijke NAP ondertekenaars
een evaluatief moment worden gepland om te bekijken hoe het Pilot Fonds loopt en of de criteria in
lijn zijn met de doelen van het fonds enerzijds, en de behoefte en capaciteit van de NAP
ondertekenaars anderzijds.
Wat het fonds niet dekt:




5
Geen faciliteiten en infrastructuur. Hiervoor zijn andere modaliteiten beschikbaar om daarbij te helpen
(o.a. gemeente, VDV vrijwilligersfonds NAP 1325).
Geen Particuliere Initiatieven of projecten die focussen op het bouwen of opzetten van materiële
voorzieningen zoals scholen, waterputten, etc.
Het fonds is bedoeld voor NGO’s Geen financiering aan Nederlandse overheidsondertekenaars. Wel
kan een overheidsondertekenaar een rol spelen in de uitvoering van het initiatief indien dit van
strategisch belang is.
Geen financiering van initiatieven van NAP-ondertekenaars die louter de interne organisatie van de
ondertekenaar betreffen.
Overheadkosten zijn maximaal 11% van de aanvraag, en onderdeel van de 25% maximale kosten in Nederland
Hebt u vragen over de criteria dan kunt u contact opnemen met Godefroid Nimbona ([email protected]) of Karlijn
van Arkel ([email protected]) of met Fatma Özgümüs van Vluchtelingen-Organisaties Nederland (VON)
([email protected]) of Anne-Floor Dekker ([email protected]).
Download