Een bekend bierbrouwersgeslacht in Rotterdam was de familie Biscop. Willem Pietersz. Biscop wordt in 1476 vermeld op het Oosteinde. Als eigenaresse van datzelfde huis wordt in 1481 Bely van Cralingen vermeld,^) vermoedelijk zijn weduwe. Een aanwijzing daarvoor is het in 1521 voorkomen van een Belia Pieter Biscopsd., de moeder van het Sint Agnietenconvent^) en hoogstwaarschijnlijk een kleindochter. Zou het nu niet zo kunnen zijn dat Bely van Cralingen de eerste vrouw was van Willem van der Luet en dat zij hertrouwd is met Willem Pietersz. Biscop? Haar zoon Claes uit het eerste huwelijk kan dan heel goed het vak van zijn stiefvader hebben gekozen, evenals haar kleinzoon Jan, die zich naar haar Van Cralinc gaat noemen. Dat haar beide echtgenoten dezelfde voornaam hadden, is dan toeval. Een andere, wat minder waarschijnlijke mogelijkheid is dat Bely toch maar eenmaal getrouwd is geweest en wel met Willem Pietersz. Biscop. De vader van deze Willem, Pieter, zou dan als vrouw een NN Jacobsd. van der Loet gehad kunnen hebben. Het generatieverschil kan dan goeddeels worden opgevangen doordat vrouwen toen vaak al rond hun vijftiende jaar trouwden en de mannen meestal pas rond hun dertigste. In dat geval zou een aantal kinderen van Bely de naam van hun grootmoeder van vaderskant, de NN Jacobsd. van der Loet, hebben kunnen aannemen. Alleen door het wapen van Claes Willemsz. van der Loet te kennen, zou hierover zekerheid te krijgen zijn. Helaas is zijn zegel ons niet overgeleverd. Een echt bewijs is dus niet te vinden, maar alleen op deze wijze is er een relatie te leggen tussen de Van der Luets, die zich Van Cralingen zijn gaan noemen en het beroep van bierbrouwer. Overigens waren ze niet alleen brouwer. Zowel Claes Willemsz. van der Loet als zijn achterneef Cornelis Jansz. van Cralinc staken, evenals de Biscops, regelmatig geld in schepen ten behoeve van de haringvisserij.^) Niet ongebruikelijk in een kleinschalige economie, zoals toen in Rotterdam. Over de afkomst van Bely van Cralingen kunnen we kort zijn. Jan van Cralingen, de vierde zoon van Willem van Cralingen, was getrouwd met Agniese van Assendelft, de dochter van Dirk van Assendelft en Mabely van Haarlem, vermeld in 1419.^) Gezien de vernoemingsgewoonte zou zij de oudste dochter uit dit huwelijk kunnen zijn, genoemd naar de grootmoeder van moederszijde. In 1481 moet zij dan al tamelijk bejaard zijn geweest. 157