Schieters - SESVanderHave

advertisement
SCHIETERS IN SUIKERBIETEN
2016
Wat is een schieter?
schieten
van de stengel
+
scheutvorming
ZAADVORMING
Soorten schieters
SCHIETERS
Contaminatie
in de bodem
Onkruidbieten
wilde bieten of
afstammelingen
van vroegere schieters
GOED ONDERHOUD
VAN HET VELD
Gezaaide bieten
met zaaizaad
Contaminatie
tijdens
zaadvermeerdering
TESTEN EN GOEDE BESCHERMING
VAN PRODUCTIEZONE
Rasafhankelijke
schieters
interactie genetica en
omgevingsfactoren
AANGEPASTE
VARIËTEITSKEUZE
Rasafhankelijke schieters: mechanisme
Genetische gevoeligheid
plantenstadium
Temperatuur
Vernalisatie/
devernalisatie
Licht:
Fotoperiode, golflengte
Fytohormonen:
Gibberlines/auxines
Integratie van signalen:
- activerende genen
- afremmende genen
Schieters
Geen schieters
Andere factoren:
stikstof,
populatiedichtheid
Rasafhankelijke schieters
Het doorschieten van bieten is een volkomen natuurlijk
fenomeen. Zonder doorschieten, geen zaadproductie!
Natuurlijke levencyclus van de biet
 tweejarige plant:
• 1ste jaar: wortelproductie met aanmaak suikerreserves
• 2de jaar: aanwenden van deze suikervoorraad
om zaad te produceren (reproductie)
Rasafhankelijke schieters
BEMESTEN, PHYTOS
UITZAAI
DEC
JAN
FEB
MAA
APR
MEI
JUN
JUL
SCHIETEN
DEC
JAN
FEB
VERNALISATIE:
KOUDE PERIODE
MAA
APR
MEI
JUN
AUG
SEP
OCT
NOV
OCT
NOV
OOGST
JUL
AUG
SEP
Productievelden van zaden
VROUWELIJK
MANNELIJK
Schieters: beïnvloedende factoren
Er bestaat interactie tussen de verschillende
beïnvloedende factoren
• Genetische gevoeligheid
• Temperatuur
• Licht
• Teelttechniek
• Verschillende soorten stress
Genetische gevoeligheid
• Elk ras heeft een zijn eigen gevoeligheidsniveau.
Rhizoctoniarassen zijn over het algemeen veel gevoeliger
• Verschillende genen spelen een rol in deze
schietersgevoeligheid
• Positie in het genoom nog niet goed gekend
(gecompliceerd)
• Een ras kan in bepaalde omstandigheden zeer
gevoelig zijn, maar in andere zeer resistent
In elk geval: men kan geen 100%
schietervrije rassen garanderen
Temperatuur
• Vernalisatie: fysiologische verandering van de plant als
gevolg van de kou, die de bloei op gang brengt
• Optimale temperatuur voor de vernalisatie schommelt
rond 7° C - 8° C
• Een koudeperiode (tussen 2° C en 12° C) gedurende 10
tot 40 dagen helpt de vernalisatie
• Belangrijk: temperaturen onder 0° C hebben geen
invloed op vernalisatie, integendeel
Temperatuur
• Elk stadium is gevoelig (de gevoeligheid neemt toe
naarmate de plant zich ontwikkelt, koudeperiode in mei
is gevaarlijker dan koudeperiode in maart)
• Devernalisatie: omgekeerd effect. Bij hogere
temperatuur (minstens 7 dagen > 25°C) gaan planten
devernaliseren: ze stoppen met zaad te produceren
ZAAI
61 DAGEN
PERIODE VERNALISATIE
90 DAGEN
120 DAGEN
PERIODE DEVERNALISATIE
Licht
• Foto(synthese)periode: aantal uren licht per dag
nodig om te schieten (vanaf 12-16 uur)
• Soort licht (de golflengte) beïnvloedt de
zaadvorming (rood licht, bijvoorbeeld, heeft de
grootste invloed)
Teelttechniek
Elementen die de vernalisatie beïnvloeden:
• Stikstof: stikstofrijke bemesting bevordert
schieten
• Bodemverdichting bevordert schieten
• Lage plantpopulatie (door plantuitval): kan de
schietersgevoeligheid bevorderen
• Topografie, kleur bodem, aanwezigheid
bomen, hagen, …
Stress
•
•
•
•
Waterstress (overvloed of gebrek aan)
Herbicide stress (shock, brandwonden,...)
Stress tijdens de opkomst
Stress door schade aangebracht door dieren
Wat kan u doen?
KIES EEN AANGEPASTE VARIËTEIT VOOR UW REGIO!
• Alle schieters zo vlug mogelijk verwijderen om
bodemcontaminatie te vermijden (zoniet bestaat het
risico dat het in de toekomst onmogelijk wordt om nog
bieten te telen op dat perceel)
• Zaaien op optimale datum voor de regio
• Niet te vroeg dubbel en tripel tolerant zaaien
Rhizoctonia - maar ook nematoderassen
• Niet te veel stikstof
• Stress en cultuurshocks vermijden
Download