werkboekje deel 2

Bladeren zijn fabriekjes……
Bomen drinken water met hun wortels. Via de buisjes in de stam gaat het water naar de bladeren, de
nerven zorgen ervoor dat het water bij de bladgroenkorrels komt.
Kleur de kruin groen en de wortels lichtbruin……
Bladeren hebben aan de onderkant “huidmondjes”, die zijn zo klein dat je die met het blote oog niet
kunt zien. Hierdoor ademen de bomen.
Dit is een huidmondje, ongeveer 600 x vergroot.
Bladgroenkorrels zijn net kleine fabriekjes, ze maken voedsel voor de boom. Dat kan alleen maar als
het overdag licht is, bladgroenkorrels hebben water nodig, licht en kooldioxide.
Kooldioxide is wat wij uitademen, dat ademt de boom in, de blad groenkorrels zetten dit om in
zuurstof, en dat ademen wij weer in.
Dus mensen en bomen kunnen niet zonder elkaar.
Dit is een schematische tekening van een bladgroen korrel.
Maak de kringloop van een boom op de achterkant van dit blad.
Maak hier de kringloop van de boom, gebruik daarbij de informatie op het vorige blad. Zorg ervoor
dat de volgende woorden voorkomen in de kringloop, gebruik pijlen om te laten zien welke kant de
kringloop op gaat:
WATER, LICHT, KOOLDIOXIDE, HUIDMONDJES, ZUURSTOF, BLAD, BLADGROENKORRELS