WEES NIET BANG NAAR EEN OECUMENISCHE VERKLARING VAN RECHTVAARDIGE VREDE INHOUDSOPGAVE pagina V o o r wo ord : h et v er ha al v a n v r e d e 5 W ees n ie t b a ng n a ar ee n o ec um en is c he v er k l ar i ng v an vr ed e 7 Ho of ds tuk 1 D e G od v an vr e de en d e vr e de v an G o d 10 Ho of ds tuk 2 D e c hr is t e l ij k e gem e en s c ha p a ls ve rt e ge n wo o rd i g er v a n vr e de 18 Ho of ds tuk 3 O n der we g na ar r ec h t va a r d i g e vr e d e h e t e n ga g em en t v a n de k er k e n 24 wees niet bang 3 Een duidelijke mening 4 oecumenische bezinning 2009 Voorwoord: het verhaal van vrede Het einde van de „koude oorlog‟ in Europa, ingeluid door de val van de Muur, bracht hoop op wat wel het „vredesdividend‟ genoemd wordt. Een ander tijdperk zou aanbreken, waarin vijandschapsdenken en de wapenwedloop wereldwijd worden beëindigd. In lijn hiermee riep de Wereldraad van Kerken op tot een Decade to Overcome Violence die in 2001 in Berlijn van start ging om de ervaringen van lidkerken, oecumenische organisaties, lokale gemeenten en parochies en de basis bijeen te brengen. Hierbij ging het om het hanteren én tegengaan van allerlei vormen van geweld: huiselijk geweld, seksueel geweld, structureel geweld in economische en institutionele systemen, oorlogs- en wapengeweld. Gedurende de afgelopen jaren hebben de kerken zich steeds sterker uitgesproken voor het uitbannen van geweld in de samenleving. Het is eigen aan het uitroepen van een decade dat zij uiteraard ook ten einde loopt! De Wereldraad wil dit niet onopgemerkt laten gebeuren. Begin 2009 heeft de Wereldraad dan ook aangekondigd dat er in mei 2011 in Kingston, Jamaica een Internationale Oecumenische Vredesbijeenkomst gehouden zal worden. Daar zullen vier belangrijke thema's centraal staan: vrede in de gemeenschap, waarbij vooral huiselijk en seksueel geweld de nodige aandacht krijgen, vrede op de markt, waarbij ingegaan zal worden op het structureel geweld en onrecht in het heersende economische model, vrede tussen de volkeren, waarbij stilgestaan wordt bij onder meer de rol die etnische, culturele en religieuze aspecten kunnen spelen bij gewapende conflicten en vrede met de aarde, waarbij de nood- zaak tot het ontwikkelen van een meer duurzame levensstijl belicht zal worden. Want, zo stelt de Wereldraad, het gaat niet alleen om „vrede op aarde‟, maar ook om „vrede met de aarde‟. In de aanloop naar die wereldwijde vredesbijeenkomst heeft de Wereldraad begin 2009 een document gepubliceerd getiteld „Voorlopige formulering van een Oecumeni- sche Verklaring van Rechtvaardige Vrede‟. Lidkerken van de (Wereld)Raad van Kerken, oecumenische organisaties en lokale gemeenten worden uitgenodigd op die voorlopige verklaring te reageren. Niet alleen op de conceptformulering, maar ook door voorbeelden aan te dragen van de vredesinzet door kerken en kerkelijke organisaties overal ter wereld. Met behulp van die reacties en voorbeelden wil de Wereldraad in de loop van 2010 een tweede concept van die Oecumenische Verklaring van Rechtvaardige Vrede opstellen om ter goedkeuring voor te leggen aan de Internationale Oecumenische Vredesbijeenkomst in Kingston, Jamaica in 2011. Om hieraan een actieve bijdrage te leveren heeft de Raad van Kerken in Nederland een taakgroep Rechtvaardige Vrede ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van IKV Pax Christi, Kerk en Vrede en de Raad van Kerken. Deze heeft als opdracht meegekregen een bezinning op de Oecumenische Verklaring van Rechtvaardige Vrede in Nederland te stimuleren. De lidkerken is gevraagd hun reacties op de Engelstalige versie van de verklaring in te sturen. De taakgroep heeft een Nederlandse bewerking van de verklaring gemaakt om met u over de spirituele inbedding van vredeswerk in gesprek te kunnen gaan. Deze voor de Nederlandse situatie ontwikkelde versie van het Wereldraad- wees niet bang 5 document ligt hier voor u. Lokale gemeenten en parochies worden uitgenodigd te reageren onder de werktitel: Vertel ons je Verhaal van Vrede. Stuur nu uw verhaal naar de Raad van Kerken in Nederland. Uw bijdrage wordt verwerkt in de reactie van de Raad van Kerken richting Wereldraad en zal zo mogelijk ook een rol spelen in de Vredesweek 2010. Zo kunnen ook wij in de Nederlandse oecumene toegroeien naar de Internationale Oecumenische Vredesbijeenkomst. Vanuit de Raad van Kerken hopen wij dat dit proces bij mag dragen aan de noodzakelijke herbevestiging dat vrede niet alleen een gave, maar ook een opgave van God is: laten we met nieuwe inspiratie bouwen aan een rechtvaardige vrede, de oorlog en wapens uitbannen. Er liggen ons veel uitdagingen te wachten om te bouwen aan een rechtvaardiger, vrediger en duurzamer wereld. Namens de Raad van Kerken in Nederland Kees Nieuwerth, lid van het moderamen en de taakgroep Rechtvaardige Vrede. Klaas van der Kamp, secretaris Raad van Kerken in Nederland. Uw verhaal van vrede 6 oecumenische bezinning 2009 Wees niet bang — naar een oecumenische verklaring van rechtvaardige vrede Het motto van de „Internationale Oecumenische Vredesconvocatie‟ en van de conceptverklaring over rechtvaardig vrede komt uit het evangelie naar Lucas. Herders in de velden van Bethlehem zijn de eersten die het horen: „Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David voor jullie een redder geboren. Hij is de messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.‟ En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: „Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.‟ (Lucas 2:10-14) De eerste woorden van de engel waarmee de herders worden aangesproken luiden: „wees niet bang‟. Opvallend is dat de angst niet zozeer wordt weggenomen maar dat de herders de opdracht krijgen om niet bang te zijn. Hiermee wordt hun kracht en persoonlijkheid aangesproken en worden zij tot verantwoordelijke getuigen gemaakt van het evangelie. Dit goede nieuws stemt immers tot vreugde: de herders zullen een pasgeboren kind vinden … Dit kind is de messias. Zijn boodschap is vrede. Wees dus niet bang. Maar mensen zijn vaak juist wel bang. Gewelddadige conflicten zijn aan de orde van de dag. Vaak zijn religies betrokken bij dergelijke conflicten. Vaak werkt religie als olie op het vuur van een gewelddadig conflict. Soms ook verhevigt religie bestaande conflicten waardoor deze gewelddadiger worden. De christelijke religie vormt hierop helaas geen uitzondering. Soms wordt gesuggereerd dat de wereld beter af zou zijn zonder religie. Sommigen beweren zelfs dat religie de weg naar mondiale vrede blokkeert. Deze observaties dienen christenen zich zeer aan te trekken. De vraag aan ons is dan ook hoe het mogelijk is dat geweld wordt aangewend in naam van onze religie. Wat heeft geweld te maken met juist het heel kwetsbare begin van het evangelie, waar wordt verteld dat het goede nieuws komt als een kind, geboren in een stal aan de rand van het grote Romeinse wereldrijk? De wereld die vaak is gevangen in een spiraal van geweld op geweld, wordt van onderuit door God bezocht. Wat zijn hiervan de implicaties? Wees niet bang! Angst betekent dat je bang bent voor schending, voor pijn en verdriet, voor verlies van positie en van wat je dierbaar is of gewoon is geworden. Angst is een alarmsysteem dat de mens waarschuwt voor gevaar. Maar angst kan ook angst voor de ander als zodanig zijn, voor de religieuze ander, voor „de moslim‟ bijvoorbeeld, waarover in politiek en pers wordt verteld dat die „onze‟ ruimten in bezit neemt. „Wees niet bang‟ betekent dat deze ander niet moet worden gevreesd, zodat hierdoor ruimte komt voor vreugde. In het evangelie wordt voor deze vreugde de basis gelegd in de geboorte van Christus, de Redder, die vrede brengt. wees niet bang 7 Opvallend genoeg gaan het loslaten van angst, de vreugde en de vrede hand in hand. Hierdoor worden mensen in staat gesteld om elkaar als mens zien, als geborenen, als kinderen, als mensen in staat tot vreugde en vrede, als mensen die zijn opgestaan. Tegen het einde van de „Decade to Overcome Violence‟, zijn we aangekomen bij een belangrijk moment, wat een kairos-moment van genade zou kunnen worden genoemd. „Kairos‟ is, in tegenstelling tot Chronos, dat de gang der dingen in de tijd weergeeft, een bijzonder moment dat een keerpunt in de loop der dingen weergeeft. De boodschap van de engel geeft zo‟n kairos-moment aan en klinkt ook nu: „Vrees niet‟, en evenals voorheen wordt ook nu veel van ons gevergd. Er wordt van ons gevergd om naast en met andere mensen, mens te zijn. Als zodanig worden wij opnieuw aangesproken, tot vreugde en vrede in staat. De vraag is nu waaruit dit kairos-moment precies bestaat? Om deze vraag te beantwoorden dienen we de recente geschiedenis te begrijpen die ons ertoe heeft aangezet om te spreken over vrede tijdens deze „Decade to Overcome Violence‟. Tekenen van hoop en wanhoop wisselden elkaar af aan de vooravond van de Decade. Hoopvolle gebeurtenissen waren bijvoorbeeld de val van de Berlijnse Muur in 1989, het VN-jaar van Inheemse Volkeren in 1992, en het VN jaar van de Vrouw in 1994. Dit zijn alle grote gebeurtenissen geweest en momenten van inkeer, waarbij aandacht werd gevraagd voor degenen die werden onderdrukt en geconfronteerd met geweld. Maar er waren ook wanhopig makende gebeurtenissen, zoals de burgeroorlogen op de Balkan, de Rwandese genocide (waarbij sommige kerken een discutabele rol speelden), de toenemende dreiging van ecologische ram8 pen en de negatieve effecten van globalisering (zoals economische dislocalisering en marginalisering, globalisering van misdaad en de toename van geweld in media). Deze zaken hebben tot de vraag geleid wat er vanuit de kerken en vanuit de theologie kan worden gezegd over geweld. T h e D ec a d e t o O v erc om e V i o le nc e In 1998 werd in Harare op het 8e assemblee van de Wereldraad van Kerken besloten tot een Decade to Overcome Violence. Het doel van dit decennium was om de verschillende gestalten van geweld te onderzoeken, maar ook om te bezien welke aspecten kunnen bijdragen tot vrede, zoals vergeving, de genezing van herinnering, de verantwoordelijkheid om te beschermen en dergelijke. In 2006, acht jaar na Harare, besloot de Wereldraad van Kerken op de 9e assemblee om het decennium in 2011 af te ronden met een gezamenlijke internationale oecumenische oproep tot een rechtvaardige vrede. Tussen 1998 en 2006 waren er ingrijpende gebeurtenissen die op wereldschaal het denken over geweld en rechtvaardige vrede hebben beïnvloed, zoals de terreuraanslagen van 11 september 2001, de daaropvolgende „war on terror‟, de oorlogen in Afghanistan, Tsjetsjenië en Irak en de talloze aanslagen op burgerdoelen in Europa, Azië en Afrika. Zeer zware schendingen van mensenrechten vonden plaats in Congo en op vele andere plaatsen. In Nederland vond een politieke moord plaats op Pim Fortuyn en een extremistische moord op Theo van Gogh. Beide gebeurtenissen hebben het politieke spectrum in Nederland sterk veranderd. Al deze gebeurtenissen dagen ons uit om vanuit ons geloof in de God van vrede niet te zwijgen. oecumenische bezinning 2009 Nu 2011 dichterbij komt, geloven wij dat we naar een kairos-moment toeleven. Dreigingen uit het verleden zijn niet verdwenen en nieuwe dienen zich aan, zoals een wereldvoedselcrisis, de dreiging van een nieuwe (koude) oorlog rondom energievoorraden en nog verdere aantasting van natuur en milieu. Wat deze tijd nu tot een kritische tijd maakt, is de mondiale samenhang en verbinding van al deze dodelijke dreigingen. Het groeiende bewustzijn van deze kritieke samenhang van destabiliserende krachten heeft de kerken in een nieuwe fase gebracht waarin zij grondig dienen na te denken over wat het betekent om in zo een wereld dienaren en ambassadeurs van Gods vrede en verzoening te zijn (II Korintiërs 5:18-20). Zo kan bijvoorbeeld „rechtvaardige vrede‟ niet eenvoudig tegenover „rechtvaardige oorlog‟ worden geplaatst. Wat rechtvaardigheid en vrede precies inhouden, dient opnieuw te worden doordacht. Dit doordenken moet gebeuren vanuit het allesomvattende visioen van Gods vrede met en voor zijn schepping in confrontatie met de samenhangende krachten die de aarde en al het leven daarop bedreigen. De bedoeling van deze verklaring is om na te denken over de vraag hoe de verschillende kerkelijke gemeenschappen „vrede‟ verstaan en daaraan vorm willen geven op dit beslissende moment. Wat houdt het precies in om Christus na te volgen in deze tijd? Visie op vrede wees niet bang 9 Hoofdstuk 1 De God van vrede en de vrede van God In Lucas 2, het hoofdstuk waaraan het motto van dit document is ontleend, worden mensen duidelijk aangesproken met de woorden „wees niet bang‟. Dit is een opdracht. Verderop in het evangelie, wanneer de geboorte van Jezus wordt verkondigd, zingen de engelen „Eer aan God en vrede op aarde‟. Wat betekenen deze woorden in een wereld waar geen vrede is? Wie is deze God van vrede? De betekenis van geen van beide woorden vrede en God - is vanzelfsprekend. Onder beide woorden wordt niet door iedereen hetzelfde verstaan. Gewelddadige conflicten worden vaak gepleegd door mensen die in God geloven. Sommigen zeggen te handelen in naam van God wanneer zij geweld plegen. Anderen zeggen weer dat vrede moet worden bevochten. Soms vallen staten andere staten aan om „vrede‟ te brengen. Het lijkt erop dat het telkens mis gaat, wanneer projecten worden uitgevoerd in naam van „God‟ of in naam van „de vrede‟. Het is goed om zich te realiseren hoezeer ons menselijk falen en onze menselijke geweldsgeschiedenis ons beeld van God hebben bepaald. Vaak is Gods vrede tot een project gemaakt dat het waard lijkt met wapens te worden verdedigd. Soms is God ingevroren in menselijke dogmatische veronderstellingen die worden verward met waarheid en vervolgens met geweld worden verdedigd. Soms was en is „vrede‟ een term (geworden) die gewapende actie en reactie rechtvaardigt binnen een structuur van zogenaamd rechtvaardige vergelding. Al deze ontwikkelingen in verschillende christelijke tradities hebben hun invloed (gehad) op hoe wij nu over God en vrede nadenken. 10 „Vrede‟ is dus een complex begrip. De wijze waarop het wordt gebruikt in onze huidige wereld om oorlogen te rechtvaardigen gaat in tegen het bijbelse begrip van vrede, shalom. V r e de in de b ij b e l Shalom in de bijbel duidt vele zaken. Het woord is onderdeel van een breed betekenisveld waarbij andere woorden dit begrip mede van betekenis voorzien. In dit veld van elkaar aanvullende woorden valt op dat shalom in verband wordt gebracht met heelheid en welzijn, maar ook met: rechtvaardigheid (tsedaqah), compassie (hesed) en waarachtigheid (emet). Deze woorden zijn zo met elkaar verbonden dat vrede niet zonder rechtvaardigheid denkbaar is. Sterker nog: vrede is het resultaat van rechtvaardigheid en de praktijk van waarheid en compassie. Alleen zo ontstaan heelheid en welzijn. In de bijbel is shalom uiteindelijk de rust waarbij mensen onder de vijgenboom zitten, ouderen in de poorten van de stad, kinderen spelen omdat zwaarden tot ploegscharen zijn omgesmeed. In Jesaja wordt deze vrede typerend neergezet als een droom: „Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer; kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden‟ (Jesaja 11:6). Shalom hangt dus ook samen met rust, onbezorgdheid en vreugde. Een leven van shalom is een vol leven waarin de goedheid van het leven wordt gevierd, en waarin daarom geen plaats is voor angst, ook niet voor de angst om vrede te verliezen. oecumenische bezinning 2009 Maar vrede, in de zin van shalom, is meer dan de afwezigheid van conflict, wat duidelijk wordt in de verbondenheid van het woord met het Aramese en Akkadische woord salamu en het Arabische woord salam en islam, woorden die het betekenisveld uitbreiden met betekenissen als „genoeg hebben‟ en „onderwerping‟ (aan God). Vrede is daarom tevens verbonden met een oprecht leven en oprechtheid voor God. Het hangt samen met een niet vrijblijvende verhouding met God. Vrede is dus een woord waarvan de betekenis zich uitstrekt naar de verschillende levenssferen van het menselijk bestaan en waarbij dit bestaan wordt verstaan in verhouding tot God. De heelheid van het menselijk bestaan betekent tevens onderwerping aan God die rechtvaardig en genadig is. Er gaat een bijzonder krachtig element schuil in deze onderwerping. Het betekent namelijk dat vrede een gave is en niet het resultaat van ons denkvermogen. Het is Gods gave voor mensen en staat niet aan het einde van een lang bevochten project. Het is gegeven met de gave van het leven zelf om vrede te kunnen houden met elkaar. Mensen hebben de mogelijkheid gekregen om in vrede met elkaar samen te leven. Deze mogelijkheid vormt de hartslag van het leven zelf. In het Nieuwe Testament is Jezus Christus de bron van vrede. Hij openbaart de geest van vrede die niet voortkomt uit de conflicten van mensen. Deze vrede leert hij aan zijn discipelen: “Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan. Maak je niet ongerust en verlies de moed niet.” (Johannes 14:27). Ook hier wordt de boodschap van Jezus samengevat als een boodschap van vrede die gepaard gaat met de opdracht om niet bang te zijn en de moed niet te verliezen. De vrede van Christus is de inhoud van het Koninkrijk van God. De vrede van Christus maakt het mogelijk om de tegenstellingen waarin mensen denken en de conflicten die daaruit voortkomen, de vijandschappen die worden opgebouwd en het onbegrip en de angst die daarmee gepaard gaan, te overwinnen. De weerstand die Jezus‟ houding bij de politieke en religieuze machten oproept, dus: bij de machten die het patent claimen op „vrede‟ en „God‟, wordt duidelijk in het lijden van Jezus. H e t h u is h o u de n va n G o d De wereld is Gods oikos (lett.: huis, huishouden). In dit huis vindt al het menselijk verkeer plaats. Het geheel van al dit verkeer wordt de oikoumene (lett.: bewoonde wereld) genoemd. De oikos, en daarmee de oikoumene, vindt haar betekenis en bedoeling in de innige verbondenheid van liefde, vrede en schoonheid. Het werken aan vrede is het gaan van een weg waarop ook liefde en schoonheid ruimte verkrijgen. Liefde, vrede en schoonheid zijn zo innig met elkaar verbonden dat zij niet te scheiden zijn. Steeds richten zij zich op hun kern, namelijk de liefde, vrede en schoonheid van God, zonder deze kern ooit te bezitten. In menselijk handelen en denken dansen zij om hun kern heen. Het werken aan vrede is niet alleen het repareren van wat is gebroken, maar ook het uitbreiden en vervolmaken van menselijke relaties die de oikoumene de spiegel van God doen zijn. Vrede is daarom het omarmen van Gods schepping. Onze relaties met elkaar en met de aarde zijn niet gebaseerd op een contract, noch arbitrair, maar zijn verbindingen van liefde, vrede en schoonheid. wees niet bang 11 M e ns e n a ls G o ds b e e ld d r a g er s Wij geloven dat mensen zijn geschapen naar Gods beeld (Genesis 1:26-27). Het scheppingsverhaal uit Genesis vertelt dat God de mens schiep nadat hij alle andere levende wezens geschapen had. Hij schiep de mens uit aarde (ha adamah) en blies zijn adem in de mens (Genesis 2:7). Alle mensen dragen deze spanning in zich: wij zijn geschapen naar het beeld van God en tezelfdertijd zijn wij uit de aarde genomen. Gemaakt uit het stof van de aarde delen mensen de kwetsbaarheid met alle andere levende wezens. Aan de andere kant participeert de mens aan Gods leven; de adem van God die de mens als levensadem is gegeven, maakt de mens verantwoordelijk voor de schepping. De opdracht om rechtvaardig te zijn, de heelheid van de schepping te bewaren en voortdurend aan vrede te werken is een opdracht die de mens door zijn verbondenheid met God is gegeven. Deze vredestaak maakt de mens tot mens. voor anderen weer aanleiding om tegengeweld te gebruiken waardoor men terecht komt in een spiraal van geweld en vergelding. In de theologische bezinning op de bijbelse teksten en in de geloofspraktijken die daaruit voortvloeien, wordt vaak gesproken over het probleem van het kwaad. Hiermee wordt bedoeld dat de slechtheid van de mens niet te rijmen valt met de machtige daad van God waarmee hij de mens schiep en hem zijn verantwoordelijkheid gaf. Maar eerder dan te buigen voor de slechtheid van mensen en voor een vermeende natuurlijke neiging tot het doen van kwaad, dienen we ons te herinneren dat wij uit aarde zijn gemaakt en door God tot leven zijn geroepen. Onze misdaden zijn letterlijk mis-daden in die zin dat het daden zijn die het doel missen waartoe de mens is geschapen en tekenen zijn van menselijke onverantwoordelijkheid en onmogelijkheid. G e we l d H e t pr o b le em v a n h et k wa a d Ondanks het feit dat de mens de adem van God uitademt om te zegenen en lief te hebben, bouwt de mens toch ook aan muren van vijandschap. Alhoewel alle mensen zonder uitzondering beelddragers zijn van God en Gods levensadem hebben verkregen, zijn mensen vaak bang voor anderen, bouwen zij zo aan vijandschappen en staan zij elkaar uiteindelijk naar het leven. Niemand lijkt te ontkomen aan het denken in tegenstellingen en het opbouwen van angst voor anderen met wie men denkt niets gemeen te hebben. Op deze wijze vergeten mensen hun gezamenlijke basis en gaan zij vermoeden dat de mens in principe kwaad is, dat mensen wolven zijn die erop uit zijn anderen te verscheuren. Het geweld dat de ene mens pleegt is 12 Geweld manifesteert zich op velerlei wijze. Maar het eerste niveau waarop over geweld moet worden nagedacht is het niveau van menselijke relaties. Geweld is het resultaat van een bepaalde verhouding van de een tot een ander, waarbij grenzen van mensen, zowel fysiek als psychisch, worden geschonden. Factoren als vernedering en schaamte, herinneringen aan een traumatisch verleden of ziekelijke lust dragen bij aan het ontstaan van geweld. Op persoonlijk niveau komt dit tot uitdrukking in moord, verkrachting, misbruik, uitsluiting of mishandeling. Het is daarbij goed te beseffen dat geweld vaak een geschiedenis heeft. Deze geschiedenis brengt een eerder geweld in herinnering die de actuele gewelddaad verklaart. oecumenische bezinning 2009 Maar persoonlijk geweld is niet de enige vorm van geweld. Ook op het niveau van naties, overtuigingen en economieën bestaat geweld. Oorlogen tussen landen, terreur tegen (symbolen van) bepaalde naties, antiterreur tegen al dan niet vermeende supporters van terreur, nationalistisch of etnisch geweld en geweld waarbij religie een stimulerende factor is, creëren een grimmige werkelijkheid van miljoenen vluchtelingen, honger en dood. De wereldwijde obsessie met economische groei brengt een probleem aan het licht dat gewelddadige conflicten in de hand werkt. De rijkdom en welvaart van sommige landen dient in verband te worden gebracht met de armoede van vele andere. Ook op dit punt laat de verantwoordelijkheid van mensen, in dit geval vooral van de consumenten, het vaak afweten. De andere kant van het product dat wij consumeren reikt vaak tot in arme landen met grote voedselproblemen en armlastige omstandigheden. Ook het „laten sterven‟ van deze anonieme anderen is een vorm van geweld. Geweld is echter ook dat de aarde wordt uitgebuit door middel van blinde exploitatie van grondstoffen zoals water en fossiele brandstoffen, of het verrichten van schadelijke activiteiten zoals intensieve overbevissing, het kappen van oerwouden of het dumpen van afval. In al deze gevallen wordt de aarde als leefmilieu van de mens kapot gemaakt en wordt het bestaan van alle leven bedreigd. Wetenschappers spreken ook over structureel geweld, waarmee geweld wordt aangeduid dat het gevolg is van bepaalde (maatschappelijke, culturele, religieuze) structuren die op zichzelf dat geweld niet Medeplichtig aan geweld wees niet bang 13 vormen maar er wel toe leiden. Deze structuren worden doorgaans als „normaal‟ ervaren of zijn zelfs onderdeel van een sociale identiteit, zoals religieus superioriteitsdenken, racisme, seksisme, militarisme, maar ook: structuren van uitbuiting en onderdrukking die gegeven zijn met bepaalde levensstijlen. Dergelijke structuren kunnen instanties en organisaties beïnvloeden die juist het welzijn van mensen moeten bevorderen, zoals het politieapparaat, de rechtspraak of de parlementaire politiek. Een belangrijke vraag is hoe dergelijke structuren, wanneer deze onderdeel zijn van het levenspatroon van mensen, bijdragen aan persoonlijke percepties van anderen, hoe deze structuren ons denken beïnvloeden en ons handelen bepalen. Wanneer deze structuren het gebruik van geweld rechtvaardigen wordt ook wel gesproken van „cultureel geweld‟. Om deze reden is er bezinning nodig op wat wordt genoemd „banaal geweld‟. Deze term refereert aan een vorm van geweld waaraan wij bijdragen zonder dit te beseffen, zoals het voor lief nemen van geweld als iets dat bij de mens hoort en dus onvermijdelijk is, maar ook het gebruiken van andere mensen als waren zij materiaal of objecten voor eigen doelstellingen. Banaal geweld betekent dat de verhouding tussen ethische verantwoordelijkheid en maatschappelijk gedrag niet wordt doorzien. Deze perspectieven dehumaniseren de mens waardoor negatieve mensbeelden ontstaan. Wanneer negatieve mensbeelden politieke beslissingen beïnvloeden zal er eerder van geweld gebruik worden gemaakt dan wanneer mensen als beelddragers van God in staat worden geacht om vrede te brengen. 14 G e we l d e n m ac ht Macht is een menselijk instrument om invloed uit te kunnen oefenen, het vermogen om iets tot stand te brengen. Macht is daarmee essentieel voor een mens. Zonder macht kan niemand bestaan. Macht produceert de relaties waarmee mensen met elkaar omgaan. Het produceert, organiseert en rectificeert en is daarmee het instrument bij uitstek van de staat. Macht kan ook gebruik maken van geweld, maar vanuit een politiek perspectief is dit geweld altijd instrumenteel. Wanneer macht wordt gebruikt om anderen te onderwerpen, uit te sluiten, te onderdrukken of te ontmenselijken, creëert macht ruimte voor een vorm van geweld die infecteert. Dit wil zeggen dat geweld dan „overslaat‟ op de maatschappij en de machtsverhoudingen in de maatschappij gaat bepalen. Uitsluiting, discriminatie en liquidatie kunnen hiervan gevolgen zijn. Macht kan anderzijds weer worden aangewend om geweld te beteugelen. In het evangelie wordt de macht van mensen niet onderschat. Integendeel, mensen worden steeds aangesproken om muren van vijandschap te beslechten, aan zelfreflectie te doen, hun naasten en vijanden lief te hebben en - als uiterste uitdaging - alles los te laten en Jezus te volgen. Dit alles veronderstelt een buitengewone positieve inschatting van menselijke macht. S t ruc t ure n v an v ij a n ds c ha p Een andere manier om na te denken over de realiteit van geweld is door te kijken naar de vormen en structuren van vijandschap die onze levens doorsnijden. Deze muren van vijandschap (Efeze 2:14), of deze nu zichtbaar zijn of niet, weerhouden mensen ervan om de ander te zien als mens, als beelddrager van God. Structuren van vijandschap laten zien dat samenlevingen verdeeld zijn oecumenische bezinning 2009 en dat er altijd conflicterende belangen zijn. Vijandschap creëert afstand tot de ander en houdt in dat deze ander wordt gezien als een bedreiging. Vaak speelt angst voor deze ander, waarvan de humaniteit wordt betwist, een belangrijke rol. De afstand betekent dat mensen niet in staat zijn om de ander te zien als een mens wiens hoop, verlangens en vrees vergelijkbaar zijn met mijn hoop, verlangens en vrees. Hierdoor wordt negatieve projectie mogelijk gemaakt. Vijandschappen kunnen op deze wijze eenvoudig in stand worden gehouden. Afstand heeft echter nog een andere consequentie. Naast vijandschap creëert afstand ook onverschilligheid. Afstand maakt individuele verantwoordelijkheid kapot. Als gevolg hiervan hebben mensen geen duidelijk be- zwaar tegen het uitbuiten van anderen om economische redenen, het afwerpen van bommen op steden waar „bedreiging‟ vanuit gaat, het niet voeden van mensen die op de rand van de hongerdood verkeren of het mishandelen en uitbuiten van kinderen als kindsoldaat of prostitué. Al deze zaken zijn feiten die we wel „weten‟, en die we met woorden als „verschrikkelijk‟ of „verwerpelijk‟ uit onze harten kunnen houden. Deze afstand, waardoor slachtoffers geen duidelijk gezicht verkrijgen maar slechts als abstracte gegevens hun eigen context kunnen overstijgen, noopt ons ertoe om op een andere wijze ons te gaan verhouden tot wereldwijde gebeurtenissen en ontwikkelingen. Is het mogelijk om deze mensen hun gelaat terug te geven waardoor zij onderdeel worden van onze verantwoordelijkheid? Afstand wees niet bang 15 Kan er dus een effectieve ethiek worden geformuleerd op grond waarvan afstand wordt overbrugd, verantwoordelijkheid zichtbaar gemaakt en vijandschap doorbroken? Kan er echt vrede zijn? In een wereld waarin vijandschappen worden uitgespeeld door het zaaien van dood en verderf, door het scheppen van haat en angst en door het dehumaniseren van de vijandige ander, dienen wij de enorme kracht te beseffen die schuilgaat in de woorden van Jezus: „heb uw vijanden lief‟ (Matteüs 5:44). Jezus‟ woorden zijn niet vrijblijvend, maar zijn een gebod. Juist door dit gebod worden wij als handelende, verantwoordelijke mensen aangesproken en wordt ons de positieve macht openbaar om de muren van vijandschap te doorbreken door de ander zo dichtbij te halen dat deze ander een geliefde van God wordt net zoals wij zijn geliefden zijn. D e k erk h ou d t zi c h n i et af zij d ig Jezus is onze vrede, degene die ons één maakt. In het licht van dit bevrijdende alternatief nemen wij de tweespalt van de menselijke conditie waar. Aan de ene kant zijn er mensen en organisaties die zich inzetten voor vrede, die respect, oprechtheid en waardigheid voorstaan in families, op scholen, op universiteiten, industrieën en kantoren. Mensen die werken aan genezing van zieken, zich inzetten voor recht en oplossingen bedenken voor negatieve ecologische ontwikkelingen. Maar aan de andere kant worden wij geconfronteerd met een wereld die balanceert op de rand van de afgrond van ecologische catastrofes, oorlogsdreiging vanwege schaarste van schoon water en fossiele brandstoffen, een wereld waarin de helft van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Bovendien is ook de dreiging van een nucleaire ramp niet geweken. Waar staat de kerk? De kerk kan zich niet afzijdig houden. Sommige gemeenschappen zien de dreigingen als tekenen van de eindtijd en nemen vervolgens een houding aan waarbij de zorg voor de naaste en de verantwoordelijkheid voor de schepping het moeten ontgelden. Maar wij zijn ervan overtuigd dat de rampen die onze wereld bedreigen de verantwoordelijkheid van christenen juist zwaarder maken. De vrede van God maakt zich niet los van de „vrede op aarde‟. Integendeel, juist wij als christenen hebben de taak om Jezus na te volgen, te getuigen van waarheid zoals deze in het kind van Bethlehem openbaar werd, en vertegenwoordigers te zijn van die gemeenschappen die zich inzetten voor heling en redding. V r a ag W aar s ta at u w k er k t e m idd en v an d e ze dr e ig i ng e n? En wa ar s ta a t u a ls c hr is t en ? O p we lk e m an ier v in d t u d a t u, k r ac h te ns u w g e lo of , ver a nt wo or d el ij k he i d k unt of m oe t nem e n v o or d e zak e n d i e o ns m ens e l ij k bes t aa n b e dre i ge n ? W at is h ier i n d e r o l v a n d e op dr ac ht u i t he t e v an g e li e : „ vr ees ni e t! ‟ en „ he b u w v ij a n d en li ef ‟ ? 16 oecumenische bezinning 2009 Inzet voor vrede wees niet bang 17 Hoofdstuk 2 De christelijke gemeenschap als vertegenwoordiger van vrede In een christelijke gemeenschap komen mensen bijeen, lezen de bijbel, delen brood en wijn, en bemoedigen en vermanen elkaar. In deze gemeenschap worden de woorden van de engel uit het Lucas-evangelie keer op keer herhaald: wees niet bang!, en wordt de betekenis van deze woorden beproefd in het leven van mensen. Verhalen uit het dagelijks leven en verhalen over de situatie van onze wereldwijde gemeenschap worden in verband gebracht en geconfronteerd met verhalen uit de bijbel. Een christelijke gemeenschap laat zich aanspreken door de woorden uit de bijbel en doordenkt de vele implicaties van de gebiedende wijs waarin de bijbel haar boodschap aan ons duidelijk maakt. Immers, juist de specifieke en krachtige wijze waarop wij worden aangesproken, betekent dat mensen niet passief kunnen blijven maar dat hun verantwoordelijkheden keer op keer in de kerk, waar mensen zich rond de schrift verzamelen, worden geactiveerd. Velen wijzen erop dat de heilige Geest mensen verzamelt en samenbindt. Deze Geest is de Geest van God, Gods levensadem die „in het begin‟ over de woeste wateren van de aarde ging, en die de mens tot leven bracht. Het is deze Geest die de in- en uitademing vormt van de christelijke gemeenschap, die vrede en rust brengt in de harten van mensen. Deze Geest, waardoor wij verbonden zijn met Gods scheppende levenskracht, is de kracht van vrede en het lef om hiervoor te gaan, waardoor de gemeenschap wordt gesticht. 18 Vanwege de verhalen die wij lezen, de getuigenissen die wij horen, de band die wij hebben met elkaar en met alle andere mensen, en de opdracht die wij als christelijke gemeenschap kregen is het niet mogelijk ons niet uit te spreken in een wereld vol van onrecht, oorlog en uitbuiting. Wanneer wij over Christus spreken in onze gemeenschappen, dan dienen wij ook te spreken over de opdracht die Christus ons heeft gegeven om onze vijanden lief te hebben. Wij dienen dit te doen in de algehele context waarin van Christus‟ geboorte en van zijn opstanding wordt verhaald: vrees niet! Wanneer wij dan de dood en opstanding van Christus prediken en daarover horen, dan worden wij in zijn dood geconfronteerd met hetgeen wij mensen hem, maar ook elkaar steeds weer aandoen. Maar in de verkondiging van zijn opstanding worden wij geconfronteerd met een nieuwe werkelijkheid waarin het geweld dat wij elkaar aandoen geen kans meer krijgt. Deze nieuwe werkelijkheid vangt aan met het „vrede zij u‟ dat de Opgestane spreekt tot de vrouwen in de tuin, de eerste getuigen van deze nieuwe werkelijkheid. De profetische functie van de christelijke gemeenschap is dat zij van deze nieuwe werkelijkheid getuigt. Het is haar taak om erop te wijzen dat de destructieve krachten van dood en geweld weliswaar tegenwoordig zijn in onze wereld, maar daar geen recht hebben. oecumenische bezinning 2009 K e r k e n G e we l d I ns tr um e nt v oo r vr e des op b o u w De kerk heeft niet altijd deze boodschap van vrede ernstig genomen. Vaak heeft de kerk zich laten meeslepen in cycli van geweld en wraak. Soms heeft zij wapens gezegend. Soms heeft zij vluchtelingen verraden en uitgeleverd aan de dood. Soms steunde zij onderdrukking, genocide en uitroeiing. Soms heeft zij anderen minderwaardig geacht of sommigen zelfs het recht ontzegd op onderwijs en ontwikkeling. Soms heeft zij tot geweld opgeroepen of heeft zij geweld gelegitimeerd. Soms dacht zij „vijanden‟ te hebben die zij vervolgde en uitmoordde. Vaak legitimeerde zij haar wandaden door te wijzen op een wraakzuchtige God, een God die uit was op vergelding of genoegdoening. De kerk is haar roeping om zonder angst te getuigen van vrede door haar vijanden lief te hebben niet altijd trouw geweest. Zij dient dan ook haar zonden te belijden en vergeving te vragen aan degenen die zij onrecht heeft aangedaan. Ook wanneer de kerk heeft nagelaten om te zien naar hen die lijden, heeft zij de gewonde mens achter gelaten in de put (Lucas 10:31-32). Ook wanneer de kerk onderling verdeeld is geraakt en haar eigen identiteit heeft willen opbouwen door de zienswijzen van anderen af te breken, heeft zij gezondigd en is zij haar roeping ontrouw geweest. De kerken worden geroepen om instrumenten te zijn van Gods plan met de wereld. In het verleden zijn er diverse tradities ontwikkeld waarin gepoogd wordt geweld te beteugelen. In de vroegmiddeleeuwse Westerse kerk ontwikkelde de christelijke gemeenschap bijvoorbeeld een theorie van „rechtvaardige oorlog‟. De bedoeling hiervan was om roofpraktijken tegen te gaan en om oorlog vanuit het geloof te doordenken. Maar ook het verkondigen van de „vrede van God‟ (Treuga Dei) op specifieke dagen waarop niet gevochten mocht worden was een poging het geweld te beteugelen. Voorts ook de gedachte dat de kerk een heiligdom is waarin geen geweld begaan mag worden. De christelijke gemeenschap dient zichzelf te onderwerpen aan een grondig zelfonderzoek. Zij dient vergeving te vragen waar nodig, verzoening na te streven waar verdeeldheid werd gezaaid en te omarmen wie zij van zich heeft afgestoten. Op deze wijze wordt de christelijke gemeenschap een getuige van vrede en verzoening. Vandaag de dag wordt op verschillende niveaus gesproken over vredesopbouw. Er zijn voor de kerk specifieke taken weggelegd, zowel in situaties van gewelddadig conflict, alsook in situaties waarin een gewelddadig conflict dreigt of waarin een dergelijk conflict is beëindigd en mensen met elkaar weer verder moeten. We spreken over gewelddadig conflict, maar niet alle conflicten zijn gewelddadig. Een conflict kan zich op velerlei niveau voordoen en is in principe niet verkeerd. Sterker nog, een conflict geeft aan dat mensen verschillende levensperspectieven hebben en dus dat we in een pluralistische samenleving leven. Conflicten vormen vaak het hart van een dialoog. Gewelddadige conflicten ontberen echter deze dialoog. Over dergelijke conflicten spreken wij hier in het bijzonder. In situaties van dreigend gewelddadig conflict heeft de kerk een specifieke taak. Allereerst bestaat haar taak uit vredesonderwijs. Het vermijden van conflicten hangt samen met het goed kunnen interpreteren van hetgeen wees niet bang 19 gebeurt. Hierbij is onderwijs van evident belang. Daarnaast dienen kerken structuren van onderdrukking en uitsluiting te veroordelen. Religieuze leiders dienen zich krachtig uit te spreken tegen etnocentrisme, xenofobie, racisme maar ook tegen het dehumaniseren van (religieuze) minderheidsgroepen en het ophitsen van mensen in de media tegen bepaalde bevolkingsgroepen. Het veroordelend gebruik van religieuze taal, dogma‟s en symbolen tegen mensen van andere religies dient uitermate sterk te worden veroordeeld. We spraken reeds over vredeseducatie. Vredeseducatie is het spiritueel vormen van ka- rakter. Deze vorming groeit en is moeilijk in een eenvoudig onderwijsprogramma te passen. Vredesonderwijs is een levensschool. Het behelst het onderwijzen van mensen in de structuren, elementen en zaken die ertoe leiden dat mensen overgaan tot het plegen van geweld. Dit betekent een grondig en voortdurend zelfonderzoek. Hoe beschrijven wij onszelf in relatie tot de ander? Hoe definiëren we onze normen en waarden en op welke manier evalueren we op grond daarvan andere mensen? Hoe, waar en wanneer zien wij onze angst overgaan in een bedreiging en deze bedreiging overgaan in een vijand? Wat gebeurt er met ons wanneer we een vijandbeeld ruimte geven in ons hart? En hoe Gevaar van etnocentrisme 20 oecumenische bezinning 2009 verhoudt dit alles zich tot de ethische principes van het evangelie: vrees niet!, of met de krachtige opdracht van Jezus: heb uw vijanden lief!? Vredesonderwijs heeft niet alleen betrekking op onze relatie met onze medemensen, maar ook op onze relatie met de aarde. Vrede houden met de aarde betekent dat we de aarde niet ongelimiteerd mogen benutten. Vredeseducatie is dus niet alleen het verwerken van informatie, maar hangt samen met het vormen van karakter en het opbouwen van geweldloos gedrag dat sterk genoeg is om zich in tijden van dreigend geweld niet te laten meeslepen door haattaal en andere provocaties. Wanneer geweld losbarst heeft de vredesopbouw van de kerk twee taken: bescherming en bemiddeling. Krachtens haar geloof heeft zij de verantwoordelijkheid om degenen te beschermen die met geweld worden bedreigd. Kerken dienen te onderzoeken hoe de verschillende contactpunten binnen hun netwerken kunnen worden gebruikt om veilige rustplaatsen te creëren in tijden van geweld. Dit geldt niet alleen voor staatsgeweld of stedelijk geweld, maar ook voor huiselijk geweld. In sommige situaties kunnen kerken bemiddelen. Wanneer de kerk bijvoorbeeld macht en aanzien heeft in een maatschappij kan zij haar status gebruiken om conflicterende groepen om de tafel te krijgen. Religieuze leiders kunnen ook hun status gebruiken om strijdende partijen tot rust en kalmte te manen. Daarnaast dient de kerk vooral in tijden van geweld te getuigen van het evangelie. Zij dient de partijen spiritueel te ontwapenen door sterke thema‟s te profileren die zij krachtens haar geloof dient in te brengen: vergeving, verzoening, naastenliefde, rechtvaardigheid en vrede. Ook in situaties waarin het geweld tot een einde is gekomen, heeft de kerk een specifie- ke taak. Zij dient ruimte te geven aan slachtoffers en daders om hun verhalen te vertellen. Zij dient de waarheid te zoeken over wat er precies is gebeurd. Zij dient mensen te helpen na te denken over vergeving en verzoening en dit te faciliteren wanneer mensen hieraan toe zijn. Het zoeken van waarheid in een door geweld getraumatiseerde samenleving betekent vooral het scheppen van rust en ruimte waarin betrouwbaarheid een nieuwe kans krijgt en mensen elkaar (weer) in de ogen kunnen kijken. Wanneer de kerk onderdeel is geweest van het conflict dient zij allereerst de waarheid over haar eigen positie te vinden, te communiceren en vergeving te vragen aan degenen die door haar toedoen onrecht zijn aangedaan. Twee specifieke vormen van rechtsvinding zijn van evident belang in een postconflictsituatie: herstellende rechtvaardigheid en structurele rechtvaardigheid. Herstellende rechtvaardigheid betekent dat de posities van slachtoffers worden gerehabiliteerd. Structurele rechtvaardigheid betekent dat wordt gezocht naar structurele factoren die een conflict gewelddadig maakten. Daarbij dient op allerlei niveaus te worden aangedrongen op conflictpreventie en conflictmanagement. Vergeving is een kernpunt uit het evangelie van Jezus Christus. Het betekent niet dat het verleden wordt vergeten, maar dat het verleden op een andere manier wordt herinnerd. Op deze manier helpt vergeving mensen om verder te gaan zonder de wraak te zoeken en zo een volgende geweldsuitbraak latent in het hart te dragen. Vergeving hangt daarom samen met het genezen van traumatische herinneringen. Het richt zich op het herstellen van de humaniteit van slachtoffer en dader als beelddragers van God. De kerk kan deze weg naar vergeving wijzen en mensen daarop begeleiden. Zij kan rituelen van vergeving wees niet bang 21 en verzoening aanbieden en daarbij ruimte geven aan verdriet en pijn, angst en wanhoop. Op deze manier draagt zij bij aan het tot rust brengen van een turbulente, getraumatiseerde samenleving. Het feit dat de kerk haar roeping om vrede te leren, vergeving te schenken en verzoening na te streven niet altijd trouw is geweest, maar dat ook zij onderdeel en mede veroorzaker is geweest van vele gewelddadige conflicten is niet goed te praten. Ook de kerk heeft vuile handen die zij niet in onschuld kan wassen. Zij dient het proces van verzoening dat zij onderwijst en faciliteert, ook zelf te ondergaan. D e s pi ri t ue l e pr ak t ij k va n vr e de Vrede wordt gedragen door mensen die leven uit de Geest van Christus (Filippenzen 2:5), die zichzelf leegmaken, kwetsbaarheid omarmen en wandelen met degenen die lijden. Het betekent geleid worden door de heilige Geest in het helen en heiligen van de wereld. Vrede wordt gedragen door mensen die vrede zien als een gave én opdracht van God en juist daardoor in staat zijn om hoop te hebben voor deze wereld. Vrede is geen mogelijke werkelijkheid die dient te worden bevochten en verdedigd, maar een spirituele gerichtheid op hetgeen ons reeds door God is gegeven. Vrede is het steeds uitademen van de Geest die God ons inblies en waardoor wij leven. Vrede is het doorgeven van deze Geest en daarmee van leven aan anderen. Op deze manier bouwt een dergelijke spiritualiteit een mondiaal netwerk waarin de praktijk van vrede mensen samenbindt en waarin mensen elkaar leren om voorbij de angst voor het dreigende ander, deze ander lief te hebben. Het is dus deze spiritualiteit die de kerk samenbindt tot een mondiaal netwerk. Dit maakt haar sterk en kwetsbaar. Immers, is het niet zo dat wanneer één lid lijdt, alle delen lijden? Dit betekent een voortdurende reflectie op de problematiek waarmee kerken worden geconfronteerd: oorlog, genocide, aids, vernietiging van de biosfeer, machtsmisbruik enzovoort. V r a ge n W aar s ta at u w k er k wa nn e er h et g a at om vre des e duc a ti e ? K un t u g es la a gd e pr oj ec t e n of g o ed e er v ar i n ge n n o em en m et vre d es ed uc at i e d ie u m et a n der e k er k en zo u wi l l e n d e le n ? Ho e d enk t u i n ho u d el ij k na o v er vr e de ? W elk e as p ec t e n v an u w c hr is t e l ij k ge l oof s p e le n d aa rb ij e en r o l? 22 oecumenische bezinning 2009 Gedragen door mensen wees niet bang 23 Hoofdstuk 3 Onderweg naar rechtvaardige vrede — Het engagement van de kerken God wordt nooit door geweld verheerlijkt. Ook mensen worden nooit geëerd door geweld. Jezus, in de kracht van de Geest, schiep een nieuwe gemeenschap te midden van vijanden. Hij doorbrak tradities en gewoonten die man tegenover vrouw, Jood tegenover Samaritaan, Romein tegenover Jood, belastinginner en prostitué tegenover de morele correctheid plaatsten. Deze houding heeft de eerste christelijke gemeenschap als één van haar centrale aandachtspunten genomen. Paulus schrijft dat „in Christus‟ man noch vrouw, slaaf noch vrije, Jood noch Griek zijn. De eerste gemeente leerde dat de muren van tegenstellingen waarin mensen steeds weer geneigd zijn te denken, in feite, in de werkelijkheid van Christus, niet bestaan. Op deze wijze leerden de christenen een ethiek van het einde van vijandigheden. Anderzijds wisten zij ook dat mensen denken in tegenstellingen en dat daarin ook macht schuil gaat over anderen. Zij wisten dat deze tegenstellingen snel kunnen transformeren in vijandigheden. Maar zij wisten ook dat er meer genade is in God dan misvattingen en misdaden (zonde) in mensen en dat wij, vanwege deze genade, kunnen leven als gewonde helers. Zij wisten bovendien dat lijden te maken heeft met het denken in tegenstellingen waarin mensen steeds van elkaars vijandigheden te lijden hebben. Dit doorzien en geloven, namelijk dat de tegenstellingen van mensen bij God niet bestaan, vormt de inzet voor rechtvaardige vrede. Rechtvaardige vrede veronderstelt rechtvaardige vredestichters die bouwen aan instituten waarin rechtvaardige vrede wordt 24 bestudeerd, beproefd, uitgebouwd en uitgedragen. C hr is t el ij k e vre d es t ra di t i es In de mondiale traditie van de christelijke gemeenschap zijn er verschillende bewegingen die hebben nagedacht over vrede. Rechtvaardige vrede combineert vanuit deze verschillende bewegingen een gezamenlijk pad dat relevant is voor onze tijd. De oudere tradities van christelijk pacifisme en de theorie van de rechtvaardige oorlog zijn hierbij zeer relevant, te meer omdat deze oudere tradities nog steeds in ontwikkeling zijn. Pacifisme is een ethiek waarin geweldloosheid centraal staat en vrede onder alle omstandigheden wordt nagestreefd. Geweld roept altijd geweld op en ook het gebruik van geweld als een laatste middel zal de ontwikkeling van een conflict negatief beïnvloeden. Pacifisme wil geweld zowel als werkelijkheid alsook als mogelijkheid uitbannen. Verschillende christelijke tradities hebben het pacifisme als een centraal geloofsthema. Zo menen de zogeheten traditionele Vredeskerken dat een geweldloze weg een integraal deel van het navolgen van Christus is. De theorie van de rechtvaardige oorlog probeert om het gebruik van geweld tegen te gaan door deze aan regels te binden. Deze theorie heeft in de traditie verschillende vormen aangenomen, waarbij thema‟s als zelfverdediging, de verantwoordelijkheid om oecumenische bezinning 2009 onschuldigen en kwetsbaren te verdedigen, politieacties en de strijd tegen rebellie van belang werden geacht. De theorie van de rechtvaardige oorlog is feitelijk een theorie over het rechtmatige gebruik van geweld en gaat ervan uit dat in sommige gevallen geweld noodzakelijk is om ander (groter) geweld te voorkomen. Beide tradities, zowel de pacifistische als die van de rechtvaardige oorlog, delen een fundamenteel aspect van het christelijk geloof dat is geworteld in Jezus‟ verwerping van wapens als instrumenten van Gods Rijk en het bijeenbrengen van vijandige groepen door zijn nadruk op vergeving en verzoening. Beide tradities zijn het erover eens dat dwang onder bepaalde omstandigheden is toegestaan. Om vrede op te bouwen is dwang soms noodzakelijk. Maar het kernpunt waarop beide tradities uiteengaan heeft te maken met het gebruik van dodelijk geweld. De theorie van het gerechtvaardigde gebruik van geweld gaat ervan uit dat het onder zeer specifieke en uitzonderlijke omstandigheden gerechtvaardigd is om een zo beperkt mogelijk gebruik van dodelijk geweld te maken. Dergelijke omstandigheden kunnen zich bijvoorbeeld voordoen wanneer kwetsbare groepen dienen te worden beschermd tegen doodsdreiging. Een andere uitzondering is wanneer de wet geen bescherming meer biedt en chaos dreigt. De pacifistische kerken wijzen daarentegen geweld onder alle omstandigheden af omdat geweld altijd een samenleving zowel op korte als op lange termijn ontwricht, wie dit geweld ook pleegt. Geweld creëert vervreemding, verziekt relaties, creëert gevoelens van wraak, dehumaniseert en verkondigt steeds een komend (tegen)geweld. Het theologische argument voor pacifisme is dat een mens een ander mens onder geen beding mag doden omdat ook deze ander een geliefd kind van God is en in diens beeld geschapen. Beide tradities hebben echter zij aan zij gestaan in hun gezamenlijke oppositie tegen nucleaire wapens, apartheid in Zuid-Afrika en de militaristische antwoorden op de aanslagen van 11 september 2001 waarbij zij de kruisvaardermentaliteit veroordeelden. Vanuit een mondiale dialoog tussen roomskatholieken en doopsgezinden die de afgelopen jaren werd gevoerd, komen twee thema‟s naar voren die verhelderend zijn voor ons spreken over rechtvaardige vrede. Uit deze dialoog en uit het onderzoek dat rondom deze dialoog werd gedaan, kwam naar voren dat politiemachten doorgaans beter in staat zijn om vrede te handhaven dan militaire machten. Dit is een belangrijk pragmatisch argument tegen militarisering. Ook bleek uit onderzoek dat terreurgroepen, wanneer zij eenmaal kunnen deelnemen aan het politieke debat, zichzelf „oplossen‟. Dit onderzoek werd onlangs nog eens bevestigd door een onderzoeksteam dat „uitsluiting‟ aanwees als de meest dominante oorzaak van rebellerend geweld. Het is belangrijk om dit te beseffen, omdat de argumenten die worden aangevoerd om militairen in te zetten doorgaans te maken hebben met het handhaven van, dan wel het terug doen keren van vrede. Maar feitelijk gaat achter het hele militaire apparaat, achter de mogelijkheid om dit apparaat ook in te kunnen zetten, het paradigma van de oorlog schuil: oorlog als oplossing voor gewelddadig conflict. Het is een negatief mensbeeld dat dit perspectief in stand houdt, een mensbeeld waarin de mens alleen aan de hand van dreiging en dwang in staat wordt geacht om vrede te handhaven. De tradities van pacifisme en van het rechtvaardige gebruik van geweld hebben in het wees niet bang 25 verleden vooral militaire conflicten als focus gehad. Het is van belang om deze focus krachtiger en breder te maken, door de principes en gedachten die in deze verschillende tradities zijn ontwikkeld in verband te brengen met andere vormen van geweld zoals huiselijk geweld, geweld tegen kinderen, seksistisch geweld, straatgeweld, mensenrechtenschendingen enzovoort. Op deze manier kunnen deze tradities tevens vruchtbaar zijn voor een verdere doordenking van het tegengaan van geweld in de samenleving. Verzoeningsprocessen kunnen worden gestimuleerd en de genezing van herinneringen verder doordacht. Zodoende Mensenrechten handhaven kunnen ook scholen, instituten, kerken en universiteiten bij dit vrevijand betekent dan ook het inzicht dat het beter is grondstoffen en basisbehoeften te desproces worden betrokken. delen dan erom te strijden. Geen angst voor Maar het proces dient nog breder te worden de ander betekent geen angst voor de mogelijkheid dat deze ander zich als mijn vijand opgevat zodat dit niet slechts de mensheid als zodanig ten goede komt, maar de hele ontwikkelt en mij mijn bestaansvoorwaarden planeet. Immers, gezien het feit dat de kloof (werk, voedsel, gezondheid) ontzegt. Rechtvaardige vredesopbouw brengt dus tussen arm en rijk nog steeds groeiende is, de grondstofeen dubbele uitdaging met zich mee: de uitfen schaarser worden en de toegang tot daging om de basisgoederen veilig te stellen voor alle schepselen van God op een gezonnoodzakelijke levensbehoeften zoals schoon drinkwater moeilijker, zullen in de toekomst de planeet en de uitdaging om deze goedeveel gewelddadige conflicten samenhangen ren eerlijk te verdelen. met de problematiek van de zorg voor de aarde. Een goede zorg voor de naaste betekent dan ook een goede zorg voor de planeet waarop beiden leven. Het liefhebben van de 26 oecumenische bezinning 2009 O pr oe p v oor r ec ht v a ar d i g be l e i d In een gebroken wereld is niemand heel. Daarom kijken we nu naar de instituten, systemen, het beleid en de manier waarop ons leven is en wordt georganiseerd; hoe we de wereld zien en hoe we daarin gezamenlijk handelen. Vredesopbouw vindt ook plaats op het niveau van organisatie en beleid. Beleid hangt samen met economie. De economische orde heeft het leven van mensen op aarde altijd bepaald, maar is het leven van mensen buitengewoon sterk gaan bepalen sinds de Industriële Revolutie. Deze revolutie betekende dat de planeet meer en meer werd geëxploiteerd. Globalisering heeft een nog intensiever economisch verkeer gebracht dat niet alleen de biosfeer van de mens verandert maar het klimaat op aarde als zodanig. In de Wereldraad van Kerken zet het AGAPE-project (Alternative Globalization Addressing Peoples of Faith) zich in om wereldwijd mensen te mobiliseren en aan te spreken om onrechtvaardigheid tussen mensen, en onrechtvaardigheid tussen mensen en andere levende wezens tegen te gaan. AGAPE gaat ervan uit dat economische en ecologische vrede hand in hand dienen te gaan. AGAPE gaat er met vele anderen ook vanuit dat we een gevaarlijk historisch moment tegemoet gaan en een lange en moeilijke periode voor de boeg hebben. Dit komt voornamelijk doordat de enorme economische groei sinds de Industriële Revolutie en de turbulente vooruitgang van de technologische wetenschappen enerzijds veel voorspoed hebben gebracht, maar anderzijds de biodiversiteit van de aarde ook geweld hebben aangedaan. De ontdekkingen van nieuwe technieken kunnen zowel voor als tegen de mensheid worden gebruikt. Wetenschap leent zich zowel voor de ontwikkeling van levensbeschermende technieken, alsook voor het ontwikkelen van gaskamers en nucleaire bommen. Degene die het verschil maakt is de mens, de aangesproken mens waartoe het evangelie zich richt. Dat zijn wij. Vrede en veiligheid, economische ontwikkeling, gegarandeerde mensenrechten zijn niet mogelijk los van een grondige aandacht voor de primaire elementen van aarde, lucht, vuur en water. Een rechtvaardige vrede kan niet worden bereikt zonder het ontwikkelen van schone energie, het stimuleren van biodiversiteit en dus van verantwoordelijke zorg voor de aarde. Een nieuwe economie waarbij primair aandacht wordt geschonken aan het ecologische systeem dat de voorwaarde vormt voor ons leven, dient in de discussie over rechtvaardige vrede ruimschoots aandacht te krijgen. De aarde is niet een eindeloos te exploiteren object maar een deel van ons levenssysteem dat in direct verband staat met de mogelijkheid en onmogelijkheid om vrede op te bouwen. Deze gedachte kwam eertijds tot uitdrukking in de conciliaire aandacht voor gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping. Ook kan worden gedacht aan de zg. Earth Charter Guide van de projectgroep Religion and Climate Change. Kernbegrippen hierbij zijn: solidariteit met andere mensen en schepselen, duurzaamheid in ontwikkeling, technologie en productie, toereikendheid als standaard van rechtvaardige consumptie en georganiseerde verdeling van bronnen en een sociaal rechtvaardige participatie in het maken van beslissingen over de organisatie van duurzaam en rechtvaardig samenleven. Deze opdracht is ongetwijfeld een opdracht voor vele generaties. De vrede van God die in het evangelie wordt verkondigd, geldt voor alle generaties tot aan de voleinding van de wereld. wees niet bang 27 Totnogtoe hebben we de nadruk gelegd op het kairos-moment waarin we „nu‟ leven, een aantal onderwerpen van bezorgdheid aangestipt, en de opdracht die voor ons ligt benadrukt. Andere zaken van belang hopen wij te leren van de verschillende interpretaties, suggesties en bijdragen van de leden van de Wereldraad van Kerken en anderen. Wij willen dan ook kerken en gelovigen, maar ook andere organisaties en individuen in Nederland aansporen om dit document te bespreken en erop te reageren. De vragen aan het einde van ieder hoofdstuk kunnen dienen als leidraad. T e ns lo tt e de regel waarmee mensen met elkaar dienen te leven en waarmee zij hun conflicten kunnen begeleiden. Het is de serene rust die je uitademt, de ontspanning die je dan voelt, en die je geeft aan alle levende wezens om je heen. Het is Gods Geest die je doorgeeft, waarmee je spreekt en liefhebt. Het is de levenskracht die de kwaliteit vormt van alle leven. Deze kracht wordt aangesproken in het evangelie. Onwetendheid is geen excuus. Mensen worden in het evangelie niet als angstige, zwakke objecten behandeld maar als krachtige bronnen van liefdevol handelen. Het evangelie heeft een positief mensbeeld. Het wordt hoog tijd om ons aangesproken te weten en vijandbeelden te verwijzen naar het schijnrijk waar zij thuishoren. Wees niet bang! Deze krachtige woorden omlijsten het leven van Jezus in het evangelie. Onbevreesdheid is een kracht die ons is gegeven. Deze kracht dienen wij in te zetten voor de taak waartoe wij zijn geroepen: het opbouwen van vrede. Vrede is niet een uitzondering, het is Het wordt hoog tijd om de naaste en de vijand lief te hebben, om verantwoordelijkheid te dragen voor het welzijn van de aarde en al wat daarop leeft en om goed beleid te maken voor het meest diverse en in potentie krachtigste netwerk op aarde: de kerk. Wees niet bevreesd. Er is een kind geboren… V r a ge n O p we lk e m an ier c o r r e s po n de er t d e be n ad er i ng v an „rec h t va ar d ig e vr ed vr ed e ‟, zo a ls u i tg e wer k t i n d it d oc um ent , m e t u w k erk el ij k e tr a d it i e e n m et u w ge d ac ht en ? W aar be nt u h et m e e e ens en wa ar n ie t ? W at zo u u wi l le n t oe v o eg e n? O p we lk e m an ier k an de k er k a ls m on d ia a l n et werk da t zi c h l a at a a ns pr ek en do or h et e va n ge l i e h aar ve r a nt wo or d e lij k hei d v o or h aar na as t e s er ieus nem en , h aar v ij a n de n l i ef h eb b e n en zo r g dr ag e n v o or de aar d e? 28 oecumenische bezinning 2009