WEES NIET BANG - Raad van Kerken

advertisement
WEES NIET BANG
NAAR EEN OECUMENISCHE VERKLARING
VAN RECHTVAARDIGE VREDE
INHOUDSOPGAVE
pagina
V o o r wo ord : h et v er ha al v a n v r e d e
5
W ees n ie t b a ng
n a ar ee n o ec um en is c he v er k l ar i ng v an vr ed e
7
Ho of ds tuk 1
D e G od v an vr e de en d e vr e de v an G o d
10
Ho of ds tuk 2
D e c hr is t e l ij k e gem e en s c ha p a ls ve rt e ge n wo o rd i g er
v a n vr e de
18
Ho of ds tuk 3
O n der we g na ar r ec h t va a r d i g e vr e d e h e t e n ga g em en t v a n de k er k e n
24
wees niet bang
3
Een duidelijke mening
4
oecumenische bezinning 2009
Voorwoord: het verhaal van vrede
Het einde van de „koude oorlog‟ in Europa,
ingeluid door de val van de Muur, bracht
hoop op wat wel het „vredesdividend‟ genoemd wordt. Een ander tijdperk zou aanbreken, waarin vijandschapsdenken en de wapenwedloop wereldwijd worden beëindigd.
In lijn hiermee riep de Wereldraad van Kerken op tot een Decade to Overcome
Violence die in 2001 in Berlijn van start ging
om de ervaringen van lidkerken, oecumenische organisaties, lokale gemeenten en parochies en de basis bijeen te brengen. Hierbij
ging het om het hanteren én tegengaan van
allerlei vormen van geweld: huiselijk geweld,
seksueel geweld, structureel geweld in economische en institutionele systemen,
oorlogs- en wapengeweld. Gedurende de
afgelopen jaren hebben de kerken zich
steeds sterker uitgesproken voor het uitbannen van geweld in de samenleving.
Het is eigen aan het uitroepen van een decade dat zij uiteraard ook ten einde loopt! De
Wereldraad wil dit niet onopgemerkt laten
gebeuren.
Begin 2009 heeft de Wereldraad dan ook
aangekondigd dat er in mei 2011 in Kingston,
Jamaica een Internationale Oecumenische
Vredesbijeenkomst gehouden zal worden.
Daar zullen vier belangrijke thema's centraal
staan: vrede in de gemeenschap, waarbij
vooral huiselijk en seksueel geweld de nodige aandacht krijgen, vrede op de markt,
waarbij ingegaan zal worden op het structureel geweld en onrecht in het heersende economische model, vrede tussen de volkeren,
waarbij stilgestaan wordt bij onder meer de
rol die etnische, culturele en religieuze aspecten kunnen spelen bij gewapende conflicten en vrede met de aarde, waarbij de nood-
zaak tot het ontwikkelen van een meer duurzame levensstijl belicht zal worden. Want, zo
stelt de Wereldraad, het gaat niet alleen om
„vrede op aarde‟, maar ook om „vrede met de
aarde‟.
In de aanloop naar die wereldwijde vredesbijeenkomst heeft de Wereldraad begin 2009
een document gepubliceerd getiteld
„Voorlopige formulering van een Oecumeni-
sche Verklaring van Rechtvaardige Vrede‟.
Lidkerken van de (Wereld)Raad van Kerken,
oecumenische organisaties en lokale gemeenten worden uitgenodigd op die voorlopige verklaring te reageren. Niet alleen op de
conceptformulering, maar ook door voorbeelden aan te dragen van de vredesinzet door
kerken en kerkelijke organisaties overal ter
wereld. Met behulp van die reacties en voorbeelden wil de Wereldraad in de loop van
2010 een tweede concept van die Oecumenische Verklaring van Rechtvaardige Vrede
opstellen om ter goedkeuring voor te leggen
aan de Internationale Oecumenische Vredesbijeenkomst in Kingston, Jamaica in 2011.
Om hieraan een actieve bijdrage te leveren
heeft de Raad van Kerken in Nederland een
taakgroep Rechtvaardige Vrede ingesteld,
bestaande uit vertegenwoordigers van IKV
Pax Christi, Kerk en Vrede en de Raad van
Kerken. Deze heeft als opdracht meegekregen een bezinning op de Oecumenische Verklaring van Rechtvaardige Vrede in Nederland te stimuleren. De lidkerken is gevraagd
hun reacties op de Engelstalige versie van
de verklaring in te sturen. De taakgroep heeft
een Nederlandse bewerking van de verklaring gemaakt om met u over de spirituele
inbedding van vredeswerk in gesprek te kunnen gaan. Deze voor de Nederlandse situatie
ontwikkelde versie van het Wereldraad-
wees niet bang
5
document ligt hier voor u. Lokale gemeenten
en parochies worden uitgenodigd te reageren
onder de werktitel: Vertel ons je Verhaal van
Vrede. Stuur nu uw verhaal naar de Raad
van Kerken in Nederland. Uw bijdrage wordt
verwerkt in de reactie van de Raad van Kerken richting Wereldraad en zal zo mogelijk
ook een rol spelen in de Vredesweek 2010.
Zo kunnen ook wij in de Nederlandse oecumene toegroeien naar de Internationale Oecumenische Vredesbijeenkomst.
Vanuit de Raad van Kerken hopen wij dat dit
proces bij mag dragen aan de noodzakelijke
herbevestiging dat vrede niet alleen een gave, maar ook een opgave van God is: laten
we met nieuwe inspiratie bouwen aan een
rechtvaardige vrede, de oorlog en wapens
uitbannen. Er liggen ons veel uitdagingen te
wachten om te bouwen aan een rechtvaardiger, vrediger en duurzamer wereld.
Namens de Raad van Kerken in Nederland
Kees Nieuwerth, lid van het moderamen en
de taakgroep Rechtvaardige Vrede.
Klaas van der Kamp, secretaris Raad van
Kerken in Nederland.
Uw verhaal van vrede
6
oecumenische bezinning 2009
Wees niet bang —
naar een oecumenische verklaring van
rechtvaardige vrede
Het motto van de „Internationale Oecumenische Vredesconvocatie‟ en van de conceptverklaring over rechtvaardig vrede komt uit
het evangelie naar Lucas. Herders in de velden van Bethlehem zijn de eersten die het
horen:
„Wees niet bang, want ik kom jullie goed
nieuws brengen, dat het hele volk met grote
vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad
van David voor jullie een redder geboren. Hij
is de messias, de Heer. Dit zal voor jullie het
teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind
vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.‟ En plotseling voegde zich bij de
engel een groot hemels leger dat God prees
met de woorden: „Eer aan God in de hoogste
hemel en vrede op aarde voor alle mensen
die hij liefheeft.‟ (Lucas 2:10-14)
De eerste woorden van de engel waarmee
de herders worden aangesproken luiden:
„wees niet bang‟. Opvallend is dat de angst
niet zozeer wordt weggenomen maar dat de
herders de opdracht krijgen om niet bang te
zijn. Hiermee wordt hun kracht en persoonlijkheid aangesproken en worden zij tot verantwoordelijke getuigen gemaakt van het
evangelie. Dit goede nieuws stemt immers
tot vreugde: de herders zullen een pasgeboren kind vinden … Dit kind is de messias.
Zijn boodschap is vrede. Wees dus niet
bang.
Maar mensen zijn vaak juist wel bang. Gewelddadige conflicten zijn aan de orde van
de dag. Vaak zijn religies betrokken bij dergelijke conflicten. Vaak werkt religie als olie
op het vuur van een gewelddadig conflict.
Soms ook verhevigt religie bestaande conflicten waardoor deze gewelddadiger worden.
De christelijke religie vormt hierop helaas
geen uitzondering. Soms wordt gesuggereerd dat de wereld beter af zou zijn zonder
religie. Sommigen beweren zelfs dat religie
de weg naar mondiale vrede blokkeert.
Deze observaties dienen christenen zich
zeer aan te trekken. De vraag aan ons is dan
ook hoe het mogelijk is dat geweld wordt
aangewend in naam van onze religie. Wat
heeft geweld te maken met juist het heel
kwetsbare begin van het evangelie, waar
wordt verteld dat het goede nieuws komt als
een kind, geboren in een stal aan de rand
van het grote Romeinse wereldrijk? De wereld die vaak is gevangen in een spiraal van
geweld op geweld, wordt van onderuit door
God bezocht. Wat zijn hiervan de implicaties?
Wees niet bang! Angst betekent dat je bang
bent voor schending, voor pijn en verdriet,
voor verlies van positie en van wat je dierbaar is of gewoon is geworden. Angst is een
alarmsysteem dat de mens waarschuwt voor
gevaar. Maar angst kan ook angst voor de
ander als zodanig zijn, voor de religieuze
ander, voor „de moslim‟ bijvoorbeeld, waarover in politiek en pers wordt verteld dat die
„onze‟ ruimten in bezit neemt. „Wees niet
bang‟ betekent dat deze ander niet moet worden gevreesd, zodat hierdoor ruimte komt
voor vreugde. In het evangelie wordt voor
deze vreugde de basis gelegd in de geboorte
van Christus, de Redder, die vrede brengt.
wees niet bang
7
Opvallend genoeg gaan het loslaten van
angst, de vreugde en de vrede hand in hand.
Hierdoor worden mensen in staat gesteld om
elkaar als mens zien, als geborenen, als kinderen, als mensen in staat tot vreugde en
vrede, als mensen die zijn opgestaan.
Tegen het einde van de „Decade to Overcome Violence‟, zijn we aangekomen bij een
belangrijk moment, wat een kairos-moment
van genade zou kunnen worden genoemd.
„Kairos‟ is, in tegenstelling tot Chronos, dat
de gang der dingen in de tijd weergeeft, een
bijzonder moment dat een keerpunt in de
loop der dingen weergeeft. De boodschap
van de engel geeft zo‟n kairos-moment aan
en klinkt ook nu: „Vrees niet‟, en evenals
voorheen wordt ook nu veel van ons gevergd. Er wordt van ons gevergd om naast
en met andere mensen, mens te zijn. Als
zodanig worden wij opnieuw aangesproken,
tot vreugde en vrede in staat. De vraag is nu
waaruit dit kairos-moment precies bestaat?
Om deze vraag te beantwoorden dienen we
de recente geschiedenis te begrijpen die ons
ertoe heeft aangezet om te spreken over
vrede tijdens deze „Decade to Overcome
Violence‟.
Tekenen van hoop en wanhoop wisselden
elkaar af aan de vooravond van de Decade.
Hoopvolle gebeurtenissen waren bijvoorbeeld de val van de Berlijnse Muur in 1989,
het VN-jaar van Inheemse Volkeren in 1992,
en het VN jaar van de Vrouw in 1994. Dit zijn
alle grote gebeurtenissen geweest en momenten van inkeer, waarbij aandacht werd
gevraagd voor degenen die werden onderdrukt en geconfronteerd met geweld. Maar er
waren ook wanhopig makende gebeurtenissen, zoals de burgeroorlogen op de Balkan,
de Rwandese genocide (waarbij sommige
kerken een discutabele rol speelden), de
toenemende dreiging van ecologische ram8
pen en de negatieve effecten van globalisering (zoals economische dislocalisering en
marginalisering, globalisering van misdaad
en de toename van geweld in media). Deze
zaken hebben tot de vraag geleid wat er vanuit de kerken en vanuit de theologie kan worden gezegd over geweld.
T h e D ec a d e t o O v erc om e V i o le nc e
In 1998 werd in Harare op het 8e assemblee
van de Wereldraad van Kerken besloten tot
een Decade to Overcome Violence. Het doel
van dit decennium was om de verschillende
gestalten van geweld te onderzoeken, maar
ook om te bezien welke aspecten kunnen
bijdragen tot vrede, zoals vergeving, de genezing van herinnering, de verantwoordelijkheid om te beschermen en dergelijke. In
2006, acht jaar na Harare, besloot de Wereldraad van Kerken op de 9e assemblee om
het decennium in 2011 af te ronden met een
gezamenlijke internationale oecumenische
oproep tot een rechtvaardige vrede. Tussen
1998 en 2006 waren er ingrijpende gebeurtenissen die op wereldschaal het denken over
geweld en rechtvaardige vrede hebben beïnvloed, zoals de terreuraanslagen van 11 september 2001, de daaropvolgende „war on
terror‟, de oorlogen in Afghanistan, Tsjetsjenië en Irak en de talloze aanslagen op burgerdoelen in Europa, Azië en Afrika. Zeer
zware schendingen van mensenrechten vonden plaats in Congo en op vele andere plaatsen. In Nederland vond een politieke moord
plaats op Pim Fortuyn en een extremistische
moord op Theo van Gogh. Beide gebeurtenissen hebben het politieke spectrum in Nederland sterk veranderd. Al deze gebeurtenissen dagen ons uit om vanuit ons geloof in
de God van vrede niet te zwijgen.
oecumenische bezinning 2009
Nu 2011 dichterbij komt, geloven wij dat we
naar een kairos-moment toeleven. Dreigingen uit het verleden zijn niet verdwenen en
nieuwe dienen zich aan, zoals een wereldvoedselcrisis, de dreiging van een nieuwe
(koude) oorlog rondom energievoorraden en
nog verdere aantasting van natuur en milieu.
Wat deze tijd nu tot een kritische tijd maakt,
is de mondiale samenhang en verbinding van
al deze dodelijke dreigingen. Het groeiende
bewustzijn van deze kritieke samenhang van
destabiliserende krachten heeft de kerken in
een nieuwe fase gebracht waarin zij grondig
dienen na te denken over wat het betekent
om in zo een wereld dienaren en ambassadeurs van Gods vrede en verzoening te zijn
(II Korintiërs 5:18-20). Zo kan bijvoorbeeld
„rechtvaardige vrede‟ niet eenvoudig tegenover „rechtvaardige oorlog‟ worden geplaatst.
Wat rechtvaardigheid en vrede precies inhouden, dient opnieuw te worden doordacht.
Dit doordenken moet gebeuren vanuit het
allesomvattende visioen van Gods vrede met
en voor zijn schepping in confrontatie met de
samenhangende krachten die de aarde en al
het leven daarop bedreigen.
De bedoeling van deze verklaring is om na te
denken over de vraag hoe de verschillende
kerkelijke gemeenschappen „vrede‟ verstaan
en daaraan vorm willen geven op dit beslissende moment. Wat houdt het precies in om
Christus na te volgen in deze tijd?
Visie op vrede
wees niet bang
9
Hoofdstuk 1
De God van vrede en de vrede van God
In Lucas 2, het hoofdstuk waaraan het motto
van dit document is ontleend, worden mensen duidelijk aangesproken met de woorden
„wees niet bang‟. Dit is een opdracht. Verderop in het evangelie, wanneer de geboorte
van Jezus wordt verkondigd, zingen de engelen „Eer aan God en vrede op aarde‟. Wat
betekenen deze woorden in een wereld waar
geen vrede is? Wie is deze God van vrede?
De betekenis van geen van beide woorden vrede en God - is vanzelfsprekend. Onder
beide woorden wordt niet door iedereen hetzelfde verstaan. Gewelddadige conflicten
worden vaak gepleegd door mensen die in
God geloven. Sommigen zeggen te handelen
in naam van God wanneer zij geweld plegen.
Anderen zeggen weer dat vrede moet worden bevochten. Soms vallen staten andere
staten aan om „vrede‟ te brengen. Het lijkt
erop dat het telkens mis gaat, wanneer projecten worden uitgevoerd in naam van „God‟
of in naam van „de vrede‟.
Het is goed om zich te realiseren hoezeer
ons menselijk falen en onze menselijke geweldsgeschiedenis ons beeld van God hebben bepaald. Vaak is Gods vrede tot een
project gemaakt dat het waard lijkt met wapens te worden verdedigd. Soms is God ingevroren in menselijke dogmatische veronderstellingen die worden verward met waarheid en vervolgens met geweld worden verdedigd. Soms was en is „vrede‟ een term
(geworden) die gewapende actie en reactie
rechtvaardigt binnen een structuur van zogenaamd rechtvaardige vergelding. Al deze
ontwikkelingen in verschillende christelijke
tradities hebben hun invloed (gehad) op hoe
wij nu over God en vrede nadenken.
10
„Vrede‟ is dus een complex begrip. De wijze
waarop het wordt gebruikt in onze huidige
wereld om oorlogen te rechtvaardigen gaat in
tegen het bijbelse begrip van vrede, shalom.
V r e de in de b ij b e l
Shalom in de bijbel duidt vele zaken. Het
woord is onderdeel van een breed betekenisveld waarbij andere woorden dit begrip mede
van betekenis voorzien. In dit veld van elkaar
aanvullende woorden valt op dat shalom in
verband wordt gebracht met heelheid en welzijn, maar ook met: rechtvaardigheid
(tsedaqah), compassie (hesed) en waarachtigheid (emet). Deze woorden zijn zo met
elkaar verbonden dat vrede niet zonder
rechtvaardigheid denkbaar is. Sterker nog:
vrede is het resultaat van rechtvaardigheid
en de praktijk van waarheid en compassie.
Alleen zo ontstaan heelheid en welzijn.
In de bijbel is shalom uiteindelijk de rust
waarbij mensen onder de vijgenboom zitten,
ouderen in de poorten van de stad, kinderen
spelen omdat zwaarden tot ploegscharen zijn
omgesmeed. In Jesaja wordt deze vrede
typerend neergezet als een droom: „Dan zal
een wolf zich neerleggen naast een lam, een
panter vlijt zich bij een bokje neer; kalf en
leeuw zullen samen weiden en een kleine
jongen zal ze hoeden‟ (Jesaja 11:6).
Shalom hangt dus ook samen met rust, onbezorgdheid en vreugde. Een leven van shalom is een vol leven waarin de goedheid van
het leven wordt gevierd, en waarin daarom
geen plaats is voor angst, ook niet voor de
angst om vrede te verliezen.
oecumenische bezinning 2009
Maar vrede, in de zin van shalom, is meer
dan de afwezigheid van conflict, wat duidelijk
wordt in de verbondenheid van het woord
met het Aramese en Akkadische woord salamu en het Arabische woord salam en islam,
woorden die het betekenisveld uitbreiden met
betekenissen als „genoeg hebben‟ en
„onderwerping‟ (aan God). Vrede is daarom
tevens verbonden met een oprecht leven en
oprechtheid voor God. Het hangt samen met
een niet vrijblijvende verhouding met God.
Vrede is dus een woord waarvan de betekenis zich uitstrekt naar de verschillende levenssferen van het menselijk bestaan en
waarbij dit bestaan wordt verstaan in verhouding tot God.
De heelheid van het menselijk bestaan betekent tevens onderwerping aan God die rechtvaardig en genadig is. Er gaat een bijzonder
krachtig element schuil in deze onderwerping. Het betekent namelijk dat vrede een
gave is en niet het resultaat van ons denkvermogen. Het is Gods gave voor mensen en
staat niet aan het einde van een lang bevochten project. Het is gegeven met de gave
van het leven zelf om vrede te kunnen houden met elkaar. Mensen hebben de mogelijkheid gekregen om in vrede met elkaar samen
te leven. Deze mogelijkheid vormt de hartslag van het leven zelf.
In het Nieuwe Testament is Jezus Christus
de bron van vrede. Hij openbaart de geest
van vrede die niet voortkomt uit de conflicten
van mensen. Deze vrede leert hij aan zijn
discipelen: “Ik laat jullie vrede na; mijn vrede
geef ik jullie, zoals de wereld die niet geven
kan. Maak je niet ongerust en verlies de
moed niet.” (Johannes 14:27). Ook hier wordt
de boodschap van Jezus samengevat als
een boodschap van vrede die gepaard gaat
met de opdracht om niet bang te zijn en de
moed niet te verliezen. De vrede van Christus is de inhoud van het Koninkrijk van God.
De vrede van Christus maakt het mogelijk
om de tegenstellingen waarin mensen denken en de conflicten die daaruit voortkomen,
de vijandschappen die worden opgebouwd
en het onbegrip en de angst die daarmee
gepaard gaan, te overwinnen. De weerstand
die Jezus‟ houding bij de politieke en religieuze machten oproept, dus: bij de machten die
het patent claimen op „vrede‟ en „God‟, wordt
duidelijk in het lijden van Jezus.
H e t h u is h o u de n va n G o d
De wereld is Gods oikos (lett.: huis, huishouden). In dit huis vindt al het menselijk verkeer
plaats. Het geheel van al dit verkeer wordt de
oikoumene (lett.: bewoonde wereld) genoemd. De oikos, en daarmee de oikoumene, vindt haar betekenis en bedoeling in de
innige verbondenheid van liefde, vrede en
schoonheid. Het werken aan vrede is het
gaan van een weg waarop ook liefde en
schoonheid ruimte verkrijgen. Liefde, vrede
en schoonheid zijn zo innig met elkaar verbonden dat zij niet te scheiden zijn. Steeds
richten zij zich op hun kern, namelijk de liefde, vrede en schoonheid van God, zonder
deze kern ooit te bezitten. In menselijk handelen en denken dansen zij om hun kern
heen.
Het werken aan vrede is niet alleen het repareren van wat is gebroken, maar ook het uitbreiden en vervolmaken van menselijke relaties die de oikoumene de spiegel van God
doen zijn. Vrede is daarom het omarmen van
Gods schepping. Onze relaties met elkaar en
met de aarde zijn niet gebaseerd op een contract, noch arbitrair, maar zijn verbindingen
van liefde, vrede en schoonheid.
wees niet bang
11
M e ns e n a ls G o ds b e e ld d r a g er s
Wij geloven dat mensen zijn geschapen naar
Gods beeld (Genesis 1:26-27). Het scheppingsverhaal uit Genesis vertelt dat God de
mens schiep nadat hij alle andere levende
wezens geschapen had. Hij schiep de mens
uit aarde (ha adamah) en blies zijn adem in
de mens (Genesis 2:7). Alle mensen dragen
deze spanning in zich: wij zijn geschapen
naar het beeld van God en tezelfdertijd zijn
wij uit de aarde genomen. Gemaakt uit het
stof van de aarde delen mensen de kwetsbaarheid met alle andere levende wezens.
Aan de andere kant participeert de mens aan
Gods leven; de adem van God die de mens
als levensadem is gegeven, maakt de mens
verantwoordelijk voor de schepping. De opdracht om rechtvaardig te zijn, de heelheid
van de schepping te bewaren en voortdurend
aan vrede te werken is een opdracht die de
mens door zijn verbondenheid met God is
gegeven. Deze vredestaak maakt de mens
tot mens.
voor anderen weer aanleiding om tegengeweld te gebruiken waardoor men terecht
komt in een spiraal van geweld en vergelding.
In de theologische bezinning op de bijbelse
teksten en in de geloofspraktijken die daaruit
voortvloeien, wordt vaak gesproken over het
probleem van het kwaad. Hiermee wordt bedoeld dat de slechtheid van de mens niet te
rijmen valt met de machtige daad van God
waarmee hij de mens schiep en hem zijn
verantwoordelijkheid gaf. Maar eerder dan te
buigen voor de slechtheid van mensen en
voor een vermeende natuurlijke neiging tot
het doen van kwaad, dienen we ons te herinneren dat wij uit aarde zijn gemaakt en door
God tot leven zijn geroepen. Onze misdaden
zijn letterlijk mis-daden in die zin dat het daden zijn die het doel missen waartoe de
mens is geschapen en tekenen zijn van menselijke onverantwoordelijkheid en onmogelijkheid.
G e we l d
H e t pr o b le em v a n h et k wa a d
Ondanks het feit dat de mens de adem van
God uitademt om te zegenen en lief te hebben, bouwt de mens toch ook aan muren van
vijandschap. Alhoewel alle mensen zonder
uitzondering beelddragers zijn van God en
Gods levensadem hebben verkregen, zijn
mensen vaak bang voor anderen, bouwen zij
zo aan vijandschappen en staan zij elkaar
uiteindelijk naar het leven. Niemand lijkt te
ontkomen aan het denken in tegenstellingen
en het opbouwen van angst voor anderen
met wie men denkt niets gemeen te hebben.
Op deze wijze vergeten mensen hun gezamenlijke basis en gaan zij vermoeden dat de
mens in principe kwaad is, dat mensen wolven zijn die erop uit zijn anderen te verscheuren. Het geweld dat de ene mens pleegt is
12
Geweld manifesteert zich op velerlei wijze.
Maar het eerste niveau waarop over geweld
moet worden nagedacht is het niveau van
menselijke relaties. Geweld is het resultaat
van een bepaalde verhouding van de een tot
een ander, waarbij grenzen van mensen,
zowel fysiek als psychisch, worden geschonden. Factoren als vernedering en schaamte,
herinneringen aan een traumatisch verleden
of ziekelijke lust dragen bij aan het ontstaan
van geweld. Op persoonlijk niveau komt dit
tot uitdrukking in moord, verkrachting, misbruik, uitsluiting of mishandeling. Het is daarbij goed te beseffen dat geweld vaak een
geschiedenis heeft. Deze geschiedenis
brengt een eerder geweld in herinnering die
de actuele gewelddaad verklaart.
oecumenische bezinning 2009
Maar persoonlijk geweld is niet de enige
vorm van geweld. Ook op het niveau van
naties, overtuigingen en economieën bestaat
geweld. Oorlogen tussen landen, terreur tegen (symbolen van) bepaalde naties, antiterreur tegen al dan niet vermeende supporters van terreur, nationalistisch of etnisch
geweld en geweld waarbij religie een stimulerende factor is, creëren een grimmige werkelijkheid van miljoenen vluchtelingen, honger
en dood. De wereldwijde obsessie met economische groei brengt een probleem aan het
licht dat gewelddadige conflicten in de hand
werkt. De rijkdom en welvaart van sommige
landen dient in verband te worden gebracht
met de armoede van vele andere. Ook op dit
punt laat de verantwoordelijkheid van mensen, in dit geval vooral van de consumenten,
het vaak afweten. De andere kant van het
product dat wij consumeren reikt vaak tot in
arme landen met grote voedselproblemen en
armlastige omstandigheden. Ook het „laten
sterven‟ van deze anonieme anderen is een
vorm van geweld.
Geweld is echter ook dat de aarde wordt uitgebuit door middel van blinde exploitatie van
grondstoffen zoals water en fossiele brandstoffen, of het verrichten van schadelijke activiteiten zoals intensieve overbevissing, het
kappen van oerwouden of het dumpen van
afval. In al deze gevallen wordt de aarde als
leefmilieu van de mens kapot gemaakt en
wordt het bestaan van alle leven bedreigd.
Wetenschappers spreken ook over structureel geweld, waarmee geweld wordt aangeduid dat het gevolg is van bepaalde
(maatschappelijke, culturele, religieuze)
structuren die op zichzelf dat geweld niet
Medeplichtig aan geweld
wees niet bang
13
vormen maar er wel toe leiden. Deze structuren worden doorgaans als „normaal‟ ervaren
of zijn zelfs onderdeel van een sociale identiteit, zoals religieus superioriteitsdenken,
racisme, seksisme, militarisme, maar ook:
structuren van uitbuiting en onderdrukking
die gegeven zijn met bepaalde levensstijlen.
Dergelijke structuren kunnen instanties en
organisaties beïnvloeden die juist het welzijn
van mensen moeten bevorderen, zoals het
politieapparaat, de rechtspraak of de parlementaire politiek. Een belangrijke vraag is
hoe dergelijke structuren, wanneer deze onderdeel zijn van het levenspatroon van mensen, bijdragen aan persoonlijke percepties
van anderen, hoe deze structuren ons denken beïnvloeden en ons handelen bepalen.
Wanneer deze structuren het gebruik van
geweld rechtvaardigen wordt ook wel gesproken van „cultureel geweld‟.
Om deze reden is er bezinning nodig op wat
wordt genoemd „banaal geweld‟. Deze term
refereert aan een vorm van geweld waaraan
wij bijdragen zonder dit te beseffen, zoals het
voor lief nemen van geweld als iets dat bij de
mens hoort en dus onvermijdelijk is, maar
ook het gebruiken van andere mensen als
waren zij materiaal of objecten voor eigen
doelstellingen. Banaal geweld betekent dat
de verhouding tussen ethische verantwoordelijkheid en maatschappelijk gedrag niet
wordt doorzien. Deze perspectieven dehumaniseren de mens waardoor negatieve
mensbeelden ontstaan. Wanneer negatieve
mensbeelden politieke beslissingen beïnvloeden zal er eerder van geweld gebruik worden
gemaakt dan wanneer mensen als beelddragers van God in staat worden geacht om
vrede te brengen.
14
G e we l d e n m ac ht
Macht is een menselijk instrument om invloed uit te kunnen oefenen, het vermogen
om iets tot stand te brengen. Macht is daarmee essentieel voor een mens. Zonder
macht kan niemand bestaan. Macht produceert de relaties waarmee mensen met elkaar omgaan. Het produceert, organiseert en
rectificeert en is daarmee het instrument bij
uitstek van de staat. Macht kan ook gebruik
maken van geweld, maar vanuit een politiek
perspectief is dit geweld altijd instrumenteel.
Wanneer macht wordt gebruikt om anderen
te onderwerpen, uit te sluiten, te onderdrukken of te ontmenselijken, creëert macht ruimte voor een vorm van geweld die infecteert.
Dit wil zeggen dat geweld dan „overslaat‟ op
de maatschappij en de machtsverhoudingen
in de maatschappij gaat bepalen. Uitsluiting,
discriminatie en liquidatie kunnen hiervan
gevolgen zijn. Macht kan anderzijds weer
worden aangewend om geweld te beteugelen. In het evangelie wordt de macht van
mensen niet onderschat. Integendeel, mensen worden steeds aangesproken om muren
van vijandschap te beslechten, aan zelfreflectie te doen, hun naasten en vijanden lief
te hebben en - als uiterste uitdaging - alles
los te laten en Jezus te volgen. Dit alles veronderstelt een buitengewone positieve inschatting van menselijke macht.
S t ruc t ure n v an v ij a n ds c ha p
Een andere manier om na te denken over de
realiteit van geweld is door te kijken naar de
vormen en structuren van vijandschap die
onze levens doorsnijden. Deze muren van
vijandschap (Efeze 2:14), of deze nu zichtbaar zijn of niet, weerhouden mensen ervan
om de ander te zien als mens, als beelddrager van God. Structuren van vijandschap
laten zien dat samenlevingen verdeeld zijn
oecumenische bezinning 2009
en dat er altijd conflicterende belangen zijn.
Vijandschap creëert afstand tot de ander en
houdt in dat deze ander wordt gezien als een
bedreiging. Vaak speelt angst voor deze ander, waarvan de humaniteit wordt betwist,
een belangrijke rol. De afstand betekent dat
mensen niet in staat zijn om de ander te zien
als een mens wiens hoop, verlangens en
vrees vergelijkbaar zijn met mijn hoop, verlangens en vrees. Hierdoor wordt negatieve
projectie mogelijk gemaakt. Vijandschappen
kunnen op deze wijze eenvoudig in stand
worden gehouden.
Afstand heeft echter nog een andere consequentie. Naast vijandschap creëert afstand
ook onverschilligheid. Afstand maakt individuele verantwoordelijkheid kapot. Als gevolg
hiervan hebben mensen geen duidelijk be-
zwaar tegen het uitbuiten van anderen om
economische redenen, het afwerpen van
bommen op steden waar „bedreiging‟ vanuit
gaat, het niet voeden van mensen die op de
rand van de hongerdood verkeren of het mishandelen en uitbuiten van kinderen als kindsoldaat of prostitué. Al deze zaken zijn feiten
die we wel „weten‟, en die we met woorden
als „verschrikkelijk‟ of „verwerpelijk‟ uit onze
harten kunnen houden. Deze afstand, waardoor slachtoffers geen duidelijk gezicht verkrijgen maar slechts als abstracte gegevens
hun eigen context kunnen overstijgen, noopt
ons ertoe om op een andere wijze ons te
gaan verhouden tot wereldwijde gebeurtenissen en ontwikkelingen. Is het mogelijk om
deze mensen hun gelaat terug te geven
waardoor zij onderdeel worden van onze
verantwoordelijkheid?
Afstand
wees niet bang
15
Kan er dus een effectieve ethiek worden geformuleerd op grond waarvan afstand wordt
overbrugd, verantwoordelijkheid zichtbaar
gemaakt en vijandschap doorbroken? Kan er
echt vrede zijn? In een wereld waarin vijandschappen worden uitgespeeld door het zaaien van dood en verderf, door het scheppen
van haat en angst en door het dehumaniseren van de vijandige ander, dienen wij de
enorme kracht te beseffen die schuilgaat in
de woorden van Jezus: „heb uw vijanden
lief‟ (Matteüs 5:44). Jezus‟ woorden zijn niet
vrijblijvend, maar zijn een gebod. Juist door
dit gebod worden wij als handelende, verantwoordelijke mensen aangesproken en wordt
ons de positieve macht openbaar om de muren van vijandschap te doorbreken door de
ander zo dichtbij te halen dat deze ander een
geliefde van God wordt net zoals wij zijn geliefden zijn.
D e k erk h ou d t zi c h n i et af zij d ig
Jezus is onze vrede, degene die ons één
maakt. In het licht van dit bevrijdende alternatief nemen wij de tweespalt van de menselijke conditie waar. Aan de ene kant zijn er
mensen en organisaties die zich inzetten
voor vrede, die respect, oprechtheid en waardigheid voorstaan in families, op scholen, op
universiteiten, industrieën en kantoren. Mensen die werken aan genezing van zieken,
zich inzetten voor recht en oplossingen bedenken voor negatieve ecologische ontwikkelingen. Maar aan de andere kant worden
wij geconfronteerd met een wereld die balanceert op de rand van de afgrond van ecologische catastrofes, oorlogsdreiging vanwege
schaarste van schoon water en fossiele
brandstoffen, een wereld waarin de helft van
de bevolking leeft onder de armoedegrens.
Bovendien is ook de dreiging van een nucleaire ramp niet geweken.
Waar staat de kerk? De kerk kan zich niet
afzijdig houden. Sommige gemeenschappen
zien de dreigingen als tekenen van de eindtijd en nemen vervolgens een houding aan
waarbij de zorg voor de naaste en de verantwoordelijkheid voor de schepping het moeten
ontgelden. Maar wij zijn ervan overtuigd dat
de rampen die onze wereld bedreigen de
verantwoordelijkheid van christenen juist
zwaarder maken. De vrede van God maakt
zich niet los van de „vrede op aarde‟. Integendeel, juist wij als christenen hebben de
taak om Jezus na te volgen, te getuigen van
waarheid zoals deze in het kind van Bethlehem openbaar werd, en vertegenwoordigers
te zijn van die gemeenschappen die zich
inzetten voor heling en redding.
V r a ag
W aar s ta at u w k er k t e m idd en v an d e ze dr e ig i ng e n? En wa ar s ta a t u a ls
c hr is t en ?
O p we lk e m an ier v in d t u d a t u, k r ac h te ns u w g e lo of , ver a nt wo or d el ij k he i d
k unt of m oe t nem e n v o or d e zak e n d i e o ns m ens e l ij k bes t aa n b e dre i ge n ?
W at is h ier i n d e r o l v a n d e op dr ac ht u i t he t e v an g e li e : „ vr ees ni e t! ‟ en
„ he b u w v ij a n d en li ef ‟ ?
16
oecumenische bezinning 2009
Inzet voor vrede
wees niet bang
17
Hoofdstuk 2
De christelijke gemeenschap als
vertegenwoordiger van vrede
In een christelijke gemeenschap komen mensen bijeen, lezen de bijbel, delen brood en
wijn, en bemoedigen en vermanen elkaar. In
deze gemeenschap worden de woorden van
de engel uit het Lucas-evangelie keer op
keer herhaald: wees niet bang!, en wordt de
betekenis van deze woorden beproefd in het
leven van mensen. Verhalen uit het dagelijks
leven en verhalen over de situatie van onze
wereldwijde gemeenschap worden in verband gebracht en geconfronteerd met verhalen uit de bijbel. Een christelijke gemeenschap laat zich aanspreken door de woorden
uit de bijbel en doordenkt de vele implicaties
van de gebiedende wijs waarin de bijbel haar
boodschap aan ons duidelijk maakt. Immers,
juist de specifieke en krachtige wijze waarop
wij worden aangesproken, betekent dat mensen niet passief kunnen blijven maar dat hun
verantwoordelijkheden keer op keer in de
kerk, waar mensen zich rond de schrift verzamelen, worden geactiveerd.
Velen wijzen erop dat de heilige Geest mensen verzamelt en samenbindt. Deze Geest is
de Geest van God, Gods levensadem die „in
het begin‟ over de woeste wateren van de
aarde ging, en die de mens tot leven bracht.
Het is deze Geest die de in- en uitademing
vormt van de christelijke gemeenschap, die
vrede en rust brengt in de harten van mensen. Deze Geest, waardoor wij verbonden
zijn met Gods scheppende levenskracht, is
de kracht van vrede en het lef om hiervoor te
gaan, waardoor de gemeenschap wordt gesticht.
18
Vanwege de verhalen die wij lezen, de getuigenissen die wij horen, de band die wij hebben met elkaar en met alle andere mensen,
en de opdracht die wij als christelijke gemeenschap kregen is het niet mogelijk ons
niet uit te spreken in een wereld vol van onrecht, oorlog en uitbuiting. Wanneer wij over
Christus spreken in onze gemeenschappen,
dan dienen wij ook te spreken over de opdracht die Christus ons heeft gegeven om
onze vijanden lief te hebben. Wij dienen dit te
doen in de algehele context waarin van
Christus‟ geboorte en van zijn opstanding
wordt verhaald: vrees niet!
Wanneer wij dan de dood en opstanding van
Christus prediken en daarover horen, dan
worden wij in zijn dood geconfronteerd met
hetgeen wij mensen hem, maar ook elkaar
steeds weer aandoen. Maar in de verkondiging van zijn opstanding worden wij geconfronteerd met een nieuwe werkelijkheid waarin het geweld dat wij elkaar aandoen geen
kans meer krijgt. Deze nieuwe werkelijkheid
vangt aan met het „vrede zij u‟ dat de Opgestane spreekt tot de vrouwen in de tuin, de
eerste getuigen van deze nieuwe werkelijkheid.
De profetische functie van de christelijke gemeenschap is dat zij van deze nieuwe werkelijkheid getuigt. Het is haar taak om erop te
wijzen dat de destructieve krachten van dood
en geweld weliswaar tegenwoordig zijn in
onze wereld, maar daar geen recht hebben.
oecumenische bezinning 2009
K e r k e n G e we l d
I ns tr um e nt v oo r vr e des op b o u w
De kerk heeft niet altijd deze boodschap van
vrede ernstig genomen. Vaak heeft de kerk
zich laten meeslepen in cycli van geweld en
wraak. Soms heeft zij wapens gezegend.
Soms heeft zij vluchtelingen verraden en
uitgeleverd aan de dood. Soms steunde zij
onderdrukking, genocide en uitroeiing. Soms
heeft zij anderen minderwaardig geacht of
sommigen zelfs het recht ontzegd op onderwijs en ontwikkeling. Soms heeft zij tot geweld opgeroepen of heeft zij geweld gelegitimeerd. Soms dacht zij „vijanden‟ te hebben
die zij vervolgde en uitmoordde. Vaak legitimeerde zij haar wandaden door te wijzen op
een wraakzuchtige God, een God die uit was
op vergelding of genoegdoening. De kerk is
haar roeping om zonder angst te getuigen
van vrede door haar vijanden lief te hebben
niet altijd trouw geweest. Zij dient dan ook
haar zonden te belijden en vergeving te vragen aan degenen die zij onrecht heeft aangedaan. Ook wanneer de kerk heeft nagelaten
om te zien naar hen die lijden, heeft zij de
gewonde mens achter gelaten in de put
(Lucas 10:31-32). Ook wanneer de kerk onderling verdeeld is geraakt en haar eigen
identiteit heeft willen opbouwen door de
zienswijzen van anderen af te breken, heeft
zij gezondigd en is zij haar roeping ontrouw
geweest.
De kerken worden geroepen om instrumenten te zijn van Gods plan met de wereld. In
het verleden zijn er diverse tradities ontwikkeld waarin gepoogd wordt geweld te beteugelen. In de vroegmiddeleeuwse Westerse
kerk ontwikkelde de christelijke gemeenschap bijvoorbeeld een theorie van
„rechtvaardige oorlog‟. De bedoeling hiervan
was om roofpraktijken tegen te gaan en om
oorlog vanuit het geloof te doordenken. Maar
ook het verkondigen van de „vrede van
God‟ (Treuga Dei) op specifieke dagen waarop niet gevochten mocht worden was een
poging het geweld te beteugelen. Voorts ook
de gedachte dat de kerk een heiligdom is
waarin geen geweld begaan mag worden.
De christelijke gemeenschap dient zichzelf te
onderwerpen aan een grondig zelfonderzoek.
Zij dient vergeving te vragen waar nodig,
verzoening na te streven waar verdeeldheid
werd gezaaid en te omarmen wie zij van zich
heeft afgestoten. Op deze wijze wordt de
christelijke gemeenschap een getuige van
vrede en verzoening.
Vandaag de dag wordt op verschillende niveaus gesproken over vredesopbouw. Er zijn
voor de kerk specifieke taken weggelegd,
zowel in situaties van gewelddadig conflict,
alsook in situaties waarin een gewelddadig
conflict dreigt of waarin een dergelijk conflict
is beëindigd en mensen met elkaar weer verder moeten. We spreken over gewelddadig
conflict, maar niet alle conflicten zijn gewelddadig. Een conflict kan zich op velerlei niveau voordoen en is in principe niet verkeerd. Sterker nog, een conflict geeft aan dat
mensen verschillende levensperspectieven
hebben en dus dat we in een pluralistische
samenleving leven. Conflicten vormen vaak
het hart van een dialoog. Gewelddadige conflicten ontberen echter deze dialoog. Over
dergelijke conflicten spreken wij hier in het
bijzonder.
In situaties van dreigend gewelddadig conflict
heeft de kerk een specifieke taak. Allereerst
bestaat haar taak uit vredesonderwijs. Het
vermijden van conflicten hangt samen met
het goed kunnen interpreteren van hetgeen
wees niet bang
19
gebeurt. Hierbij is onderwijs van evident belang. Daarnaast dienen kerken structuren
van onderdrukking en uitsluiting te veroordelen. Religieuze leiders dienen zich krachtig
uit te spreken tegen etnocentrisme, xenofobie, racisme maar ook tegen het dehumaniseren van (religieuze) minderheidsgroepen
en het ophitsen van mensen in de media
tegen bepaalde bevolkingsgroepen. Het veroordelend gebruik van religieuze taal, dogma‟s en symbolen tegen mensen van andere
religies dient uitermate sterk te worden veroordeeld.
We spraken reeds over vredeseducatie. Vredeseducatie is het spiritueel vormen van ka-
rakter. Deze vorming groeit en is moeilijk in
een eenvoudig onderwijsprogramma te passen. Vredesonderwijs is een levensschool.
Het behelst het onderwijzen van mensen in
de structuren, elementen en zaken die ertoe
leiden dat mensen overgaan tot het plegen
van geweld. Dit betekent een grondig en
voortdurend zelfonderzoek. Hoe beschrijven
wij onszelf in relatie tot de ander? Hoe definiëren we onze normen en waarden en op welke manier evalueren we op grond daarvan
andere mensen? Hoe, waar en wanneer zien
wij onze angst overgaan in een bedreiging en
deze bedreiging overgaan in een vijand? Wat
gebeurt er met ons wanneer we een vijandbeeld ruimte geven in ons hart? En hoe
Gevaar van etnocentrisme
20
oecumenische bezinning 2009
verhoudt dit alles zich tot de ethische principes van het evangelie: vrees niet!, of met de
krachtige opdracht van Jezus: heb uw vijanden lief!? Vredesonderwijs heeft niet alleen
betrekking op onze relatie met onze medemensen, maar ook op onze relatie met de
aarde. Vrede houden met de aarde betekent
dat we de aarde niet ongelimiteerd mogen
benutten. Vredeseducatie is dus niet alleen
het verwerken van informatie, maar hangt
samen met het vormen van karakter en het
opbouwen van geweldloos gedrag dat sterk
genoeg is om zich in tijden van dreigend geweld niet te laten meeslepen door haattaal
en andere provocaties.
Wanneer geweld losbarst heeft de vredesopbouw van de kerk twee taken: bescherming
en bemiddeling. Krachtens haar geloof heeft
zij de verantwoordelijkheid om degenen te
beschermen die met geweld worden bedreigd. Kerken dienen te onderzoeken hoe
de verschillende contactpunten binnen hun
netwerken kunnen worden gebruikt om veilige rustplaatsen te creëren in tijden van geweld. Dit geldt niet alleen voor staatsgeweld
of stedelijk geweld, maar ook voor huiselijk
geweld. In sommige situaties kunnen kerken
bemiddelen. Wanneer de kerk bijvoorbeeld
macht en aanzien heeft in een maatschappij
kan zij haar status gebruiken om conflicterende groepen om de tafel te krijgen. Religieuze
leiders kunnen ook hun status gebruiken om
strijdende partijen tot rust en kalmte te manen. Daarnaast dient de kerk vooral in tijden
van geweld te getuigen van het evangelie. Zij
dient de partijen spiritueel te ontwapenen
door sterke thema‟s te profileren die zij
krachtens haar geloof dient in te brengen:
vergeving, verzoening, naastenliefde, rechtvaardigheid en vrede.
Ook in situaties waarin het geweld tot een
einde is gekomen, heeft de kerk een specifie-
ke taak. Zij dient ruimte te geven aan slachtoffers en daders om hun verhalen te vertellen. Zij dient de waarheid te zoeken over wat
er precies is gebeurd. Zij dient mensen te
helpen na te denken over vergeving en verzoening en dit te faciliteren wanneer mensen
hieraan toe zijn. Het zoeken van waarheid in
een door geweld getraumatiseerde samenleving betekent vooral het scheppen van rust
en ruimte waarin betrouwbaarheid een nieuwe kans krijgt en mensen elkaar (weer) in de
ogen kunnen kijken. Wanneer de kerk onderdeel is geweest van het conflict dient zij allereerst de waarheid over haar eigen positie te
vinden, te communiceren en vergeving te
vragen aan degenen die door haar toedoen
onrecht zijn aangedaan.
Twee specifieke vormen van rechtsvinding
zijn van evident belang in een postconflictsituatie: herstellende rechtvaardigheid
en structurele rechtvaardigheid. Herstellende
rechtvaardigheid betekent dat de posities van
slachtoffers worden gerehabiliteerd. Structurele rechtvaardigheid betekent dat wordt gezocht naar structurele factoren die een conflict gewelddadig maakten. Daarbij dient op
allerlei niveaus te worden aangedrongen op
conflictpreventie en conflictmanagement.
Vergeving is een kernpunt uit het evangelie
van Jezus Christus. Het betekent niet dat het
verleden wordt vergeten, maar dat het verleden op een andere manier wordt herinnerd.
Op deze manier helpt vergeving mensen om
verder te gaan zonder de wraak te zoeken en
zo een volgende geweldsuitbraak latent in
het hart te dragen. Vergeving hangt daarom
samen met het genezen van traumatische
herinneringen. Het richt zich op het herstellen
van de humaniteit van slachtoffer en dader
als beelddragers van God. De kerk kan deze
weg naar vergeving wijzen en mensen daarop begeleiden. Zij kan rituelen van vergeving
wees niet bang
21
en verzoening aanbieden en daarbij ruimte
geven aan verdriet en pijn, angst en wanhoop. Op deze manier draagt zij bij aan het
tot rust brengen van een turbulente, getraumatiseerde samenleving.
Het feit dat de kerk haar roeping om vrede te
leren, vergeving te schenken en verzoening
na te streven niet altijd trouw is geweest,
maar dat ook zij onderdeel en mede veroorzaker is geweest van vele gewelddadige conflicten is niet goed te praten. Ook de kerk
heeft vuile handen die zij niet in onschuld kan
wassen. Zij dient het proces van verzoening
dat zij onderwijst en faciliteert, ook zelf te
ondergaan.
D e s pi ri t ue l e pr ak t ij k va n vr e de
Vrede wordt gedragen door mensen die leven uit de Geest van Christus (Filippenzen
2:5), die zichzelf leegmaken, kwetsbaarheid
omarmen en wandelen met degenen die lijden. Het betekent geleid worden door de
heilige Geest in het helen en heiligen van de
wereld. Vrede wordt gedragen door mensen
die vrede zien als een gave én opdracht van
God en juist daardoor in staat zijn om hoop
te hebben voor deze wereld. Vrede is geen
mogelijke werkelijkheid die dient te worden
bevochten en verdedigd, maar een spirituele
gerichtheid op hetgeen ons reeds door God
is gegeven. Vrede is het steeds uitademen
van de Geest die God ons inblies en waardoor wij leven. Vrede is het doorgeven van
deze Geest en daarmee van leven aan anderen. Op deze manier bouwt een dergelijke
spiritualiteit een mondiaal netwerk waarin de
praktijk van vrede mensen samenbindt en
waarin mensen elkaar leren om voorbij de
angst voor het dreigende ander, deze ander
lief te hebben.
Het is dus deze spiritualiteit die de kerk samenbindt tot een mondiaal netwerk. Dit
maakt haar sterk en kwetsbaar. Immers, is
het niet zo dat wanneer één lid lijdt, alle delen lijden? Dit betekent een voortdurende
reflectie op de problematiek waarmee kerken
worden geconfronteerd: oorlog, genocide,
aids, vernietiging van de biosfeer, machtsmisbruik enzovoort.
V r a ge n
W aar s ta at u w k er k wa nn e er h et g a at om vre des e duc a ti e ?
K un t u g es la a gd e pr oj ec t e n of g o ed e er v ar i n ge n n o em en m et vre d es ed uc at i e d ie u m et a n der e k er k en zo u wi l l e n d e le n ?
Ho e d enk t u i n ho u d el ij k na o v er vr e de ?
W elk e as p ec t e n v an u w c hr is t e l ij k ge l oof s p e le n d aa rb ij e en r o l?
22
oecumenische bezinning 2009
Gedragen door mensen
wees niet bang
23
Hoofdstuk 3
Onderweg naar rechtvaardige vrede —
Het engagement van de kerken
God wordt nooit door geweld verheerlijkt.
Ook mensen worden nooit geëerd door geweld. Jezus, in de kracht van de Geest,
schiep een nieuwe gemeenschap te midden
van vijanden. Hij doorbrak tradities en gewoonten die man tegenover vrouw, Jood
tegenover Samaritaan, Romein tegenover
Jood, belastinginner en prostitué tegenover
de morele correctheid plaatsten. Deze houding heeft de eerste christelijke gemeenschap als één van haar centrale aandachtspunten genomen. Paulus schrijft dat „in
Christus‟ man noch vrouw, slaaf noch vrije,
Jood noch Griek zijn. De eerste gemeente
leerde dat de muren van tegenstellingen
waarin mensen steeds weer geneigd zijn te
denken, in feite, in de werkelijkheid van
Christus, niet bestaan. Op deze wijze leerden
de christenen een ethiek van het einde van
vijandigheden. Anderzijds wisten zij ook dat
mensen denken in tegenstellingen en dat
daarin ook macht schuil gaat over anderen.
Zij wisten dat deze tegenstellingen snel kunnen transformeren in vijandigheden. Maar zij
wisten ook dat er meer genade is in God dan
misvattingen en misdaden (zonde) in mensen en dat wij, vanwege deze genade, kunnen leven als gewonde helers. Zij wisten bovendien dat lijden te maken heeft met het
denken in tegenstellingen waarin mensen
steeds van elkaars vijandigheden te lijden
hebben. Dit doorzien en geloven, namelijk
dat de tegenstellingen van mensen bij God
niet bestaan, vormt de inzet voor rechtvaardige vrede. Rechtvaardige vrede veronderstelt
rechtvaardige vredestichters die bouwen aan
instituten waarin rechtvaardige vrede wordt
24
bestudeerd, beproefd, uitgebouwd en uitgedragen.
C hr is t el ij k e vre d es t ra di t i es
In de mondiale traditie van de christelijke
gemeenschap zijn er verschillende bewegingen die hebben nagedacht over vrede.
Rechtvaardige vrede combineert vanuit deze
verschillende bewegingen een gezamenlijk
pad dat relevant is voor onze tijd. De oudere
tradities van christelijk pacifisme en de theorie van de rechtvaardige oorlog zijn hierbij
zeer relevant, te meer omdat deze oudere
tradities nog steeds in ontwikkeling zijn.
Pacifisme is een ethiek waarin geweldloosheid centraal staat en vrede onder alle omstandigheden wordt nagestreefd. Geweld
roept altijd geweld op en ook het gebruik van
geweld als een laatste middel zal de ontwikkeling van een conflict negatief beïnvloeden.
Pacifisme wil geweld zowel als werkelijkheid
alsook als mogelijkheid uitbannen. Verschillende christelijke tradities hebben het pacifisme als een centraal geloofsthema. Zo menen
de zogeheten traditionele Vredeskerken dat
een geweldloze weg een integraal deel van
het navolgen van Christus is.
De theorie van de rechtvaardige oorlog probeert om het gebruik van geweld tegen te
gaan door deze aan regels te binden. Deze
theorie heeft in de traditie verschillende vormen aangenomen, waarbij thema‟s als zelfverdediging, de verantwoordelijkheid om
oecumenische bezinning 2009
onschuldigen en kwetsbaren te verdedigen,
politieacties en de strijd tegen rebellie van
belang werden geacht. De theorie van de
rechtvaardige oorlog is feitelijk een theorie
over het rechtmatige gebruik van geweld en
gaat ervan uit dat in sommige gevallen geweld noodzakelijk is om ander (groter) geweld te voorkomen.
Beide tradities, zowel de pacifistische als die
van de rechtvaardige oorlog, delen een fundamenteel aspect van het christelijk geloof
dat is geworteld in Jezus‟ verwerping van
wapens als instrumenten van Gods Rijk en
het bijeenbrengen van vijandige groepen
door zijn nadruk op vergeving en verzoening.
Beide tradities zijn het erover eens dat
dwang onder bepaalde omstandigheden is
toegestaan. Om vrede op te bouwen is
dwang soms noodzakelijk. Maar het kernpunt
waarop beide tradities uiteengaan heeft te
maken met het gebruik van dodelijk geweld.
De theorie van het gerechtvaardigde gebruik
van geweld gaat ervan uit dat het onder zeer
specifieke en uitzonderlijke omstandigheden
gerechtvaardigd is om een zo beperkt mogelijk gebruik van dodelijk geweld te maken.
Dergelijke omstandigheden kunnen zich bijvoorbeeld voordoen wanneer kwetsbare
groepen dienen te worden beschermd tegen
doodsdreiging. Een andere uitzondering is
wanneer de wet geen bescherming meer
biedt en chaos dreigt. De pacifistische kerken
wijzen daarentegen geweld onder alle omstandigheden af omdat geweld altijd een samenleving zowel op korte als op lange termijn ontwricht, wie dit geweld ook pleegt.
Geweld creëert vervreemding, verziekt relaties, creëert gevoelens van wraak, dehumaniseert en verkondigt steeds een komend
(tegen)geweld. Het theologische argument
voor pacifisme is dat een mens een ander
mens onder geen beding mag doden omdat
ook deze ander een geliefd kind van God is
en in diens beeld geschapen.
Beide tradities hebben echter zij aan zij gestaan in hun gezamenlijke oppositie tegen
nucleaire wapens, apartheid in Zuid-Afrika en
de militaristische antwoorden op de aanslagen van 11 september 2001 waarbij zij de
kruisvaardermentaliteit veroordeelden.
Vanuit een mondiale dialoog tussen roomskatholieken en doopsgezinden die de afgelopen jaren werd gevoerd, komen twee
thema‟s naar voren die verhelderend zijn
voor ons spreken over rechtvaardige vrede.
Uit deze dialoog en uit het onderzoek dat
rondom deze dialoog werd gedaan, kwam
naar voren dat politiemachten doorgaans
beter in staat zijn om vrede te handhaven
dan militaire machten. Dit is een belangrijk
pragmatisch argument tegen militarisering.
Ook bleek uit onderzoek dat terreurgroepen,
wanneer zij eenmaal kunnen deelnemen aan
het politieke debat, zichzelf „oplossen‟. Dit
onderzoek werd onlangs nog eens bevestigd
door een onderzoeksteam dat „uitsluiting‟
aanwees als de meest dominante oorzaak
van rebellerend geweld. Het is belangrijk om
dit te beseffen, omdat de argumenten die
worden aangevoerd om militairen in te zetten
doorgaans te maken hebben met het handhaven van, dan wel het terug doen keren van
vrede. Maar feitelijk gaat achter het hele militaire apparaat, achter de mogelijkheid om dit
apparaat ook in te kunnen zetten, het paradigma van de oorlog schuil: oorlog als oplossing voor gewelddadig conflict. Het is een
negatief mensbeeld dat dit perspectief in
stand houdt, een mensbeeld waarin de mens
alleen aan de hand van dreiging en dwang in
staat wordt geacht om vrede te handhaven.
De tradities van pacifisme en van het rechtvaardige gebruik van geweld hebben in het
wees niet bang
25
verleden vooral militaire
conflicten als focus gehad. Het is van belang
om deze focus krachtiger
en breder te maken, door
de principes en gedachten die in deze verschillende tradities zijn ontwikkeld in verband te
brengen met andere vormen van geweld zoals
huiselijk geweld, geweld
tegen kinderen, seksistisch geweld, straatgeweld, mensenrechtenschendingen enzovoort.
Op deze manier kunnen
deze tradities tevens
vruchtbaar zijn voor een
verdere doordenking van
het tegengaan van geweld in de samenleving.
Verzoeningsprocessen
kunnen worden gestimuleerd en de genezing van
herinneringen verder
doordacht. Zodoende
Mensenrechten handhaven
kunnen ook scholen,
instituten, kerken en universiteiten bij dit vrevijand betekent dan ook het inzicht dat het
beter is grondstoffen en basisbehoeften te
desproces worden betrokken.
delen dan erom te strijden. Geen angst voor
Maar het proces dient nog breder te worden
de ander betekent geen angst voor de mogelijkheid dat deze ander zich als mijn vijand
opgevat zodat dit niet slechts de mensheid
als zodanig ten goede komt, maar de hele
ontwikkelt en mij mijn bestaansvoorwaarden
planeet. Immers, gezien het feit dat de kloof
(werk, voedsel, gezondheid) ontzegt.
Rechtvaardige vredesopbouw brengt dus
tussen arm
en rijk nog steeds groeiende is, de grondstofeen dubbele uitdaging met zich mee: de uitfen schaarser worden en de toegang tot
daging om de basisgoederen veilig te stellen
voor alle schepselen van God op een gezonnoodzakelijke levensbehoeften zoals schoon
drinkwater moeilijker, zullen in de toekomst
de planeet en de uitdaging om deze goedeveel gewelddadige conflicten samenhangen
ren eerlijk te verdelen.
met de problematiek van de zorg voor de
aarde. Een goede zorg voor de naaste betekent dan ook een goede zorg voor de planeet
waarop beiden leven. Het liefhebben van de
26
oecumenische bezinning 2009
O pr oe p v oor r ec ht v a ar d i g be l e i d
In een gebroken wereld is niemand heel.
Daarom kijken we nu naar de instituten, systemen, het beleid en de manier waarop ons
leven is en wordt georganiseerd; hoe we de
wereld zien en hoe we daarin gezamenlijk
handelen. Vredesopbouw vindt ook plaats op
het niveau van organisatie en beleid.
Beleid hangt samen met economie. De economische orde heeft het leven van mensen
op aarde altijd bepaald, maar is het leven
van mensen buitengewoon sterk gaan bepalen sinds de Industriële Revolutie. Deze revolutie betekende dat de planeet meer en meer
werd geëxploiteerd. Globalisering heeft een
nog intensiever economisch verkeer gebracht dat niet alleen de biosfeer van de
mens verandert maar het klimaat op aarde
als zodanig. In de Wereldraad van Kerken
zet het AGAPE-project (Alternative Globalization Addressing Peoples of Faith) zich in
om wereldwijd mensen te mobiliseren en aan
te spreken om onrechtvaardigheid tussen
mensen, en onrechtvaardigheid tussen mensen en andere levende wezens tegen te
gaan. AGAPE gaat ervan uit dat economische en ecologische vrede hand in hand dienen te gaan. AGAPE gaat er met vele anderen ook vanuit dat we een gevaarlijk historisch moment tegemoet gaan en een lange
en moeilijke periode voor de boeg hebben.
Dit komt voornamelijk doordat de enorme
economische groei sinds de Industriële Revolutie en de turbulente vooruitgang van de
technologische wetenschappen enerzijds
veel voorspoed hebben gebracht, maar anderzijds de biodiversiteit van de aarde ook
geweld hebben aangedaan. De ontdekkingen
van nieuwe technieken kunnen zowel voor
als tegen de mensheid worden gebruikt. Wetenschap leent zich zowel voor de ontwikkeling van levensbeschermende technieken,
alsook voor het ontwikkelen van gaskamers
en nucleaire bommen. Degene die het verschil maakt is de mens, de aangesproken
mens waartoe het evangelie zich richt. Dat
zijn wij.
Vrede en veiligheid, economische ontwikkeling, gegarandeerde mensenrechten zijn niet
mogelijk los van een grondige aandacht voor
de primaire elementen van aarde, lucht, vuur
en water. Een rechtvaardige vrede kan niet
worden bereikt zonder het ontwikkelen van
schone energie, het stimuleren van biodiversiteit en dus van verantwoordelijke zorg voor
de aarde. Een nieuwe economie waarbij primair aandacht wordt geschonken aan het
ecologische systeem dat de voorwaarde
vormt voor ons leven, dient in de discussie
over rechtvaardige vrede ruimschoots aandacht te krijgen. De aarde is niet een eindeloos te exploiteren object maar een deel van
ons levenssysteem dat in direct verband
staat met de mogelijkheid en onmogelijkheid
om vrede op te bouwen. Deze gedachte
kwam eertijds tot uitdrukking in de conciliaire
aandacht voor gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping. Ook kan worden gedacht aan de zg. Earth Charter Guide van de
projectgroep Religion and Climate Change.
Kernbegrippen hierbij zijn: solidariteit met
andere mensen en schepselen, duurzaamheid in ontwikkeling, technologie en productie, toereikendheid als standaard van rechtvaardige consumptie en georganiseerde verdeling van bronnen en een sociaal rechtvaardige participatie in het maken van beslissingen over de organisatie van duurzaam en
rechtvaardig samenleven.
Deze opdracht is ongetwijfeld een opdracht
voor vele generaties. De vrede van God die
in het evangelie wordt verkondigd, geldt voor
alle generaties tot aan de voleinding van de
wereld.
wees niet bang
27
Totnogtoe hebben we de nadruk gelegd op
het kairos-moment waarin we „nu‟ leven, een
aantal onderwerpen van bezorgdheid aangestipt, en de opdracht die voor ons ligt benadrukt. Andere zaken van belang hopen wij te
leren van de verschillende interpretaties,
suggesties en bijdragen van de leden van de
Wereldraad van Kerken en anderen. Wij willen dan ook kerken en gelovigen, maar ook
andere organisaties en individuen in Nederland aansporen om dit document te bespreken en erop te reageren. De vragen aan het
einde van ieder hoofdstuk kunnen dienen als
leidraad.
T e ns lo tt e
de regel waarmee mensen met elkaar dienen
te leven en waarmee zij hun conflicten kunnen begeleiden. Het is de serene rust die je
uitademt, de ontspanning die je dan voelt, en
die je geeft aan alle levende wezens om je
heen. Het is Gods Geest die je doorgeeft,
waarmee je spreekt en liefhebt. Het is de
levenskracht die de kwaliteit vormt van alle
leven. Deze kracht wordt aangesproken in
het evangelie. Onwetendheid is geen excuus. Mensen worden in het evangelie niet
als angstige, zwakke objecten behandeld
maar als krachtige bronnen van liefdevol
handelen. Het evangelie heeft een positief
mensbeeld. Het wordt hoog tijd om ons aangesproken te weten en vijandbeelden te verwijzen naar het schijnrijk waar zij thuishoren.
Wees niet bang!
Deze krachtige woorden omlijsten het leven
van Jezus in het evangelie. Onbevreesdheid
is een kracht die ons is gegeven. Deze
kracht dienen wij in te zetten voor de taak
waartoe wij zijn geroepen: het opbouwen van
vrede. Vrede is niet een uitzondering, het is
Het wordt hoog tijd om de naaste en de vijand lief te hebben, om verantwoordelijkheid
te dragen voor het welzijn van de aarde en al
wat daarop leeft en om goed beleid te maken
voor het meest diverse en in potentie krachtigste netwerk op aarde: de kerk. Wees niet
bevreesd. Er is een kind geboren…
V r a ge n
O p we lk e m an ier c o r r e s po n de er t d e be n ad er i ng v an „rec h t va ar d ig e vr ed vr ed e ‟, zo a ls u i tg e wer k t i n d it d oc um ent , m e t u w k erk el ij k e tr a d it i e e n
m et u w ge d ac ht en ?
W aar be nt u h et m e e e ens en wa ar n ie t ?
W at zo u u wi l le n t oe v o eg e n?
O p we lk e m an ier k an de k er k a ls m on d ia a l n et werk da t zi c h l a at a a ns pr ek en do or h et e va n ge l i e h aar ve r a nt wo or d e lij k hei d v o or h aar na as t e s er ieus nem en , h aar v ij a n de n l i ef h eb b e n en zo r g dr ag e n v o or de aar d e?
28
oecumenische bezinning 2009
Download