planten - introductie planten wereld planten organen platen weefsels planten cellen Een waterplant kan 2 bladeren vormen, een deel is in het water en een deel boven het water. Het heeft het vermogen om te groeien naar omstandigheden. Planten soorten hebben selectie van vomgeving door kleine verandering in soorten Basis organen van een plant: Wortelen, stammen en bladeren. Rootsystem: onder de grond(wortelen. Nemen water en mineralen op) Shootsystem: boven de grond ( stammen en bladeren. Word suiker gemaakt uit fotosynthese) Taproot: main root (hoofd wortel) Branch root: kleine wortels (lateral roots) Roots(wortelen): - stevigheid - water en mineralen opnemen - opslaan organische voedingsstoffen. - Fibrous root system: Zaadloze vezel planten en eenzaadlobbige hebben een vezelig wortelstelsel gekenmerkt met dunne zijwortels zonder hoofd wortel. Bij wortels komen uit stammen of bladeren. - taproot system: Een grote verticale hoofdwortel die aanleiding geeft tot kleine zijwortels. verschil andere grondsoort/hoe groter de plant hoe groter de hoofd wortel. Veel en kleine haartjes zorgt voor een vergroot oppervlak waardoor ze meer water en mineralen op kunnen nemen. - Er zijn ook gemodificeerde wortelen: Prop roots(schroef wortel) = wortel boven de grond, erg lang en dik Storage roots(opslag wortel)= om voedsel en water op te slaan Strangling aerial roots (verworgen wortel) tussen de wortels groeien andere planten en alles groeit om de boom heen. Pneumatophores , air roots(lucht wortes) wortels van bomen die inplaats van naar beneden omhoog groeien. Buttress roots (soort muur wortels) = komt voor bij grote bomen. Herpsplants: planten die graag gegeten willen worden ( hebben kleinere wortels) Roothairs: meer water en mineralen opnemen Aerial: boven de grond - Nodes: begint een zijtakje (onderkant van de tak) - Internodes : gebied tussen twee nodes(2 takjes) - Apical bud: terminal bud, bovenop een knopje. - Axillarybud: zijkant knopjes (worden bloemen) boven een takje Als er geen boven topje van een knop mist komen er aan de zijkant takjes die verder gaan groeien. Als je die dus afsnijd gaan de axillary buds meer groeien, dus worden ze geactiveerd. - Er zijn ook veel gemodificeerde stammen: o Rhizomes (horizantaal groeiend voor een groter oppervlak) o Stolons ( horizontaal groeitende stammen over de grond (aarbeien) o Tubers (vergrote uiteinden voor opslag)aardappelen) Bladeren bestaan in het algemeen uit een plat blad en een steel genaamd de bladsteel, die het blad verbindt met een knooppunt van de steel. Grassen en vele andere monocots ontbreekt de bladsteel In het blad gebeurd het meeste van de plant. Monocots : geen bladsteel en parallele nerven./ eudicots(dicot) = wel een bladsteel vertakkende nerven. Verschillende bladeren: A: simpel blad (simple leaf) -Petiole (bladsteel) – Axillary bud ( oksel knop) B: samengesteld blad (compound leaf) – Petiole (bladsteel) – Axillary bud(oksel knop) – Leaflet (blaadje) C: dubbel samengesteld blad (doubly compound leaf) – petiole (bladsteel) – axillary bud (oksel knop) leaflet (bladeren aan zijtak) - Gemodificeerde bladeren: Tendrils (dunne twijg) kronkelen overal omheen Spines ( stekels op een cactus, dit zijn zn bladeren) Storage leave ( ui, slaan eten op vanbinnen) Reproductive leaves ( sommige vetplanten, lijken op kleine plantjes) Bracts (rode soort ‘ bloem’ van kerst zijn eigenlijk rode bladeren) Leaflets zijn delen van het blad, dus kleine blaadjes Bladeren zijn er voor de wind, het houd de wind tegen zodat de plant niet omvalt. Compound leaves zijn handig omdat als je 1 blad eet gaat de plant niet dood Stekels van een cactus zijn de bladeren en het grote groene is de stam, hier doet de stam aan fotosynthese want deze is groen. Grote stam dus kan veel licht opvangen 3 weefsels (verbind de planten organen) - Dermal ( eerste laag van de blad en stam, erom heen) Epidermis, beschermd de plant, waterstransport ( openingen) (in houtplanten beschermt de periderm de plant) Stekels helpt om insecten te vermijden Cuticle: helpt voorkomen van water verlies Trichomes: helpen insecten verdedigen - Vascular(het meeste binnen in de stam, transporteert stoffen) Xylem ( omhoog, water en mineralen) Phloem( alle kanten op, organic, nutrients) Gespecialiseerd in fotosynthese en ondersteuning - Ground tissue ( tussen de dermal en vascular) Pith= van binnen Cortex= van buiten 3 soorten planten haren (trichomes) - spear-like = helpt insecten weg te houden - secreting-oil en andere chemische stoffen(afgevende olie) helpt tegen de afweer Parenchyma cells - Dunne flexible wanden - 2 wanden - vermogen om te delen - meeste metabolic functions: stofwisseling Collenchyma cells - dikkere wanden - oneven celwanden - bieden flexibele ondersteuning zonder remmende groei Sclerenchyma cells( 2 types: - Sclereids: korte uiteinden, onregelmatige vormen, dikke wanden. – fibers: lang en gerangschikt) - niet flexibel - 2 wanden - lignin - dead Xylem (water-conducting cells) geven water door. Zijn ook dood. Gaat omhoog - 2types: tracheids: zitten in alle houtvaten van vaatplanten. Water beweegt zich door kuilen vessels elements: water gaat door een gatige plaat Phloem ( zweeft stoffen zoals suiker. Geven suiker door. Zeef elementen zorgt ervoor dat stoffen gemakkelijk passeren. Hierin zitten ribosomen. Palisade mesophyll en Spongy mesophyll hier vindt fotosynthese plaats. Monocots ( bloem in een driehoek) vascular bundeld liggen overal Eudicots ( bloem in een 4 of 5 hoek) vascular bundels liggen in een ring Planten groeien hun hele leven. Indeterminate growth Planten die stoppen met groeien (worden maar 1 lengte) :determinate growth Annuals: leven een jaar of minder Bienniels: leven 2 groeiseizoenen Perennials: leven voor veel jaren Secundary grow: (word zeg maar breder) Meristems: weefsel dat zorgt voor onbepaalde groei Apical meristems: zijn gelegen aan de uiteinden van wortels en spruiten en okselknoppen van spruiten (primary growth) primary plant body Lateral meristems: dik houtachtig ( secondary growth) De wortel punt is bedekt met een soort pet. Die beschermt de wortel en drukt hem in de grond. De cel groeit bij 3 zones - zone van celdeling - zone van rek - zone van differentatie guard cells: 2 wachtcellen die bepalen de opening en sluiting mesophyll: opper en lager epidermis monocots eudicots Er zijn 2 medistemen: - vascular cambium: voegt lagen van vaatweefsel genoemd secundair xyleem (hout) en secundaire floëem - cork cambium: vervangt eperdimis is dikker en taaier Arabidopsis is een model organisme, en de eerste fabriek om zijn gehele genoom gesequenced Het bestuderen van de genen en biochemische routes van Arabidopsis zal inzicht in de ontwikkeling van planten, een belangrijk doel van de systeembiologie bieden