DEZE BIJLAGE WORDT GEPUBLICEERD DOOR MEDIAPLANET EN VALT NIET ONDER DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE REDACTIE VAN DE STANDAARD. Expertpanel Vier visies op de nabije toekomst Dementie Waardige verzorging Intelligente woning voor Jo Vandeurzen pleit een fijne oude dag voor een nieuwe impuls Nr.1/ maart 2010 MEDISCHE INNOVATIE 4 TIPS OM JOUW BIJDRAGE TE LEVEREN Kostenplaatje Ontwikkeling nieuw medicijn kost 1 miljard Vlaanderen Overheid investeert in medisch centrum voor innovatie NIEUWE ZORG ZET PATIËNT CENTRAAL Door de evolutie in de medische technologie kunnen steeds meer patiënten buiten het ziekenhuis behandeld en opgevolgd worden. ^VYR[VNL[OLYPUWLYMLJ[ [QVKM -<10-0344,+0*(3:@:;,4:)LULS\_5=;!^^^M\QPTZIIL 2 · MAART 2010 UITDAGING Dankzij recent verworven inzichten op het vlak van genetica en de functie van eiwitten wordt het mogelijk om gepersonaliseerde therapieën te ontwikkelen die precies de aandoening van de patiënt aanpakken en geen nevenwerkingen vertonen. Het pas opgerichte Centrum voor Medische Innovatie (CMI) moet die ontwikkelingen ondersteunen en helpen versnellen. “Medische innovatie is mooie opportuniteit” at de Vlaamse Regering de innovatie in de medische sector wil ondersteunen door het oprichten van het Centrum voor Medische Innovatie is een opportuniteit voor onze regio. Ten eerste zijn de toekomstperspectieven van de gezondheidszorg uitstekend. Medische innovatie is er altijd op gericht om aandoeningen te overwinnen en patiënten langer te laten leven. Het is echter onvermijdelijk dat ze ooit weer ziek zullen worden. Het vakgebied bestendigt dus zichzelf. Ten tweede is het een uniek werkterrein omdat het de overheid toelaat om tegelijkertijd de economische activiteit te stimuleren én een maatschappelijke doelstelling te verwezenlijken: mensen helpen. Daarnaast moet worden vermeld dat Vlaanderen een goede uitgangspositie heeft dankzij zijn uitstekende reputatie op het vlak van basisonderzoek aan de universiteiten en instituten als VIB en IMEC. Onze regio heeft ook faam verworven door het uitvoeren van vele klinische testen en kan bogen op een industrieel weefsel bestaande uit enkele wereldspelers aangevuld met veel snel groeiende nieuwkomers. D Genetica Tegelijk zijn de uitdagingen groot. Door de recente ontwikkelingen in de genetica ontstaat de mogelijkheid om therapieën te ontwikkelen die veel gerichter de aandoening van de patiënt aan- pakken. Dat kan door een nieuwe manier van productontwikkeling die vertrekt van de functie van specifieke genen en eiwitten. Zo kan men op zoek naar een middel dat de bewuste functie precies kan stimuleren of onderdrukken. We weten bijvoorbeeld dat Alzheimer veroorzaakt wordt door een foutieve deling van een bepaald eiwit in de hersenen waardoor het onoplosbaar wordt. Op die plaats ontstaan dan letsels gevuld met een kurkachtige substantie die de normale hersenfunctie verhinderen. Intussen weten we echter dat meerdere mechanismen dit proces in gang zetten en dat ze van patiënt tot patiënt verschillen. Om het probleem bij de wortel aan te pakken, moeten we dus precies kunnen vaststellen wat die dieperliggende oorzaak is. Op die manier kunnen we de patiënten opdelen in een aantal subgroepen om dan therapieën te ontwikkelen met een grotere kans op succes. “Medische innovatie is erop gericht om patiënten langer te laten leven, het is echter onvermijdelijk dat ze ooit weer ziek worden” Biobanken Maar door een ziektebeeld onder te verdelen in subcategorieen komt de schaalgrootte in het gedrang. Dat geldt in het bijzonder voor zeldzame ziekten. De bestaande biobanken in Vlaanderen kampen dan ook met problemen om voldoende materiaal ter beschikking te stellen zoals stalen van ziek weefsel of genetisch materiaal. In Vlaanderen hebben we een groot aantal van die biobanken, verspreid over de verschillende universiteiten, ziekenhuizen en kennisinstituten. De eer- ste prioriteit van het CMI is nu precies om de bestaande activiteiten op elkaar aan te sluiten en op die manier de schaalgrootte te creëren die nodig is om statistisch relevant onderzoek te kunnen uitvoeren. Een tweede prioriteit van het CMI is om een eenvormige informaticastructuur uit te werken die de data in de diverse biobanken op een uniforme manier behandelt met eenvormige procedures op het vlak van dataverwerking, kwaliteitszorg en ethische afspraken. Door intensieve gesprekken met de verschillende instanties zullen we tegelijk tot een betere coördinatie van het werk komen en zullen we een kruisbestuiving tussen de instanties bewerkstellingen. Tegelijk willen we de professionaliteit in de biobanken nog verhogen door de activiteiten per locatie te centraliseren in één klinisch researchcentrum met daarin zeer hoogopgeleide specialisten die over de juiste infrastructuur beschikken. Het budget van het CMI zal in eerste instantie gebruikt worden voor investeringen in de verschillende instellingen die dan moeten samenwerken volgens afgesproken regels. Op langere termijn zullen we ook programma’s en projecten selecteren die in aanmerking komen voor financiële ondersteuning. IN DE KIJKER PPAGINA 07 Peter Vandenberge proefpersoon “Dankzij ons kunnen nieuwe medicijnen ontwikkeld worden.” Vlaamse paradepaardjes p. 04 Deze bedrijven zetten hun kennis om in innovatie. Expertpanel p. 05 Hoe blijft de gezondheidszorg betaalbaar? Een rugzak vol investeringen p. 09 Hoe verloopt de ontwikkeling van een nieuw medicijn? We make our readers succeed! MEDISCHE INNOVATIE, 1STE EDITIE, MAART 2010 Evi Vanparys, project Manager Phone: +32 (0)2 421 18 24 E-mail: evi.vanparys@ mediaplanet.com Managing Director: Christophe Demir Editorial Manager: Wim Hellemans Business Developer: Steven Desair Layout: Triin Metusalet Gedistribueerd door: De Standaard Print: Corelio Mediaplanet Contact Informatie: Phone: +32 (0)2 421 18 20 Fax: +32 (0)2 421 18 31 E-mail: [email protected] Staf Van Reet, Voorzitter Raad van Bestuur Centrum voor Medische Innovatie Mediaplanet ontwikkelt hoogwaardige bijlagen die zich richten op een specifiek thema en de daarbij behorende doelgroep. Zo brengen wij lezer en adverteerder dichter bij elkaar. MAART 2010 · 3 TIP 1 Hogere eisen door hightech patiëntenzorg TALENT? TALENT T? KIES VOOR DE ZORG ■ Vraag: Wat is de invloed van de steeds gesofisticeerdere apparatuur op het personeelsbeleid? ■ Antwoord: De gestelde eisen voor artsen en verpleegkundigen liggen steeds hoger en moderne ziekenhuizen voorzien steeds meer budget voor doorlopende bijscholing. HIGHTECH PATIËNTENZORG Hilde Goedertier: “Zoveel mogelijk geplande ingrepen gebeuren via het dagziekenhuis.” FOTO: MDNEWS Hilde Goedertier is zorgmanager van de sector Kritieke Diensten in het Universitair Ziekenhuis Gent. Daarbij horen onder andere de afdelingen spoedgevallen, intensieve zorgen, het centrum voor zwaarverbranden, de operatiekwartieren en het chirurgisch dagziekenhuis. De technologische evolutie gaat zeer snel in deze afdelingen. “Bij de aanwerving eisen we daarom minstens een diploma Bachelor in de Verpleegkunde, bij voorkeur met een bijkomende opleiding intensieve zorg of spoedgevallen. Daarnaast moeten verpleegkundigen zich voortdurend bijscholen in domeinen als verzorging van wonden of oncologie. Ons hele personeelsbeleid is gericht op permanente vorming. Alle verpleegkundigen krijgen elk jaar een individueel opleidingsbudget dat ze zelf kunnen besteden. Bovendien organiseren wij cursussen die ze verplicht moeten volgen in het kader van hun erkenning als gespecialiseerd verpleegkundige. Zo moet elke verpleegster om de 18 maanden een opleiding reanimatie volgen.” Elektronisch medisch dossier in een stroomversnelling Na verschillende jaren van langzame vooruitgang komt het gebruik van het elektronisch medisch dossier de komende maanden en jaren in een stroomversnelling. Informatisering rusthuizen: nog veel werk aan de winkel Geïntegreerd elektronisch patiëntendossier Hilde Goedertier zorgmanager Kritieke Diensten UZ Gent AANPAK Zo zullen de meeste ziekenhuisinstellingen en softwareproducenten voor het beheer van het patiëntendossier in de huisartsgeneeskunde tegen eind 2010 immers permanent,via niet geadresseerde berichten, in een beveiligd kader met elkaar moeten kunnen communiceren. Op korte termijn zullen de klinische documenten over een specifieke patiënt die in de meeste informatiesystemen van de zorginstellingen zijn opgeslagen, eveneens kunnen worden geraadpleegd. Deze technische ontwikkelingen zorgen voor heel wat nieuwe kansen maar veranderen niets aan de bestaande processen als dusdanig. Door de alomtegenwoordigheid overal toe te passen kan men de relatie en de samenwerking met de patiënt, benaderd vanuit het begrip ‘gedeeld patiëntendossier’,vanuit een nieuwe invalshoek bekijken. HUMAN RESSOURCES In het UZ Gent loopt sinds enige tijd een zeer groot investeringsprogramma voor het invoeren van het elektronisch patiëntendossier. “In de afdeling intensieve zorgen is dat intussen met succes gebeurd. Het is een zeer ingrijpende ontwikkeling die alle gezondheidswerkers aanbelangt. We hebben daarom veel aandacht besteed aan de ondersteuning van de verpleegkundigen zelf. We hebben hen vooraf gevraagd of ze problemen verwachten. Waar nodig hebben we begeleiding en coaching aangeboden. Iedereen heeft natuurlijk ook een opleiding moeten volgen.” De afdeling Kritieke Diensten maakt zich intussen op voor de volgende stap. Hilde Goedertier: “Van zodra het elektronisch patientendossier is ingevoerd, worden er voortdurend nieuwe interfaces INZICHT gelegd, bijvoorbeeld met facturatie, apotheek of bevoorradingssystemen. Niet alleen administratieve wijzigingen, maar vooral ook de resultaten van onderzoeken, medische beeldvorming, informatie van monitortoestellen en sensoren worden rechtstreeks gecapteerd in het systeem. Op de afdeling Intensieve Zorgen voorzien we in de toekomst de mogelijkheid om die gegevens automatisch te analyseren en te interpreteren zodat de computer kan voorspellen hoe de toestand van een patiënt zal evolueren. Dat moet verpleegkundigen in staat stellen om te anticiperen en gepast te reageren.” Overheidsverplichtingen Ook de overheidsverplichtingen hebben een zeer grote impact. “De overheid streeft naar een zo kort mogelijke opname van de patiënt. Daar spelen we op in door zoveel mogelijk geplande ingrepen te doen via ons dagziekenhuis. Voor patiënten die wel blijven overnachten, wordt meteen een referentieverblijfsduur voorgesteld en worden de budgettaire implicaties van alle in- grepen bijgehouden. Die wettelijke verplichtingen hebben met zich mee gebracht dat we voortdurend werken aan de efficiëntie en productiviteit van onze afdelingen.” PETER OOMS MEDISCHE ZORG IN CIJFERS Er zijn in ons land maar liefst 131 algemene ziekenhuizen, 68 psychiatrische ziekenhuizen, 42 psychiatrische verzorgingsinstellingen en 85 projecten rond beschut wonen. Precies 14.523 huisartsen staan ten dienste van hun patiënten: 7.912 in Vlaanderen, 5.137 in Wallonië en 1.474 in het Brussels hoofdstedelijk gewest. Daarnaast tellen we ook nog eens 24.001 specialisten in allerlei disciplines. Dagelijks staan 47.804 erkende verpleegkundi- gen in voor de verzorging van alle patiënten. Het merendeel daarvan zijn vrouwen (45.078) want ons land heeft slechts 2.726 mannelijke verpleegkundigen. Uiteraard kost de gezondheidszorg veel geld. Voor 2010 wordt in totaal 60 miljard euro uitgetrokken voor medische zorg. Ruim 320 miljoen euro gaat naar de bouw van ziekenhuizen en/of zorgcentra. En 98 miljoen euro wordt gereserveerd voor innovatie in de zorgsector. Wanneer rusthuizen een elektronisch zorgdossier willen introduceren zullen ze eerst fors moeten investeren in hard- en software en in opleidingen. Momenteel is het droevig gesteld met informatisering in Belgische rusthuizen. Dat blijkt uit een onderzoek van professor Anja Declercq van de KULeuven. “Ons onderzoek - uit 2008/2009 - peilde naar de mate waarin de Belgische residentiële ouderenzorg geïnformatiseerd is. We stelden onder meer vragen naar het aantal vaste PC’s, mobiele PC’s, internetverbinding, e-ID lezer, enz…” Uit het onderzoek blijkt dat de graad van informatisering vaak afhankelijk is van het aantal bedden, maar ook dat er grote verschillen zijn tussen de rusthuizen in Brussel, Vlaanderen en Wallonië. Mobiele pc’s met draadloze verbinding zijn zowel in grote als in kleine rusthuizen nog een zeldzaamheid. “Door een gebrek aan budget wordt er te weinig geïnvesteerd in ICT,zowel in hard- en software.De opleiding is eerder een generatieprobleem. Een rusthuis dat up-todate wil zijn op het vlak van ICT zou op elke afdeling minstens één pc met een snelle internetverbinding moeten hebben en zou over een elektronisch bewonersdossier moeten beschikken.” BERT VERBEKE 4 · MAART 2010 NIEUWS FOCUS INDUSTRIE Vlaamse paradepaardjes Vlaamse bedrijven die actief zijn in biowetenschappen en de biotechnologie hebben niet gewacht op de coördinatie van de Vlaamse overheid om hun kennis om te zetten in producten en diensten. VLAAMSE OVERHEID Ministers Kris Peeters en Ingried Lieten verklaren hoe Vlaanderen medische innovaties ondersteunt. FOTO: PRIVÉ Vlaamse overheid zoekt meerwaarde in de zorg OVraag: Hoe ondersteunt Vlaanderen de medische innovatie? OAntwoord: Door innovatieprojecten te verzamelen en vervolgens in gezamenlijk overleg een innovatieagenda op te stellen. “De veroudering van de bevolking brengt meer zorgbehoevenden met zich mee en een stijgend aantal chronische aandoeningen”, aldus minister-president Kris Peeters. “Daarom voert de Vlaamse Regering een inclusief ouderenbeleid. Hoe langer we de mensen fit en gezond kunnen houden, hoe kleiner de meerkost van de vergrijzing. We willen blijven investeren in toegankelijkheid van de gezondheids- en de welzijnszorg maar tegelijk ook nadenken over procesinnovatie in de zorg en over het aanwenden van nieuwe technologieën, ook in de thuiszorg.” Ingrid Lieten: “Innovatie zal de komende decennia een sleutelrol spelen in de gezondheidszorg en daar zijn we in Vlaanderen zeer goed in. Onze wetenschappelijke onderzoeksinstellingen en bedrijven als Imec, Agfa-Gevaert en Janssen Pharmaceutica zijn wereldspelers. We willen die innovatiedrang verder aanmoedigen maar tegelijk ook beter coördineren.” Op welke manier?. Lieten: “Ik merk dat er enorm positief gereageerd wordt op het Cen- ”Onze bedrijven hebben nogal eens de neiging om te bescheiden te blijven, terwijl een innovatieproces alleen maar baat heeft bij interactie ” Kris Peeters, Vlaams minister-president trum voor Medische Innovatie dat we onlangs hebben gelanceerd. De bedoeling is dat we tegen de zomer innovatieprojecten verzamelen en vervolgens in gezamenlijk overleg een innovatieagenda opstellen. Het zal erop aankomen om niet te treuzelen en snel de juiste keuzes te maken. Ook in andere landen zijn ze immers met gelijkaardige initiatieven bezig.” Peeters: “Een van de pijlers waarop ons beleid steunt, is internationalisering. Voor onze innovatieve producten en diensten zijn er aantrekkelijke buitenlandse markten. Onze bedrijven hebben echter nogal eens de neiging om te bescheiden te blijven, terwijl een innovatieproces alleen maar baat heeft bij interactie. Door de globalisering kan dat alleen maar internationaal. Dat houdt een cultuurwijziging in die we als overheid hopen te realiseren door stakeholders uit de zorgsector, uit de researchcentra en uit de ondernemerswereld samen te brengen in een zorgver- VLAANDEREN INVESTEERT O De jaarlijkse dotatie van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie bedraagt 38,2 miljoen euro. O Translationeel Biomedisch Onderzoek dat de bevindingen uit fundamenteel onderzoek vertaalt in klinische toepassingen krijgt 10 miljoen euro per jaar. O In het Centrum Medische Innovatie dat begin dit jaar in het leven werd geroepen werd 9,5 miljoen euro gereserveerd. O Het nanotechnologisch onderzoek met betrekking tot de gezondheidszorg kreeg via het Vlaams Centrum voor NeuroElektronisch Onderzoek 2 miljoen euro. O De Vlaamse overheid spendeert daar bovenop jaarlijks nog eens 20 miljoen euro aan beurzen, strategisch basisonderzoek en EU-programma’s. O De Vlaamse regering wil de unieke competenties die Vlaanderen op het vlak van zorg en gezondheidszorg kan voorleggen, wereldwijd in de kijker zetten tijdens een internationaal evenement in 2013. nieuwingsplatform, en heel gericht projecten te ondersteunen.” Bestaat het risico niet dat er met de medische sector gebeurt wat de nationale sectoren in de jaren ’80 overkwam: doodgeknuffeld worden met overheidssubsidies? Lieten: “Het groot verschil is dat er toen geld werd gestopt in sectoren als steenkool, staal en textiel waarin de tewerkstelling bedreigd werd. Nu investeren we in domeinen als energie, klimaat en gezondheid die wereldwijd mogelijkheden bieden.Als we creatieve antwoorden kunnen formuleren, creëren we tegelijk businessopportuniteiten. Dat is een veel offensievere manier van werken.” Peeters: “De overheid is nog nooit zo bevraagd geweest als vandaag. Tegelijkertijd zijn de middelen niet onuitputtelijk. In Vlaanderen Medisch Centrum gaat het helemaal niet over het vrijblijvend subsidieren van onderzoeksprojecten. Via het gekend instrumentarium zullen we kritisch kijken naar het businessplan van elk initiatief en zo nodig ook ondersteuning bieden aan de kleinere spelers op de markt, die hiermee niet vertrouwd zijn en vaak de weg niet vinden. Het creëren van economische meerwaarde en van nieuwe werkgelegenheid zijn daarbij belangrijke parameters.” FREDERIK LAUWERS Als het over medische innovaties gaat, komen al heel vlug belangrijke wereldspelers als Janssen Pharmaceutica in de kijker, een bedrijf dat al decennia producten ontwikkelt voor het behandelen van een groot aantal menselijke aandoeningen. Van dezelfde orde is AgfaGevaert, dat baanbrekend werk verrichte in de medische beeldvorming. Er zijn echter een hele rist jonge spelers die actief zijn op heel uiteenlopende terreinen. Zo pakte fietskledingfabrikant Bio-Racer uit Tessenderlo uit met een efficiënte oplossing voor een zeer nijpende kwaal die vooral wielrenners ervaren. Met de herbruikbare elastische pleister ReSkin bieden ze soelaas bij zitvlakproblemen zoals zweren en brandwonden. Veel bedrijven werken voor de ontwikkeling van hun producten samen met de onderzoekscentra van onze universiteiten of gingen als spin-off hun eigen weg. Zo liet het Gentse Ablynx zich opmerken in de ontwikkeling van Nanobodies, een nieuwe, klasse therapeutische eiwitten tegen onder meer hart- en vaatziektes, ontstekingsziektes en de ziekte van Alzheimer. ActoGenix uit Zwijnaarde laat bacteriën geneesmiddelen in de juiste concentratie tot in de darmen transporteren. Ook Formac Pharmaceuticals uit Leuven spitst zich toe op het bedenken van methodes voor de optimale vrijgave van medicijnen in het lichaam. Van een andere orde is het medicijn dat het Mechelse biotechbedrijf Galapagos ontwikkelt en dat mensen die lijden aan de spierziekte van Duchenne weer hoop geeft. Alleen jongetjes worden door de ongeneeslijke ziekte getroffen en raken op jonge leeftijd volledig verlamd. Tot nog toe konden alleen de symptomen van de ziekte behandeld worden, terwijl het nieuwe medicijn impact heeft op de evolutie ervan. Het Gentse BioMaric vond een methode om de toegang tot veilig bloed te verzekeren. Het bedrijf ontwikkelt screeningtests om infectieziektes op te sporen en slaagt er daardoor in om grote aantallen bloedstalen zeer kostenefficiënt te testen. FREDERIK LAUWERS MAART 2010 · 5 EXPERTPANEL Johan Kips Raad der Universitaire Ziekenhuizen Ann Van Gysel FlandersBio Richard Van den Broeck UNAMEC Vraag 1: Wat is volgens u de belangrijkste innovatie in de zorg die we mogen verwachten in de nabije toekomst? In het domein van de diagnostische en therapeutische aanpak zijn de ogen gericht op de ‘gepersonaliseerde geneeskunde’, waarbij op basis van het genetische profiel van een individuele patiënt de behandeling wordt bijgestuurd. Bepaalde genetische voorbeschikkende factoren kunnen ook op het vlak van preventie voor een meer gerichte aanpak zorgen.In het domein van de zorgconcepten zal een verdere ontwikkeling van de transmurale zorgtrajecten voor chronische aandoeningen de aanpak vernieuwen. Er zit heel wat in de biotechnologische pijplijn, meer en meer geneesmiddelen worden immers met deze nieuwe technologieën gemaakt. Enkele Belgische voorbeelden: Movetis kreeg toestemming om hun baanbrekend innovatief product Resolor (tegen chronische constipatie) op de Europese markt te brengen en ook Tigenix kreeg goedkeuring om zijn unieke celtherapie voor knieletsels op de markt te brengen. Thrombogenics haalt prachtige resultaten met microplasmine, een middel tegen oogaandoeningen. Als alles goed gaat, kan het product al in 2012 op de markt komen. Door de evolutie in de medische technologie kan men met behulp van diagnostische testen de werking van het menselijk lichaam steeds beter visualiseren en analyseren en bijgevolg de dysfunctie opsporen. De behandelingen zullen dus steeds meer aangepast worden op maat van de patient zelf.Dankzij deze evolutie zal men steeds meer patiënten buiten het ziekenhuis kunnen behandelen en opvolgen. De strijd tegen kanker blijft een prioriteit. In de zoektocht naar therapeutische innovatie evolueren we steeds meer naar een gepersonaliseerde geneeskunde. Daarbij wordt rekening gehouden met het genetische,epigenetische en cellulaire profiel van elke patiënt. Er werden ook stappen voorwaarts gezet voor kankers waarbij tot nu toe de prognose moeilijker lag, zoals long-, nier- en pancreaskanker. Maar de nieuwe geneesmiddelen vormen een kolossale uitdaging voor de biofarma: het is immers een huzarenstukje om snel gepersonaliseerde behandelingen in bulk te vervaardigen. Vraag 2: Op welk domein kan er nog de meeste vooruitgang geboekt worden ? Europese vergelijkingen wijzen erop dat er nog vooruitgang mogelijk is in het domein van de zorgkwaliteit. Hoewel de zorgkwaliteit die de individuele zorgverlener verleent en de zorginfrastructuur van hoge kwaliteit zijn, kan er nog vooruitgang worden geboekt door een optimale afstemming tussen de verschillende zorgverleners in ons gefragmenteerd gezondheidszorgsysteem. In het domein van de verpleegkunde kan de introductie van het ‘elektronisch verpleegkundig dossier’ een belangrijke hulp zijn voor het uittekenen van een verpleegplan gebaseerd op ‘evidence based nursing’. Het Centrum voor Medische Innovatie, dat mede onder impuls van FlandersBio onlangs werd opgericht, zal zich erop toeleggen om medische innovaties sneller bij de patiënt te brengen. De efficiëntie om een nieuw geneesmiddel op de markt te brengen kan zeker nog beter, door intensiever samen te werken en expertises op elkaar af te stemmen. Daarom hebben industrie en de academische ziekenhuizen de handen in elkaar geslagen. Ook de Vlaamse Overheid investeert in dit nieuwe centrum. De strenge veiligheidsvoorschriften en de uitgebreide klinische testen van een potentieel geneesmiddel remmen dit proces echter aanzienlijk. Binnen de sector van het medisch materiaal is er geen bepaald segment dat zich opmerkelijk sneller ontwikkelt dan de andere. Het bewijs hiervan is dat in 2009 meer dan 17.000 brevetten werden neergelegd over de wereld voor het geheel van de productsegmenten aanwezig op onze markt.De medische beeldvorming, de diagnostiek in-vitro, de implantaten, de telemonitoring zijn evenveel technologieën die een belangrijke evolutie zullen kennen tijdens de komende 2 tot 3 jaar. Vandaag zijn niet alle noden van zieken ingevuld.Dat is geen scoop.Diabetici leven aanzienlijk langer dankzij insuline, maar dromen vandaag van een definitieve behandeling. De industrie blijft zoeken naar nieuwe geneesmiddelen voor tal van pathologieën: kanker, neurologische aandoeningen zoals Alzheimer, reumatische aandoeningen, zeldzame aandoeningen van het metabolisme (zoals lysosomale stapelingsziekten vanwege een overdaad aan lysosomen). De maatschappelijke verwachtingen ten aanzien van het geneesmiddelenonderzoek zijn dan ook enorm. Vraag 3: Op welke manier zal de steeds evoluerende gezondheidszorg betaalbaar kunnen blijven voor de patiënt? Allereerst moet men onnodige duplicatie van onderzoeken vermijden.De middelen die op die manier kunnen worden bespaard moeten worden gebruikt om de toegang tot innovatieve behandelingen te verzekeren. Om in die opzet te slagen is een verdere uitbouw van de informatisering nodig zodat resultaten van onderzoeken vlot kunnen worden gedeeld door meerdere zorgverstrekkers op verschillende locaties. Daarnaast vereist dit een herijking van de nomenclatuur zodat een tweede en derde opinie beter worden verloond. Geneeskunde met twee snelheden moet men ten allen tijde vermijden. Om alles toch betaalbaar te houden, ontwikkelt men nieuwe modellen: één voorbeeld zijn de ‘gepersonaliseerde’ geneesmiddelen, geneesmiddelen die slechts bij deelgroepen patiënten effectief zijn . Het is belangrijk dat de arts de werkbaarheid van het middel vooraf bij de patiënt kan testen. Zo kan de arts heel gericht een geneesmiddel voorschrijven en wordt de gezondheidszorg niet nodeloos op kosten gejaagd. Daar de patiënten steeds beter geinformeerd worden, zullen zij in de toekomst ook steeds meer willen genieten van de bestaande technologieën en behandelingen. Andere factoren, zoals bijvoorbeeld de vergrijzing van de bevolking, zullen het volume en dus ook de kost doen stijgen.Een meer gepersonaliseerde behandeling per patiënt en de evolutie van een curatieve geneeskunde naar een preventieve geneeskunde zullen waarschijnlijk toelaten om doelgerichtere budgetten te voorzien. Dit wordt een moeilijk maar noodzakelijk debat. Onze gezondheidszorg is opgebouwd rond waarden als solidariteit, wederzijds respect en verantwoordelijkheid. Het maken van keuzes hoort erbij, wordt vaak gezegd. Vooraleer men eraan denkt patiënten te laten vallen, moeten de gezondheidsactoren in overleg en in wederzijds begrip naar een oplossing streven voor alle zieken. Een efficiënter beheer van het systeem kan enkel via partnership. Dat betekent dat alle rechtstreeks betrokken actoren, zoals artsen, academici en de industrie moeten worden gehoord door de beleidsmensen. Samenwerking is het sleutelwoord om onze gezondheidszorg te vrijwaren. Leo Neels Pharma.be Across the globe, around the clock, Johnson & Johnson Pharmaceutical Research & Development is committed to improving the lives of millions. www.jnjpharmarnd.com © 2009 Johnson & Johnson Pharmaceutical Research & Development, Division of Janssen Pharmaceutica N.V. COMBINING INNOVATION AND EXPERIENCE 6 · MAART 2010 NIEUWS TIP “DE ONTWIKKELING VAN EEN NIEUW GENEESMIDDEL KOST 1 MILJARD DOLLAR” OVraag: Zijn er bij klinische testen vaak allergische reacties of ernstige bijwerkingen bij de proefpersonen? OAntwoord: “Ik zit inmiddels 24 jaar in het vak en heb nog niet meegemaakt dat een proefpersoon aan de klinische test een lichamelijk ongemak overhield”, vertelt prof. dr. Luc Van Bortel van de D.R.U.G. Voordat een nieuw geneesmiddel op de markt mag komen,gaan daar jarenlange klinische onderzoeken aan vooraf. “Die testen moeten bewijzen dat een medicijn veilig en efficiënt is”,zegt Dr.Steven Ramael, medisch directeur van SGS Life Science Services. “In fase 1 wordt het product voornamelijk getest op gezonde vrijwilligers. We onderzoeken de eigenschappen van het medicijn en mogelijke nevenwerkingen”,zegt Dr.Ramael.“In fase 2 wordt het product toegediend aan patiënten uit de doelgroep. We bekijken het effect van het medicijn en bepalen de optimale dosis. Fase 3 bestaat uit meer langdurige studies waarbij het middel wordt getest bij duizenden patiënten over de hele wereld op zijn effect en veiligheid in vergelijking met de huidige ‘gouden standaard’. Als fase 3 is afgerond, kan er goedkeuring worden aangevraagd bij de overheden (EMEA, FDA...) en mag het product op de markt gebracht worden.Fase 4 tenslotte omvat de ‘postmarketing’ studies gericht op veiligheid op lange termijn. Het doel van al deze klinische onderzoeken is aantonen dat een medicijn effectief en veilig is. De ontwikkelingsfase van een nieuw medicijn duurt gemiddeld tien jaar en kost 1 miljard dollar”,aldus Dr.Ramael. België is koploper “België was koploper binnen Europa om met vroege fase-onderzoek bij de mens te starten”, zegt Prof. Luc Van Bortel van de Drug Research Unit Gent. “Voor dit onderzoek moeten nu minder preklinische testen beschikbaar zijn, maar de voorwaarde is wel dat het tot zeer lage dosissen beperkt wordt.Toch kan men hieruit al veel afleiden zoals hoeveel en hoe snel komt Prof. dr. Luc Van Bortel diensthoofd Drug Research Unit Gent Prof. Dr. Steven Ramael medisch directeur van SGS Life Science Services de stof in het lichaam en gaat ze er weer uit.” In ons land worden jaarlijks 2 à 3.000 klinische testen uitgevoerd bij gezonde vrijwilligers. “Er zijn wel minder onderzoeken bij vrouwen”, zegt Prof. Van Bortel. “Dat heeft te maken met hun vruchtbaarheid. In tegenstelling tot de zaadcellen,die bij de man voortdurend geproduceerd worden, zijn bij vrouwen de eicellen reeds vanaf de geboorte aanwezig. Wanneer een eicel beschadigd wordt door toxische stoffen, zou dit – zelfs 10 jaar later – tot afwijkingen kunnen leiden bij de foetus. Daarom wordt het fase 1 en 2-onderzoek vooral bij mannen uitgevoerd.” “Alle proefpersonen worden vooraf, zowel mondeling als schriftelijk, zeer goed geïnformeerd over de voordelen en eventuele risico’s van het onderzoek. Ze ondergaan ook een medische keuring. En tijdens de hele duur van het onderzoek worden ze zeer nauwlettend opgevolgd.Onze grootste vrees is een allergische reactie of een ernstige bijwerking die we niet konden voorzien. Maar ik zit inmiddels 24 jaar in het vak en heb nog niet meegemaakt dat een proefpersoon aan de klinische test een lichamelijk ongemak overhield. In België gebeuren klinische onderzoeken volgens strikte regels en kunnen daarom als erg veilig beschouwd worden.” CAROLINE STEVENS 2 STEL EL LJ JEZ JEZELF EZEL EZE EZ ELF IN ELF DIENST VAN DE WETENSCHAP ONDERZOEK “België was koploper binnen Europa om met vroege fase-onderzoek bij de mens te starten”, aldus Luc Van Bortel. FOTO: ISTOCKPHOTO.COM Geef het geneesmiddel alle kansen om je kanker te genezen Roche maakt het waar via gepersonaliseerde gezondheidszorg De behandeling van kanker is vandaag in feite hoopgevender dan het beeld dat we hierover hebben. Deze positieve evolutie vertaalt zich zowel in het winnen van levensjaren als in een hogere levenskwaliteit. Het tijdperk van de medicatie, waarbij men het concept één maat voor iedereen hanteert, is voorbij. De”burn all the fields” aanpak, die niet adequaat werkt bij iedere patiënt en vaak bijwerkingen heeft, wordt langzaam maar zeker ingehaald door een doelgerichte medicatie aangepast aan elk type patiënt. Dit dank zij de vooruitgang in het moleculair onderzoek van het genetisch materiaal en de proteïne-analyse. Gepersonaliseerde gezondheidszorg betekent dus gerichte medicatie, waarvan je vooraf door middel van uiterst verfijnde diagnostica kunt onderzoeken of ze al dan niet zal werken voor de betrokken patiënt. “Diagnostische testen kunnen steeds vaker uitwijzen of een patiënt baat zal hebben bij een geneesmiddel of niet” Veel belangrijke aandoeningen worden niet veroorzaakt door één welbepaald afwijkend mechanisme, maar door verschillende die kunnen leiden tot éénzelfde uitingsvorm. Zo is bijvoorbeeld borstkanker niet één ziekte, maar bestaan er verschillende vormen van. Voor een veel voorkomende vorm van borstkanker heeft Roche het geneesmiddel trastuzumab ontwikkeld dat zich specifiek richt tegen die borsttumoren die in overmaat de groeifactor HER-2 (Human Epidermal growth factor Receptor 2) produceren. De verstoorde werking van een bepaald gen, dat nauw betrokken is bij de celdeling, maakt namelijk te veel kopieën van HER-2 die dan op hun beurt aan de cel te veel signalen geven om zich te vermenigvuldigen. Trastuzumab legt deze HER-2 signalisatie lam en remt zo de groei van de kankercellen af, waardoor het risico op hervallen aanzienlijk vermindert. Deze aanpak, erkend als de gouden standaard van gepersonaliseerde gezondheidszorg, vind je ook terug in andere door Roche ontwikkelde behandelingen, niet alleen voor andere vormen van kanker maar ook voor auto-immuunziekten, metabolische storingen en infectieuze aandoeningen. De baanbrekende kennis samen met de innoverende research in moleculaire biologie, dit zowel in de divisie Pharmaceuticals als Diagnostics, geeft Roche alle troeven om gepersonaliseerde gezondheidszorg voluit te realiseren. Voor elk nieuw geneesmiddel wordt inderdaad een programma opgezet om de bijhorende heel specifieke stof te vinden, die als indicator kan dienen voor het succes tot slagen bij een bepaald type patiënt. Dit vertaalt zich in het winnen van levensjaren, een hogere levenskwaliteit en zelfs genezing. MAART 2010 · 7 “Dankzij ons worden nieuwe medicijnen ontwikkeld” Peter Vandenberge (37) en Marleen Bulcke (54) nemen beiden vrijwillig deel aan klinische onderzoeken. “Wij helpen de medische wetenschap hiermee vooruit en kunnen een aardig zakcentje bijverdienen.” CASE Wat motiveert een gezonde mens om proefkonijn te worden bij klinische testen? “Er is natuurlijk het financiële aspect: je krijgt een vergoeding”, zegt verpleegkundige Peter Vandenberge (37). “Een verblijf van een week kan snel oplopen tot 2.000 euro of meer. Maar ik doe het ook voor de medische wetenschap. Zonder proefpersonen kunnen er geen nieuwe medicijnen ontwikkeld worden. Ik doe meestal mee aan kortere fase 1-onderzoeken, waarvoor vaak een ziekenhuisopname vereist is. Maar men doet er alles aan om ons verPeter Vandenberge proefpersoon Marleen Bulcke proefpersoon blijf zo aangenaam mogelijk te maken.” Risico’s “Je wordt goed ingelicht over mogelijke risico’s en ondergaat een medische keuring”, zegt Peter. “En tijdens de test wordt je gezondheid optimaal gecontroleerd. Bij het laatste onderzoek werd een middel tegen hepatitis C op mij uitgetest en waren plots mijn leverwaarden verstoord.Alles is terug oké nu, maar het was wel even schrikken. Zolang men proefpersonen menselijk behandelt blijf ik er mee doorgaan.” Bijdrage aan de wetenschap Marleen Bulcke (54) is al 7 jaar proefpersoon bij klinische testen.“Ik nam al deel aan tien onderzoeken en heb enkel positieve ervaringen. Zo werden bij mij reeds diverse medicijnen getest en ik had nog nooit bijwerkingen. De vergoeding is een mooi extraatje. Ik zie het niet als ‘bibbergeld’ want ik voel me helemaal veilig bij die testen.Bovendien wordt mijn gezondheid van dichtbij opgevolgd. Na elke test kan ik de bloedanalyses opvragen. Buitenstaanders uiten vaak kritiek omdat ik meedoe aan klinische testen. Maar mijn tweede man overleed aan kanker en ik vind het belangrijk een bijdrage te leveren tot de ontwikkeling van nieuwe medicijnen.” FOCUS O Wat zijn de meest voorkomende bijwerkingen van afgewerkte geneesmiddelen? De meeste bijwerkingen komen voor in de klasse “Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen” (12%).In deze groep worden vooral koorts, vermoeidheid, zwelling en oedemen gemeld.Daarna volgen “maagdarmstelselaandoeningen” (10%) met buikpijn, diarree en braken en dan de “zenuwstelselaandoeningen” (9%) met hoofdpijn, duizeligheid en slaperigheid. ! O Zijn er meer bijwerkingen bij generische geneesmiddelen? In een studie van meer dan 25000 meldingen van de laatste jaren kon het FAGG slechts 1.5% van de meldingen toeschrijven aan generische geneesmiddelen. Een spectaculaire verhoging van het aantal meldingen kon niet worden geregistreerd ondanks de acties om het gebruik van generische geneesmiddelen te stimuleren. ! O Kan ik geneesmiddelen die ik via het internet koop vertrouwen? Geneesmiddelen kopen via internet,buiten het legale circuit, is spelen met uw gezondheid: Tenminste 50% van de via illegale internetsites verkochte geneesmiddelen zijn vervalst. Deze zijn potentieel schadelijk voor uw gezondheid. Bovendien wordt de kwaliteit van deze geneesmiddelen niet gegarandeerd. ! BRON: FAGG CAROLINE STEVENS DE GENEESHEREN VAN DE CLINICAL PHARMACOLOGY UNIT ANTWERPEN, Drug Research Unit Ghent is de afdeling voor geneesmiddelenonderzoek van het Universitair Ziekenhuis Gent. De unit voert in opdracht van de universiteit en privé-partners geneesmiddelenonderzoek uit volgens strikte kwaliteitsnormen. Voor dit onderzoek zoeken wij: mannen en vrouwen vanaf 18 jaar Door deel te nemen aan dit onderzoek helpt u mee aan de ontwikkeling van nieuwe en betere geneesmiddelen voor de mensheid. Wie kan aan het onderzoek meedoen : t Mannen en vrouwen t vanaf 18 jaar t die niet meer dan 10 sigaretten per dag roken t die niet meer dan 2 medicijnen gebruiken, behalve de anticonceptiepil GESPECIALISEERD IN GENEESMIDDELENONDERZOEK, ZOEKEN GEZONDE MANNEN EN VROUWEN TUSSEN 18 EN 80 JAAR VOOR DEELNAME AAN MEDISCHE ONDERZOEKEN VOORWAARDEN: INTERESSE? UÊÀ>iÊV >>ÃLÕÜÊ­Ê ÎäÊ}ÉÔ®Ê UÊiÌÀiÀÃÊvÊÃÌiÃÊÈÊ>>`iÊ }iÃÌ«ÌÊUÊi`V>Ìi}iLÀÕÊÃÊiÌÊ Ìi}iÃÌ>>]ÊLi >ÛiÊ ÀiÊÛÀÊ ÛÀÕÜiÊUÊÛÀÕÜiÊiÌiÊÃÌiÃÊÓÊ>>ÀÊ }ii«>ÕâiiÀ`ÊâÊvÊÈÊ>>`Ê}ii`iÊ iiÊ ÞÃÌiÀiVÌiÊ`iÀ}>>Ê iLLiÊvÊ }iÃÌiÀÃiiÀ`ÊâÊUÊÃ>}iÊÊiiÊÛÀ `iÀâiÊÛÀ>v}>>`Ê>>Ê`iÊÃÌÕ`i° 6ÀÊiiÀÊvÀ>ÌiÊ>ÊÕÊÃÊLiiÊ Û>Ê>>`>}ÊÌÌÊÛÀ`>}Ê«Ê iÌÊÕiÀ äÎÊÓ£ÇÊÓ£ÊÇÓÊÌÕÃÃiÊnÊiÊ£ÇÊÕÕÀ°Ê 1Ê>ÊÃÊÊVÌ>VÌiÀiÊÛ>Êi>\Ê Li°ÀiVÀÕÌiÀ}JÃ}ðV°Ê1ÜÊÀi>VÌiÊ«Ê`iâiÊ >`ÛiÀÌiÌiÊ}iivÌÊiiÊÕÜÊÌiÀiÃÃiÊ>>ÊÊ ÊvÀ>ÌiÊÊÌiÊÜiÊiÊÛiÀ«V ÌÊÕÊV ÊÃÊ ÌÌÊÃV ÀÛ}ÊvÊ­>>Û>>À`}ÊÛ>ÊÕÜÊÛiÀâiÊÌÌ®Ê `ii>i° VOOR DE STUDIE BE-80-1091135: Op maandag 29 maart om 18.30 uur en dinsdag 30 maart om 14 uur organiseren wij infosessies met verdere info over geneesmiddelenonderzoek. U kan hiervoor reserveren op het nummer 03 217 21 72. iÌÊi`V>ÌiÊÌiÀÊLi >`i}ÊÛ>ÊÀ iÕ> Ì`iÊ>ÀÌ ÀÌÃÊiÊ>`iÀiÊÌÃÌi}ÃâiÌiÃ°Ê Verloop van het onderzoek: VOOR DE STUDIE BE-80-1090971: De meeste onderzoeken zijn opgedeeld in perioden waarbij er per periode meestal gevraagd wordt een volledige dag en nacht op de unit aanwezig te zijn. Daarnaast moet u een aantal keren terugkomen naar de unit. Voorafgaand aan elk onderzoek krijgt u een uitgebreide medische keuring. iÌÊi`V>ÌiÊÌiÀÊLi >`i}ÊÛ>ÊiiÊ ÛiÀ>VÌiÛiÊL>>ð Vergoeding Voor deelname aan een onderzoek wordt steeds een billijke vergoeding voorzien. De vergoeding is afhankelijk van de studie. Belangstelling? Bel, schrijf, fax of mail : Universitair Ziekenhuis Gent D.R.U.G. 5K4 De Pintelaan 185 9000 Gent Tel: 09/332.00.00 (ma-vr: 8h30-17h30) Fax: 09/332.00.50 Mail: [email protected] WIJ BIEDEN: UÊiiÊ>>}i«>ÃÌiÊvÀv>Ì>ÀiÊÛiÀ}i`}ÊÛ>Ê ÎnääÊiÕÀÊ­ÃÌÕ`iÊnä£ä££Îx®ÊvÊÓäÓäÊ iÕÀÊ­ÃÌÕ`iÊnä£ääÇ£®ÊUÊiiÊ>> }i>iÊÃviiÀÊÌ`iÃÊÕÜÊÛiÀLvÊUÊiiÊ ÃÌÕ`iÊ`iÊÃÊ}i`}iiÕÀ`Ê`ÀÊiiÊ i`ÃV Ì ÃV iÊ ÃÃiÊUÊ}À>ÌÃÊ «Û}}Ê`iÀÊ`iÊÃÌÀi}ÃÌiÊÛÀÊÜ>>À`iÊ â>iÊÜ>ÌiÌÊiÊÛi} i`° Nadat u bent ingeschreven voor bovenvermelde studie(s), zullen uw persoonlijke gegevens worden opgenomen in de databank van SGS Belgium NV/SA, divisie SGS Life Science Services. In overeenstemming met de Belgische Wet op de Privacy van 8 december 1992 en latere zullen uw gegevens vertrouwelijk worden behandeld en hebt u recht op toegang en correctie van deze gegevens. ADRES: *1ÊÌÜiÀ«i]Ê<ii ÕÃÊ iÌÜiÀÊÌÜiÀ«i]Ê >«ÕÃÊ-ÌÕÛiLiÀ}]Ê >}iÊii`iiÃÃÌÀ>>ÌÊÓÈÇ]ÊÓäÈäÊÌÜiÀ«i°Ê SGS is the world’s leading inspection, verification,testing and certification company Bezoek ook onze website: www.resunit.com 8 · MAART 2010 NIEUWS “Vlaanderen wil centrum van innovatieve geneeskunde worden” FOCUS Een markt in constante beweging OVraag: Hoe kunnen we het innovatief onderzoek best stimuleren? OAntwoord: Door de expertise van de 4 universitaire ziekenhuizen, 5 universiteiten en de industrie samen te brengen en verder uit te bouwen. “Het Centrum voor Medische Innovatie wil de expertise van de 4 universitaire ziekenhuizen, 5 universiteiten en de industrie op het vlak van innovatief medisch onderzoek samenbrengen en verder uitbouwen”, zegt ondervoorzitter Prof. Dr.Philippe Jorens, tevens diensthoofd van de intensieve zorgen aan het UZ Antwerpen. “Het is belangrijk te investeren in de behandeling en preventie van ziekten. Onze uitstekende gezondheidszorg is gesteund op innovatief onderzoek, zoals bijvoorbeeld in het UZA door een centrum voor stamceltherapie, etc. Daarnaast is de ontwikkeling van technische hulpmiddelen voor de patiënten, zoals implantaten en prothesen even noodzakelijk. Of levert het in kaart brengen van een aandoening, bijvoorbeeld door innovatieve medische beeldvormingstechnieken, belangrijke informatie op. Om dit allemaal te kunnen realiseren, worden diverse initiatieven genomen op zowel Vlaams als nationaal niveau. Deze samenwerking tussen de verschillende universitaire instellingen op Vlaams niveau is van groot belang als we de titel van Medisch Centrum Vlaanderen nastreven.” De farmawereld kenmerkt zich door voortdurende innovatie van behandelingen en geneesmiddelen. Hoewel het onmogelijk is alle nieuwe ontwikkelingen in de klassieke en biogeneeskunde te volgen, tonen we u hier wel enkele opmerkelijke nieuwkomers op de markt. Oncologie Prof. dr. Philippe Jorens, diensthoofd AUREA het UZ van Antwerpen. “Translationeel onderzoek staat internationaal hoog op de beleidsagenda”, zegt zij. “Het vormt de brug tussen het biomedisch/klinisch onderzoek enerzijds en de patiënt anderzijds. Hierbij is de uitwisseling van bevindingen in beide richtingen cruciaal: overdracht van kennis van het onderzoekslaboratorium naar de patiënt (from bench to bedside) en omgekeerd: een terugkoppeling van de patient naar het klinisch onderzoek (from bedside to bench). En zoals bij elke studie staat ook bij translationeel onderzoek de patiënt altijd centraal. Alles gebeurt met zijn/haar toestemming.” Translationeel onderzoek Dr. Elke Smits coördineert het translationeel onderzoek binnen Vlaamse Biobank “Vlaanderen heeft ruime ken- niscompetenties op het vlak van biomedisch basisonderzoek, beschikt over een performante gezondheidszorg en heeft een goede internationale reputatie in het domein van het klinisch onderzoek. Ook de grote bereidheid van de patiënt om aan klinische studies deel te nemen, geeft Vlaanderen een goede startpositie om aan translationeel onderzoek te doen en dient in de toekomst nog verder uitgebouwd te worden”, aldus Elke Smits. “Want translationeel onderzoek is de toekomst! Wanneer we topklinische patiëntenzorg willen aanbieden, is dit enkel mogelijk op basis van onderzoek. Eén belangrijk aspect daarvan wordt de Vlaamse Biobank. Dit houdt in dat in verschillende centra binnen de univer- Dr. Elke Smits, medisch directeur. siteiten en universitaire ziekenhuizen fysieke patiëntenstalen (bloedstalen, weefselstalen, e.d.) worden opgeslagen, gekoppeld aan gecodeerde patiëntengegevens (geslacht, leeftijd, wanneer is de ziekte ontdekt, etc.) Door onderzoek naar ‘biomerkers’ kan men komen tot een betere diagnostiek en/of behandeling van bepaalde aandoeningen en – in samenwerking met de biotech en farmaceutische industrie de ontwikkeling van efficiëntere medicijnen. Het opstarten van de Vlaamse Biobank is voorzien voor 2010/2011 en wordt dus de eerste, belangrijke opdracht van het Centrum voor Medische Innovatie.” CAROLINE STEVENS Stroom doet wonden sneller helen Wonden die moeilijk genezen, zoals diabetische of doorligwonden, kunnen gestimuleerd worden met behulp van kleine elektrische stroomstootjes. Die behandeling versterkt verschillende mechanismen die de wond helpen herstellen. “Om te begrijpen hoe elektrische signalen wondheling kunnen stimuleren, moeten we kijken naar de werking van de huid”, vertelt Henk Snymans, CEO van Kingfisher Healthcare, dat met de KFH NOVO-wondbehandeling inspeelt op dit principe. “De huid heeft een ‘batterij’ waardoor ionen zoals natrium op een gecontroleerde manier over het celmembraan gepompt worden.” Wanneer de huid gewond is, 3 mechanismen Diabetische voetwonde vóór (links) en na (rechts) de behandeling. ontstaat er echter een kortsluiting in dit systeem. Hierdoor lekt er een heel lage stroom uit de wonde, die een constant elektrisch veld veroorzaakt aan de wondrand. “Opmerkelijk is dat de stroom wegvalt binnen enkele millimeters van de wondrand en ook weer verdwijnt zo- dra de wonde terug bedekt is en zijn normale elektrische weerstand weer heeft opgebouwd.” Hierop aansluitend bracht ‘Nature’ in 2006 een artikel over de pathways en genen die dit fenomeen onder invloed van bioelektrische signalen in gang zetten. Er zijn drie mechanismen bij externe wondheling, die elk versterkt worden onder invloed van bio-elektrische stimulatie. De eerste zijn de fibroblasten, cellen die de structuur en de functie van de huid herstellen en collageen produceren, een eiwit dat sterkte en stabiliteit geeft aan het weefsel. Een tweede is angiogenese of de vorming van nieuwe bloedvaten. En ten derde is er cellullaire migratie of elektrotaxis, dat de cellen in een bepaalde richting doet bewegen. “Al deze mechanismen zorgen er, dankzij een versterking met bio-elektrische stroom, voor dat een wond sneller wordt schoongemaakt, nieuwe cellen krijgt en gezond weefsel aanmaakt”, besluit Henk Snymans. BARBARA VANDENBUSSCHE De Europese Unie heeft groen licht gegeven voor het gebruik van Herceptin bij patiënten met vergevorderde maagkanker. Eerder werd het medicijn, dat bij ons door Roche op de markt werd gebracht, ook al gebruikt voor zowel beginnende als gevorderde borstkanker. Het middel blokkeert het HER2-gen, dat een proteïne produceert dat kanker kan veroorzaken, en werkt dus enkel bij patienten die drager zijn van het gen. Cardiologie Sinds iets meer dan een jaar heeft Boehringer Ingelheim met Pradaxa een oraal antistollingsmiddel op de markt gebracht. Nieuw is dat het anti-trombosemiddel in capsules wordt verkocht, zodat mensen ze gewoon kunnen innemen. Ook Bayer bracht met Xarelto een oraal antistollingsmiddel op de markt, een middel dat net als Pradaxa veneuze trombo-embolie moet voorkomen bij volwassen patiënten die een geplande heupof knieprothese kregen. Gynaecologie Nadat de Nuvaring enkele jaren geleden een grote doorbraak betekende in de markt van anticonceptiemiddelen, bracht Bayer Yaz op de markt. Vrouwen mogen deze pil 24 dagen doornemen, waardoor ze slechts vier dagen ongesteld zijn.De pil zou beter beschermen tegen zwangerschappen en tegelijk neveneffecten als stemmingwisselingen, irritatie, hoofd- en buikpijn of angsten milderen. Neurologie Voor patiënten met de ziekte van Parkinson of het Restless Legs Syndrome (RLS) ontwikkelde het Brusselse UCB het geneesmiddel Neupro. Het geneesmiddel bestaat uit een dagelijks aan te brengen patch, die een constante toevoer geeft en de symptomen van beide aandoeningen verbetert. Hierdoor worden patiënten in de vroegtijdige stadia van de ziekte van Parkinson veel mobieler en beter in staat hun dagelijkse activiteiten uit te voeren. Lijders aan RLS hebben minder symptomen zoals tintelingen, branderigheid, knagen en drukken in bed,zowel ’s nachts als overdag. MAART 2010 · 9 TIP 3 INVE INVESTEER VE EST STEE TEE EER R IN IN ONDERZOEK NIEUWS Levenscyclus van een geneesmiddel Klinische studies verlopen in fasen. Nog voor de eerste fase zijn er testen op acute en chronische toxiciteit (schadelijkheid) en op farmacologie (werking en dosis). In de eerste fase wordt het middel voor het eerst toegediend, meestal aan een kleine groep gezonde vrijwilligers, om de veiligheid en beste dosis te bepalen. LEVENSWEG GENEESMIDDEL De zoektocht naar een nieuw geneesmiddel is een lange weg vol hindernissen. PHOTO: PHARMA.BE Een rugzak vol investeringen ■ Vraag: Hoe verloopt de levensloop van een geneesmiddel? ■ Antwoord: De ontwikkelingsfase van een medicijn duurt gemiddeld tussen de 10 en 12 jaar, waarna de producent nog 10 à 15 jaar heeft om de investering terug te verdienen tot het patent vervalt. Doorheen zijn ontwikkelingsfase controleren de farmaceutische labo’s het (potentiële) geneesmiddel in een strikt reglementair kader op doeltreffendheid en veiligheid. Dat laatste betekent dat er zo min mogelijk en acceptabele neveneffecten zijn. De definitie van wat acceptabel is, is doorheen de jaren aanzienlijk verscherpt. Niet dat ernstige neveneffecten vroeger wel mochten, maar bijwerkingen die vroeger als aanvaardbaar werden beschouwd, zijn dat nu niet meer. Ook de procedures maakten veranderingen door. Zo worden grotere aantallen mensen getest voor het product op de markt komt. “Elke mens functioneert anders en kan verschillend reageren op een medicijn. Hoe gro- ”De jongste tien jaar blijken de investeringen in onderzoek en ontwikkeling bijna verdrievoudigd” Leo Neels directeur pharma.be ter de testgroep, hoe beter men zicht krijgt op de veiligheid en op mogelijke nevenwerkingen”, stelt Leo Neels. Sector vol verandering “In principe start de levensloop van een geneesmiddel wanneer een molecule als potentieel geneesmiddel wordt aangeduid”, legt professor Neels uit. “Zodra we die hebben, vragen we een octrooi aan, en dan begint het proces om de doeltreffendheid en veiligheid te bewijzen.” Het ontwikkelproces bestaat uit verschillende fasen (zie kader), die samen gemiddeld 10 jaar in beslag nemen. Een octrooi geeft twintig jaar exclusiviteit op de exploitatie en verkoop van het geneesmiddel. Daar is die tien tot twaalf jaar onderzoek inbegrepen, zodat het medicijn in de praktijk tien jaar of minder ten gelde kan worden gemaakt. Daar die testperiode dikwijls langer is vanwege de verhoogde eisen, blijft er soms nog minder tijd over om de gedane investeringen terug te verdienen. Daarom kunnen bedrijven nu ook een Europees aanvullend beschermingscertificaat aanvragen, die de oorspronkelijke periode kan uitbreiden met vijf jaar. Maal 3 “De jongste tien jaar blijken de investeringen in onderzoek en ontwikkeling bijna verdrievoudigd”,vervolgt Leo Neels. “Tegelijk daalde het aantal goedgekeurde medicijnen van ongeveer 50 naar zo’n 20. Bedrijven investeren dus veel meer in een kleiner aantal geneesmiddelen.” Hierdoor is de farmasector in volle verandering. Bedrijven kunnen niet meer overleven zonder een grote financieringscapaciteit en langetermijnvisie. De huidige verkoop van vergunde geneesmiddelen moet hen toelaten om hun onderzoek en ontwikkeling voor toekomstige medicijnen te blijven doen. De dag dat het octrooi vervalt, staat er immers voor grote geneesmiddelen meteen een generiek middel klaar om de markt over te nemen. “Zij hebben die rugzak aan investeringen niet, en maken dus vanaf het eerste moment winst. Vanaf 1 april 2010 is bepaald dat hun prijs minstens 41 procent lager moet liggen dan het origineel. In andere landen verdwijnt het origineel meestal als het generiek op de markt komt, maar bij ons blijven beide naast elkaar op de markt.” BARBARA VANDENBUSSCHE In fase twee wordt de doeltreffendheid getest en de dosis verder op punt gesteld. Het geneesmiddel wordt getest op een klein aantal patiënten, volgens de ‘double blind’-methode: een deel krijgt het geneesmiddel, de anderen een placebo, een nietwerkzaam medicijn. Een groter staal patiënten test het middel enkele maanden lang in de derde fase. De werking en mogelijke neveneffecten worden vergeleken met die van de standaardbehandeling, die als referentie dient. In de vierde fase is het middel toegelaten en wordt het wijdverspreid gebruikt. Maar men blijft het veilige gebruik opvolgen en probeert de doeltreffendheid van een geneesmiddel en de therapietrouw ervan aan te scherpen. BARBARA VANDENBUSSCHE 10 · MAART 2010 INZICHT FOCUST GEZONDHEIDSZORG Alles voor een betere zorg en een warme samenleving. FOTO: ISTOCKPHOTO.COM Vlaanderen Medisch Centrum (VMC) is het project voor innovatieve doorbraken in de gezondheidszorg met maximale maatschappelijke en economische meerwaarde. VMC wil het potentieel van de revolutionaire medisch-technologische vooruitgang aanwenden in het voordeel van de patiënt en daarbij door innovatie nieuw ondernemerschap stimuleren. “We moeten dié toepassingen selecteren die vooral de grootste impact hebben in de zorgsector en die voorts ook economisch beloftevol zijn”, aldus minister Jo Vandeurzen. “Een nieuwe impuls voor waardige verzorging” MC is een prominent onderdeel van ‘Vlaanderen in Actie’. Er wordt gemikt op een kruisbestuiving tussen de zorg in al haar aspecten, kenniscentra en de ondernemingswereld. VMC wil, in goede interactie, een nieuwe en belangrijke impuls geven in de uitbouw van het zorgtechnologische aanbod en van Vlaanderen een internationaal gereputeerde innovatieve zorgregio maken. Dat komt in de eerste plaats de zorg voor de eigen inwoners ten goede, maar zal tegelijk ook steeds meer kansen scheppen voor ondernemingen om hun competentie internationaal te vermarkten. Op die manier betekent de sterke stijging van de zorgvraag,die de komende decennia verwacht wordt, niet enkel een grote uitdaging, maar ook een opportuniteit. dentiële zorg en de thuiszorg vergroten”, aldus minister Jo Vandeurzen. “We gaan eerst het aanbod inventariseren,want dat is zeer divers, én de vraag omschrijven. Daaruit moeten we dié toepassingen selecteren die vooral de grootste impact hebben in de zorgsector en die voorts ook economisch beloftevol zijn.” Assistieve technologie Wetenschappelijk onderzoek V De Vlaamse regering kiest ervoor om ouderen en mensen met beperkingen, zo lang zij dat wensen, thuis te laten wonen, ook als ze zorgbehoevend zijn. VMC focust daarom op assistieve technologieën en telegeneeskunde. “Door het aanwenden van nieuwe technologische mogelijkheden kunnen we de ouderen veel meer als mens respecteren en de armslag én de kwaliteit van de resi- ICT Een doorgedreven gebruik van ICT is uiteraard een noodzaak voor een goede en kwalitatieve zorg. Dit kan alleen maar lukken als de toepassingen passen in een totaalvisie op zorg. Er komt een geïntegreerd elektronisch zorgplan. De uiteindelijke ambitie hiervan is dat de patiënt zijn eigen dossier elektronisch zal kunnen beheren. “Dit geeft aan”, aldus minister Vandeurzen, “dat er een verschuiving komt in de zorg.De patiënt zal centraal staan, niet het zorgaanbod.” Onderzoek vormt de basis voor de mogelijkheden van de toekomst. Zo ondersteunt Vlaanderen wetenschappelijk onderzoek in neuronelektronica (www.nerf.be) en begint het Centrum voor Medische Innovatie (CMI) met een biobank die toelaat onderzoek te verrichten op basis van veel meer en dus representatievere data. QUOTE Door nieuwe technologische mogelijkheden kunnen we de ouderen veel meer als mens respecteren en de kwaliteit van de zorg vergroten Jo Vandeurzen, vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Zorg om talent De social profitsector wordt dé groeisector voor werkgelegenheid. Nu al is de vraag naar verpleegkundigen, zorgkundigen en verzorgenden groter dan het aanbod. De Vlaamse regering zal aansturen op het aantrekken van nieuw talent via promotie, toeleiding en opleiding, zal de uitstroom trachten tegen te gaan en aansturen op een meer evenredige arbeidsdeelname van kansengroepen. Internationalisatie De laatste jaren neemt de mobiliteit van patiënten toe. Minister Vandeurzen hierover: “Er komt een internationaal erkend accreditatiesysteem dat kwaliteitscriteria bevat voor zorginstellingen die zowel EU als niet-EU-patiënten willen behandelen. Onze eigen Vlaamse zorginstellingen hebben er baat bij internationaal een plaats te vinden met een selectie van niches en met gevalideerde zorgmodellen die beantwoorden aan een internationale kwaliteitsnorm.” Op al deze terreinen zullen in de komende maanden en jaren heel wat mensen gemobiliseerd moeten worden als we in dit ambitieuze opzet willen slagen. Bij deze dan ook een warme oproep aan alle betrokkenen om mee hun schouders te zetten onder het initiatief, voor een betere zorg en voor een warme samenleving. CASE Technologie ondersteunt thuiszorg De firma Baxter ontwikkelde reeds diverse toepassingen die de thuiszorg vergemakkelijken. OPeritoneale dialyse maakt het mogelijk dat de patiënt thuis – zowel overdag als ’s nachts - een nierdialyse uitvoert. Hierbij wordt het bloed door het peritoneum of buikvlies gefilterd. Peritoneale dialyse moet 4 maal daags gedurende 20 minuten worden toegepast of kan ook ’s nachts tijdens de slaap gebeuren. Dit is een zachte vorm van dialyse, waardoor de patiënt over het algemeen een goede levenskwaliteit behoudt. OParenterale voeding werd ontwikkeld voor patiënten die niet of onvoldoende voeding via orale (via de mond) of enterale (via een maagsonde) weg kunnen of mogen krijgen. Aminozuren, glucose en vetten worden rechtstreeks in de bloedbaan toegediend. Baxter heeft een eigen Home Care Service die ondersteuning biedt bij toediening thuis. OImmunoglobulinen: bij bepaalde patiënten is het immuunsysteem minder werkzaam, waardoor zij een hoger risico lopen op infecties. De typische behandeling bestaat uit een regelmatige behandeling met immunoglobulinen. De toediening hiervan gebeurt meestal in het ziekenhuis. Bij sommige patiënten worden de immunoglobulinen ook reeds thuis toegediend met een subcutane injectie, net onder de huid. Nadat de patient in het ziekenhuis een paar keer heeft geoefend hoe hij zijn behandeling moet klaarmaken en toedienen, kan hij dit erna zelf doen. CAROLINE STEVENS MAART 2010 · 11 TIP INSPIRATIE 4 BR BRENG REN ENG NG JOUW J UW JO UW IDEE IN DE PRAKTIJK HOOGTECHNOLOGISCH De oudere zelf kan het systeem besturen door kaarten te plaatsen op een digitaal memobord. FOTO: ISTOCKPHOTO.COM, PRIVÉ Intelligente woning helpt dementerende ouderen OVraag: Hoe kunnen we de steeds groter wordende groep 65-plussers helpen om zelfstandig te blijven wonen? OAntwoord: Om deze reden werd een ‘intelligente woning’ ontwikkeld, die ouderen met beginnende dementie moet helpen om langer zelfstandig te wonen. CASE De vergrijzing stelt onze maatschappij voor zware uitdagingen: hoge kosten van de ziekenzorg, lange wachtlijsten in zorgcentra, een tekort aan verpleegkundigen… Om dat op te vangen, ontwikkelde Bell Labs, de onderzoeksafdeling van telecommunicatiebedrijf Alcatal-Lucent, in samenwerking met de vzw InHam en VUB-STARLab, een ‘intelligente woning’ die alleenwonende ouderen in staat moet stellen om langer zelfstandig te wonen. De technologie om van een huis een intelligente woning te maken, kreeg de naam Casensa (Casa Sensible). Casensa werd in een demonstratiewoning van de vzw In-Ham geïnstalleerd. “In-Ham is een expertisecentrum waar mensen allerhande hulpmiddelen kunnen uittesten”, zegt projectleidster en sociologe Laurence Claeys van Alcatel-Lucent. “We wilden onderzoeken of er geen nieuwe technologieën konden ontwikkeld worden in de woonomgeving om ouderen te ontlasten. Wij hebben enkele patiënten en 12 zorgverleners betrokken bij het onderzoeksproces. Want wij wilden realistische oplossingen creëren die tot innovatie leiden en niet enkel technische inventies blijven.” Huis van de toekomst De intelligente woning zit boordevol hoogtechnologische snufjes. Een lamp die automatisch aangaat wanneer iemand in de leeshoek gaat zitten. Of zodra iemand de aardappelschiller opneemt, begint een videofilmpje af te spelen waarbij iemand demonstreert hoe je aardappelen schilt. Dagelijkse voorwerpen in de woning werden met sensoren omgebouwd tot slimme voorwerpen. Via een foto van dit voorwerp ”Intelligente woning vergemakkelijkt het leven van de oudere en zijn mantelzorgers” Laurence Claeys, sociologe wordt het erkend door Casensa. De slimme objecten worden via een intelligent bord geactiveerd. “Erg vernieuwend is dat wij de eindcontrole bij de oudere zelf leggen”, zegt Laurence Claeys. “Hij of zij kan het systeem besturen door kaarten te plaatsen op een digitaal memobord. Foto’s en teksten op die kaart maken het makkelijk te onthouden welke functie eraan vastzit. De bejaarden kunnen die kaarten zelf met de hulp van familie aanmaken. Op zo’n kaart kan bijvoorbeeld staan: ‘zet elke dag automatisch de televisie aan als het VRT nieuws begint.’ Zodra de kaart op het memobord hangt, zal deze functie vanzelf geactiveerd worden. Een andere kaart kan de koffiemachine aanzetten zodra de wekker wordt afgeduwd. Of wanneer de bejaarde zijn slaapkamergordijn opent, wordt automatisch een sms-je verstuurd naar zijn mantelzorger zodat die weet dat hij/zij goed is opgestaan. Het memobord kan de bejaarde er ook aan herinneren dat hij op maandagavond zijn vuilnisbak moet buitenzetten,enz.Iedere oudere kan in samenwerking met zijn/haar mantelzorger een ei- Geneeskunde studeer je in Antwerpen gen set kaarten aanmaken die specifiek afgesteld zijn op haar/zijn behoeften. E-zorg “De bedoeling van deze intelligente woning is enerzijds de oudere te ondersteunen en anderzijds de taken van de mantelzorger wat te verlichten. Want door deze toepassing kan Casensa een aantal taken van de mantelzorger overnemen. Testen met proefpersonen hebben alvast aangetoond dat het systeem zeer gebruiksvriendelijk en flexibel is. Maar voor het product op de markt komt,moet hier en daar nog wat gesleuteld worden.” Alcatal-Lucent kreeg alvast steun van de Vlaamse overheid om dit onderzoeksproject te realiseren. “Momenteel wordt onderzocht of wij het systeem kunnen commercialiseren”, zegt Laurence Claeys. “Wij zijn er immers van overtuigd dat thuiszorg op afstand (e-zorg) in de toekomst een belangrijke rol gaat spelen in de zorgsector. En misschien niet enkel voor ouderen maar ook voor jongere mensen met een handicap.” CAROLINE STEVENS LeRen is leVen www.universiteitantwerpen.be Nieuwe middelen bieden MS-patiënten hoop BiogenIdec investeert fors in behandeling MS Multiple sclerose, een ziekte die de zenuwen aantast en kan leiden tot invaliditeit, is de meest frequent voorkomende aandoening van het zenuwstelsel bij jonge volwassenen. Volledige genezing is nog niet mogelijk, maar de medische wereld timmert hard aan medicijnen die de levenskwaliteit sterk verbeteren. Per 100.000 inwoners zijn er 80 à 100 MS-patiënten, meestal meer vrouwen dan mannen. MS is een chronische ziekte van het centrale zenuwstelsel – de hersenen en het ruggenmerg – dat bepaalde signalen niet goed kan verwerken. Oorzaak is het eigen immuunsysteem, dat de vetachtige ísolatielaag (de myeline) rond de zenuwbanen aanvalt. Daardoor lekken de zenuwimpulsen weg en kunnen er ontstekingen ontstaan. Gerrit Tent “Zo’n vijftien à twintig jaar geleden kwamen de eerste medicijnen en behandelingen voor MS op de markt”, vertelt Gerrit Tent, managing director bij biotechnologiebedrijf BiogenIdec. “Daarna is er weinig veranderd tot in 2006, toen we geneesmiddelen uitbrachten die veel effectiever werkten. Voordien moesten MS-patiënten zichzelf inspuiten, nu volstaat het om eens om de vier weken een infuus te geven.” Managing Director BiogenIdec Benelux Scherpstellen Op dit moment is er een tiental behandelingen in ontwikkeling voor multiple sclerose. Dat is grotendeels de verdienste van de biotechnologie. Die gaat uit van de kennis van het ziekteproces op celniveau, en gaat zich daar specifiek op scherpstellen. “Ook het biotechnologisch bedrijf BiogenIdec, dat zich focust op MS, heeft nu twee innovatieve behandelingen op de markt. “Jaarlijks herinvesteert Biogen Idec ongeveer 30% van z’n omzet in onderzoek en ontwikkeling waardoor het een zeer rijke en beloftevolle pipeline heeft die MS-patiënten verdere perspectieven biedt op een beter en kwaliteitsvoller leven.” BiogenIdec streeft ernaar de behandelingen zo patiëntvriendelijk mogelijk te maken. Tot nog toe gebeurt de toediening van geneesmiddelen met een inspuiting of infuus. Voor patiënten zou het een pak makkelijker zijn gewoon een tabletje te nemen, maar dat is vooralsnog niet mogelijk. “Bovendien gaat onze aandacht op dit moment voornamelijk uit naar de efficiëntie en de veiligheid”, stelt Gerrit Tent. “MS is een ziekte aan het immuunsysteem, en als je daarop ingrijpt heeft dat effecten op andere problemen of plaatsen in het lichaam. Als je de immuuncellen te veel remt, doen ze hun werk niet meer waar ze het wel moeten doen. Dat geldt niet alleen voor MS, maar ook voor andere auto-immuunziekten als psoriasis of de ziekte van Crohn.” Naar de oorzaak Op dit moment spitst het onderzoek zich toe op twee elementen, geeft Gerrit Tent nog mee: “Bij MS wordt de isolatielaag rond de zenuwen weggevreten door de eigen immuuncellen. Behandelingen richten zich dus op het herstellen van die laag. Het onderzoek is hoopvol, maar wel een werk van lange adem, waarbij nog heel wat obstakels overwonnen moeten worden. Anderzijds onderzoeken we ook de oorzaak van MS, en proberen we te voorspellen op welke behandeling patiënten goed zullen reageren. Zo kunnen we een stuk effectiever tewerk gaan.” De managing director van Biogen Idec waarschuwt nog voor al te spectaculaire succesverhalen, omdat die voor vele MS-patiënten mogelijk uitmonden in een teleurstelling. Het is wel positief dat er nu een aantal middelen op de markt zijn, en dat er naast de injecties ook een infuusbehandeling bestaat. In tegenstelling tot de injecties, die inwerken op de immuuncellen in het centraal zenuwstelsel, zorgt het infuus ervoor dat de cellen vanuit de bloedbaan niet in het centraal zenuwstelsel kunnen komen. “Hoe dichter je bij het probleem komt, hoe beter de aanpak en hoe minder de kans op nevenwerkingen. Maar we zijn nog niet toe aan een middel dat de ziekte geneest.” ;D8JHDCBJAI>EA:H8A:GDH>H Leehc[[h_d\ehcWj_[el[h Ckbj_fb[IYb[hei_i0 7^d\Zc>YZX7Za\^jbCK 8jaa^\VcaVVc'<!&-(&9^Z\Zbr ('%''&.&'&- 7>>7"7:A"')*,* lll#Y^V\cdhZBH#WZ