Plantkunde : Oefeningen Test Plantkunde II Vragen van andere groep op de test Plaats in juiste volgorde: spiralisering, dna verdubbeling, celsplitsing, despiralisering o DNA verdubbeling, spiralisering, despiralisering, celsplitsing (volgens mij) In welke fase gaan de chromatiden naar de polen bij mitose o Anafase (volgens mij) In welke fase gaan de chromatide naar de polen bij meiose o Profase (heel zeker!) Geef synoniem voor o Deling van het celplasma → Cytokinese o Deling van de kern → karyokinese o Bladgroen → Choroplasten o Vormen van homologe chromosomen paren→ je beschikt over 5 chromosomenparen. W o Wat is de formule in het begin van de meiose? 2n=10 / 2n=5 / n=10 / n=5 →2n=5 ??? o Wat is de formule na meiose 2? 20=10/ 2n=5 / n=5 / n=10 → n = 10 ??? Leg uit: o Symplastisch transport Transport via het cytoplasma; dit gebeurt via openingen in de celwanden, plasmodesmata o Macro elementen Elementen die relatief in grote hoeveelheden belangrijk zijn voor de groei van hoger ontwikkelde planten Oefeningen op concentrates (2) Bereken aan de hand van een chromatogram een RF waarde + 3 juist/fout vragen o Bv: RF waarden van chlorofyl a is groter dan RF waarde van chlorofyl b: juist (dit kan je uitrekenen) Je krijgt waarden van de aardappelproef: bespreek de osmotische verschijnselen Ze vraagt hierbij of de concentraties hypo, hyper of isotonisch zijn Je krijgt preparaat van rode ui: wat zie je? o Vacuole krimpt bij toevoegen NaCl oplossing, water wordt uit vacuole gezonden zo krijgen we een intensere kleur. Je krijgt preparaat van prei: wat zie je? o De huidmondjes gaan meer open bij toevoegen van KNO3 Inleidingsles: 3 periodes voor delingsfase: groeifases G1 fase, S fase , G2 ase Mitose: Profase: o spiralisering o kernmembraan en nucleoli verdwijnen. Microtubili zorgt voor spoelfiguur Metafase: o chromosomen naar centrum en gebonden aan centromeren Anafase: o Centromeren splitsen en gaan naar de polen o Chromatiden → chromosomen Telofase o Terug een geordend netwerk Tekening van chromosoom op einde profase Verschil meiose en mitose Meiose: crossing over is mogelijk Metafase bij o Meiose: homologe centromeren liggen naast elkaar o Mitose: centromeren liggen in het equatoriale vlake Anafase bij o Meiose: zustercellen worden uit elkaar getrokken o Mitose: homologe cellen uit elkaar getrokken Type cellen bij o Meiose: geslachtscellen o Mitose: somatische cellen Type deling o Meiose: 2n → 2 * n o Mitose: 2n → 2 * 2n Stijn Vandelanotte 1 Plantkunde II Plantkunde : Oefeningen Membraanpermeabiliteit Plasmalemma / plasmamembraan: Omgeeft de protoplast Semipermeabiliteit: Enkel doorlaatbaar voor kleinere moleculen Turgor o De druk tgv celinhoud op het celmembraan o Veroorzaakt door aantrekking van water via osmose zodat de cel uitzet Waterpotentiaal: Pp (turgordruk) + Pπ (osmotische potentiaal) + Pm (matrixpotentiaal) Plasmolyse: Volume van cel daalt met toenemende concentratie van de oplossing tot een concentratie waarbij de plasmamembraand de celwand loslaat (hierbij is Pp = 0 ) Kleur van water bij koude behandeling Wanneer de cilinder in de diepvriezer wordt geplaatst, bevriest het water in de vacuole. Het verschijnsel van water naar ijs gaat gepaard met uitzetting van de materie. De vacuole zwelt dus en maakt scheuren in de tonoplast en het plasmamembraan. Door het scheuren kan het betacyanine vrijkomen en zo kunnen wij de roze kleur waarnemen. Kleur van water bij warmte behandeling Het uitlekken van betacyanine wordt veroorzaakt door beschadiging aan het plasmamembraan en de tonoplast. De pigmenten zitten in de vacuole van de cel. Door beschadiging van de tonoplast komen de pigmenten in het cytoplasma terecht. Als wij de pigmenten willen kunnen waarnemen, moet er ook beschadiging optreden aan het plasmamembraan. Hierdoor kunnen de pigmenten zich buiten de cel bevinden. Lengte van aardappels bij toevoegen van sucrose o Hoe meer sucrose , hoe korter Hardheid van aardappels bij toevoegen sucrose o Hoe meer sucrose, hoe soepelder Proef met organische solventen o Methanol bevorderd meer de afbraak van eiwitten en vetten dan aceton Plantengroeiregulatoren Macro elementen o Elementen die relatief in grote hoeveelheden belangrijk zijn voor de groei van hoger ontwikkelde planten Micro elementen o Elementen die slechts in kleine hoeveelheden nodig zijn Deficientie verschijnselen of gebreksziekte o Als een macro element niet of onvoldoende aanwezig zijn kun je dit zien aan deze deficiëntie verschijnselen ⇒ zichtbare symptomen Groepen groeiregulatoren o Auxinen bevorderen celstrekking , belangrijk bij celdeling en differentiatie o Cytokininen in interactie met auxinen celstrekking in toppen, doorbreken vd rust bij knoppen, zade o Gibberellinen bevorderen groei, zorgen voor celdelingen, doorbreken vd rust bij knoppen, zaden o Abscisinen remt de groei, bevorderd de veroudering o Ethyleen remt groei en bevorderd veroudering Planten voor determinatie # fluitenkruid # veldzuring # wikke # zachte ooievaarsbek # klein kruiskruid # smeerwortel # hondsdraf # vogelmuur # akkerviooltje # kleine veldkers # reigersbek Stijn Vandelanotte 2 Plantkunde II