Persbericht Gemeenten protesteren tegen verlies financiële zelfstandigheid De regering spreekt gemeenten terecht aan om inspanningen te verrichten om het vertrouwen van de burger in de overheid te versterken. De plannen van het nieuwe kabinet met de gemeentefinanciën maken het de gemeenten onmogelijk die ambities waar te maken. De gemeenten dienen de mogelijkheid te hebben om eigen belastingen te kunnen heffen om eigen beleid te kunnen ontwikkelen en de democratisch verstrekte opdrachten van hun burgers te kunnen uitvoeren. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten schrijft vandaag in een brief aan de Tweede Kamer in reactie op het regeerakkoord dat zij het regeerakkoord als onevenwichtig beoordeelt. De VNG roept de Tweede Kamer op tot betere randvoorwaarden voor de gemeenten om hun bijdrage te kunnen leveren aan de centrale opgaven van het kabinet: “Nederland moet veiliger, zorg en onderwijs beter en integratie in de samenleving sterker”. Het eerste bezwaar van de gemeenten betreft de afschaffing van de onroerende-zaakbelasting op woningen. De gemeenten worden daardoor vrijwel geheel, namelijk voor 97 procent, financieel afhankelijk van het rijk. Wanneer compensatie voor afschaffing van de OZB plaatsvindt via de uitkering uit het gemeentefonds, zal dat voor veel gemeenten negatief uitpakken. Voor een aantal van hen dreigen dan miljoenentekorten. Het tweede bezwaar betreft de voorgestelde verandering van de methodiek voor de bepaling van de hoogte van de bijdrage uit het Gemeentefonds. Momenteel ondervinden gemeenten en rijk in dezelfde mate de gevolgen van groei of afname van financiële middelen. Door de wijzigingen in de systematiek die het kabinet nu voorstelt, moeten de gemeenten nu meer bezuinigen dan het Rijk. Blijkens het regeerakkoord zijn vele belangrijke ombuigingen en intensiveringen afgesproken. Gemeenten hebben bij deze inperking van hun financiële armslag onvoldoende mogelijkheden voor de noodzakelijke investeringen in bijvoorbeeld veiligheid, zorg en onderwijs. De VNG is zeer te spreken over de ambities van het kabinet ten aanzien van het terugdringen van regels en bureaucratische processen. Terecht wordt aan de gemeenten een belangrijke rol toegekend op terreinen als ruimtelijke ordening, milieu en de bijstand. Ook onderschrijft de VNG de noodzaak tot aanscherping en een sluitende aanpak van de verplichte inburgering van nieuwkomers in onze samenleving en van hen die hier al langer zijn. Gemeenten zijn de aangewezen instantie om op dit terrein maatwerk te leveren. Voor een verantwoorde inburgering dienen gemeenten te beschikken over voldoende middelen en bevoegdheden. De gemeenten zijn door het Rijk aanspreekbaar op de resultaten die daarbij worden geboekt. Terecht constateert het kabinet dat de problematiek van uitgeprocedeerden en illegalen een rijkszaak is. Andere zaken die in de brief van de VNG als positief worden gekenmerkt zijn de extra investeringen in veiligheid, met name in politie en rampenbestrijding, onderwijs, zorg en mobiliteit (openbaar vervoer, ontsluiting van nieuwe woonlocaties), een actief ontwikkelingsbeleid voor het platteland met de decentrale overheid in de hoofdrol, en de erkenning van het belang van sterke steden. De VNG kijkt belangstellend uit naar de formuleringen van het kabinet ten aanzien van de aan te passen Wet gemeenschappelijke regelingen en de oplossing voor het bestuur in stedelijke regio’s. De VNG wijst op het belang van gestructureerd overleg tussen kabinet en de vereniging bij de uitwerking van alle onderwerpen waar de verschillende overheden elkaar treffen, zoals de vermaatschappelijking van de zorg en de gesubsidieerde arbeid. De VNG gaat ervan uit dat voor dergelijk overleg in de komende kabinetsperiode ruimschoots de gelegenheid zal worden gecreëerd. Den Haag, 3 juli 2002