Inhoud Diabetes Mellitis Informatie .................................................................................................................... 1 Wat is diabetes mellitus? ........................................................................................................................ 2 Glucose .................................................................................................................................................... 2 Insuline .................................................................................................................................................... 2 Hoe ontstaat diabetes? ........................................................................................................................... 2 Wat zijn de verschijnselen? ..................................................................................................................... 2 Adviezen .................................................................................................................................................. 2 Medicijnen ............................................................................................................................................... 2 Iets meer over voeding............................................................................................................................ 3 Hoe wordt glucose in het lichaam gebruikt ? .......................................................................................... 3 Driemaandelijkse controle ...................................................................................................................... 4 Jaarlijkse controle .................................................................................................................................... 4 Wat is HbA1c? ......................................................................................................................................... 5 Meten van de glucose ............................................................................................................................. 5 Diabetes Mellitus Informatie Diabetes Mellitus is een steeds vaker voorkomende aandoening. De laatste jaren, mede door onze levenswijze, komt het steeds meer voor en helaas ook op jongere leeftijd. Overgewicht en erfelijkheid spelen een cruciale rol. Gelukkig is er steeds meer over bekend en zijn de behandelingsmogelijkheden enorm toegenomen. Belangrijk is het voorkomen van de (late) complicaties die veroorzaakt worden door deze aandoening. Wij willen door betere controle en informatie te geven zoveel mogelijk problemen voorkomen. Verder willen wij de patiënt graag betrekken in de behandeling. De belangrijkste complicaties zijn problemen met hart- en vaten en minder goed functioneren van de zenuwuiteinden. Daarom is buiten de glucose controle ook belangrijk de bloeddruk en het cholesterol goed te regelen. Elke diabeet zou volgens de standaard een cholesterolverlagend middel dienen te gebruiken. Sinds enige jaren hebben we binnen onze praktijk een gespecialiseerde verpleegkundige ( Nellie Rijntjes) die voor ons de controles doet. De verpleegkundige heeft meer tijd voor de patiënt en behandeld alleen de vragen die samenhangen met deze aandoening. Zodoende kan ze u beter informeren en begeleiden. Wij zien duidelijk, dat mede door haar inspanning, de instelling van de glucose en controles beter zijn geworden. Nellie Rijntjes heeft ook een emailadres : [email protected] ( niet voor dringende zaken daar zij niet leke dag werkzaam is!) Wat is diabetes mellitus? Diabetes mellitus (kortweg diabetes) is een stoornis waarbij de hoeveelheid suiker in uw bloed te hoog is. Daarom spreekt men ook wel van suikerziekte. Glucose Suiker in het bloed noemt men ook 'glucose'. Glucose komt uit de koolhydraten in onze voeding. Koolhydraten zitten niet alleen in zoete producten zoals jam, limonade, koek en gebak maar bijvoorbeeld ook in brood, aardappelen en rijst. Insuline Het hormoon insuline zorgt ervoor dat de lichaamscellen glucose uit het bloed opnemen. Wanneer de hoeveelheid glucose in het bloed toeneemt, zorgt insuline ervoor dat de cellen meer glucose uit het bloed opnemen zodat het glucosegehalte niet te hoog wordt. Insuline wordt in de alvleesklier (pancreas) gemaakt. De alvleesklier ligt achter de maag. Hoe ontstaat diabetes? Diabetes ontstaat door een tekort aan insuline, of doordat uw lichaamscellen minder gevoelig zijn geworden voor insuline. De cellen kunnen dan minder glucose uit het bloed opnemen. Daardoor wordt het glucosegehalte in het bloed te hoog. Er zijn twee vormen van diabetes: bij type 1 diabetes maakt de alvleesklier nauwelijks insuline. Deze vorm komt vanaf de kinderleeftijd voor. bij type 2 diabetes zijn de lichaamscellen minder gevoelig geworden voor insuline. Als reactie gaat de alvleesklier meer insuline aanmaken. Wanneer dat niet meer lukt, ontstaat er een tekort aan insuline. Het glucosegehalte in het bloed wordt dan te hoog. Deze vorm ontstaat meestal pas na het veertigste jaar, maar komt steeds vaker ook op jongere leeftijd voor, met name bij mensen die te dik zijn. Vooral bij type 2 diabetes speelt erfelijkheid een rol. Als u van Marokkaanse, Turkse, Surinaamse of Hindoestaanse afkomst bent, heeft u een verhoogd risico op diabetes type 2. Wat zijn de verschijnselen? Mensen met een verhoogd glucosegehalte merken dat vaak niet. Sommigen krijgen klachten zoals veel moeten plassen, dorst en moeheid. U kunt last hebben van jeuk of slecht genezende wondjes en infecties van de huid. Diabetes kan op den duur problemen aan de ogen, de nieren, het zenuwweefsel en de bloedvaten veroorzaken. Daardoor kunnen klachten optreden als slechter zien, pijn en tintelingen in armen en benen, loopproblemen en seksuele stoornissen. Met diabetes heeft u meer kans op hart- en vaatziekten zoals angina pectoris (pijn op de borst), een hartinfarct of een beroerte. Adviezen Een gezonde leefwijze is voor mensen met diabetes extra van belang. Dat betekent niet roken, gezond eten en regelmatig bewegen. Probeer overgewicht tegen te gaan door gezonde voeding en extra lichaamsbeweging. Medicijnen Bij de behandeling van diabetes streeft men naar een normaal glucosegehalte van het bloed om de kans op klachten en latere gezondheidsproblemen te verminderen. Als u de genoemde adviezen opvolgt en uw glucosewaarden blijven toch te hoog, dan krijgt u tabletten om het glucosegehalte van uw bloed te doen dalen. Als deze onvoldoende helpen, dan zult u insuline moeten gaan gebruiken. Insuline wordt met een dun naaldje ingespoten. Iets meer over voeding Onze dagelijkse voeding bestaat uit drie hoofdbestanddelen, te weten koolhydraten, eiwitten en vetten. Deze bestandsdelen leveren alle drie energie. Glucose is afkomstig van koolhydraten. In een uitgebalanceerde voeding leveren koolhydraten minstens veertig procent van de hoeveelheid energie die een mens dagelijks nodig heeft. Koolhydraten komen veel voor in onze voeding. Koolhydraten is eigenlijk een verzamelnaam voor suikers en zetmeel. Koolhydraten in de vorm van zetmeel komen voor in brood, aardappelen, rijst, pasta en peulvruchten (bruine en witte bonen). Vruchten en vruchtensap bevatten eenvoudige koolhydraten als vruchtensuiker en druivensuiker. In melk, karnemelk en yoghurt zit melksuiker. In snoep, koek, gebak, frisdrank en dergelijke zit suiker (sucrose). Veel voedingsmiddelen bevatten een mengsel van complexe en eenvoudige koolhydraten. Goed, koolhydraten zitten dus gewoon in onze voeding en krijgen we dagelijks binnen. Hoe worden koolhydraten dan omgezet in glucose? Koolhydraten zijn te groot om te worden opgenomen in het bloed. Daarom worden koolhydraten in het maagdarmkanaal klein gemaakt. Een heel klein stukje koolhydraat heet glucose en glucose kan wel goed worden opgenomen in het bloed. Glucose is niet hetzelfde als suiker. Suiker, zoals we dat uit de keuken kennen, is eigenlijk 2 glucosemoleculen aan elkaar. Suiker kan niet zomaar in het bloed worden opgenomen. De glucosemoleculen worden in het maagdarmkanaal gesplitst en zo wordt suiker als glucose opgenomen. Bloedsuiker is dus eigenlijk een verkeerd woord. Het bloed vervoert de glucose naar alle cellen van het lichaam. De cellen gebruiken glucose als brandstof. Die brandstof geeft energie om te leven (voor lichamelijke en geestelijke activiteiten). De hoeveelheid glucose in het bloed wordt het bloedglucosegehalte genoemd. Hoe wordt glucose in het lichaam gebruikt ? De cellen krijgen door het bloed glucose aangeboden. De glucose kan echter niet zomaar in de cellen worden opgenomen. In alle cellen zitten een soort deurtjes. Deze deurtjes moeten eerst ‘open’ om glucose te kunnen opnemen. De sleutel om deze deurtjes te openen is het hormoon insuline. Insuline wordt gemaakt door de alvleesklier en naar behoefte afgegeven aan het bloed. Als de insulinesleutel de ‘celdeur’ heeft geopend, kan de glucose naar binnen. De glucose wordt daar onmiddellijk omgezet in energie of wordt opgeslagen als energievoorraad. De cellen hebben altijd energie nodig. Als we een tijdje niet gegeten hebben, beginnen cellen energie te gebruiken uit de energievoorraad. Als er koolhydraten gegeten zijn, gaat de bloedglucose omhoog. De alvleesklier reageert hierop door meer insuline te maken en af te geven. De insuline zorgt ervoor dat de glucose in de cellen wordt opgenomen. Hierdoor daalt de bloedglucose weer en de alvleesklier vermindert de insulineproductie. De insulineproductie is dus na elke maaltijd het grootst en daalt vervolgens weer. De bloedglucose stijgt ook elke keer na de maaltijd en daalt onder invloed van de insuline. Hierdoor kan de bloedglucosespiegel schommelen tussen de ‘normale grenzen’: niet te hoog, maar ook niet te laag, namelijk tussen de 4 en 8 mmol/liter (mmol/liter is een aanduiding van de hoeveelheid glucose in het bloed). Meten is weten Controles bij diabetes Bij diabetes streeft men naar een normaal glucosegehalte van het bloed om de kans op klachten te verminderen. Het is dan ook van belang dat u regelmatig voor controle komt, zodat de behandeling, zo nodig, kan worden aangepast. Daarnaast kunnen een gezonde voeding, regelmatige lichaamsbeweging, een normaal lichaamsgewicht, een normale bloeddruk en niet roken de kans op klachten verminderen. Daarom wordt bij de controles ook op deze factoren gelet. Driemaandelijkse controle De driemaandelijkse controle wordt door de huisarts of de assistente gedaan. Daarbij komen de volgende vragen aan de orde: Hoe voelt u zich in het algemeen? Heeft u verschijnselen gehad die op een te laag glucosegehalte kunnen wijzen (zoals honger, zweten, hartkloppingen, beven of verwardheid?) Of verschijnselen die op een te hoog glucosegehalte kunnen wijzen (zoals veel dorst, veel plassen, moeheid)? Heeft u vragen over uw voeding of dieet? Hoe gaat het met uw gewicht en het bewegen? Heeft u vragen over uw medicijnen? Metingen: Uw bloedsuiker wordt gecontroleerd. Een goede bloedsuiker is: nuchter: hoger dan 4 en lager dan 7 mmol/l; twee uur na het eten: lager dan 9. U wordt gewogen.Als u te zwaar bent, kan afvallen helpen de bloedsuiker te verlagen. En wordt uw bloeddruk gemeten. Jaarlijkse controle Bij de jaarlijkse controle wordt extra aandacht besteed aan klachten die bij diabetespatiënten vaak voorkomen. Naast de punten van de driemaandelijkse controle komt het onderstaande aan de orde. U kunt deze punten even nalopen voor u op controle komt. Zijn er problemen met het zien zoals wazig zien of dubbel zien? Jaarlijks of tweejaarlijks krijgt u een verwijzing voor controle door de oogarts. Zijn er problemen zoals pijn op de borst, benauwdheid of minder uithoudingsvermogen? Heeft u last van opgezette benen of pijn in uw benen bij het lopen? Heeft u pijn, tintelingen of minder gevoel in handen of voeten? Zijn er slecht genezende wondjes of infecties aan de voeten? Heeft u jeuk aan de geslachtsorganen? Heeft u last van erectiestoornissen of pijn bij het vrijen? Heeft u voldoende lichaamsbeweging?Lichaamsbeweging kan helpen de bloedsuiker te verlagen. Beweging is goed voor uw bloeddruk en uw lichaamsgewicht, en helpt de kans op hart- en vaatziekten te verminderen. Lukt het om te stoppen met roken?Diabetes en roken vergroten de kans op hart- en vaatziekten. Door te stoppen met roken kunt u deze kans sterk verminderen. Beperkt u het gebruik van alcohol? Metingen Uw bloeddruk wordt gemeten.Behandeling van een te hoge bloeddruk kan helpen de kans op hart- en vaatziekten te verminderen. Uw bloed wordt onderzocht op glucose, cholesterol en kreatinine. Als u diabetes heeft en uw cholesterol is te hoog, heeft u meer kans op hart- en vaatziekten. Daarom krijgt u voedingsadviezen en medicijnen om uw cholesterol te verlagen. Kreatinine wordt gemeten om te controleren of de nieren goed werken. De plas (urine) wordt gecontroleerd op eiwit.Eiwit in de urine kan wijzen op beginnende beschadiging van de nieren. Uw voeten worden onderzocht. Wat is HbA1c? Het HbA1c is een eiwit dat bij iedereen in het bloed aanwezig is. Dit stofje zit in de rode bloedcel. Omdat rode bloedcellen maximaal drie maanden leven, maakt het lichaam veel rode bloedcellen aan. Een net nieuwe rode bloedcel heeft een HbA1c waaraan nog geen glucose zit geplakt. Daarentegen heeft een oude rode bloedcel, die al drie maanden in het bloed rond circuleert, vaak een HbA1c waaraan glucose zit vastgeplakt. De hoeveelheid vastgeplakt glucose aan het HbA1c kan worden gemeten. Is er nu gedurende drie maanden veel glucose aanwezig in het bloed, dan zullen we meer vastgeplakt glucose meten dan wanneer er gedurende die drie maanden minder glucose in het bloed aanwezig is. Omdat er zowel jonge als oude rode bloedcellen aanwezig zijn in het bloed en we het HbA1c meten in het bloed dat uit uw arm gehaald is, weten we dat dit gemiddeld een afspiegeling is van uw gemiddeld bloedglucose van de daaraan voorafgaande twee maanden. Het HbA1c is dus een maat voor uw gemiddelde bloedglucosegehalte en zegt dus meer over uw regulatie dan één meting uit van het glucosegehalte uit uw vinger. Op basis van de hoogte van het HbA1c besluit uw arts of verpleegkundige of uw behandeling nog wel voldoende is: In de NHG-Standaard wordt van een goede glucoseregulatie gesproken bij een HbA1c onder de 7%. Wanneer het percentage daarboven ligt wordt gesproken over een slechte regulatie. In november 2007 hebben een controle uitdraai van de Hba1c in onze praktijk gemaakt. Hierbij was de gemiddelde Hba1c 6,8% . Gezien de hogere gemiddelde leeftijd van onze praktijk is dit een mooi resultaat. Het is belangrijk te beseffen dat niet iedereen een HbA1c onder de 7.0% haalt. Voor ouderen en voor insuline-afhankelijke patiënten gelden andere normen! Meten van de glucose Controle van uw bloedglucosespiegel is een belangrijk onderdeel van de behandeling van diabetes mellitus. Zelfcontrole is een goede manier om na te gaan hoe het lichaam reageert op voedsel, sporten, medicijnen, stress, ziekte enz. Helaas krijgen niet alle diabeten hun zelfcontrolemateriaal vergoed van de verzekering. In Nederland krijgen eigenlijk alleen diabeten die insuline spuiten regelmatig hun zelfcontrolemateriaal vergoed. Zelfcontrole apparatuur bestaat uit de volgende onderdelen: Bloedglucosemeters Prikpennen Teststrips Vooral de teststrips zijn kostbaar. Een teststrip kost ongeveer 1 euro. Bij een bloedglucosemeting wordt, na een vingerprik, bloed op een bij de glucosemeter behorende teststrip geplaatst. Zelfcontrole is niet moeilijk en kan redelijk snel geleerd worden. Echter, vaak worden er in de loop van de tijd nog veel fouten gemaakt door mensen die aan zelfcontrole doen. Zo moet ieder jaar de bloedglucosemeter geijkt worden en dit gebeurd lang niet altijd. Daarnaast kunnen het onderhoud van de glucosemeter en de procedure van het meten kunnen aanzienlijke meetfouten teweegbrengen. De grootte van de bloeddruppel die op de strip wordt aangebracht, verontreiniging van de glucosemeter, verkeerde codering van de glucosemeter en verouderde glucosestrips zijn dingen die fout kunnen gaan. Uit een onderzoek dat uitgevoerd is door onderzoekers van Diabetes Zorgsysteem West-Friesland blijkt dat ongeveer een kwart van de patiënten fouten maken bij de zelfcontrole. (1) Zij hebben onderzoek gedaan bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en die langer dan één jaar zelf hun glucosewaarden controleerden. Van de 249 deelnemende patiënten waren er 123 vrouw en de gemiddelde leeftijd was 69 jaar. Gebruikersfouten bij de zelfcontrole van de bloedglucose kwamen voor bij 59 patiënten (24%). Dit betrof de volgende fouten: problemen met de bloedglucoseteststrip (controlestrips waren verlopen, verkeerd bewaard of van en verkeerde kleur) verkeerde meeteenheid (mg/dl in plaats van mmol/l) af te keuren meter (geen juiste waarde bij gebruik van de controlestrip, defecte oude meter, afwijkende controlewaarden, ouder dan 3 jaar.) verschillende codes op display en strips vuile meter lege batterij Er werden geen fouten gemaakt bij het aanbrengen van de bloeddruppel op de glucosestrip. Wat verder opviel was dat vrijwel alle patiënten vragen hadden over het gebruik van de glucosemeter. Voor meer informatie over Diabetes Mellitus: Diabetes Vereniging Nederland Stichting Langerhans Voor verdere informatie: Zie ook de website van de Diabetes Vereniging Nederland: www.dvn.nl www.diep.nl www. Wij zijn aangesloten bij de zorggroep arnhem. http://www.huisartsenzorgarnhem.nl U kunt natuurlijk ook altijd voor vragen terecht bij uw huisarts en verpleegkundige