Ontdektocht Asserbos – Lente Antwoordblad Opdracht 1 Bladeren Wanneer je goed zoekt, zijn al deze bomen en struiken langs het pad gezellig. Opdracht 2 Boomsoorten Dit is een berk. Dat kan je in de zomer natuurlijk aan de bladeren. In de winter kan je dat zien aan de knoppen aan de takken. Opdracht 3 Jaarringen De omgezaagde boom is meer dan 75 jaar oud geworden. Let ook even op de paddenstoelen op het hout. Weet je ook waarom deze daarop zitten? Opdracht 4 Hulst De mannelijke boom is de tweede boom vanaf de paal. Hulst houdt in de winter zijn blad. Als er geen stekels aan de bladeren zouden zitten, zouden dieren in de winter de boom helemaal kaal kunnen vreten. Het is dus een bescherming tegen vraat. De bovenste bladeren hebben geen stekels, omdat dieren hier niet bij kunnen. Opdracht 5 Boomsoorten Esdoorn – Dit kan je zien aan de knoppen die tegenover elkaar zitten. Opdracht 6 Dood hout De sporen die door mensen gemaakt zijn, zijn bijvoorbeeld de letters die in het dode hout gekerfd zijn. Er zitten ook gaatjes in de stam. Deze zijn gemaakt door larven van insecten. Ook de gangetjes (lijntjes) zijn door insecten gemaakt. Opdracht 7 Bloemen Opdracht 8 Informatiebord Van het dode hout leven veel verschillende soorten insecten en andere bodemdieren. Deze dieren worden vervolgens weer gegeten door vogels. Ook paddenstoelen leven op dood hout. Opdracht 9 Vlier Veel mensen vinden dat dit vies ruikt. Maar dat is natuurlijk een wel een kwestie van smaak. Van de vlier maken wij trouwens wel vlierbloesemsap (van de bloemen) en vlierbessensap (van de bessen). Opdracht 10 Dood hout Opdracht 11 Jonge bomen Deze plantjes zijn hele jonge beuken. Eerst komen de kiemblaadjes die al in het beukennootje verpakt zaten en deze hebben een andere vorm. Het volgende paar bladeren zijn echte bladeren (en deze zien eruit als het blad van de beuk). Opdracht 12 Boomsoorten De eik heeft een veel ruwere bast dan de beuk. Opdracht 13 Beuk Beuken hebben een heel dicht bladerdek en daardoor groeit er maar weinig onder deze bomen. Dit komt omdat de jonge beuken (en andere planten) te weinig licht krijgen om goed te kunnen groeien. Opdracht 14 Boomwortels In bijna heel Drenthe zit een dikke laag leem in de bodem. Door deze leemlaag kunnen bomen niet zo diep wortelen en blijft het, na een regenbui, lang nat in het bos. Opdracht 15 Zevenblad Het blad van deze plantjes bestaat (meestal) uit zeven deelbladeren. Opdracht 16 Speenkruid Speenkruid komt al vroeg in de lente tevoorschijn. Wanneer er nog geen blad aan de bomen zit. Krijgt het speenkruid nog voldoende licht. Wanneer de bladeren aan de bomen komen en het speenkruid niet meer voldoende licht krijgt, verdwijnt het plantje bovengronds. Onder de grond blijven de wortels wel zitten. Deze lijken een beetje op spenen, vandaar de naam speenkruid. Opdracht 17 Hulst Waarschijnlijk vind je wel een blad met blaasjes. Wanneer je een blad met blaasje zonder gaatje vindt, kan je proberen de pop te vinden. Opdracht 18 Pitrus Aan de binnenkant van de stengels zit wit merg. Sommige mensen vinden dat een beetje naar komkommer ruiken. Opdracht 19 Els De elzenproppen hangen hoog in de boom. Opdracht 20 Klimop Klimop klimt met kleine hechtwortels omhoog langs de boom. Opdracht 21 Kamperfoelie Kamperfoelie klimt omhoog door zich rondom de boom te wikkelen. Ze kronkelen zelfs om elkaar stengels heen. Zo hebben ze ook genoeg stevigheid om zelf omhoog te klimmen. Opdracht 22 Jonge bomen Wanneer je goed kijkt, staat een deel van de bomen op een rij en deze zijn dus aangeplant. Ondertussen staan er ook veel jonge bomen kriskras tussendoor. Deze zijn dus uit zaad opgekomen. Opdracht 23 Vogelgeluiden In het voorjaar hoor je veel vogels. Ze zijn namelijk op zoek naar een partner en ze bakenen allemaal hun eigen leergebied (territorium) af. Opdracht 24 Dood hout De achterste boom is omgewaaid. Dat kan je zien aan de wortelkluit die nog aan de boom zit. Er worden ook bomen omgezaagd in het bos vanwege veiligheid en om het bos te verjongen. Het dode hout blijft liggen, omdat daar allerlei dieren en paddenstoelen van kunnen leven. Opdracht 25 De Zevenster Het aantal rechte paden dat bij de Zevenster uitkomt is acht. Daartussen lopen nog eens acht gebogen paden. Als je ook deze kleine zijpaden meetelt, dan kom je dus op zestien paden uit. De naam de Zevenster klopt dus eigenlijk niet. Opdracht 26 Kegels De zaadjes gaan draaien doordat er een soort vleugeltje aan zit. Opdracht 27 Naaldbomen De witte slierten zijn hars die uit wondjes stroomt. Opdracht 28 Boomsoorten De beuk staat rechts en de eik staat links van de paal. Opdracht 29 Nestkast De metselspecie zit boven het vlieggat net onder het dakje. Had je alle antwoorden gevonden? Je weet nu veel meer over het Asserbos! In het Duurzaamheidscentrum zijn ook regelmatig leuke activiteiten! Wil je op de hoogte blijven? Abonneer je dan op de nieuwsbrief via [email protected] ``