powerpoint-presentaties

advertisement
Sturen met organische stof in de
Veenkoloniën
– rol van mest- en reststoffen Marleen Zanen
[email protected]
19 februari 2015
Noord-Sleen
Samenwerking PNW-en
19-02-2015
Bodem = kapitaal
De rol van organische stof
Gewasrest,
groenbemester,
mest, compost,
reststoffen
Gewas
Lucht
Organische
stof
Water
Belangrijkste bodemeigenschappen
(groen) en knelpunten (rood)
Schils, 2012
Volgens 188 ondernemers werkzaam in onder andere veehouderij,
akkerbouw, vollegrondsgroenten, bloembollen en boomkweekerijen.
Organische stof in Drenthe
• Intensieve bouwplannen, weinig rustgewassen
• OS% van 3 tot 20% (koolstofrijk, weinig actief)
• Ca. 2.500 of meer kg EOS/ha/jr nodig voor balans
Rekensommetje: Bij 3% OS is voor verhoging met 1%
ca. 105.000 kg OS nodig = 35.000 kg EOS = 1000 ton
RDM = lange termijn!!
• Risico’s: verdichting ondergrond, stuifschade,
droogte/natheid, uitspoeling nutriënten, weinig
bodemleven
Werk in uitvoering
• Bodemvruchtbaarheid/bemesting:
maximaliseren OS input, mest- en reststoffen,
kwaliteit, optimaliseren pH
• Water:
vochtvasthoudend vermogen, opvang extremen,
drainage/egaliseren, voorkomen verdichting
• Grondbewerking:
minder afbraak OS, precisie bewerking (snelheid!),
niet-kerend versus spitten/ploegen
• Bodemweerbaarheid, ziekten&plagen:
voeden van het bodemleven, groenbemesters
•
•
•
•
Samenwerking akk-vee
Samenwerking landbouw-natuur
Sluiten (regionale) kringlopen
Vergroening (benutten van biodiversiteit!)
Betrek partijen met passende expertise!
Vragen voor vandaag
•
•
•
•
•
•
•
Heb ik OS nodig? En waarvoor?
Welke organische stof?
Wat is de kwaliteit?
Waar haal ik het vandaan?
Wat levert het me op?
Nieuwe ontwikkelingen?
…. En meer
OS
Programma
•
•
•
•
9:30 Ontvangst
9:45 Opening
10:00 Leen Janmaat: sturen op kwaliteit van compost
10:30 Martien de Haas: OS tool en sluiten regionale
mineralenkringlopen
• 11:00-11:15 Koffie pauze
• 11:15 Arnout Venekamp: nieuwe ontwikkelingen
• 11:35 Marleen Zanen: naar systeem aanpak
• 12:00 Afsluiting en Lunch!
Compost kwaliteit
Wat is goede compost?
Sturen op kwaliteit
Leen Janmaat
[email protected]
19 februari 2015, Noord Sleen
Humus & Organische stof
Humus is het traag afbreekbare deel van de
organische stof in de bodem; organische stof is al het
dode organische materiaal dat in de bodem aanwezig
is. Humus wordt gevormd door de ontbinding van
plantaardig en dierlijk materiaal. Vaak wordt het woord
humus gebruikt als synoniem voor compost, dit is
onjuist. Humus kan worden ingedeeld naar
verschillende criteria, zoals chemische
extraheerbaarheid, afbreekbaarheid, vorm en
ontstaanswijze.
Compost is een resultaat van een door mensen
gecontroleerd ontbinding- en opbouwproces.
Waarom Compost?
• Compost geeft body aan lichte zandgrond, maakt
deze vruchtbaarder;
• Compost zorgt voor structuur en lucht in een zware
kleigrond;
• Compost zorgt er voor dat mineralen via
levensprocessen door de plant worden opgenomen;
• Compost bevat micro-organismen die concureren en
daarmee enkele bodemziekten onderdrukken.
Bemesting
Organische stof
Structuur &
Beworteling
Bodemleven
Ziektewering
Compostering
Compostkwaliteit
Zware metalen in mg per kg ds
Cd (Cadmium) 1 mg/kg ds
Cr (Chroom) 50 mg/kg ds
Cu (Koper)
90 mg/kg ds
Hg (Kwik)
0,3 mg/kg ds
Ni (Nikkel)
20 mg/kg ds
Pb (Lood)
100 mg/kg ds
Zn (Zink)
290 mg/kg ds
As (Arseen)
15 mg/kg ds
Lage gehalten aan zware metalen
Vrij van glas en plastic
Ziektewering
Compost materialen
Verkrijgbaarheid – C/Nverhouding – Prijs/Vergoeding
Compostkwaliteit
Structuur
Evaluation of the compost structure
very fibrous
fibrous
fibrous / crumbly
crumbly
Water
Fist test to control the humidity of compost during the composting process
too wet
OK
too dry
very crumbly
Compost samenstelling
PARAMETER
ANALYSE RESULTAAT
in g / kg op basis van
droge stof
ANALYSE RESULTAAT in kg / ton van het
ongedroogd product
Droge stof
Totaal-stikstof (N)
8.9
589
5.2
Fosfaat
(P2O5)
4.1
2.4
(K20)
6.7
4.0
2.2
1.3
Kali
Magnesium (MgO)
Zwavel
(S)
1.7
PARAMETER
ANALYSERESULTATEN
Organische stof % van de d.s.
22.5
Zware metalen *)
1.0
EIS: COMPOST
> 10
< 0.3
1.0
Chroom (Cr)
22
50
Koper (Cu)
23
60
Kwik (Hg)
0.07
0.3
Nikkel (Ni)
8
20
Lood (Pb)
33
100
Zink (Zn)
68
200
Arseen (As)
4.7
Cadmium (Cd)
CONCLUSIE VOOR DEZE PARTIJ COMPOST:
15
VOLDOET AAN EISEN COMPOST
C/N
• Een hogere C:N verhouding vraagt
meer stikstof en tijd om verteerd te
worden en heeft dus langer effect op de
bodemstructuur.
• Een lagere C:N verhouding vraagt
minder stikstof maar is eerder verteerd.
Groencompost 20/1 GFT 10/1 Stro 60/1
Toepassing
Doel:
• Organische stof, zie samenstelling
• Bemesting, zie analyse
- hoeveel fosfaat bevat de compost?
- C/N verhouding, prijs per kg N
• Structuur, zeefmaat en rijpheid
• Bodemleven versterken
• Betere opkomst na zaaien/winderosie
GFT Modelberekening
Uitgangspunt akkerbouwbedrijf op zandgrond
met granen, aardappel, bieten/conc.
Door meeropbrengsten en besparing
beregening geschatte rendement 17% (30 jaar)
(sterk afhankelijk van kosten ofwel verschil
drijfmest versus compost/GFT)
Keuze Compost
Afhankelijk van doel:
• Voor bemesting compost (GFT) met
hogere gehalten;
• Voor organsche stof, structuurhoudende
compost (hout);
• Voor bodemleven, goed uitgerijpte
compost na gecontroleerd proces;
• Schimmel of Bacterie dominant?
Bokashi?
• Fermentatie in een anaeroob proces;
• Basis biomassa in lagen C/N rond 20:1,
voldoende vocht;
• Toevoegen: zeeschelpenkalk, kleimineralen en
Microferm;
• Na inkuilen verdichten en luchtdicht afsluiten;
• Bevat direct afbreekbare koolstof
(= voer voor het bodemleven)
Welke voordelen?
Hoe duurzaam is compost/bokashi?
• Gedurende compostering verdwijnt 50% van
de koolstof CO2
• Bij Bokashi blijft koolstof tijdens proces
behouden, wat gebeurt er na toediening?
• Beiden dragen bij aan bodemvruchtbaarheid
langere termijn
Hoe kiest u?
Wat kiest u?
Compost
Bokashi
Nutriënten Management Instituut B.V.
Postbus 250, 6700 AG Wageningen
T: 088 8761280
E: [email protected]
I: www.nmi-agro.nl
Toolkit
organische mest- en reststoffen
Praktijknetwerk Toolkit sluiten regionale mineralenkringlopen
Martien de Haas, Gerard Ros & Romke Postma
19 februari 2015
Aanleiding
Ontwikkelingen:
• Hoge opbrengstniveaus stellen hoge eisen aan
bodemvruchtbaarheid (organische stof én nutriënten)
• Schaarste grondstoffen => zuinig gebruik
• Sluiten nutriëntenkringlopen => ook op regioniveau
• Toenemend aanbod mest- en reststoffen
• Klimaatvriendelijke landbouw – beperken GHG
Vraag:
Wat kan een akkerbouwer hier mee?
Doel praktijknetwerk
Duurzaam bodem- en mineralenbeheer
via een optimale inzet van organische
mest- en reststoffen in akkerbouw op
zand- en dalgronden
Aandacht voor:
• People: wat wil / kan de ondernemer / akkerbouwer
• Planet: nutriënten, organische stof en CO2-voetafdruk
• Profit: economisch rendement, prijzen producten
Activiteiten praktijknetwerk
• Ontwikkeling toolkit voor toepasbaarheid
organische mest- en reststoffen uit regio
in akkerbouw
• Studiegroep-bijeenkomsten
• Praktijkproef
• Regiobijeenkomst
• Rapportage / artikel / Flyer
De toolkit: schematische opzet
• Rekenmodel in Excel
• Hulp bij keuze uit organische mest- en reststoffen
• Gebruiker geeft aan waarop hij wil sturen
De toolkit: hoe te gebruiken?
• Optie 1:
advies over best passende organische mest- of
reststof op bedrijf op basis van criteria
• Optie 2:
organische mest (b.v. op eigen bedrijf) is
voorkeursmeststof  advies over beste organische
mest- of reststof voor aanvulling
De toolkit: benodigde invoer
Invoer bedrijfsgegevens:
•
•
Locatie / provincie, gemeente  gebruikt voor bodem-gegevens en
CO2-voetafdruk (via transportafstand)
Bedrijfsgrootte
Invoer rotatiegegevens:
•
Rotatie  Aandeel gewassen, incl. groenbemesters
Invoer bodemgegevens:
•
Bodemgegevens  grondsoort en resultaten grondonderzoek
Flexibele invoer mogelijk: gebruik gebiedsgemiddelde
bodemgegevens en/of bouwplan als input
Wat is er nodig: de bedrijfsbehoefte
Stap 1
• NPK-bemesting volgens landbouwkundig advies
• wettelijke normen op bedrijfsniveau
• Benodigde onderhoudsbekalking
• EOS volgens OS-balans
Stap 2
Bereken of een meststof geschikt is voor het bedrijf
(waarbij gebruiker kan sturen op relevantie)
Databank org. mest- en reststoffen
Producten:
• Verschillende soorten dierlijke mest
• Fracties mestverwerking (dun, dik) en digestaat
• GFT- en groencomposten
• Reststoffen (protamylasse, betacal, betafert, vinassekali)
Eigenschappen
DS, OS, nutriënten (N, P, K, etc.), NW, prijs, CO2-voetafdruk
– extra: hulp berekening CO2-voetafdruk
Optie: zelf product(en) toevoegen
Variatie in hoeveelheid en stabiliteit OS
Variatie in meststoffen: stikstof
Verschillen in P- en K-gehalte
Databank eenvoudig uit te breiden
Invoer mogelijk van
eigen producten
waarvan de
samenstelling bekend is
De toolkit: instellen criteria
• Gebruiker geeft aan hoe zwaar hij criteria mee laat
wegen voor het maken van de meststofkeuze. Zie
voorbeeld:
De toolkit: een aantal illustraties
• Aantal scenario’s  advies voor beste meststofkeuze
• Resultaten zijn afhankelijk van bodem en bouwplan
Scenario
1
2
3
4
5
Criteria
OS
100
100
0
0
0
N
100
0
100
0
100
P
100
0
100
0
0
K
100
0
100
0
100
NW
0
0
0
100
0
CO2
0
0
0
100
100
Prijs
100
100
100
100
100
Een illustratie van het advies-scherm
Zand: sturen op OS en NPK en prijs
Vervulling bedrijfsbehoefte (%)
Top-4
EOS
N-wz
P
K
N-dm
Prijs
Rund drijfmest
133
59
96
119
100
(-28)
Rundvee dunne fractie
80
68
95
150
81
(-36)
Betafert digestaat
42
71
100
103
0
Rundvee dikke fractie
232
27
100
71
75
Als je stuurt op maximalisatie EOS én NPK én prijs: lastig
met organische meststoffen. Behoeftevervulling varieert.
Belemmeringen zijn product-specifiek
(-17)
Zand: sturen op OS alleen
Vervulling bedrijfsbehoefte (%)
Top-4
EOS
N-wz
GFT compost
100
6
Champost
100
17
Rundvee dik
100
LACO compost
100
P
K
N-dm
NW
43
0
84
60
54
-
12
43
31
32
-
4
51
32
0
++
Als je stuurt op maximalisatie EOS zonder aanvullende voorwaarden:
composten en dikke fracties zijn belangrijkste producten voor dit bedrijf.
Hier belangrijk: sturen op P versus OS
Zand: sturen op werkzame N P K
Vervulling bedrijfsbehoefte (%)
Top-4
EOS
N-wz
P
K
N-dm
Betafert digestaat
42
71
100
103
0
Rundvee dunne fractie
80
68
95
150
81
Zeugen gier
16
100
83
75
71
Runder drijfmest
133
59
96
119
100
Als je stuurt op maximalisatie NPK zonder EOS dan levert dit voor dit
bedrijf met name vloeibare bewerkte mestproducten op en RDM
Hier belangrijk: sturen op P versus OS
Zand: NW, CO2, N en K
Welke meststoffen als nadruk op NW en CO2?
• Kalkmeststoffen (uiteraard)
• Betacal
• Natte kalkslib
• Composten met hoog NW
Welke als nadruk op N, K en CO2?
• digestaten/ mineralenconcentraten => N-dm beperkend
Conclusies
• Nieuwe tool is praktisch handvat om keuzes te maken
uit divers aanbod aan organische mest- en reststoffen
voor beheer organische stof en nutriënten
o
o
o
o
Aanbod organische mest- en reststoffen is groot
Eigenschappen verschillen sterk
Organische stof bevatten nutriënten  gekoppeld
OS en nutriënten moeten in samenhang worden
beschouwd
• Flexibiliteit is voordeel:
o Database met organische mest- en reststoffen kan worden
uitgebreid en aangepast
Drents landbouwkapitaal
De inzet van de provincie Drenthe om uw
kapitaal te verzekeren
Arnout Venekamp
19 februari 2015
Bodembeleid
EU Kaderrichtlijn Bodem
• Concept Kaderrichtlijn Bodem
Nationaal
• Beleidsbrief duurzaam bodembeheer
Provincie Drenthe
• Bodemvisie
Agro Agenda NN
• Rode draad voor Agri Business
• Icoonprogramma Bodem
– Van kennis naar kunde
– Bodem APK
• Kringloop, meer uit minder
• Versnellingsagenda mvh
• Samenwerking akk - mvh








Aardkundige waarden
Bodemsanering
Archeologie
Ontgrondingen
Diepe ondergrond
Grondwater
Natuur
Landbouw (concept)
Wat doet Drenthe?
• Implementeren
• Uitvoeren
• Verordenen
• Stimuleren
• Agenderen
• Onderzoeken
Onderzoeken Drenthe
• NMI 2004
– Quickscan organische stof
• NMI 2009
– Afbraaksnelheid en inzicht in management
• NMI 2010
– Verbeteren monitoring OS
Conclusies onderzoeken
• Geen eenduidig beeld
• Lichte daling
• Grote verschillen tussen percelen
• Gunstige startwaarden OS
• Invloed bodemmanagement
Let op de (te) krappe bemesting!
Projecten








Bedreven Bedrijven Drenthe
Duurzaam boer blijven
Veldleeuwerik Drenthe
Bodemkwaliteit Drenthe
Credits for Carbon Care
Boeren op goede gronden
Grondig boeren met mais
Agenda voor de Veenkoloniën
Toekomst
Biobased Economy
 Relatie biobased economy en bodemvruchtbaarheid
Gevolgen Melkveewet
 Actieprogramma
 Samenwerking akkerbouw – mvh
POP 3
 Nieuwe projectmogelijkheden
 EIP
BEDANKT VOOR DE AANDACHT
Groenbemesters
Marleen Zanen, Louis Bolk Instituut, [email protected]
•
•
•
•
•
Zijn onmisbaar voor goede bodem conditie
Leveren organische stof (500-1000 EOS/ha)
Verbeteren bodemvruchtbaarheid (nutriënten)
Bevorderen een goede structuur
Verminderen verlies van nutriënten
Vanggewassen in
Spelregels:
• Vanggewas = minimaal 2 soorten (lijst met 30
gewassen), geen verhouding tussen soorten.
• Vóór 1 okt zaaien en minimaal 10 weken laten
staan (b.v. 1 september t/m 10 november)
Klepelen of maaien mag niet, bemesten wel.
Doodspuiten aaltjesbestrijder v.a. 31 dec
• 5% Ecologisch Aandachtsgebied: weegfactor
0,3 (150 ha = 25 ha vanggewas).
Maar…
Hoewel..
Visser, Molendijk, Korthals (PPO)
• Akkerbouwrotatie Vredepeel
• P.p. besmetting in bio (lees meer EOS!) systematisch lager!
• Oorzaak? Meer organische mest?
Naar een robuust landbouwsysteem
69
Casus Bladrammenas
•
•
•
•
Penwortel
Snelle bovengrondse groei, onkruid onderdrukking
Vrij vorstgevoelig
Lage C/N (ca. 17), snelle vertering in voorjaar
• Aaltjes:
– Matige vermeerdering wortellesieaaltje (P. penetrans) en
wortelknobbelaaltje (M. hapla).
– Vrijlevende trichodoriden: slechte vermeerdering P.teres, sterke
vermeerdering T. primitivus.
– Geen waardplant voor tabaksratelvirus, dus afname van de infectiedruk.
Casus Bladrammenas
• Demo akkerbouwer Oranje
• 3 bemestingsvarianten: 15m3VDM (77 kg N), 250kgKAS
(67 kg N), nul
• Zaaidatum: 29 aug 2014
• Voorvrucht: zomergerst
• Bodem: OS 5,9, pH 5,1
• Bewortelingsbeeld
• Biomassa (o & b)
• NPK inhoud
Casus Japanse Haver
•
•
•
•
Intensief wortelstelsel (60% van totale DS!)
Snelle opkomst en beworteling
Weinig vorstgevoelig
Hogere C/N (ca. 20), tragere vertering in voorjaar
• Aaltjes:
– Afname van wortellesieaaltje (P. penetrans) en wortelknobbelaaltje (M.
hapla).
– Vermeerdering: M. chitwoodi, vrijlevende trichodoriden, rhizoctonia solani
Casus Japanse Haver
•
•
•
•
Demo 2 akkerbouwers, Witteveen en Nieuw Weerdinge
Stroken, met en zonder bemesting (ca. 30 kg N)
Zaaidatum: 23 en 29 aug 2012
Voorvrucht: zomergerst
• Bewortelingsbeeld
• Biomassa (o & b)
• N inhoud
Totale biomassa
• Bladrammenas vooral bovengrond, Japanse haver vooral ondergronds
• Tussen 2200 en 5000 kg DS/ha
Stikstof
+ 30-40 kg Kali via wortels
+ 10 kg Fosfor via wortels
En via wortels?
- VDM: 76 kg N toegevoegd, 72 kg meer opgenomen dan NUL
- KAS: 67 kg N toegevoegd, 30 kg meer opgenomen dan NUL, 37 kg verlies ?
Van symptoom naar systeem
• Meer focus op systeem en beworteling, benutting
van gehele bodemprofiel.
• Toets in de praktijk, neem ondernemers mee in
proces – expertise LBI!
• Lastig traject, maar voldoende aanwijzingen dat er
mogelijkheden zijn!
Download