Thema 8 - Edurep Delen

advertisement
Thema 8
Ella lacht weer
Les 8.1
1.
2.
3.
4.
5.
centimeter
woordenboek
gezelschappen
pakketten
hoofdsteden
Les 1 jager, bakker
• In het ankerverhaal staat dat op een universiteit in
Engeland onderzoek is gedaan naar de relatie tussen
licht en humeur. Het resultaat is inmiddels bekend: veel
mensen die na zonsopgang wakker worden, zijn
opgewekter.
resultaat
→ Hoe klinkt deze klank?
→ Waarom schrijven we één teken?
inmiddels
→ Waarom schrijf je hier twee dezelfde medeklinkers?
Vandaag leer je woorden schrijven met een open
lettergreep, en met dubbele medeklinker.
→ Verdeel het woord een sin klankgroepen.
→ Uit hoeveel klankgroepen bestaat het woord?
→ Wat hoor je aan het eind van de eerste lettergreep?
Lange ee
→ Hoe schrijf je deze klank?
Met één letterteken.
→Wie kan vertellen hoe de spellingregel bij dit soort woorden luidt?
Als de klankgroep eindigt op een lange klank dan schrijf je die met één
letterteken.
→ Wie weet nog welk grondwoord bij deze regel hoort?
jager
→Schrijf de woorden rubriek en nagenoeg op en onderstreep de lange
klank.
→ Verdeel het woord inmiddels in klankgroepen.
→ Uit hoeveel klankgroepen bestaat het woord?
→ Hoor je aan het einde van de tweede klankgroep een korte of een
lange klankgroep?
Korte klank i
De regel luidt: na een korte klank schrijf je twee dezelfde medeklinkers.
→ Verdeel de volgende woorden in klankgroepen en pas de
spellingregel toe: klassiek, missie en monnik.
moraal
ideeën over goed en slecht
nagenoeg
bijna Voorbeeld: `We konden nagenoeg niets zien.`Synoniem: vrijwel ...
overeenkomst
profeet
iemand die namens (een) god kan spreken
protestant
christen die aangesloten is bij een van de
kerken ontstaan door afsplitsing van
de rooms-katholieke kerk in de zestiende eeuw.
republiek
staat waar het staatshoofd door de bevolking wordt gekozen
meestal noemen we zo iemand een president
rubriek
Het pennetje
Haha, je vader
bladzijde waarop in elk nummer over hetzelfde onderwerp wordt geschreven
Reflectie:
• Kun je vertellen welke spellingregels je
hebt geleerd over woorden met open
lettergreep of verdubbeling van de
medeklinker?
• Wat vind je het handigst om te gebruiken:
het algoritmeschema of spellingregel?
• Welke woorden vind je het moeilijkst: de
woorden met open lettergreep of met
dubbele medeklinker?
Les 8.2
1.
2.
3.
4.
5.
positief
genezen
melodieën
beschaving
overeenkomst
Les 2 roepen, rijden, fluiten
In het ankerverhaal staat dat Lester
gecompliceerde programma’s ontwerpt voor de
computer.
→ Wie kan de verleden tijd van ontwerpt noemen?
ontwierp
ontwerpt
→ Wat valt je op aan beide woorden?
In de verleden tijd is er sprake van
klankverandering.
Vandaag gaan we persoonsvormen van
klankveranderende werkwoorden in de verleden
tijd leren schrijven.
Verleden tijd
Onderwerp
enkelvoud
ik
jij, u, hij, zij
meervoud
wij, jullie, zij
persoonvorm
→ We vullen een schema in voor de
werkwoorden: steken, rijden en laten.
→ Waar moet je op letten?
De klinkerverwisseling in de tegenwoordige
tijd enkelvoud. steken – steek, laten – laat
De ik vorm eindigt op een d bij rijd.
bedriegen
opzettelijk oneerlijk tegen iemand zijn
blinken
erg glanzen
ontwerpen
bedenken hoe iets dat gemaakt moet worden eruit zal zien
Voorbeelden: `een gebouw
sluipen
voorzichtig lopen zodat niemand het merkt
gelden
van toepassing zijn Voorbeeld: `Hier gelden andere regels.` 2) meetellen...
Reflectie:
• Welke persoonsvormen vind je nog
moeilijk?
• Wat helpt je het best: de denkstappenkaart
of het werkwoordschema?
• Hoe zie je of je te maken hebt met een
persoonsvorm?
Les 8.3
1.
2.
3.
4.
5.
slachtoffer
hoogtevrees
ideeën
enzovoort
hoeverre
Les 3 ballen, piano’s
In het ankerverhaal staat dat de Engelse onderzoekers hun
proefpersonen met camera’s hebben gevolgd.
• camera’s
→ Wat is het enkelvoud van dit woord?
→ Wat komt er in het meervoud achter?
Lester is een intelligente jongen. Hij heeft bijna alle boeken
uit de bibliotheek gelezen en kent allerlei moeilijke
begrippen.
• begrippen
→ Wat is het enkelvoud van begrippen?
begrip
Vandaag leren we woorden met een meervoud op apostrof
s en woorden met een meervoud op en met
verdubbeling van de medeklinker.
begrip
begrippen
→ Waarom ontstaat er in het meervoud
verdubbeling van de medeklinker?
→ Verdeel het woord begrippen in klankgroepen.
→ Waarop eindigt de tweede klankgroep?
Korte klank i
Dan is de volgende spellingregel van toepassing:
na een korte klank aan het eind van de
klankgroep volgt een dubbele medeklinker.
→ Hoe schrijf je de meervoudsuitgang?
Je hoort u, maar je schrijft e; je hoort n niet, maar
je schrijft hem wel.
Er zijn dus twee spellingproblemen.
Hetzelfde geldt voor eigenschappen en pakketten.
→ Verklaar dit maar eens.
camera
camera’s
→ Op welke klinker eindigt het woord camera?
→ Klinkt deze klinker lang of kort?
→ Om deze klinker lang te laten klinken in het meervoud,
mag de s niet vast achter het enkelvoud worden
geschreven.
Daarom zetten we tussen de lange klank en de s een
apostrof.
De lange klank is nu niet afgesloten met een medeklinker
en wordt daarom bij het lezen lang uitgesproken.
Hetzelfde geldt voor: risico’s,taxi’s en pony’s.
Woorden die in het enkelvoud eindigen op een lange klank
a, i, o of y (uitgesproken als ie) in het meervoud worden
geschreven met apostrof s.
Dit spreek je uit als apostrof s.
begrippen
Woorden die relaties uitdrukken en die het daardoor mogelijk
maken dat wat in taal wordt uitgedrukt, te structureren.
gezelschappen
vonnissen
(in een rechtszaak) een oordeel uitspreken over
Reflectie:
• Wat vind je het moeilijkst bij het meervoud van
het type ballen: de dubbele medeklinker of de
meervoudsuitgang en?
• Vind je de woorden met meervoud op apostrof s
moeilijk of makkelijk? Waarom?
• Neem je een ander woord in gedachten?
Welke?
• Let je op de lange klank aan het eind van het
woord in het enkelvoud?
• Wie kan vertellen waar de apostrof voor dient?
Les 8.4
1.
2.
3.
4.
5.
evenwicht
linie
plechtigheden
seksuele
kameraad
Les 4
kiezen, schrijven, zoeken
Ella heeft iets raars: ze heeft last van een
winterdip. In de winter is ze verdrietig, chagrijnig
en snel geïrriteerd. Ze zegt dat de dokters er
niets aan kunnen doen. Het heeft met het licht te
maken.
→ In welke tijd staan de zinnen?
→ Noem de persoonsvormen eens met de
verleden tijd.
heeft – had, is – was, zegt – zei, kunnen – konden.
Vandaag leer je de verleden tijd schrijven van
persoonsvormen waarbij niet alleen de klinker
verandert, maar ook een medeklinker.
Verleden tijd
Onderwerp
enkelvoud
ik
jij, u, hij, zij
meervoud
wij, jullie, zij
persoonvorm
→ We vullen het schema in voor de
werkwoorden:zijn, hebben, zullen en kunnen.
• Het is bij deze onregelmatige werkwoorden
nodig om in het schema een onderscheid te
maken tussen de jij-vorm en de hij-vorm in de
tegenwoordige tijd. (jij hebt, hij heeft)
• Let op de verandering van de medeklinkers in
de tegenwoordige tijd en verledentijd enkelvoud
en meervoud.
Reflectie:
• Van welke werkwoorden vind je de verleden tijd
vreemd?
• Leg uit waarom bij sommige woorden s
verandert in z en v in f.
• Hoe houd je in de gaten dat er soms een
medeklinker dubbel geschreven wordt?
• Kun je een voorbeeld noemen van een
werkwoord waar de verdubbeling van de
medeklinker nodig is?
• Denk je dat je nu alle persoonsvormen in de
tegenwoordige en verleden tijd goed kunt
schrijven?
Download