Bosecologie Wat is een bos? •Bossen zijn biotopen waar bomen het aspect bepalen. •Maar niet alleen bomen bepalen of het een “bos” is •Bij ons: # boomsoorten beperkt •Toch zijn de boomsoorten de sleutelsoorten Aandeel van verschillende taxongroepen voor de soortenrijkdom in gematigde loofbossen Uit wat bestaat een bos? Wat is er dat invloed heeft op het ecosysteem? Componenten van het ecosysteem • • • • • • • • Lucht Water Temperatuur Nutriënten (stikstof, koolstof, fosfor, kalium, calcium) Planten (bomen, struiken, kruiden) Bacteriën Schimmels Dieren (slakken, insecten, wormen, vogels, reeën) zon voedselcyclus Fotosynthese Respiratie zon voedselcyclus Fotosynthese Respiratie Canadees onderzoek (C-opslag) 7.3 kg in de vegetatie • 4.5 kg in het hout • 1.5 kg in the takken en bladeren • 1.3 kg in the wortels 10 kg in of op de bodem • 3 kg in de humus • 7 kg in de minerale bodem Diensten? • • • • • • Zuiveren van lucht Opslag van CO2 Vasthouden van water en bodem Hout Recreatie Behouden van biodiversiteit Adelaarsvaren Groot heksenkruid niets, toevallig door een dier wind, licht wind, zwaar vogels Ellenbergwaarden Nederlandse naam F N R L S Wetenschappelijke naam Bosaardbei 5 4 6 6 0 Fragaria vesca Bosandoorn 6 8 7 6 0 Stachys sylvatica Bosanemoon 6 4 5 5 0 Anemone nemorosa Bosbingelkruid 6 7 7 3 0 Mercurialis perennis Bosdroogbloem 6 3 4 7 0 Gnaphalium sylvaticum Bosereprijs 6 6 6 4 0 Veronica montana Bosgierstgras 5 5 6 4 0 Milium effusum 0 Brachypodium sylvaticum Boskortsteel 5 5 6 6 Standplaats – bostype? Nat - voedselrijk = ? Nat - zuur en voedselarm = ? Nat – zout water – Belgisch klimaat = ? Nat – zout water – tropisch klimaat = ? Nat –zoet water – getijdenwerking = ? Abiotische diversiteit biotische diversiteit Abiotische diversiteit biotische diversiteit Hoe krijg je diversiteit in je bos? • Door de abiotische diversiteit te behouden • Biotische diversiteit creëren boomsoorten, verschil in leeftijd • Door abiotische diversiteit te creëren: open plek, bosrand • Door natuurlijke processen toe te laten (windval, dood hout, dode dieren?) Abiotsche diversiteit: gradiënten • • • • Nat – droog Licht – donker Voedselarm – voedselrijk Koel – warm Belangrijke elementen voor de ecologie en het beheer • • • • • • • Welke boomsoorten Oppervlakte van het bos versnippering Leeftijd van het bos Structuur (horizontaal en vertikaal) Natuurlijke verstoringen Open plekken en bosranden Dood hout, dikke en holle bomen Belangrijke elementen voor de ecologie en het beheer • • • • • • • Welke boomsoorten Oppervlakte van het bos versnippering Leeftijd van het bos Structuur (horizontaal en vertikaal) Natuurlijke verstoringen Open plekken en bosranden Dood hout, dikke en holle bomen Eigenschappen van boomsoorten: •Maximale leeftijd •Schaduw maken •Schaduw verdragen •Afbraak strooisel NBL-natuurbeheer, module 2, bos en struweel Humus Zachte humus Ruwe humus • • • • • • • • • • • • • • Hazelaar Gewone es Linde Olm Esdoorns Populier Wilg Zoete kers Zwarte els Zomereik Wintereik Beuk Tamme kastanje Naaldbomen Aantal zaden • Zomereik: 15.000 • Grove den: 100.000 • Berk: 30.000.000 Belangrijke elementen voor de ecologie en het beheer • • • • • • • Welke boomsoorten Oppervlakte van het bos versnippering Leeftijd van het bos Structuur (horizontaal en vertikaal) Natuurlijke verstoringen Open plekken en bosranden Dood hout, dikke en holle bomen Sterk versnipperd bosareaal, vroeger reeds maar nu nog meer •Grotere bossen hebben meer bosplantsoorten •Maar verschillende kleine bossen samen hebben sneller meer soorten Zelfde trend voor andere soortgroepen, hier loopkevers Bepaalde bosvogels hebben grote bossen nodig Belangrijke elementen voor de ecologie en het beheer • • • • • • • Welke boomsoorten Oppervlakte van het bos versnippering Leeftijd van het bos Structuur (horizontaal en vertikaal) Natuurlijke verstoringen Open plekken en bosranden Dood hout, dikke en holle bomen Oude bossen •Bossen die sinds Ferraris (1775) nooit een ander landgebruik gekend hebben •Weinig verstoorde bodem •Rijk aan oude bossoorten (oude bosplanten, bepaalde loopkevers) •Vb.: Bosanemoon, Boszegge, Dalkruid, Ruige veldbies •Soorten met zeer trage verbreiding (20 – 100 m/eeuw) Flora Daslook Oude bosplant Verspreiding zaden: door mieren Enkele oude bosplanten • • • • Daslook Gevlekte Aronskelk Dubbelloof Groot heksenkruid • • • • • Dalkruid Klaverzuring Adelaarsvaren Heelkruid Valse salie Volledig lijst, artikel: Honnay, O., Degrootte, B. & Hermy M. Ancient-forest plant species in western Belgium: a species list and possible ecological mechanisms. Belgian journal of Botany, 130, 139-154. Oude bossoorten • Meeste oude bossoorten zijn soorten van gronden met een gemiddelde voedselrijkdom en pH-waarde • Vermijden zeer natte plaatsen en zeer droge • het zijn schaduw tolerante soorten • Vaak zijn het geofyten • 24 % van alle oude bosplantsoorten wordt verspreid door mieren • Het zijn vooral stress-tolerante soorten • Lijsten van oude bosplanten moeten regionaal worden opgesteld Fauna Loopkeversoort van oude bosgebieden Kan niet vliegen Slakkenloopkever, Cychurus attenuats Belangrijke elementen voor de ecologie en het beheer • • • • • • • Welke boomsoorten Oppervlakte van het bos versnippering Leeftijd van het bos Structuur (horizontaal en vertikaal) Natuurlijke verstoringen Open plekken en bosranden Dood hout, dikke en holle bomen Horizontale structuurvariatie: ontwikkelingsfasen van het bos Pionierfase Optimale fase Verval Veroudering Kale fase: zaailingen van bomen in concurrentie met gras Jonge fase: bomen boven grassen, aspect ongeveer zelfde als vorige fase Dichte fase: struweel-aspect Stakenfase: bomen 10 tot 20 m hoog (dicht bij elkaar) Boomfase: hogere bomen kroondak hier en daar open Vervalfase: afsterven van bomen Terugval naar een vorige fase alleen als, open plek > 1 x boomhoogte NBL-natuurbeheer, module 2, bos en struweel • Vele soorten gebruiken verschillende stadia in een bos • Vele soorten gebruiken geen bomen voor voedsel of om te broeden deze zijn afhankelijk van de open plekken • Soortendiversiteit is het laagst in de stakenfase • Specialisten vind je vooral in de eerste en laatste fases Vertikale structuur – boomlaag – bovenetage – middenetage – onderetage – Struiklaag – kruidlaag – moslaag Belangrijke elementen voor de ecologie en het beheer • • • • • • • Welke boomsoorten Oppervlakte van het bos versnippering Leeftijd van het bos Structuur (horizontaal en vertikaal) Natuurlijke verstoringen Open plekken en bosranden Dood hout, dikke en holle bomen Abiotische diversiteit • Toelaten: windval, ziekte • Creëren open plek maken, bosrand maken Yellow Stone Park, USA, na brand 1988, foto 1998 Windval Windval Windval Hoger, droger, uitgeloogd Vult zich met bladeren en is vochtiger, soms nat Vestigen zich vele zaailingen maar van maar weinig soorten Oorspronkelijke bovenste bodem, verrijkt door afgestorven wortel en stam Losse grond, verrijkt door afgestorven wortels Veel zaailingen en van verschillende soorten Vorming van open plekken • 3 % tot 24 % van het bos (gemiddeld 9,5%) • Continue vorming van kleine open plekken (1 of enkel bomen vallen) • Meestal kleinere diameter dan de hoogte van het bos • Open plekken worden soms groter • Grote open plek catastrofe Respons op verstoring Verstoring Kroon expansie Regeneratie Scheutvanuit vorming onderlaag Zaalingen plaatselijk Zaalingen migratie lichte, niet lang: kleine open plek +++ ++ lichte, niet lang, gemiddelde open plek + +++ + + ? lichte, niet lang, grote open plek + ++ ++ ++ ++ zware, niet lang (brand) ++ +++ ++ Zeer zware, niet lang, landverschuiving + + +++ Zeer zwaar, lang, akkerbouw +++ Hoeveel jonge bomen in een bos? • Aanplant: 2,5 m * 2 m verband = 2000 st/ha • Aanplant: 8 m * 8 m verband = 123 st/ha • In natuur vaak veel meer tot 500.000 st/ha (zaailingen tot 1 miljoen/ha) Beheer open plekken •kleine delen van het bos kappen (2 tot 3X boomhoogte) •5 tot 15 % van natuurbos kan open plek zijn •In meer dynamische bossystemen tot 30 % Bosrand langs pad: zoom en mantel goed ontwikkeld mantel mantel zoom zoom pad 12 m 6m 4m 40 m Belangrijke elementen voor de ecologie en het beheer • • • • • • • Welke boomsoorten Oppervlakte van het bos versnippering Leeftijd van het bos Structuur (horizontaal en vertikaal) Natuurlijke verstoringen Open plekken en bosranden Dood hout, dikke en holle bomen Tussen de 10-30% Aandeel dood hout in oude, strikte bosreservaten van Europa Aandeel dood hout in bosreservaten van Vlaanderen NBL-natuurbeheer, module 2, bos en struweel Gewone zwavelkop • • • • Zeer algemeen Op liggend dood hout Zorgt voor witrot Primaire houtafbreker Gewoon elfenbankje • • • • Zeer algemeen Secundaire afbreker Meestal op loofhout Komt na primaire afbrekers Spechten, Bialowieza Bosanemoon Wilgenroosje Zwarte specht • Niet bedreigd (800-900 broedparen) • Vaak in Beuken • Ook in levende bomen • Diameter stam : 40 tot 45 cm • Hoogte 8 m tot 12 m • Spechten algemeen: 20m3/ha staand dood hout is nodig voor goed populaties • Spechten maken holen voor andere holenbroeders