Genotmiddelengebruik Genotmiddelengebruik en psychische problemen van jongeren in NoordNoord-Holland Noord Resultaten van het EMOVOEMOVO-onderzoek 2009 onder leerlingen uit de 2e en 4e klas voortgezet onderwijs Dit rapport geeft een beeld van het genotmiddelengebruik en de aanwezigheid van psychische problemen bij schoolgaande jongeren van 1212-18 jaar in NoordNoord-Holland Noord. Noord. Deze resultaten komen uit het EMOVOEMOVO-onderzoek dat de GGD Hollands Noorden in 2009 heeft uitgevoerd uitgevoerd onder 10.486 0.486 leerlingen van ruim 40 scholen voor voortgezet onderwijs in NoordNoord-Holland Noord. Dit rapport maakt deel uit van een serie rapporten die naar aanleiding van het EMOVOEMOVO-onderzoek verschijnt. verschijnt. Eerder verschenen rapporten over alcoholgebrui alcoholgebruik gebruik [1], [1], seksualiteit [2] en psychische gezondheid [3]. [3]. Belangrijkste bevindingen: • Eén op de twintig jongeren gebruikt zowel drugs, tabak als overmatig alcohol. De combinatie overmatig alcoholgebruik en regelmatig roken komt het meest voor (12% van de jongeren) gevolgd door de combinatie overmatig alcoholgebruik en druggebruik (7%) en druggebruik in combinatie met roken (6%). • Lage kwaliteit van leven in combinatie met overmatig alcoholgebruik komt voor bij 13% van de jongeren. Overmatig alcoholgebruik komt vaker voor in combinatie met psychosociale problemen, gedragsproblemen, emotionele problemen en psychische ongezondheid dan het gebruik van drugs of roken. • Risico op gedragsproblemen gaat vaak samen met het gebruik van alcohol, drugs en/of tabak. Jongeren die overmatig alcohol gebruiken hebben een 3 keer zo grote kans op gedragsproblemen, jongeren die drugs gebruiken hebben een 5 keer zo grote kans en jongeren die roken hebben een 4 keer zo grote kans. Jongeren die zowel alcohol, drugs als tabak gebruiken hebben zelfs 6 keer zo grote kans op gedragsproblemen. • VmboVmbo-leerlingen en 4e klassers hebben een verhoogde kans op alcoholgebruik in combinatie met psychische problemen; problemen; dit geldt ook voor de combinatie roken en psychische problemen. • Geslacht, leeftijd en schooltype schooltype zijn belangrijke voorspellers voor het gebruik van drugs in combinatie met psychische problemen. Bij meisjes is er een relatie tussen het gebruik van drugs en emotionele problemen of psychische ongezondheid. Bij jongens is er een relatie tussen het gebruik van drugs en gedragsproblemen. Wat is er bekend uit de literatuur? Tijdens de adolescentie neemt het percentage jongeren met emotionele problemen en gedragsproblemen toe en wordt het gebruik van genotmiddelen, zoals roken, alcohol en drugs gangbaarder. Er wordt (veel) geëxperimenteerd met genotmiddelen [4]. Onderzoek van het RIVM toont aan dat jongeren die genotmiddelen gebruiken vaker gedragsen/of emotionele problemen hebben dan jongeren die geen genotmiddelen gebruiken [5]. Ook uit ander onderzoek komt naar voren dat een deel van de jongeren zowel genotmiddelen gebruikt als te maken heeft met psychische problemen [4,6,7]. Uit het onderzoek van Couwenbergh komt verder naar voren dat jongeren die behoren tot de groep die zowel genotmiddelen gebruikt als psychische problemen heeft, ten opzichte van jongeren die alleen te maken hebben met psychische problemen of alleen zware genotmiddelengebruikers zijn, vaker te maken heeft met zeer ongunstige psychosociale omstandigheden zoals lichamelijk en/of seksueel misbruik [4]. EMOVO: wat, wie en hoe? EMOVO staat voor Elektronische MOnitoring en VOorlichting. 10.486 leerlingen van de 2e en 4e klassen van ruim 40 scholen voor voortgezet onderwijs beantwoordden tijdens een lesuur op school via internet vragen over hun gezondheid, thuissituatie, leefstijl en vrije tijd. Doel hiervan is om scholen, gemeenten en GGD inzicht te geven in de gezondheid en leefstijl van jongeren. Bijna de helft van de deelnemers (49%) volgde een havo/vwo-opleiding, een vijfde van de leerlingen volgde de theoretische leerweg van het vmbo en 30% volgde de beroepsgerichte leerweg van het vmbo. Na het invullen van de vragenlijst konden de jongeren via internet hun persoonlijke gezondheidsprofiel lezen en eventueel doorklikken naar websites met meer informatie over gezondheid en leefstijl. Dit persoonlijke gezondheidsprofiel met voorlichting en advies was toegesneden op de situatie van de leerling en was alleen op te vragen door de leerling zelf. In 2005 is een zelfde onderzoek in een groot deel van Noord-Holland ook via scholen uitgevoerd. -1- Genotmiddelengebruik Genotmiddelengebruik en psychische problemen van jongeren in NoordNoord-Holland Noord Resultaten van het EMOVOEMOVO-onderzoek 2009 onder leerlingen uit de 2e en 4e klas voortgezet onderwijs Ruim een derde van de jongeren gebruikt overmatig alcohol Van de jongeren in Noord-Holland Noord heeft 62% ooit alcohol gedronken en 50% heeft in de maand voorafgaand aan het onderzoek alcohol gedronken. Bij 37% van de jongeren is er sprake van overmatig alcoholgebruik, dat wil zeggen meer dan vijf glazen alcohol tijdens één gelegenheid. Meer informatie over alcoholgebruik is te lezen in het themarapport Alcoholgebruik onder jongeren in Noord-Holland Noord [1]. Meer dan een kwart van de jongeren ervaart een lage kwaliteit van leven en 5% heeft ernstige psychosociale problemen Er zijn verschillende vragenlijsten ontwikkeld om jongeren met een (hoog) risico op psychische en psychosociale problemen te kunnen signaleren. Een aantal vragen uit deze vragenlijsten is opgenomen in het EMOVO-onderzoek. Uit de resultaten van EMOVO blijkt dat volgens de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) bij 13% van de jongeren sprake is van enige psychosociale problematiek. Eén op de twintig jongeren (5%) heeft een verhoogde (meest ongunstige) score en heeft duidelijke psychosociale problemen. Op basis van de SDQ zijn de meest voorkomende problemen bij jongeren gedragsproblemen (14%) en emotionele problemen (9%). Op basis van de Mental Health Inventory-5 (MHI-5) heeft 18% van de jongeren in de regio Noord-Holland Noord een lage score voor psychische gezondheid. Ruim een kwart van de jongeren (28%) ervaart een lage kwaliteit van leven, volgens de KIDSCREEN [2]. Meer informatie over psychische gezondheid is te lezen in het themarapport Psychische gezondheid van jongeren in Noord-Holland Noord [3]. Eén op de tien jongeren rookt dagelijks en één op de twaalf jongeren rookt een pakje of meer per dag 41% van de jongeren in Noord-Holland Noord heeft wel eens gerookt. 14% van de jongeren rookt wekelijks en wordt beschouwd als regelmatige roker; jongens en meisjes zijn even vaak regelmatige rokers. Eén op de tien jongeren (10%) rookt dagelijks en één op de twaalf jongeren (8%) rookt een pakje sigaretten of meer per dag; er is hierbij geen verschil tussen jongens en meisjes. In de 2e klas wordt minder (vaak) gerookt dan in de 4e klas. Er is weinig verschil in rookgedrag tussen allochtone en autochtone jongeren. Jongeren op het vmbo (16%) roken 4x zo vaak dagelijks als jongeren op de havo/vwo (4%). Jongeren uit een eenoudergezin roken vaker dan jongeren uit een gezin met twee ouders. geslacht klas etniciteit gezinssituatie schooltype totaal thuis passief roken sigaretten per dag rookt > 21 rookt dagelijks rookt wekelijks wel eens gerookt Rookgedrag per subgroep jongens 43% 14% 10% 8% 26% meisjes 40% 14% 10% 8% 26% 2e klas 28% 7% 5% 3% 26% 4e klas 53% 20% 15% 13% 26% autochtoon 40% 13% 10% 8% 26% allochtoon 45% 16% 11% 8% 30% eenoudergezin 51% 20% 15% 12% 37% gezin met twee ouders 40% 13% 9% 7% 25% vmbo 50% 21% 16% 13% 33% havo/vwo 32% 7% 4% 3% 19% Noord-Holland Noord 41% 14% 10% 8% 26% -2- Genotmiddelengebruik Genotmiddelengebruik en psychische problemen van jongeren in NoordNoord-Holland Noord Resultaten van het EMOVOEMOVO-onderzoek 2009 onder leerlingen uit de 2e en 4e klas voortgezet onderwijs Ruim een kwart van de jongeren wordt thuis blootgesteld aan tabaksrook Mensen die passief roken, roken niet zelf, maar worden wel blootgesteld aan tabaksrook van anderen en roken daardoor mee. Ook passief roken schaadt de gezondheid. Ruim een kwart van de jongeren in Noord-Holland Noord (26%) geeft aan dat er in de week voorafgaand aan het onderzoek thuis gerookt werd in zijn of haar bijzijn. Passief roken komt vaker voor bij jongeren op het vmbo (33%) dan op de havo/vwo (19%). In eenoudergezinnen (37%) roken jongeren vaker passief mee dan in gezinnen met twee ouders (25%). Eén op de twaalf jongeren jongeren heeft afgelopen maand softdrugs gebruikt 18% van de jongeren in Noord-Holland Noord heeft ooit hasj of wiet (softdrugs) gebruikt en 8% heeft in de maand voorafgaand aan het onderzoek hasj of wiet gebruikt. Jongens gebruiken vaker softdrugs dan meisjes. Van de jongens heeft 20% ooit softdrugs gebruikt en 10% heeft in de afgelopen maand softdrugs gebruikt. Van de meisjes heeft 16% ooit en 6% in de afgelopen maand softdrugs gebruikt. 4e klassers gebruiken veel vaker softdrugs dan 2e klassers. Vmbo-leerlingen en jongeren uit een eenoudergezin gebruiken vaker softdrugs gebruiken dan havo/vwo-leerlingen en jongeren uit een gezin met twee ouders. Er is geen verschil in het gebruik van softdrugs tussen jongeren van allochtone herkomst of van autochtone herkomst. geslacht klas etniciteit gezinssituatie schooltype totaal 3% van de jongeren in NoordNoord-Holland afgelopen maand harddrugs gebruikt gebruikt ooit harddrugs afgelopen maand softdrugs gebruikt gebruikt ooit softdrugs Drugsgebruik per subgroep jongens 20% 10% 4% 2% meisjes 16% 6% 3% 1% 2e klas 7% 3% 2% 1% 4e klas 29% 13% 5% 2% autochtoon 18% 8% 3% 1% allochtoon 19% 9% 4% 2% eenoudergezin 23% 10% 3% 1% gezin met twee ouders 17% 8% 3% 1% vmbo 21% 10% 4% 2% havo/vwo 14% 6% 2% 1% Noord-Holland Noord 18% 8% 3% 1% Noord heeft wel eens harddrugs gebruikt Harddrugs, zoals XTC, cocaïne of speed, wordt door een klein deel van de jongeren gebruikt: 3% van de jongeren heeft ooit harddrugs gebruikt en iets meer dan 1% van de jongeren heeft in de afgelopen maand harddrugs gebruikt. Er is weinig verschil in harddruggebruik tussen de verschillende groepen. Eén op de twintig jongeren gebruikt zowel drugs, tabak als overmatig alcohol Van alle jongeren in Noord-Holland Noord is 12% zowel een overmatig alcoholgebruiker als een regelmatige roker, 7% gebruikt zowel alcohol als drugs en 6% van de jongeren heeft zowel drugs als tabak gebruikt. Het gebruik van zowel alcohol, tabak als drugs komt voor bij één op de twintig Meervoudig genotmiddelengebruik jongeren (5%). Het overmatig gebruik van alcohol en regelmatig overmatig alcoholgebruik + regelmatig roken gebruik van tabak zonder het gebruik van drugs komt voor bij overmatig alcoholgebruik + actueel druggebruik 7% 6% actueel druggebruik + regelmatig roken 6% van de jongeren. Alcohol- en druggebruik, zonder tabakgebruik komt voor bij 2% van de jongeren en druggebruik overmatig alcoholgebruik + actueel druggebruik en roken, zonder alcohol komt voor bij 1% van de jongeren. + wekelijks roken -3- 12% 5% Genotmiddelengebruik Genotmiddelengebruik en psychische problemen van jongeren in NoordNoord-Holland Noord Resultaten van het EMOVOEMOVO-onderzoek 2009 onder leerlingen uit de 2e en 4e klas voortgezet onderwijs VmboVmbo-leerlingen, leerlingen, 4e klassers en jongeren uit eenoudergezin gebruiken vaker genotmiddelen Jongeren uit de 4e klas, vmbo-leerlingen en jongeren uit een eenoudergezin zijn risicogroepen voor het overmatig gebruik van alcohol, het gebruik van drugs en het regelmatig roken. Jongens zijn daarnaast vaker overmatige drinkers en druggebruikers dan meisjes. Regelmatig roken doen jongens en meisjes even vaak. Jongeren van allochtone herkomst zijn vaker regelmatige rokers, maar juist minder vaak overmatige drinkers dan jongeren van Nederlandse herkomst. Er is geen verschil in het druggebruik tussen allochtone en autochtone jongeren. Meisjes, vmbovmbo-leerlingen, 4e klassers en jongeren uit een eenoudergezin hebben vaker een ongunstige psychische gezondheid Over het algemeen zijn meisjes, 4e klassers en jongeren uit eenoudergezinnen de belangrijkste risicogroepen voor psychische problemen. Meisjes hebben vaker emotionele problemen, zijn vaker psychisch ongezond (volgens de MHI5) en hebben vaker een lage kwaliteit van leven dan jongens. Ook scoren zij ongunstiger wat betreft de psychosociale gezondheid (totale probleemscore van de SDQ). Jongens hebben juist vaker gedragsproblemen. Behalve voor gedragsproblemen, geldt dat 4e klassers vaker dan 2e klassers psychosociale-, psychische problemen of een lage kwaliteit van leven hebben. Vmbo-leerlingen scoren op alle maten, behalve op kwaliteit van leven, ongunstiger dan havo/vwo-leerlingen. Jongeren uit een eenoudergezin hebben vaker te maken met gedragsproblemen, emotionele problemen, psychische ongezondheid, een lage kwaliteit van leven en risico op psychosociale problematiek volgens de SDQ. Jongeren van allochtone afkomst rapporteren vaker gedragsproblemen, psychische ongezondheid en een lage kwaliteit van leven. Wat betreft de totale probleemscore van de SDQ en emotionele problemen geldt dat er geen verschil is tussen jongeren van allochtone en autochtone afkomst. Lage kwaliteit van leven in combinatie met overmatig alcoholgebruik komt voor bij 13% van de jongeren Van alle jongeren in Noord-Holland Noord heeft 13% zowel een lage kwaliteit van leven en gebruikt overmatig alcohol. Overmatig alcoholgebruik lijkt in combinatie met alle onderzochte psychische problemen het meest voor te komen; dit ligt voor de hand omdat alcohol het meest gebruikte genotmiddel is. 6% van de jongeren gebruikt overmatig alcohol en heeft psychosociale problemen, 8% van de jongeren heeft gedragsproblemen en 3% heeft emotionele problemen in combinatie met overmatig alcoholgebruik en bijna 8% van de jongeren gebruikt overmatig alcohol en heeft psychische problemen. De combinatie druggebruik en emotionele problemen komt het minst vaak voor, namelijk bij 1% van alle jongeren. Genotmiddelengebruik en psychische gezondheid (%) 15 12,9 12 8,0 9 7,6 6,3 6 3 5,9 4,8 3,7 2,4 3,4 3,3 1,7 4,1 3,9 2,5 0,9 0 SDQ totaal gedragsproblemen regelmatig roken emotionele problemen druggebruik -4- psychische ongezondheid MHI-5 alcoholgebruik lage kwaliteit van leven Genotmiddelengebruik Genotmiddelengebruik en psychische problemen van jongeren in NoordNoord-Holland Noord Resultaten van het EMOVOEMOVO-onderzoek 2009 onder leerlingen uit de 2e en 4e klas voortgezet onderwijs Genotmiddelengebruik in relatie tot psychische problemen In het EMOVO-onderzoek zijn diverse maten gebruikt om het genotmiddelengebruik en de psychische gezondheid van jongeren in kaart te brengen. Verdere analyses in deze rapportage zijn gedaan met de volgende variabelen: • Overmatig alcoholgebruik (in de maand voorafgaand aan het onderzoek tijdens één gelegenheid tenminste 5 glazen alcohol) • Soft- of harddruggebruik in de afgelopen maand (actueel druggebruik) • Regelmatig roken (minstens één keer per week) • Totale SDQ-score in het grens- of verhoogde gebied • Gedragsproblemen (SDQ subscore voor gedragsproblemen in het grens- of verhoogde gebied) • Emotionele problemen (SDQ subscore voor emotionele problemen in het grens- of verhoogde gebied) • Psychische ongezondheid volgens de MHI-5 • Lage kwaliteit van leven volgens de KIDSCREEN Risico op gedragsproblemen gaat vaak samen met het gebruik van alcohol, drugs of tabak Er is een sterke samenhang tussen een verhoogd risico op gedragsproblemen en overmatig alcoholgebruik, actueel druggebruik of regelmatig roken. Jongeren die in de maand voorafgaand aan het onderzoek overmatig alcohol hebben gebruikt, hebben een 3 keer zo grote kans (OR=3,0) op gedragsproblemen ten opzichte van jongeren die geen overmatig alcohol dronken. Jongeren die drugs gebruiken hebben een 5 keer zo grote kans (OR=4,9) op gedragsproblemen ten opzichte van jongeren die geen drugs gebruiker. Regelmatige rokers hebben een 4 keer zo grote kans (OR=4,1) op gedragsproblemen ten opzichte van jongeren die niet regelmatig roken. Daarnaast hebben jongeren die in de maand voorafgaand aan het onderzoek drugs hebben gebruikt of wekelijks roken een grotere kans op emotionele problemen, psychische ongezondheid, een lage kwaliteit van leven en psychosociale problemen ten opzichte van jongeren die geen drugs gebruiken of roken. Jongeren die overmatig alcohol gebruiken hebben naast een grotere kans op gedragsproblemen ook een verhoogde kans op psychische ongezondheid, een lage kwaliteit van leven of psychosociale problemen. Het voorkomen van emotionele problemen lijkt niet samen te hangen met overmatig alcoholgebruik. Samenhang genotmiddelengebruik en psychische gezondheid (odds) SDQ totaal gedrags- emotionele problemen problemen psychisch ongezond MHI-5 lage kwaliteit van leven (OR) (OR) (OR) (OR) (OR) overmatig alcoholgebruik 1,7 3,0 0,97 (ns) 1,3 1,6 druggebruik in de afgelopen maand 3,0 4,9 1,4 2,2 2,4 regelmatig roken 2,6 4,1 1,3 2,0 1,9 multivariate logistische regressie analyses; gecorrigeerd voor geslacht, leeftijd, schooltype, gezinssamenstelling en etniciteit tegelijk. NS: geen significant verschil tussen de twee groepen (p≥0,05) Het meten van onderlinge onderlinge samenhang tussen genotmiddelengebruik en psychische gezondheid Met behulp van odds ratio’s (OR) is gekeken hoe groot de kans (odds) is dat een jongere die een genotmiddel gebruikt ook psychische problemen vertoont, ten opzichte van jongeren die dat genotmiddel niet gebruiken. Elk getal in de tabellen met odds ratio’s geeft aan hoe groot die kans is. Deze kans geldt ook omgekeerd, namelijk de kans dat een jongere met een psychisch probleem ook een genotmiddel gebruikt. Een odds ratio van ongeveer 1 wil zeggen dat beide groepen jongeren een even grote kans hebben op het hebben van een psychisch probleem; het gebruik van het genotmiddel hangt dan niet samen met het voorkomen het psychische probleem. Hoe meer de odds ratio verschilt van 1, des te groter de kans dat het gebruik van het betreffende genotmiddel samenhangt met de psychische aandoening. -5- Genotmiddelengebruik Genotmiddelengebruik en psychische problemen van jongeren in NoordNoord-Holland Noord Resultaten van het EMOVOEMOVO-onderzoek 2009 onder leerlingen uit de 2e en 4e klas voortgezet onderwijs Vmbombo-leerlingen en 1515-19 jarigen (4e klassers) hebben verhoogde kans op alcoholgebruik in combinatie met psychische psychische problemen Om te voorspellen welke groepen jongeren meer risico hebben op een combinatie tussen genotmiddelengebruik en psychische ongezondheid zijn de jongeren van verschillend geslacht, leeftijd (klas), schooltype, gezinsvorm en etniciteit met elkaar vergeleken. Bij een beschouwing van de achtergrondkenmerken die samenhangen met het gecombineerd gebruik van overmatig alcohol en het vóórkomen van psychische problemen blijkt dat leeftijd een belangrijke voorspeller is voor het zowel het gebruik van overmatig alcohol als van psychosociale problemen in het algemeen (OR=2,6), gedragsproblemen (OR=2,2), emotionele problemen (OR=3,3), psychische ongezondheid (OR=3,9) en lage kwaliteit van leven (OR=4,2). Geslacht is de belangrijkste voorspeller voor de combinatie alcoholgebruik en emotionele problemen; meisjes hebben een ruim 4,5 keer zo grote kans als jongens om zowel overmatig alcohol te drinken als emotionele problemen te hebben. Schooltype van de jongeren hangt ook samen met overmatig alcoholgebruik en psychische gezondheid. Vmbo-leerlingen hebben ten opzichte van havo/vwo-leerlingen een verhoogde kans op het overmatig gebruik van alcohol in combinatie met psychosociale problemen (OR=2,6), gedragsproblemen (OR=2,6), emotionele problemen (OR=1,9), psychische ongezondheid (OR=1,7) en lage kwaliteit van leven (OR=1,4). Etnische achtergrond en het wel of niet met één ouder wonen is niet van invloed op het alcoholgebruik en de aanwezigheid van psychische problemen. Samenhang alcoholgebruik en psychische gezondheid met achtergrondvariabelen (odds) alcoholgebruik alcoholgebruik alcoholgebruik alcoholgebruik alcoholgebruik en en en en en gedrags- emotionele psychische lage kwaliteit problemen problemen ongezondheid van leven SDQ totaal MHI-5 (OR) (OR) (OR) (OR) (OR) geslacht 1,3 0,6 4,6 2,0 1,7 leeftijd (klas) 2,6 2,2 3,3 3,9 4,2 schooltype eenoudergezin etniciteit 2,6 2,6 1,9 1,7 1,4 1,1 (ns) 1,1 (ns) 1,2 (ns) 1,2 (ns) 1,1 (ns) - - - - - Alle significante achtergrondkenmerken samen in het model Referentiecategorieën: jongen, 12-15 jaar, havo/vwo, andere gezinssamenstelling, autochtoon NS: geen significant verschil tussen de twee groepen (p≥0,05) Geslacht, leeftijd en schooltype belangrijke voorspellers voor drugs drugsgebruik ugsgebruik in combinatie met psychische problemen Ook voor druggebruik in combinatie met psychische problemen geldt dat leeftijd een belangrijke voorspeller is. Jongeren van 15-19 jaar hebben ten opzichte van jongeren van 12-15 jaar een 3 keer zo grote kans om zowel drugs te gebruiken als psychosociale problemen (SDQ), gedragsproblemen, emotionele problemen, psychische ongezondheid of een lage kwaliteit van leven te hebben. Meisjes hebben bijna 4 keer zoveel kans (OR=3,7) als jongens op het gebruik van drugs in combinatie met emotionele problemen. Ook zijn zij vaker zowel actuele druggebruiker als psychisch ongezond. Meisjes hebben daarentegen een kleinere kans dan jongens om drugs te gebruiken in combinatie met gedragsproblemen (OR=0,5). Voor schooltype geldt dat vmbo-leerlingen ongeveer 2 keer zoveel kans als havo/vwo-leerlingen hebben op het gebruik van drugs in combinatie met psychische problemen. Zowel de gezinssamenstelling als de etnische achtergrond hebben geen relatie met het voorkomen van de combinatie drugsgebruik en psychische problemen. -6- Genotmiddelengebruik Genotmiddelengebruik en psychische problemen van jongeren in NoordNoord-Holland Noord Resultaten van het EMOVOEMOVO-onderzoek 2009 onder leerlingen uit de 2e en 4e klas voortgezet onderwijs Samenhang druggebruik en psychische gezondheid met achtergrondvariabelen (odds) drugs en drugs en drugs en drugs en drugs en SDQ totaal gedrags- emotionele psychische lage kwaliteit problemen problemen ongezondheid van leven MHI-5 geslacht (OR) (OR) (OR) (OR) (OR) - 0,5 3,7 1,4 - leeftijd (klas) 2,7 2,8 4,2 2,9 3,7 schooltype 2,5 2,1 2,0 1,9 1,5 eenoudergezin - - - - 1,3 (ns) etniciteit - - - - - Alle significante achtergrondkenmerken samen in het model Referentiecategorieën: jongen, 12-15 jaar, havo/vwo, andere gezinssamenstelling, autochtoon NS: geen significant verschil tussen de twee groepen (p≥0,05) VmboVmbo-leerlingen hebben een ruim drie keer zo grote kans op roken in combinatie met psychische ongezondheid Meisjes hebben een 5 keer zo grote kans op emotionele problemen in combinatie met rookgedrag als jongens (OR=5,2). Ook hebben meisjes 2 keer zoveel kans om zowel te roken als psychosociale problemen te hebben, psychisch ongezond te zijn of een lage kwaliteit van leven te hebben. Meisjes hebben daarentegen een kleinere kans dan jongens op gedragsproblemen in combinatie met regelmatig roken (OR<1). Ook schooltype is een belangrijke voorspeller van rookgedrag in combinatie met psychische ongezondheid. Vmbo-leerlingen hebben een 3 keer zo grote kans als havo/vwo-leerlingen om zowel te roken als psychisch ongezond te zijn, emotionele problemen te hebben, gedragsproblemen te hebben of een ongunstige score voor de SDQ te hebben. Jongeren van allochtone afkomst hebben een iets grotere kans om zowel te roken als gedragsproblemen te hebben dan autochtone jongeren. Verder speelt etnische afkomst nauwelijks een rol. Ook de gezinssamenstelling lijkt niet van grote invloed; jongeren uit een eenoudergezin hebben een iets grotere kans om te roken en een ongunstige SDQ-score te hebben dan jongeren met een andere gezinssamenstelling. Samenhang regelmatig roken en psychische gezondheid met achtergrondvariabelen (odds) roken en roken en roken en roken en roken en SDQ totaal gedrags- emotionele psychische lage kwaliteit problemen problemen ongezondheid van leven MHI-5 (OR) (OR) (OR) (OR) (OR) geslacht 1,6 0,7 5,2 2,3 2,1 leeftijd (klas) 2,0 1,9 2,7 2,6 3,0 schooltype 3,8 3,0 2,7 2,8 2,5 eenoudergezin 1,3 1,2 (ns) 1,4 (ns) - 1,2 (ns) - 1,3 - - 1,1 (ns) etniciteit Alle significante achtergrondkenmerken samen in het model Referentiecategorieën: jongen, 12-15 jaar, havo/vwo, andere gezinssamenstelling, autochtoon NS: geen significant verschil tussen de twee groepen (p≥0,05) -7- Genotmiddelengebruik Genotmiddelengebruik en psychische problemen van jongeren in NoordNoord-Holland Noord Resultaten van het EMOVOEMOVO-onderzoek 2009 onder leerlingen uit de 2e en 4e klas voortgezet onderwijs Meervoudig gebruik van genotmiddelen verhoogt het risico op psychische ongezondheid aanzienlijk Jongeren die zowel overmatig alcohol gebruik, regelmatig drugs gebruiken als roken hebben, met uitzondering van emotionele problemen, op alle onderzochte psychische factoren een verhoogd risico ten opzichte van jongeren die het gebruik van alcohol, drugs en roken niet gecombineerd gebruiken. Het risico op psychosociale problemen is ruim drie keer zo groot en het risico op gedragsproblemen is zelfs zes keer zo groot. Deze jongeren zijn ruim twee keer zo vaak psychisch ongezond en hebben twee tot drie keer zo vaak een lage kwaliteit van leven. Hierbij is onbekend of het gebruik van genotmiddelen leidt tot psychische ongezondheid of dat een ongunstige psychische gezondheid leidt tot het gebruik van meerdere genotmiddelen. Meervoudig genotmiddelengebruik en psychische gezondheid (odds en %) overmatig alcohol + drugsgebruik + regelmatig psychisch gedrags- emotionele problemen problemen (%) (%) (%) (%) %(%) SDQ totaal roken ongezond lage kwaliteit van MHI-5 leven nee 12,0 12,4 8,8 (ns) 16,6 27,2 ja 30,8 45,4 10,4 (ns) 31,6 49,2 totaal 13,0 14,1 8,9 17,4 28,3 (OR) (OR) (OR) (OR) (OR) 3,3 5,9 1,2 (ns) 2,3 2,6 ja versus nee NS: geen significant verschil tussen de twee groepen (p≥0,05) Beschouwing: Uit deze rapportage blijkt overduidelijk dat het gebruik van genotmiddelen door jongeren samenhangt met psychische ongezondheid. De relatie tussen het gebruik van genotmiddelen en gedragsproblemen is het sterkst. Dit geldt voor het gebruik van de afzonderlijke genotmiddelen alcohol, drugs en roken, maar ook in sterke mate voor het gecombineerd gebruik van deze genotmiddelen. Dit onderzoek geeft geen antwoord op de vraag naar oorzaak en gevolg. Het is niet duidelijk of een ongunstige psychische gezondheid leidt tot gebruik van genotmiddelen of dat het (overmatig) gebruik van genotmiddelen leidt tot psychische problemen. Referenties [1] Waardenburg, C. Alcoholgebruik onder jongeren in Noord-Holland Noord. klas voortgezet onderwijs. GGD Hollands Noorden, december 2010. Uitgave: GGD Hollands Noorden, sector GBO [2] Leeuw den Bouter, B. de en C. Waardenburg. Seksuele gezondheid van Postbus 324,1740 AH Schagen jongeren in Noord-Holland Noord. Resultaten van het EMOVO-onderzoek [email protected] Resultaten van het EMOVO-onderzoek 2009 onder leerlingen uit de 2e en 4e 2009 onder leerlingen uit de 2e en 4e klas voortgezet onderwijs. GGD Hollands [3] Sinnige J. en Waardenburg C. Psychische gezondheid van jongeren in Auteurs: Judith Sinnige, epidemiologisch onderzoeksmedewerker en Corrien Waardenburg, epidemioloog Noord-Holland Noord. Resultaten van het EMOVO-onderzoek 2009 onder Met dank aan: Directies, docenten en leerlingen van de scholen Noorden, maart 2011. leerlingen uit de 2e klas en 4e klas voortgezet onderwijs. GGD Hollands Noorden. Mei 2010. [4] Couwenbergh C. Substance abuse and its co-occurrence with other mental health problems in adolescents. Nijmegen: Radboud Universiteit. 2009. [5] Schrijvers C.T.M., Schoemaker C.G. Spelen met gezondheid. Leefstijl en psychische gezondheid van de Nederlandse jeugd. Bilthoven: RIVM. 2008. [6] Verdurmen J., Monshouwer K., Dorsselaer S van., Graaf R de. Bovenmatig drinken in Nederland. Uitkomsten van de ‘Netherlands Mental Health Survey voor voortgezet onderwijs in Noord-Holland Noord, Mandy van den Brink, Esther Duin-de Boer en Bettina de Leeuw den Bouter Kenmerk: U.2012- 0424 Datum: mei 2012 Dit rapport is te downloaden via www.ggdhollandsnoorden.nl Voor vragen kunt u mailen naar: [email protected] and incidence study [NEMESIS]. Utrecht: Trimbos Instituut. 2003. [7] Kuunders M.M.A.P., Laar M.W. van. Wat zijn de mogelijke oorzaken van De rapporten over het EMOVO-onderzoek 2005 en 2009 zijn te alcoholgebruik? Nationaal Kompas Volksgezondheid\ Gezondheids- downloaden via www.ggdhollandsnoorden.nl en determinanten\ Leefstijl\ Alcoholgebruik. Bilthoven: RIVM. 2009. www.kennislokaal.nl Geraadpleegd 14 december 2010. -8-