Het Bosdecreet van 13 juni 1990 heeft tot doel het behoud, de

advertisement
EEN WOORDJE UITLEG ! ! !
Het Bosdecreet van 13 juni 1990 heeft tot doel het behoud, de bescherming en het beheer
van alle bossen in het Vlaams Gewest te regelen. De diverse functies van het bos, met als
belangrijkste de economische, de sociale en de ecologische functie, worden er wettelijk in
vastgelegd. Door subsidies wil de overheid een gerichte financiële ondersteuning bieden
voor een beter beheer en een uitbreiding van de oppervlakte van het privé-bos. De
subsidieregeling werd bij besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1991
goedgekeurd.
VOORWAARDEN
Een subsidie kan worden toegekend voor de beplanting met houtachtige gewassen. De minimum oppervlakte per dossier bedraagt 0.50 ha. Kleinere oppervlakten kunnen in aanmerking komen voor zover ze
minder dan 1 kilometer van elkaar verwijderd liggen. Kleinere oppervlaktes van verschillende eigenaars
mogen in één dossier samengevoegd worden om te komen tot de minimumoppervlakte van 0.50 ha.. Ook de
herbezetting van het terrein door natuurlijke verjonging (geen opslag !) kan in aanmerking komen voor
subsidiëring.
Voor herbebossing moet het nummer van de kapmachtiging afgeleverd door de afdeling Bos & Groen
op de aanvraag vermeld worden.
De beplanting mag niet in tegenspraak zijn met andere wetgevingen terzake. Beperkingen kunnen o.m.
opgelegd worden door de wetgeving inzake Ruimtelijke Ordening, Milieu, Natuur en Landinrichting.
Bebossingen in gele zones van het Gewestplan moeten bijkomend vergund worden door de gemeente
conform art. 35 § 5 van het Veldwetboek. Voor bebossingen in groene zone kan een natuurvergunning nodig
zijn indien de bebossing een bestaande vegetatie wijzigt (gelieve hiervoor uw gemeentebestuur te
raadplegen).
Daarnaast zal afdeling Bos &Groen de aanvraag ook nog voor advies voorleggen aan afdeling Land (voor
bebossing in gele zone) en/of aan afdeling Natuur (voor bebossing in groene zone).
De eigenaar wiens (her)-bebossing gesubsidieerd wordt door de overheid, engageert zich om het bos
niet te kappen binnen een periode van 20 jaar of de bestemming ervan te wijzigen binnen deze
periode. Een afwijking kan eventueel toegestaan worden door de woudmeester.
De aanvrager zal ook geen andere subsidie aanvaarden voor de (her)-bebossing van hetzelfde terrein.
Gehele of gedeeltelijke terugbetaling van het subsidiebedrag zal worden geëist als niet voldaan wordt aan
de voorwaarden of als er onvoldoende zorg of voorbereiding aan de beplanting wordt gegeven waardoor het
welslagen van de werken in het gedrang komt.
BEDRAGEN – BOOMSOORTEN – PLANTAFSTANDEN
De eenheidsbedragen per hectare voor de verschillende toegestane boomsoorten zijn opgenomen in bijlage I
van het besluit van 29 april 1991. Per boomsoort wordt er ook een bosbouwkundig verantwoorde maximum
plantafstand opgelegd (zie lijst).
Bij menging van boomsoorten wordt het bedrag bepaald door (plantafstand x aantal planten/boomsoort) =
beplante oppervlakte en deze te vermenigvuldigen met het eenheidsbedrag. Alle oppervlakten worden
afzonderlijk per boomsoort berekend en per are naar onder afgerond.
De toegekende subsidie wordt berekend op basis van de gegevens in de aanvraag. Het effectief uitbetaalde
bedrag wordt berekend na controle van de werkelijk uitgevoerde beplanting, maar kan nooit hoger zijn dan
het toegekende bedrag.
2
BOOMSOORTEN – EENHEIDSBEDRAGEN – MAXIMALE PLANTAFSTANDEN (x)
klasse I – eenheidsbedrag 100.000,- Fr./ha
klasse IV - eenheidsbedrag 40.000,- Fr./ha
Zomereik (Quercus robur)
(*)(2)
Valse acacia (Robinia pseudoacacia)
(1)
Wintereik (Quercus petraea)
(*)(2)
Taxus (Taxus baccata)
(1)
Es (Fraxinus excelsior)
(3)
Corsicaanse pijn (Pinus nigra var Corsicana)
(*) (1)
klasse II – eenheidsbedrag 80.000,- Fr./ha
Lork (Larix kaempferi en eurolepis)
(*) (4)
Haagbeuk (Carpinus betulus)
Grauwe els (Alnus incana)
(1)
Beuk (Fagus sylvatica)
Boskers (Prunus avium)
(1)
(*)(4)
Douglas (Pseudotsuga menziesii)
(*)(2)
(5)
Jeneverbes (Juniperus communis)
(6)
Esdoorn (Acer campestre, pseudoplatanus en platanoïdes) (5)
Cultuurpopulier met onderetage
Linde (Tilia cordata, platyphyllos en x vulgaris)
klasse V - eenheidsbedrag 20.000,- Fr./ha
(5)
Olm (Ulmus glabra (scabra) en minor (campestris) (**)(5)
klasse III – eenheidsprijs 60.000,- Fr./ha
Cultuurpopulier
(*)(8)
(*)(8)
Boom- en struiksoorten in onderetage
Zwarte els (Alnus glutinosa)
(1)
Wilg (Salix spp.) (**),Vlier (Sambucus nigra), Lijsterbes
Berk (Betula pendula en pubescens)
(1)
(Sorbus aucuparia), Hazelaar (Corylus avellana), Hulst (Ilex
Gewone pijn (Pinus sylvestris)
(1)
aquifolium), Vuilboom (Frangula alnus), Gelderse roos
Wilg (Salix alba, fragilis en x rubrens)
Tamme kastanje (Castanea sativa)
Moeraseik (Quercus palustris)
Amerikaanse eik (Quercus rubra)
Walnoot (Juglans regia)
Zwarte populier (Populus nigra)
(**) (1)
(*) (2)
(3)
(Viburnum opulus), Kardinaalsmuts (Evonymus europaeus),
Rode kornoelje (Cornus sanguinea), Vogelkers (Prunus padus),
Veldesdoorn (Acer campestre), Meidoorn (Crataegus
(*)(3)
monogyna), Hondsroos (Rosa canina), Wilde appel (Malus
(6)
sylvestris), Wilde peer (Pyrus communis), Mispel (Mespilus
(**)(7)
Abeel (Populus alba)
(8)
Grauwe abeel (Populus canescens)
(8)
germanica), Eglantier (Rosa rubiginosa), Wegedoorn (Rhamnus
cathartica)
Maximum plantafstanden :
(1) = 2 x 2 meter
(2) = 2 x 2,5 meter
(3) = 2,5 x 2,5 meter
(4) = 2,5 x 3 meter
(5) = 3 x 3 meter
(6) = 4 x 4 meter
(7) = 8 x 8 meter
(8) = 9 x 9 meter
(*):
Voor deze boomsoorten moet overeenkomstig het Koninklijk Besluit van 14.09.1973
(B.S. 01.12.1973) een certificaat van herkomst van het plant- en zaaigoed van het Ministerie van
Landbouw (Dienst Teeltmateriaal) afgeleverd worden. Dit groene papier moet bij de aanvraag tot
uitbetaling van de eerste subsidieschijf gevoegd worden.
(**):
Het gebruik van deze boomsoorten vergt een voorafgaand advies van het Instituut voor Bosbouw en
Wildbeheer, Gaverstraat 4 – 9500 GERAARDSBERGEN.
3
Voorbeeld (voor eenheidsprijzen en maximum-plantafstanden : zie lijst).
Boomsoort
Max.
plantafstand
2 x 2,5 meter
Eik
(100.000
fr./ha)
3 x 2,5 meter
Beuk
(80.000
fr./ha)
3 x 2,5 meter
Lork
(40.000
fr./ha)
TOTAAL
TE BETALEN BEDRAG :
Voorgestelde Goedgekeurd
oppervlakte bedrag (bfr.)
van aanvraag
Uitgevoerde
werken
(aantal
geplante
bomen)
Oppervlakte :
aantal x max.
plantafstand
Berekend
bedrag
(bfr.) per
boomsoort
35 are
(3.500 m2)
35.000,-
1.000 stuks
(*)
40 are
(1.000 x 4 m2)
40.000,-
15 are
(1.500 m2)
12.000,-
190 stuks
11.200,-
30 are
(3.000 m2)
12.000,-
350 stuks
14,25 are =
14 a
(190 x 7,5 m2)
26,25 are =
26 a
(350 x 7,5 m2)
80 are
80 are
59.000,59.000,(60% = 35.400,-)
(40% = 23.600,-)
10.400,-
61.600,-
(*) eigenaar beslist om de Eiken op 2 x 2 meter te planten.
ADMINISTRATIEF
De subsidie-aanvraag wordt gestuurd naar de woudmeester van de provincie, waar het grootste gedeelte van
het bos ligt. De aanvraag moet drie maanden vóór de beplanting opgestuurd worden.
Beplantingen die reeds uitgevoerd zijn, komen NIET in aanmerking voor subsidiëring.
De aanvrager krijgt een ontvangstmelding met eventuele opgave van ontbrekende of onvolledige gegevens.
Indien de aanvraag onontvankelijk verklaard wordt, wordt dit met een gemotiveerde beslissing meegedeeld.
Een aanvraag die aan de gestelde voorwaarden voldoet, krijgt een registratienummer van de woudmeester.
Het registratienummer moet op alle correspondentie i.v.m. het dossier vermeld worden.
Tien dagen vóór de aanvang van de werken wordt het bosbeheer verwittigd.
Na het beëindigen van de werken stuurt de aanvrager het formulier voor de uitbetaling van de eerste schijf
naar de woudmeester. Dit formulier ontvangt u zodra de minister zijn goedkeuring aan het dossier heeft
gehecht vanuit het hoofdbestuur te Brussel.
Bij het indienen van de betalingsaanvraag moet het attest van herkomst (groen papier van het Ministeire
van Landbouw) dat voor sommige boomsoorten door de kweker (verkoper) moet afgeleverd worden, aan de
aanvraag toegevoegd worden.
Gebruik van zelfgekweekt plantmateriaal moet expliciet en schriftelijk bevestigd worden.
CONTROLE EN BETALING
Het eerstvolgende vegetatieseizoen wordt de beplanting gecontroleerd door het Bosbeheer. Indien hieraan een
gunstig advies wordt gegeven, wordt de eerste schijf van 60% betaald. Zo niet ontvangt u een brief met de reden
van niet-betaling en een bijkomend beplantingsvoorstel van de ambtenaar privé-bos.
Voor de betaling van de overige 40% van de subsidie ontvangt u het aanvraagformulier ook rechtstreeks van het
hoofdbestuur van de afdeling. De uitbetaling van de tweede schijf van de subsidie is gekoppeld aan het bezitten
van een goedgekeurd bosbeheersplan voor zover uw bos groter is dan 5 ha. (artikel 43 § 3).
De ambtenaar privé-bos van uw provincie verstrekt hierover graag de nodige uitleg.
4
Bij gebruik van de boomsoorten uit de lijst van “boomsoorten en struiksoorten in
onderetage” moeten volgende normen gerespecteerd worden en wordt volgende
berekeningswijze toegepast :
Bosaanplanting in wijd plantverband (7) of (8) :
De onderlinge afstand tussen de aangeplante bomen (hoofdsoort + nevensoorten) moet
kleiner of gelijk aan 3 meter zijn.
Dit betekent dat naast de hoofdboomsoort in wijd plantverband ca. 1.000 stuks in de
Onderetage moeten worden aangeplant. Voor een dergelijke aanvulling wordt een
Bijkomende subsidie van 20.000,- Fr./ha toegekend.
Bosaanplanting in eng plantverband (1) t/m(6) :
Het heeft uiteraard geen zin om tussen deze enge plantverbanden nog bijkomend plantsoen te
planten. Daarom wordt een vervanging van de hoofdboomsoort toegestaan zonder dat er
afbreuk gedaan wordt aan het eenheidssubsidiebedrag dat voorzien is voor deze
hoofdboomsoort.
Vb. Ik leg een bos aan van 1 ha met Zomereik als hoofdboomsoort in een plantverband van 2
x 2 meter. Dit brengt het totale plantaantal op 2.500 stuks. Wanneer van dit totale aantal
minstens 10 % (250 stuks) en maximum 25 % (625 stuks) bestaat uit andere boom- of
struiksoorten heeft u recht op een bijkomende subsidie van 20.000fr./ voor de ganse
oppervlakte. Concreet betekent dit 100.000 fr. voor één ha Zomereik met bijkomend 20.000
fr./ha menging. Het totale subsidiebedrag komt hiermee op 120.000 fr.
Een onderetage wordt alleen voor berekening in aanmerking genomen wanneer er
effectief aangeplant wordt. Het behoud van een hakhoutetage is een maatregel van
behoorlijk bosbeheer en wordt niet extra gesubsidieerd.
Enkele tips :
v U vindt een lijst van bosboomkwekers in de betreffende rubriek van de telefoongids.
v Voor grote beplantingen is het raadzaam de kwekerij te bezoeken en het plantmateriaal op
voorhand te reserveren.
v Indien de gewenste boomsoort, kwaliteit of hoeveelheid niet voorhanden is, kan beter een
seizoen gewacht worden met de bosaanleg.
v Plant bij voorkeur bij zacht, mistig, windstil weer.
v Vraag onmiddellijk het herkomstcertificaat bij levering van het plantsoen.
v Een aantal cultuurpopulieren zijn verhoogd gevoelig voor roestziekten. De variëteit
‘Boelaere’ is daarom van de lijst geschrapt en wordt niet meer gesubsidieerd.
Wanneer u toch nog populieren wenst aan te planten, is het raadzaam om, naast de veel
gebruikte ‘Ghoy’ ook de variëteiten ‘Gaver’, ‘Gibecq’, ‘Ogy’, ‘Isieres’, ‘Hoogvorst’ en
‘Hazendans’ te gebruiken. Beperk de oppervlakte per populierenvariëteit tot 0.5 à 1 ha.
Plant de poten alleszins diep genoeg (0,80 cm – 1,00 m) zodat ze beter bestand zijn tegen
een droog voorjaar.
Opmerking: naar alle waarschijnlijkheid zullen de populieren om reden van de roestziektes
op termijn volledig geschrapt worden van de lijst met subsidieerbare boomsoorten.
Voor het bebossen, dit is het aanleggen van nieuw bos, op ‘landbouwgronden’ bestaat er
een specifiek subsidiesysteem in samenwerking met de E.U. De subsidies die hierin
voorzien worden, zijn hoger. Op eenvoudige vraag zenden wij u graag een brochure.
Download