VERBETERSLEUTEL PARCOURS GENOCIDE Genocide op verdieping IV Het uitmoorden van een volledige bevolkingsgroep kreeg pas in 1944 een naam: genocide (volkerenmoord). De Holocaust of Shoah is de grootste en meest bekende genocide in de Westerse geschiedenis, maar het is zeker niet de enige! Een Amerikaanse professor, Stanton, beschreef acht stappen die elke genocide doorloopt. Want een genocide ontstaat niet van de éne dag op de andere. In wat volgt, leer je aantal van deze stappen herkennen en begrijpen. 1 Ga naar de vierde verdieping. Volg het glazen looppad tot aan het grote venster dat uitkijkt op de oude Dossinkazerne. Probeer je voor te stellen hoe de omgeving er uitzag toen de Joodse mensen in 1942-44 in de Dossinkazerne aankwamen. Omcirkel op deze foto’s de gebouwen die er waarschijnlijk al stonden. 2 2 Na een genocide zijn er vaak nauwelijks nog slachtoffers over die kunnen getuigen. En de daders ontkennen dat er een genocide heeft plaats gevonden. Maar ook de omringende samenleving heeft vaak veel jaren nodig om dit zwarte verleden een plek te geven. Lees de woorden van museumarchitect bOb Van Reeth. Waaruit blijkt dat ook in België de Holocaust pas heel laat een plaats heeft gekregen in de herinneringscultuur? “Het gebouw moest op de juiste manier deel uitmaken van de stad, maar mocht tegelijk niet voorbijgaan aan het quasi zestig jaar negeren van het verleden. De kazerne werd immers omgebouwd tot woonappartementen en werd nooit gehuldigd als een echte plaats van herdenking. Daarom zal je vanop die vierde verdieping niet de hele binnenplaats van de oude kazerne kunnen zien. Je kijkt over de nok van het voorgebouw, waar het Memoriaal en Documentatiecentrum zal huizen, en je ziet enkel het achterste gebouw van de kazerne. De binnenplaats, een plek van een verpletterend historisch gewicht, werd in de jaren tachtig tot binnentuin omgevormd voor bewoners van de gerenoveerde Dossinkazerne, die de naam “Hof van Habsburg” kreeg. Historisch voelt het niet juist om de plek in die vorm aan de bezoekers van Kazerne Dossin te tonen.” Interview door Jana Kerremans (18/12/2012.) De Dossinkazerne werd in de jaren 1980 omgevormd tot appartementencomplex met binnentuin en werd tot in de jaren 90 niet echt gezien als een plaats van herdenking. 3 Genocide op verdieping III (1) 3 Daal af naar de derde verdieping. Ga eerst naar de muur met het thema Uitroeiing. In het museum staat het verhaal van de Holocaust centraal. Maar ook andere voorbeelden van massageweld en genocide worden hier getoond. • Kies de foto die jou het meest bezighoudt en leg uit waarom. • Lees het bijbehorende verhaal op het scherm en vat in drie kernwoorden samen. Deze verhalen zijn terug te vinden op de schermen. De antwoorden hangen af van de keuze en interpretatie van de leerling. 4 Loop nu naar de portrettenmuur. Ga de gang binnen. Loop de hele gang door en bekijk de foto’s en citaten. Kijk goed naar de foto’s van het nazipersoneel van Auschwitz (16.1-16.3, 18.1-18.3, 20.1-20.3). Hoe zou jij deze daders omschrijven? Duid je antwoord aan of schrijf zelf iets op de stippellijn. O O O O O O Brave burgers Sadisten Psychopaten Heel gewone mensen Gekken ............ Kazerne Dossin verwacht dat de leerlingen niet denken aan brave burgers of heel gewone mensen, maar vooral aan sadisten, psychopaten en gekken. Op het einde van het bezoek zullen we je deze vraag opnieuw stellen. In wat nu volgt, proberen we enkele stadia van een genocide te overlopen. Misschien leren we zo iets over mensen massaal geweld kunnen plegen. 4 Genocide op verdieping I 5 Daal af naar de eerste verdieping. In de tweede gang vind je een karikatuur die de Sprinkhanenplaag heet (20.4). In 1934, nog voor de oorlog, verscheen deze spotprent in een Belgische krant. Eén van de stappen die tot een genocide kunnen leiden, is ontmenselijking. Hoe zit dat in dit beeld verwerkt? De Joden worden afgebeeld als een ongedierteplaag die verdelgd moet worden. Dit is te vergelijken met Tutsi’s die in Rwanda ‘kakkerlakken’ werden genoemd, of met migranten die men ‘parasieten’ noemt. Men kan spreken van pregenocidaal taalgebruik. 6 Als de nazi’s in 1940 België bezetten, voeren zij een registratie van ‘de Joden’ in. Het opdelen van de samenleving in afgescheiden groepen, is een stap die vaak voorkomt in de aanloop van een genocide. • Zoek op het aanraakscherm informatie over de aankomst, de woonplaats en de beroepen van Joden in België. Wat kan je hieruit concluderen? Joden komen van veel verschillende plaatsen en oefenen erg verscheiden beroepen uit. Dit toont iets over de diversiteit van de Joodse gemeenschap. • Zoek een persoon uit jouw buurt op. Noteer zijn of haar naam hier: Eigen opzoekwerk • Zijn de Joden de enige groep die geregistreerd wordt? Het antwoord vind je in de laatste gang. De vierde categorie zijn de zigeuners. Diverse documenten tonen hier hoe deze bevolkingsgroep gecriminaliseerd werd via identiteitskaarten met vingerafdrukken en ‘mug shots’, (de typische portretten na een arrestatie). 5 Genocide op verdieping II 7 Ga naar de tweede verdieping. Daar zie je hoe angst de samenleving in de greep krijgt. De Joden worden het slachtoffer van discriminerende wetten. Op de panelen tegenover de grote wandfoto van de man tegenover de tanks, zie je de foto’s van Charles, Fortunée en Fela. • Welke anti-Joodse wet treft hen heel persoonlijk? Joodse kinderen worden uitgesloten uit het Belgische onderwijs vanaf 1942. • Waarom willen de nazi’s het contact tussen Joden en niet-Joden verbreken volgens jou? De nazi’s willen voorkomen dat niet-Joden medelijden krijgen met de Joden. • Bekijk onderstaande illustratie. Onder welk stadium van genocide zou jij deze anti-Joodse maatregel plaatsen? Meerdere antwoorden zijn mogelijk: voorbereiden, organiseren, opdelen, polariseren. 6 8 Wandel tot aan de laatste zuil aan je rechterkant. Daar zie je een voorbeeld van polarisatie, nog een fase van genocide. Polarisatie wil zeggen dat de daders de kloof met ‘de anderen’ zo groot mogelijk maakt. Bekijk karikatuur 14.2. • Hoe stellen de daders de Joden hier voor? Als complotteurs, aanstokers van dood en vernieling. • Hoe worden met deze tekening de eigen daden goed gepraat? Het vermoorden van Joden is pure zelfverdediging. 9 Daders raken ook steeds meer gewend aan geweld. Mensen zijn onder de indruk van de eerste dode die ze zien, maar geleidelijk aan gaat pesten, slaan en doden hen steeds minder raken. Er ontstaat geweldsgewenning. Bekijk de foto’s en teksten op de middelste zuil. • Op Paasmaandag 1941 gebeurt er in de Antwerpse Jodenbuurt iets onvoorstelbaars. Wat? Antwerpse antisemieten zaaien vernieling in de Joodse buurt. Er vallen geen slachtoffers maar twee synagogen worden in brand gestoken en tientallen vitrines van Joodse winkels worden vernield. De hele inboedel wordt op straat gegooid. Men spreekt van de Antwerpse Kristallnacht. • Hoe illustreren deze gebeurtenissen die geweldsgewenning? Het geweld begint met het toebrengen van materiële schade. Daarna wordt het geweld steeds heviger totdat er (dodelijke) slachtoffers vallen. 10 Ondertussen gaat de wij-groep de zij-groep ook fysiek brandmerken. Vanaf juni 1942 worden de Joden verplicht de gele ster te dragen. Op het videoscherm tegenover de portrettenmuur roep je de getuigenis van Michel Goldberg op. Wat treft je het meest in wat hij over de ster vertelt? De antwoorden hangen af van de keuze en interpretatie van de leerling. 7 Genocide op verdieping III (2) 11 En dan breekt de fase van voorbereiding van de genocide aan. In verschillende landen gaan de nazi’s op zoek naar plaatsen om de Joden samen te brengen in afwachting van hun deportatie. In België installeren ze een Sammellager, een verzamelkamp, in de oude Mechelse Dossinkazerne. Mensen komen in dit kamp terecht omdat ze zich verplicht hebben aangemeld of omdat ze zijn opgepakt tijdens razzia’s of na verklikking. Bekijk de grootste foto op de zuil ‘Duitse en Vlaamse SS-ers’. Deze foto dateert van de zomer van 1942 en toont de aankomst van mensen in het kamp. • • Omcirkel het “huisdier” dat op de foto hieronder staat afgebeeld. Meerdere Duitse en Vlaamse bewakers hadden er één. Commandant Philipp Schmitt trainde die van hem zelfs om gevangenen in Dossin op bevel aan te vallen. De nazi’s dwongen sommige Joodse gevangenen om allerlei taken in het kamp uit te voeren zoals onderhoud van de gebouwen of administratie. Omcirkel één van deze Joodse tewerkgestelden op de foto. (c) Fonds Kummer 8 12 Draai je nu om naar de vitrines en panelen en bekijk de afbeeldingen en objecten. • Som twee stukken op waaruit blijkt dat Joden en ‘zigeuners’ in Dossin van mensen evolueren naar nummers, naar schimmen. Armbanden, kaartjes met nummers om rond de hals te dragen, tekening waarop de nummers te zien zijn, tekening waarop “schimmen” in een treinwagon stappen. • Waarom was dit voor de daders zo belangrijk? De nazi’s willen zo hun slachtoffers verder ontmenselijken. De afstand tussen daders en slachtoffers wordt weer groter. De slachtoffers zijn geen individuen meer. 13 Kijk nu naar de gigantische portrettenmuur. Dit zijn alle mensen die uit Dossin werden gedeporteerd. • Verklaar het verschil tussen de zwart-witte en de sepia foto’s. De foto’s in kleur beelden de overlevenden af. De grijze foto’s tonen de Joden en zigeuners die in de kampen zijn omgekomen. Hier hangen zo weinig gekleurde foto’s omdat de portretten transport per transport werden opgehangen te beginnen bij transport I op de derde verdieping. De eerste transporten tellen de minste overlevenden. • Bij het scherm over het Jodenregister heb je een naam genoteerd van iemand die in jouw buurt woonde. Gebruik het scherm om deze naam opnieuw op te zoeken. Wat is er van deze persoon geworden? Het antwoord hangt af van de keuze van de leerling. 14 Loop nu opnieuw de middengang door. Bekijk met aandacht de foto’s uit het fotoalbum van Karl Höcker (aan het einde van de gang, links). Hij fotografeert de uitstapjes die de personeelsleden van Auschwitz doen als ze vrij hebben van hun werk. • Wat valt je op in deze fotoreeks? 9 • Je hebt in het museum verschillende stadia van een genocide doorlopen. Elk van deze stappen beïnvloedt het denken en handelen van mensen. We stellen je nu opnieuw de beginvraag. Zijn de daders volgens jou: Is die vraag nog zo gemakkelijk te beantwoorden als daarstraks? Waarom? Waarom niet? Dit parcours moet leerlingen een indruk hebben gegeven van hoe heel gewone mensen in staat kunnen zijn om onder invloed van de stadia van een genocide zulke gruweldaden te plegen als tijdens de Holocaust. Foto 16.3: Een stap met de SS-Helferinnen. Zij stonden in Auschwitz-Birkenau in voor de communicatie en gaven de cijfergegegens over de selecties en vergassingen door aan Berlijn. Höcker-album, Washington, USHMM. 15 Hou in de gang ook halt bij de vier laatste beelden, die geen foto’s maar wel tekeningen zijn. Ze werden gemaakt door David Olère van het Sonderkommando, de ploeg gevangenen die in de gaskamers en crematoria moest werken. • Welke twee mensen komen op elke prent terug? De moeder en haar kindje. • Waarom denk je dat we hier enkel tekeningen kunnen tonen en geen foto’s? De nazi’s hebben de vergassing zelf niet gedocumenteerd, om geen bewijzen na te laten. Dit is een onderdeel van de fase van ontkenning die eigen is aan elke genocide. 10 Conclusie over genocide Som in dit veld enkele elementen op die er volgens jou toe bijdragen dat gewone mensen een totaal andere opvatting kunnen krijgen van ‘goed’ en ‘kwaad’ en zo daders worden van extreem massageweld. • • • • • • • • • groepsdruk indoctrinatie / propaganda wantrouwen sociale controle ontmenselijking van de tegenstander organisatie geweldsgewenning (fysiek) brandmerken ... Op de middelste zuil kan je uittreksels lezen van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens. Noteer hier twee artikels die mensen trachten te wapenen tegen de door jou genoemde elementen die leiden tot massageweld. bijvoorbeeld: • Artikel 18 Recht op vrijheid van gedachten, geweten en godsdienst • Artikel 19 Recht op vrijheid van mening en meningsuiting • ... 11