Wie werken er mee aan de ABCD-studie? De ABCD-studie is een initiatief van de GGD Amsterdam. De projectleiding is in handen van Dr. Marcel van der Wal (GGD Amsterdam), Prof. dr. Gouke Bonsel (Erasmus Medisch Centrum / Academisch Medisch Centrum) en Prof. dr. Reinoud Gemke (VU medisch centrum). Verschillende universiteiten, onderzoeksinstellingen en gezondheidscentra werken mee aan de ABCD-studie: j G GD Amsterdam: Afdeling Epidemiologie, Documentatie en Gezondheidsbevordering – Afdeling Jeugdgezondheidszorg – Streeklaboratorium; j A cademisch Medisch Centrum: Afdeling Sociale Geneeskunde – Afdeling Obstetrie en Gynaecologie – Afdeling Endocrinologie en Metabolisme; j VU medisch centrum: Afdeling Kindergeneeskunde – Afdeling Jeugdgezondheidszorg; j V rije Universiteit: Afdeling Ontwikkelingspsychologie – Afdeling Klinische Psychologie – Afdeling Klinische Genetica en Antropogenetica – EMGO-Instituut; j Universiteit Maastricht: Faculteit Geneeskunde, Capaciteitsgroep Epidemiologie; j Universiteit Utrecht: Institute for Risk Assessment Sciences; j R ijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu: Laboratorium voor Toxicologie, Pathologie en Genetica – Centrum Infectieziektebestrijding; j Nutrisearch B.V.; j Numico; j ZonMw. Onderzoek naar de gezondheid van kinderen onder verschillende etnische groepen in Amsterdam j Alle zorgverleners in Amsterdam. Contactgegevens Contactadres GGD Amsterdam Cluster EDG t.a.v. ABCD-studie Postbus 2200 1000 CE Amsterdam Telefoon 020 555 5489 / 5592 Fax 020 555 5160 Email [email protected] Internet www.abcd-study.nl Zwangerschap Leefgewoonten moeder Geboorte Zwangerschapsduur en geboortegewicht Gezondheid Ontwikkeling en groei van het kind “Preventie van gezondheidsproblemen begint al bij de zwangerschap” Tijdschema ABCD-studie 2003 2004 2008 2009 2013 2014 Wat is de ABCD-studie? De ABCD – Amsterdam Born Children and their Development – studie is een langlopend, Amsterdam-breed onderzoek naar de gezondheid van kinderen vanaf het allereerste begin: vanaf de zwangerschap worden ruim 8.000 kinderen gevolgd tot ze volwassen zijn. Onderzocht wordt in welke mate de gezondheid van de kinderen – bij geboorte en op latere leeftijd – wordt beïnvloed door de leefgewoonten en omstandigheden van hun moeder tijdens de zwangerschap. Speciale aandacht gaat uit naar de verschillen in gezondheid tussen kinderen van verschillende etnische afkomst. 1 Zwangerschap 2003 Zwangerschap 2003 Risicofactoren in de zwangerschap Voeding en hormonen Genot1 middelen Zwangerschap Werk- en psychosociale stress Luchtverontreiniging 2004 2 2008 2009 Gezondheid van het kind Geboorteuitkomsten Geboorte Groei eerste 2 levensjaren Cognitieve ontwikkeling Overgewicht/ 3 Metabool syndroom Kinderen 5 jaar oud Gedrags- en emotionele ontwikkeling Kinderen 10 jaar oud 2013 2014 1 2004 2 In fase 3 3-6 maanden na de bevalling opnieuw 4 In fase 2 hebben 5.131 vrouwen een vragenlijst ingevuld over de bevalling, de gezondheid van het kind, hun eigen (psychosociale) gezondheid en hun Geboorte Kinderen 5 jaar oud Kinderen 10 jaar oud leefgewoonten. Verder zijn gegevens als de zwangerschapsduur en het geboortegewicht van Groei eerste 2 levensjaren het kind vastgelegd, en zijn via de consultatiebureaus de groei- en voedingsgegevens van de eerste 2 levensjaren van het kind verzameld. 1 2 Zwangerschap Geboorte Groei eerste 2 levensjaren Hoofdthema’s van onderzoek Geboorte Kinderen 5 jaar oud Groei eerste 2 levensjaren 2008 2009 2004 4 2008 2013 4 1 hebben 8.266 vrouwen in 2009 het3 begin van hun zwangerschap een2014 vragenlijst ingevuld over hun leefgewoonten, zwangerschap en (psychosociale) gezondheid; 4.389 vrouwen hebben Zwangerschap Geboorte Kinderen 5 jaar oud Kinderen 10 jaar oud tevensGroei bloed afgestaan voor onderzoek naar voedingsstoffen en hormonen. eerste 2 levensjaren Waarom is de ABCD-studie van belang? j Terugdringen gezondheidsverschillen tussen etnische groepen 2004 De gezondheid van kinderen hangt sterk af van de etnische afkomst van de2003 ouders. Het is echter nog grotendeels onduidelijk wat de oorzaken daarvan zijn. Daarom besteedt de ABCD-studie specifiek aandacht aan het verklaren van de gezondheidsverschillen tussen kinderen van verschillende etnische afkomst. Meer inzicht in de factoren maakt het mogelijk algemene en cultuurspecifieke preventie­ 1 2 programma’s te ontwikkelen, om zo de etnische ongelijkheid in gezondheid terug te dringen. Wij streven naar een goede en gelijke start van alle Amsterdammertjes. 3 Wat hebben we tot nu toe gedaan? 2003 j Meer kennis over een gezonde zwangerschap voor betere preventie De oorsprong van belangrijke gezondheidsproblemen bij kinderen (bv. overgewicht, ADHD) en volwassenen (bv. hart- en vaatziekten) ligt vaak al in de zwangerschap. Van sommige leefgewoonten van zwangere vrouwen is bekend dat ze de gezondheid van het kind beïnvloeden, terwijl dit van andere niet precies bekend is. Het is belangrijk om hier meer over te weten, zodat zwangere vrouwen beter begeleid kunnen worden en vroege preventie van gezondheidsproblemen mogelijk is. 2 2008 j Zie voor onderzoeksresultaten: www.abcd-study.nl 2009 2013 2014 Wat gaan we in de komende jaren doen? 4 In 2008 – wanneer de eerste ABCD-kinderen 5 jaar worden – start fase 3. Eerder hebben 7.050 moeders toestemming gegeven om de gezondheid van hun zoon of dochter te volgen. Kinderen 5 jaar oud Kinderen 10 jaar oud Deze vrouwen krijgen een vragenlijst toegestuurd over de gezondheid, ontwikkeling en opvoeding van hun kind. De kinderen zelf worden uitgenodigd voor een ABCD-consult voor de meting van hun lengte, gewicht, middelomvang, hartslag en bloeddruk. Verder worden hun cognitieve vaardigheden getest. Tenslotte wordt er met behulp van een vingerprikje wat 2013 2014 bloed afgenomen: van weinig bloed valt veel te leren over aanleg en vroege uitingen van bv. suiker­ziekte. De leerkracht vult een korte vragenlijst in over de leerprestaties en het gedrag van het kind. 3 4 De ontwikkeling en gezondheid van de kinderen zal elke vijf jaar worden bekeken. In 2013, wanneer de kinderen 10 jaar oud zijn, zal fase 4 van start gaan. Kinderen 10 jaar oud “Er is meer kennis nodig om etnische ongelijkheid in gezondheid terug te kunnen dringen”