Geschiedenis Werkplaats H1. Jagers en boeren Paragraaf 1.1 Verleden, heden en toekomst Begrippen: Archeoloog: iemand die overblijfselen van vroeger bestudeert Bron: waaruit je informatie haalt Eeuw: Honderd jaar Geschiedenis: Onderzoek en kennis van wat in het verleden is gebeurd Historische indeling: het verdelen van de geschiedenis in blokken Jaartelling: de manier waarop mensen jaren tellen Periode: de geschiedenis wordt ingedeeld in vijf perioden Prehistorie: Voorgeschiedenis, de tijd waaruit we geen geschreven bronnen hebben Soorten samenlevingen: in het verleden worden vijf soorten samenlevingen onderscheiden. Tijdvak: de geschiedenis wordt ingedeeld in tien tijdvakken Samenvatting: Het vak geschiedenis gaat over dingen die mensen in het verleden hebben meegemaakt. Kennis van het verleden helpt bij het begrijpen van het heden. Bij een tijdbalk staan gebeurtenissen op volgorde met een jaartal. Jaartallen gebruiken we om de tijd in te delen. Wij gebruiken de Christelijke jaartelling, hierbij tellen wij vanaf de geboorte van Jezus Christus. Het jaar waarin hij geboren zou worden is het jaar 1. De periode voor de geboorte van Jezus Christus noemen we ‘voor Christus’, afgekort als v.C. Bij het vak geschiedenis is de tijd in 10 tijdvakken opgedeeld. Het eerste tijdvak is de tijd van jagers en boeren, dit duurde tot 3000 v.C. Bij geschiedenis zijn bronnen belangrijk. Overblijfselen uit de geschiedenis waar je informatie uit kunt halen. We noemen de tijd waarvan we geen geschreven bronnen hebben, de prehistorie. De voorgeschiedenis, pre betekent voor. Aantekeningen Er zijn geschreven bronnen en ongeschreven bronnen. Geschreven: teksten, gedichten etc. Ongeschreven: afbeeldingen, schilderijen, voorwerpen etc. www.maaikezijm.com www.maaikezijm.com