Een tempel voor een boom. Dit maal eens geen kruid maar een boom. Bomen facineren mij zeker zoveel als kruiden. Een van de mooiste bomen vind ik de Japanse notelaar. Je zal misschien je wenkbrauwen optrekken bij het lezen van deze naam, doch de meeste mensen kennen deze boom bij haar Latijnse naam : de Ginkgo biloba. Normaal gezien heb ik het niet erg hoog op met exoten. Dit zijn bomen die van nature oorspronkelijk uit een ander land of werelddeel komen en die men hier introduceert om mee aan te planten in onze 'exotische tuinen'. Voor mij is het één van de weinige exoten waar ik toch een serieuze boon voor heb. En wel omwille van haar historische waarde. De Ginkgo is namelijk een levend fossiel. Om te beginnen is de Ginkgo geen loofboom, maar een naaldboom, al zou je dat op he eerste zicht niet zeggen. Om dit te begrijpen moet ik eerst een beetje uitleg geven over de evolutie van de plantengroei op aarde. In tijd waar de dinosaurussen het nog voor het zeggen hadden, (want van het menselijk ras was nog geen sprake) groeiden hier hoofdzakelijk reuzenvarens en reuzepaardestaarten. Wie een gekende soort uit de paardenstaartenfamilie wil opsporen, moet in het voorjaar maar eens op zoek gaan naar 'Heermoes'. Dit plantje groeit vooral op kale braakliggende terreinen en je herkent het nogal snel door de rechte opstaande stengels, waar telkens om de 5-cm een nieuwe krans stengelachtige bladeren ontstaan. Onze grootouders gebruikte deze plant om hun zilverwerk te poetsen. Voor zover ze dat hadden, natuurlijk. Deze varens en paardestaarten bereikten hoogtes van wel 50 meter en meer. Deze hoogte kan je het best vergelijken met de allerhoogste Beuken uit het Zoniënwoud. Serieuze kanjers dus ! Bij het aanbreken van de eerste ijstijden hebben zowel de dieren als de planten zich moeten aanpassen aan de grote temperatuursverande-ringen. Diegenen die zich niet konden aanpassen gingen er tussen uit. Om als plant deze evolutie door te komen waren de mogelijkheden heel miniem. De grote varenplanten en reuzepaardestaarten konden enkel drastisch krimpen. Zodoende moesten ze minder van het ijskoude water opnemen. De bomen die toen groot zijn gebleven zijn soorten die de naaldbomen werden. Door hun kleine bladeren ( ja, ja, want naalden zijn ook bladeren) hadden ze aardig wat minder water op te nemen. Hierdoor konden ze beter tegen de koude. Bij het weer opwarmen van de aardkorst zijn de loofbomen ontstaan. Het werd warmer, dus konden de planten terug grotere bladeren hebben. Onze Ginkgo is dus een plant uit die periode : de boom illustreert de overgang van naaldboom, naar loofboom. Als je het prachtige blad van een Ginkgo biloba eens goed bekijkt zie je dat het blad gevormd wordt door de talrijke, naast elkaar liggende naalden. Deze bladeren worden tegenwoordig nogal gegeerd door juweliers. Zij drogen de bladeren en beslaan ze nadien met bladgoud. Zo heb je prachtig gedesignde hangers of oorbellen. Ook in de geneeskunde heeft deze boom een niet onbelangrijke waarde. Uit de Ginkgo worden stoffen getrokken die helpen bij het verbeteren van het geheugen bij oudere mensen. Ook binnen de cosmetica is de Ginkgo geen onbekende. Uit de bladeren trekken ze een etherische olie die het haar goed doet glanzen. De boom is inheems in China en Japan. De boom wordt er vaak aangeplant bij tempels en andere heiligdommen. De pitten van de Japanse notelaar worden uit de oranje kleurige vruchten gehaald en geroostert. Japanners zijn dol op deze lekkernij. Het is ook een boom die uitermate veel respect heeft afgedwongen door de Japanners, want het was de eerste doom die terug tevoorschijn kwam uit de Japanse bodem van de totaal vernielde stad Hirosjima, na het atoombombombardement. Zo zie je maar, een boom kan zelfs de verschrikkingen van de ergste oorlogsschade overwinnen en geeft ons mensen weer de kracht om verder te streven naar een vredevolle wereld. Onlangs heb ik via de radio, pater Luc Versteylen (de stichter van de 'Groene fietsers' en Agalev) horen zeggen dat hij graag zo'n boom zou wensen op zijn graf. Het zou zelfs een mooie gedachte zijn, mocht ieder mens bij zijn dood zijn lievelingsboom te laten planten, opdat de nabestaanden de overledene nog lang zouden herinneren. Voor mijn part mag men gerust een boom planten. Welke zal je je misschien afvragen .... mijn lieftallige echtgenote weet het en de anderen moeten maar wachten tot ik het wereldse heb ingeruild tegen een verblijf in de 'tuin van het eeuwige'. Be green en tot het volgende rubriekje. René Lux ©