Achtergronden bonte voorbeeldleerlijn. Jan Apotheker, coach bonte voorbeeldleerlijn. In de ‘nieuwe scheikunde’ is één van de uitgangspunten de leerlingen en docenten het plezier in de lessen scheikunde terug te geven. Daarom is het belangrijk dat docenten en leerlingen invloed hebben op de vormgeving van hun onderwijs. Dat uitgangspunt komt terug in het examenexperiment zoals dat nu vorm krijgt. Scholen kiezen een eigen manier om te werken met het materiaal van nieuwe scheikunde, die past bij de school en de docenten. Daarom zijn er dan ook drie verschillende leerlijnen in het vwo in gebruik. De bonte leerlijn is een van de drie leerlijnen die gebruikt worden in het vwo. De algemene vormgeving van de drie leerlijnen is vergelijkbaar. Er is een belangrijk verschil in uitgangspunten tussen de bonte leerlijn en de andere leerlijnen. In de bonte leerlijn staat de context centraal en wordt vanuit de context de theorie afgeleid, die vervolgens in bruglessen ingepast wordt in systematische chemie kennis. Bij de andere leerlijnen staat de conceptontwikkeling meer centraal, dan de context. Een hulpmiddel om te duidelijk te maken waar het omdraait bij de leerlijnen is de driehoek van Alex Johnstone (JCE, V70, Nr9,p701, Sep 1993) micro macro De chemische kennis beweegt zich tussen de drie hoekpunten van deze driekhoek. Voor een chemicus gaat dat vanzelf. Voor leerlingen is dit niet natuurlijk. In de module sgaan we in het algemeen van het macroniveau naar micro, en gebruiken we symbolen als hulpmiddel bij de beschrijving. In het vwo gebruiken we de symbolen ook om veranderingen op micro en macroniveau te voorspellen. Bijvoorbeeld bij evenwichtsbeschouwingen en buffers is dat aan de orde. Verder is een belangrijk aspect in de modules het ‘need to know’ principe. We willen dat leerlingen de noodzaak voor het verwerfen van kennsi ervaren. Een probleem waar we tegen aan lopen bij het lesgeven vanuit contexten is het probleem van transfer, het gebruik van kennis in een andere context. Dat is geen nieuw probleem. Een logaritme in de wiskunde is voor de leerlingen een functie met bepaalde eigenschappen. In de scheikunde is het een knop op de rekenmachine, die een verband legt tussen concentratie en pH. We proberen daarom kennis in verschillende contexten opnieuw aan de orde te laten komen. Fase 1: contextvraag stellen Verbinding naar volgende context of brug Fase 2 relevante vakvragen selecteren Fase 3.1: nieuwe kennis verzamelen Fase 3.3: contextvraag beantwoorden Fase 3.2: nieuwe kennis herordenen Figuur 1, een raamwerk voor een module nieuwe scheikunde In boevenstaande figuur is het raamwerk van een module nieuwe scheikunde weer gegeven. De vormgeving van elk blokje kan op verschillende manieren plaats vinden, afhankelijk van de gekozen didactische methode. Na twee modules volgt in het algemeen een serie bruglessen, waarbij de stof uit de twee modules in samenhang wordt besproken en wordt ingepast in de overige verworven kennis. Ook wordt in deze lessen extra geoefend met opgaven van verschillende soort. Tenslotte wordt een koppeling gemaakt naar de volgende modules. In tabel 1 is weergegeven hoe de leerlijnen in de bonte leerlijn (vwo) eruit zien. Scholen zijn in rpincipe vrij zelf een keuze te maken uit de beschikbare modules. Tabel 1. Eén van de leerlijnen van modules van scholen in het examenexperiment. Peri ode 1 4 Havo 5 Havo 4 vwo 5 vwo 6 vwo Onbreekbare bekers (keramische materialen) wa t hebben planten nodig(zouten en pesticiden) Parfum (esters, alkenen en alcoholen) Energie om mee te nemen (redox))( 2 Superslurpers (polymeren, vertakkingen en speciale zijgroepen) Groene chemie Groeien (zouten en pesticiden) Zoetstoffen stereochemie 3 ECOreizen de reis en brandstof (molberekening en, brandstof, biotechnologie) scooter 21ste eeuw(material en en duurzaamheid ECOreizen de reis (molberekenin gen Smart materials, zonnecellen Chemie van de mond (pH, bouw receptor, bouw tandglazuur en vulmateriale n) Kolenvergasser (technologie, alternatieve brandstoffen. Technologie) Module naar keuze 4 Nobelprijs chemie(atoomb ouw)/) Examen training Slikken of spuiten (invloed pH op eigenschap pen organische verbindingen Nobelprijs voor de chemie (atoombouw en per. Syst)) Sport en chemie,(poly meren en energievoorzi ening van de cel Groene chemie (industriele processen optimalisere n Antibiotica (industrieel proces) 5 Examen training Examenprogramma en syllabus In het algemeen geldt dat de meeste onderwerpen uit het examenprogramma aan de orde komen. Aan de hand van het programma dat er nu ligt kan je een wat meer gedetailleerde lijst opstellen van de onderwerpen en aspecten die aan de orde komen in de modules.. Het is uiteindelijk een samenhangend pakket van kennis en vaardigheden. Het is belangrijk dat onze leerlingen een bepaalde basishouding en vaardigheid ontwikkelen bij het bestuderen van een probleem, waarbij ze zichzelf een aantal zaken afvragen: Wat wil ik weten ( welke contextvraag heb ik?) Hoe kan ik die vraag beantwoorden ( welke vakkennis heb ik nodig) Hoe kan ik die vakkennis verkrijgen Nadat de vakkennis verkregen is, kan ik nu de contextvraag beantwoorden. Met de gebruikte scheikunde modules doorlopen de leerlingen regelmatig deze cyclus. Daarbij doet de leerling ook voldoende vakkennis op, die ook in een centraal schriftelijk eindexamen getoetst kan worden en in een schoolexamen getoetst kan worden. In het getoonde voorbeeld van ‘spuiten of slikken’ komen de genoemde onderdelen voldoende duidelijk naar voren.