Door de evolutie in de medische technologie kunnen steeds meer

advertisement
DEZE BIJLAGE WORDT GEPUBLICEERD DOOR MEDIAPLANET EN VALT NIET ONDER DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE REDACTIE VAN DE STANDAARD.
Expertpanel
Vier visies op de
nabije toekomst
Dementie
Waardige verzorging
Intelligente woning voor Jo Vandeurzen pleit
een fijne oude dag
voor een nieuwe impuls
Nr.1/ maart 2010
MEDISCHE
INNOVATIE
4
TIPS
OM JOUW BIJDRAGE
TE LEVEREN
Kostenplaatje
Ontwikkeling
nieuw medicijn
kost 1 miljard
Vlaanderen
Overheid
investeert in
medisch
centrum voor
innovatie
NIEUWE ZORG ZET
PATIËNT CENTRAAL
Door de evolutie in de medische technologie
kunnen steeds meer patiënten buiten het ziekenhuis
behandeld en opgevolgd worden.
^VYR[VNL[OLYPUWLYMLJ[
[QVKM -<10-0344,+0*(3:@:;,4:)LULS\_5=;!^^^M\QPTZIIL
2 · MAART 2010
UITDAGING
Dankzij recent verworven inzichten op het vlak van genetica en de
functie van eiwitten wordt het mogelijk om gepersonaliseerde therapieën te ontwikkelen die precies de aandoening van de patiënt aanpakken en geen nevenwerkingen vertonen. Het pas opgerichte Centrum
voor Medische Innovatie (CMI) moet die ontwikkelingen ondersteunen en helpen versnellen.
“Medische innovatie is
mooie opportuniteit”
at de Vlaamse Regering de innovatie in de medische
sector wil ondersteunen door het
oprichten van
het Centrum voor
Medische Innovatie is een opportuniteit voor onze regio. Ten eerste zijn de toekomstperspectieven van de gezondheidszorg uitstekend. Medische innovatie is
er altijd op gericht om aandoeningen te overwinnen en patiënten langer te laten leven. Het is
echter onvermijdelijk dat ze ooit
weer ziek zullen worden. Het vakgebied bestendigt dus zichzelf.
Ten tweede is het een uniek
werkterrein omdat het de overheid
toelaat om tegelijkertijd de economische activiteit te stimuleren én
een maatschappelijke doelstelling
te verwezenlijken: mensen helpen. Daarnaast moet worden vermeld dat Vlaanderen een goede uitgangspositie heeft dankzij zijn uitstekende reputatie op het vlak van
basisonderzoek aan de universiteiten en instituten als VIB en IMEC.
Onze regio heeft ook faam verworven door het uitvoeren van vele klinische testen en kan bogen op een
industrieel weefsel bestaande uit
enkele wereldspelers aangevuld
met veel snel groeiende nieuwkomers.
D
Genetica
Tegelijk zijn de uitdagingen
groot. Door de recente ontwikkelingen in de genetica ontstaat de
mogelijkheid om therapieën te
ontwikkelen die veel gerichter de
aandoening van de patiënt aan-
pakken. Dat kan door een nieuwe manier van productontwikkeling die vertrekt van de functie van specifieke genen en eiwitten. Zo kan men op zoek naar
een middel dat de bewuste functie precies kan stimuleren of onderdrukken. We weten bijvoorbeeld dat Alzheimer veroorzaakt
wordt door een foutieve deling
van een bepaald eiwit in de hersenen waardoor het onoplosbaar
wordt. Op die plaats ontstaan dan
letsels gevuld met een kurkachtige substantie die de normale hersenfunctie verhinderen. Intussen
weten we echter dat meerdere
mechanismen dit proces in gang
zetten en dat ze van patiënt tot
patiënt verschillen. Om het probleem bij de wortel aan te pakken, moeten we dus precies kunnen vaststellen wat die dieperliggende oorzaak is. Op die manier
kunnen we de patiënten opdelen
in een aantal subgroepen om dan
therapieën te ontwikkelen met
een grotere kans op succes.
“Medische
innovatie is erop
gericht om
patiënten langer
te laten leven,
het is echter
onvermijdelijk
dat ze ooit weer
ziek worden”
Biobanken
Maar door een ziektebeeld onder te verdelen in subcategorieen komt de schaalgrootte in het
gedrang. Dat geldt in het bijzonder voor zeldzame ziekten. De bestaande biobanken in Vlaanderen
kampen dan ook met problemen
om voldoende materiaal ter beschikking te stellen zoals stalen
van ziek weefsel of genetisch materiaal. In Vlaanderen hebben we
een groot aantal van die biobanken, verspreid over de verschillende universiteiten, ziekenhuizen en kennisinstituten. De eer-
ste prioriteit van het CMI is nu
precies om de bestaande activiteiten op elkaar aan te sluiten en
op die manier de schaalgrootte
te creëren die nodig is om statistisch relevant onderzoek te kunnen uitvoeren. Een tweede prioriteit van het CMI is om een eenvormige informaticastructuur
uit te werken die de data in de diverse biobanken op een uniforme
manier behandelt met eenvormige procedures op het vlak van
dataverwerking, kwaliteitszorg
en ethische afspraken. Door intensieve gesprekken met de verschillende instanties zullen we
tegelijk tot een betere coördinatie van het werk komen en zullen
we een kruisbestuiving tussen
de instanties bewerkstellingen.
Tegelijk willen we de professionaliteit in de biobanken nog verhogen door de activiteiten per locatie te centraliseren in één klinisch researchcentrum met daarin zeer hoogopgeleide specialisten die over de juiste infrastructuur beschikken. Het budget van
het CMI zal in eerste instantie
gebruikt worden voor investeringen in de verschillende instellingen die dan moeten samenwerken volgens afgesproken regels.
Op langere termijn zullen we ook
programma’s en projecten selecteren die in aanmerking komen
voor financiële ondersteuning.
IN DE KIJKER
PPAGINA 07
Peter Vandenberge
proefpersoon
“Dankzij ons kunnen
nieuwe medicijnen
ontwikkeld worden.”
Vlaamse
paradepaardjes
p. 04
Deze bedrijven zetten hun kennis om in
innovatie.
Expertpanel
p. 05
Hoe blijft de gezondheidszorg betaalbaar?
Een rugzak vol
investeringen
p. 09
Hoe verloopt de ontwikkeling van een
nieuw medicijn?
We make our readers succeed!
MEDISCHE INNOVATIE, 1STE EDITIE,
MAART 2010
Evi Vanparys,
project Manager
Phone:
+32 (0)2 421 18 24
E-mail:
evi.vanparys@
mediaplanet.com
Managing Director: Christophe Demir
Editorial Manager: Wim Hellemans
Business Developer:
Steven Desair
Layout: Triin Metusalet
Gedistribueerd door:
De Standaard
Print: Corelio
Mediaplanet Contact Informatie:
Phone: +32 (0)2 421 18 20
Fax: +32 (0)2 421 18 31
E-mail: [email protected]
Staf Van Reet,
Voorzitter Raad van Bestuur Centrum
voor Medische Innovatie
Mediaplanet ontwikkelt hoogwaardige bijlagen die zich richten op een specifiek thema en de daarbij behorende doelgroep.
Zo brengen wij lezer en adverteerder dichter bij elkaar.
MAART 2010 · 3
TIP
1
Hogere eisen door
hightech patiëntenzorg
TALENT?
TALENT
T? KIES
VOOR DE ZORG
■ Vraag: Wat is de invloed van
de steeds gesofisticeerdere apparatuur op het personeelsbeleid?
■ Antwoord: De gestelde eisen voor artsen en verpleegkundigen liggen steeds hoger
en moderne ziekenhuizen voorzien steeds meer budget voor
doorlopende bijscholing.
HIGHTECH PATIËNTENZORG
Hilde Goedertier: “Zoveel mogelijk geplande ingrepen gebeuren
via het dagziekenhuis.”
FOTO: MDNEWS
Hilde Goedertier is zorgmanager van de sector Kritieke Diensten in het Universitair Ziekenhuis Gent. Daarbij horen onder andere de afdelingen spoedgevallen,
intensieve zorgen, het centrum
voor zwaarverbranden, de operatiekwartieren en het chirurgisch
dagziekenhuis. De technologische
evolutie gaat zeer snel in deze afdelingen. “Bij de aanwerving eisen
we daarom minstens een diploma
Bachelor in de Verpleegkunde, bij
voorkeur met een bijkomende opleiding intensieve zorg of spoedgevallen. Daarnaast moeten verpleegkundigen zich voortdurend
bijscholen in domeinen als verzorging van wonden of oncologie. Ons
hele personeelsbeleid is gericht
op permanente vorming. Alle verpleegkundigen krijgen elk jaar een
individueel opleidingsbudget dat
ze zelf kunnen besteden. Bovendien organiseren wij cursussen
die ze verplicht moeten volgen in
het kader van hun erkenning als
gespecialiseerd verpleegkundige.
Zo moet elke verpleegster om de 18
maanden een opleiding reanimatie volgen.”
Elektronisch
medisch dossier in een
stroomversnelling
Na verschillende jaren
van langzame vooruitgang komt het gebruik
van het elektronisch medisch dossier de komende
maanden en jaren in een
stroomversnelling.
Informatisering rusthuizen: nog veel werk aan de
winkel
Geïntegreerd elektronisch
patiëntendossier
Hilde Goedertier
zorgmanager Kritieke Diensten UZ
Gent
AANPAK
Zo zullen de meeste ziekenhuisinstellingen en softwareproducenten voor het beheer van het
patiëntendossier in de huisartsgeneeskunde tegen eind 2010 immers permanent,via niet geadresseerde berichten, in een beveiligd
kader met elkaar moeten kunnen
communiceren. Op korte termijn
zullen de klinische documenten
over een specifieke patiënt die in
de meeste informatiesystemen
van de zorginstellingen zijn opgeslagen, eveneens kunnen worden
geraadpleegd.
Deze technische ontwikkelingen zorgen voor heel wat nieuwe
kansen maar veranderen niets
aan de bestaande processen als
dusdanig. Door de alomtegenwoordigheid overal toe te passen
kan men de relatie en de samenwerking met de patiënt, benaderd
vanuit het begrip ‘gedeeld patiëntendossier’,vanuit een nieuwe invalshoek bekijken.
HUMAN RESSOURCES
In het UZ Gent loopt sinds enige
tijd een zeer groot investeringsprogramma voor het invoeren
van het elektronisch patiëntendossier. “In de afdeling intensieve
zorgen is dat intussen met succes
gebeurd. Het is een zeer ingrijpende ontwikkeling die alle gezondheidswerkers aanbelangt. We hebben daarom veel aandacht besteed
aan de ondersteuning van de verpleegkundigen zelf. We hebben
hen vooraf gevraagd of ze problemen verwachten. Waar nodig hebben we begeleiding en coaching
aangeboden. Iedereen heeft natuurlijk ook een opleiding moeten
volgen.”
De afdeling Kritieke Diensten
maakt zich intussen op voor de
volgende stap. Hilde Goedertier:
“Van zodra het elektronisch patientendossier is ingevoerd, worden
er voortdurend nieuwe interfaces
INZICHT
gelegd, bijvoorbeeld met facturatie, apotheek of bevoorradingssystemen. Niet alleen administratieve wijzigingen, maar vooral ook de
resultaten van onderzoeken, medische beeldvorming, informatie
van monitortoestellen en sensoren worden rechtstreeks gecapteerd in het systeem. Op de afdeling Intensieve Zorgen voorzien
we in de toekomst de mogelijkheid
om die gegevens automatisch te
analyseren en te interpreteren zodat de computer kan voorspellen
hoe de toestand van een patiënt
zal evolueren. Dat moet verpleegkundigen in staat stellen om te anticiperen en gepast te reageren.”
Overheidsverplichtingen
Ook de overheidsverplichtingen
hebben een zeer grote impact.
“De overheid streeft naar een
zo kort mogelijke opname van
de patiënt. Daar spelen we op in
door zoveel mogelijk geplande
ingrepen te doen via ons dagziekenhuis. Voor patiënten die wel
blijven overnachten, wordt meteen een referentieverblijfsduur
voorgesteld en worden de budgettaire implicaties van alle in-
grepen bijgehouden. Die wettelijke verplichtingen hebben met
zich mee gebracht dat we voortdurend werken aan de efficiëntie
en productiviteit van onze afdelingen.”
PETER OOMS
MEDISCHE ZORG IN CIJFERS
Er zijn in ons land maar
liefst 131 algemene ziekenhuizen, 68 psychiatrische ziekenhuizen, 42 psychiatrische
verzorgingsinstellingen en 85
projecten rond beschut wonen.
Precies 14.523 huisartsen
staan ten dienste van hun
patiënten: 7.912 in Vlaanderen,
5.137 in Wallonië en 1.474 in het
Brussels hoofdstedelijk gewest.
Daarnaast tellen we ook nog
eens 24.001 specialisten in allerlei disciplines. Dagelijks staan
47.804 erkende verpleegkundi-
gen in voor de verzorging van alle patiënten. Het merendeel
daarvan zijn vrouwen (45.078)
want ons land heeft slechts
2.726 mannelijke verpleegkundigen.
Uiteraard kost de gezondheidszorg veel geld. Voor
2010 wordt in totaal 60 miljard
euro uitgetrokken voor medische
zorg. Ruim 320 miljoen euro gaat
naar de bouw van ziekenhuizen
en/of zorgcentra. En 98 miljoen
euro wordt gereserveerd voor innovatie in de zorgsector.
Wanneer rusthuizen een elektronisch zorgdossier willen introduceren zullen ze eerst fors moeten
investeren in hard- en software
en in opleidingen. Momenteel is
het droevig gesteld met informatisering in Belgische rusthuizen.
Dat blijkt uit een onderzoek van
professor Anja Declercq van de
KULeuven.
“Ons onderzoek - uit 2008/2009
- peilde naar de mate waarin de
Belgische residentiële ouderenzorg geïnformatiseerd is. We stelden onder meer vragen naar het
aantal vaste PC’s, mobiele PC’s,
internetverbinding, e-ID lezer,
enz…”
Uit het onderzoek blijkt dat de
graad van informatisering vaak
afhankelijk is van het aantal bedden, maar ook dat er grote verschillen zijn tussen de rusthuizen
in Brussel, Vlaanderen en Wallonië. Mobiele pc’s met draadloze
verbinding zijn zowel in grote als
in kleine rusthuizen nog een zeldzaamheid.
“Door een gebrek aan budget
wordt er te weinig geïnvesteerd in
ICT,zowel in hard- en software.De
opleiding is eerder een generatieprobleem. Een rusthuis dat up-todate wil zijn op het vlak van ICT
zou op elke afdeling minstens één
pc met een snelle internetverbinding moeten hebben en zou over
een elektronisch bewonersdossier moeten beschikken.”
BERT VERBEKE
4 · MAART 2010
NIEUWS
FOCUS
INDUSTRIE
Vlaamse
paradepaardjes
Vlaamse bedrijven die actief zijn in biowetenschappen en de biotechnologie hebben niet gewacht
op de coördinatie van de
Vlaamse overheid om hun
kennis om te zetten in
producten en diensten.
VLAAMSE OVERHEID
Ministers Kris Peeters en
Ingried Lieten verklaren
hoe Vlaanderen medische
innovaties ondersteunt.
FOTO: PRIVÉ
Vlaamse overheid zoekt
meerwaarde in de zorg
OVraag: Hoe ondersteunt
Vlaanderen de medische innovatie?
OAntwoord: Door innovatieprojecten te verzamelen en vervolgens in gezamenlijk overleg
een innovatieagenda op te stellen.
“De veroudering van de bevolking
brengt meer zorgbehoevenden
met zich mee en een stijgend aantal chronische aandoeningen”, aldus minister-president Kris Peeters. “Daarom voert de Vlaamse
Regering een inclusief ouderenbeleid. Hoe langer we de mensen
fit en gezond kunnen houden, hoe
kleiner de meerkost van de vergrijzing. We willen blijven investeren in toegankelijkheid van de
gezondheids- en de welzijnszorg
maar tegelijk ook nadenken over
procesinnovatie in de zorg en over
het aanwenden van nieuwe technologieën, ook in de thuiszorg.”
Ingrid Lieten: “Innovatie zal de
komende decennia een sleutelrol
spelen in de gezondheidszorg en
daar zijn we in Vlaanderen zeer
goed in. Onze wetenschappelijke onderzoeksinstellingen en bedrijven als Imec, Agfa-Gevaert en
Janssen Pharmaceutica zijn wereldspelers. We willen die innovatiedrang verder aanmoedigen
maar tegelijk ook beter coördineren.”
Op welke manier?.
Lieten: “Ik merk dat er enorm positief gereageerd wordt op het Cen-
”Onze bedrijven
hebben nogal
eens de neiging
om te bescheiden
te blijven, terwijl
een innovatieproces alleen
maar baat heeft
bij interactie ”
Kris Peeters,
Vlaams minister-president
trum voor Medische Innovatie dat
we onlangs hebben gelanceerd. De
bedoeling is dat we tegen de zomer
innovatieprojecten verzamelen en
vervolgens in gezamenlijk overleg
een innovatieagenda opstellen.
Het zal erop aankomen om niet te
treuzelen en snel de juiste keuzes
te maken. Ook in andere landen
zijn ze immers met gelijkaardige
initiatieven bezig.”
Peeters: “Een van de pijlers waarop ons beleid steunt, is internationalisering. Voor onze innovatieve
producten en diensten zijn er aantrekkelijke buitenlandse markten.
Onze bedrijven hebben echter nogal eens de neiging om te bescheiden te blijven, terwijl een innovatieproces alleen maar baat heeft bij
interactie. Door de globalisering
kan dat alleen maar internationaal. Dat houdt een cultuurwijziging in die we als overheid hopen
te realiseren door stakeholders uit
de zorgsector, uit de researchcentra en uit de ondernemerswereld
samen te brengen in een zorgver-
VLAANDEREN INVESTEERT
O De jaarlijkse dotatie van het
Vlaams Instituut voor Biotechnologie bedraagt 38,2 miljoen euro.
O Translationeel Biomedisch
Onderzoek dat de bevindingen
uit fundamenteel onderzoek vertaalt in klinische toepassingen
krijgt 10 miljoen euro per jaar.
O In het Centrum Medische Innovatie dat begin dit jaar in het
leven werd geroepen werd 9,5
miljoen euro gereserveerd.
O Het nanotechnologisch onderzoek met betrekking tot de
gezondheidszorg kreeg via het
Vlaams Centrum voor NeuroElektronisch Onderzoek 2 miljoen euro.
O De Vlaamse overheid spendeert daar bovenop jaarlijks nog
eens 20 miljoen euro aan beurzen, strategisch basisonderzoek
en EU-programma’s.
O De Vlaamse regering wil de
unieke competenties die Vlaanderen op het vlak van zorg en gezondheidszorg kan voorleggen,
wereldwijd in de kijker zetten tijdens een internationaal evenement in 2013.
nieuwingsplatform, en heel gericht projecten te ondersteunen.”
Bestaat het risico niet dat
er met de medische sector gebeurt wat de nationale sectoren in de jaren ’80
overkwam: doodgeknuffeld
worden met overheidssubsidies?
Lieten: “Het groot verschil is dat
er toen geld werd gestopt in sectoren als steenkool, staal en textiel
waarin de tewerkstelling bedreigd
werd. Nu investeren we in domeinen als energie, klimaat en gezondheid die wereldwijd mogelijkheden
bieden.Als we creatieve antwoorden
kunnen formuleren, creëren we tegelijk businessopportuniteiten. Dat
is een veel offensievere manier van
werken.”
Peeters: “De overheid is nog nooit
zo bevraagd geweest als vandaag.
Tegelijkertijd zijn de middelen niet
onuitputtelijk. In Vlaanderen Medisch Centrum gaat het helemaal
niet over het vrijblijvend subsidieren van onderzoeksprojecten. Via
het gekend instrumentarium zullen we kritisch kijken naar het businessplan van elk initiatief en zo nodig ook ondersteuning bieden aan
de kleinere spelers op de markt, die
hiermee niet vertrouwd zijn en vaak
de weg niet vinden. Het creëren van
economische meerwaarde en van
nieuwe werkgelegenheid zijn daarbij belangrijke parameters.”
FREDERIK LAUWERS
Als het over medische innovaties gaat, komen al heel vlug
belangrijke wereldspelers als
Janssen Pharmaceutica in de
kijker, een bedrijf dat al decennia producten ontwikkelt voor
het behandelen van een groot
aantal menselijke aandoeningen. Van dezelfde orde is AgfaGevaert, dat baanbrekend werk
verrichte in de medische beeldvorming. Er zijn echter een hele rist jonge spelers die actief
zijn op heel uiteenlopende terreinen.
Zo pakte fietskledingfabrikant Bio-Racer uit Tessenderlo
uit met een efficiënte oplossing
voor een zeer nijpende kwaal
die vooral wielrenners ervaren.
Met de herbruikbare elastische
pleister ReSkin bieden ze soelaas bij zitvlakproblemen zoals
zweren en brandwonden.
Veel bedrijven werken voor
de ontwikkeling van hun producten samen met de onderzoekscentra van onze universiteiten of gingen als spin-off
hun eigen weg. Zo liet het Gentse Ablynx zich opmerken in
de ontwikkeling van Nanobodies, een nieuwe, klasse therapeutische eiwitten tegen onder meer hart- en vaatziektes,
ontstekingsziektes en de ziekte van Alzheimer. ActoGenix
uit Zwijnaarde laat bacteriën
geneesmiddelen in de juiste
concentratie tot in de darmen
transporteren. Ook Formac
Pharmaceuticals uit Leuven
spitst zich toe op het bedenken
van methodes voor de optimale
vrijgave van medicijnen in het
lichaam.
Van een andere orde is het
medicijn dat het Mechelse biotechbedrijf Galapagos ontwikkelt en dat mensen die lijden aan de spierziekte van Duchenne weer hoop geeft. Alleen
jongetjes worden door de ongeneeslijke ziekte getroffen en
raken op jonge leeftijd volledig
verlamd. Tot nog toe konden
alleen de symptomen van de
ziekte behandeld worden, terwijl het nieuwe medicijn impact heeft op de evolutie ervan.
Het Gentse BioMaric vond
een methode om de toegang tot
veilig bloed te verzekeren. Het
bedrijf ontwikkelt screeningtests om infectieziektes op te
sporen en slaagt er daardoor in
om grote aantallen bloedstalen
zeer kostenefficiënt te testen.
FREDERIK LAUWERS
MAART 2010 · 5
EXPERTPANEL
Johan Kips
Raad der
Universitaire
Ziekenhuizen
Ann Van Gysel
FlandersBio
Richard Van den
Broeck
UNAMEC
Vraag 1:
Wat is volgens u de belangrijkste innovatie in
de zorg die we mogen
verwachten in de nabije
toekomst?
In het domein van de diagnostische
en therapeutische aanpak zijn de
ogen gericht op de ‘gepersonaliseerde geneeskunde’, waarbij op basis
van het genetische profiel van
een individuele patiënt de behandeling wordt bijgestuurd.
Bepaalde genetische voorbeschikkende factoren kunnen ook op het
vlak van preventie voor een meer gerichte aanpak zorgen.In het domein
van de zorgconcepten zal een verdere ontwikkeling van de transmurale
zorgtrajecten voor chronische aandoeningen de aanpak vernieuwen.
Er zit heel wat in de biotechnologische
pijplijn, meer en meer geneesmiddelen worden immers met
deze nieuwe technologieën
gemaakt. Enkele Belgische voorbeelden: Movetis kreeg toestemming
om hun baanbrekend innovatief product Resolor (tegen chronische constipatie) op de Europese markt te
brengen en ook Tigenix kreeg goedkeuring om zijn unieke celtherapie
voor knieletsels op de markt te brengen. Thrombogenics haalt prachtige
resultaten met microplasmine, een
middel tegen oogaandoeningen. Als
alles goed gaat, kan het product al in
2012 op de markt komen.
Door de evolutie in de medische
technologie kan men met behulp
van diagnostische testen de werking van het menselijk lichaam
steeds beter visualiseren en analyseren en bijgevolg de dysfunctie opsporen. De behandelingen
zullen dus steeds meer aangepast
worden op maat van de patient
zelf.Dankzij deze evolutie zal men
steeds meer patiënten buiten het ziekenhuis kunnen
behandelen en opvolgen.
De strijd tegen kanker blijft
een prioriteit. In de zoektocht naar
therapeutische innovatie evolueren
we steeds meer naar een gepersonaliseerde geneeskunde. Daarbij wordt
rekening gehouden met het genetische,epigenetische en cellulaire profiel van elke patiënt. Er werden ook
stappen voorwaarts gezet voor kankers waarbij tot nu toe de prognose
moeilijker lag, zoals long-, nier- en
pancreaskanker. Maar de nieuwe geneesmiddelen vormen een kolossale uitdaging voor de biofarma: het is
immers een huzarenstukje om snel
gepersonaliseerde behandelingen in
bulk te vervaardigen.
Vraag 2:
Op welk domein kan er
nog de meeste vooruitgang geboekt worden ?
Europese vergelijkingen wijzen erop dat er nog vooruitgang mogelijk
is in het domein van de zorgkwaliteit. Hoewel de zorgkwaliteit die de
individuele zorgverlener verleent
en de zorginfrastructuur van hoge
kwaliteit zijn, kan er nog vooruitgang worden geboekt door een optimale afstemming tussen de
verschillende zorgverleners in
ons gefragmenteerd gezondheidszorgsysteem. In het domein van de
verpleegkunde kan de introductie
van het ‘elektronisch verpleegkundig dossier’ een belangrijke hulp
zijn voor het uittekenen van een
verpleegplan gebaseerd op ‘evidence
based nursing’.
Het Centrum voor Medische Innovatie, dat mede onder impuls van FlandersBio onlangs werd opgericht, zal
zich erop toeleggen om medische
innovaties sneller bij de patiënt
te brengen. De efficiëntie om een
nieuw geneesmiddel op de markt te
brengen kan zeker nog beter, door intensiever samen te werken en expertises op elkaar af te stemmen. Daarom
hebben industrie en de academische
ziekenhuizen de handen in elkaar geslagen. Ook de Vlaamse Overheid investeert in dit nieuwe centrum.
De strenge veiligheidsvoorschriften
en de uitgebreide klinische testen van
een potentieel geneesmiddel remmen
dit proces echter aanzienlijk.
Binnen de sector van het medisch
materiaal is er geen bepaald segment dat zich opmerkelijk sneller
ontwikkelt dan de andere. Het bewijs hiervan is dat in 2009 meer
dan 17.000 brevetten werden
neergelegd over de wereld voor
het geheel van de productsegmenten aanwezig op onze markt.De medische beeldvorming, de diagnostiek in-vitro, de implantaten, de telemonitoring zijn evenveel technologieën die een belangrijke evolutie
zullen kennen tijdens de komende 2
tot 3 jaar.
Vandaag zijn niet alle noden van zieken ingevuld.Dat is geen scoop.Diabetici leven aanzienlijk langer dankzij insuline, maar dromen vandaag
van een definitieve behandeling. De
industrie blijft zoeken naar nieuwe
geneesmiddelen voor tal van pathologieën: kanker, neurologische aandoeningen zoals Alzheimer, reumatische aandoeningen, zeldzame
aandoeningen van het metabolisme
(zoals lysosomale stapelingsziekten vanwege een overdaad aan lysosomen). De maatschappelijke
verwachtingen ten aanzien
van het geneesmiddelenonderzoek zijn dan ook enorm.
Vraag 3:
Op welke manier zal
de steeds evoluerende
gezondheidszorg betaalbaar kunnen blijven voor
de patiënt?
Allereerst moet men onnodige duplicatie van onderzoeken vermijden.De
middelen die op die manier kunnen
worden bespaard moeten worden
gebruikt om de toegang tot innovatieve behandelingen te verzekeren.
Om in die opzet te slagen is een verdere uitbouw van de informatisering nodig zodat resultaten van
onderzoeken vlot kunnen worden
gedeeld door meerdere zorgverstrekkers op verschillende locaties. Daarnaast vereist dit een herijking van de
nomenclatuur zodat een tweede en
derde opinie beter worden verloond.
Geneeskunde met twee snelheden
moet men ten allen tijde vermijden.
Om alles toch betaalbaar te houden,
ontwikkelt men nieuwe modellen:
één voorbeeld zijn de ‘gepersonaliseerde’ geneesmiddelen, geneesmiddelen die slechts bij deelgroepen patiënten effectief zijn . Het
is belangrijk dat de arts de
werkbaarheid van het middel vooraf bij de patiënt kan
testen. Zo kan de arts heel gericht
een geneesmiddel voorschrijven en
wordt de gezondheidszorg niet nodeloos op kosten gejaagd.
Daar de patiënten steeds beter geinformeerd worden, zullen zij in de
toekomst ook steeds meer willen
genieten van de bestaande technologieën en behandelingen. Andere
factoren, zoals bijvoorbeeld de vergrijzing van de bevolking, zullen het
volume en dus ook de kost doen stijgen.Een meer gepersonaliseerde behandeling per patiënt en de evolutie van een curatieve geneeskunde naar een preventieve
geneeskunde zullen waarschijnlijk
toelaten om doelgerichtere budgetten te voorzien. Dit wordt een moeilijk maar noodzakelijk debat.
Onze gezondheidszorg is opgebouwd
rond waarden als solidariteit, wederzijds respect en verantwoordelijkheid. Het maken van keuzes hoort erbij, wordt vaak gezegd. Vooraleer men
eraan denkt patiënten te laten vallen,
moeten de gezondheidsactoren in
overleg en in wederzijds begrip naar
een oplossing streven voor alle zieken. Een efficiënter beheer van het
systeem kan enkel via partnership.
Dat betekent dat alle rechtstreeks betrokken actoren, zoals artsen, academici en de industrie moeten worden gehoord door de beleidsmensen.
Samenwerking is het sleutelwoord om onze gezondheidszorg te vrijwaren.
Leo Neels
Pharma.be
Across the globe, around the clock,
Johnson & Johnson Pharmaceutical Research & Development
is committed to improving the lives of millions.
www.jnjpharmarnd.com
© 2009 Johnson & Johnson Pharmaceutical Research & Development, Division of Janssen Pharmaceutica N.V.
COMBINING INNOVATION
AND EXPERIENCE
6 · MAART 2010
NIEUWS
TIP
“DE ONTWIKKELING
VAN EEN NIEUW
GENEESMIDDEL KOST
1 MILJARD DOLLAR”
OVraag: Zijn er bij klinische
testen vaak allergische reacties
of ernstige bijwerkingen bij de
proefpersonen?
OAntwoord: “Ik zit inmiddels 24 jaar in het vak en heb
nog niet meegemaakt dat een
proefpersoon aan de klinische
test een lichamelijk ongemak
overhield”, vertelt prof. dr. Luc
Van Bortel van de D.R.U.G.
Voordat een nieuw geneesmiddel op
de markt mag komen,gaan daar jarenlange klinische onderzoeken aan vooraf. “Die testen moeten bewijzen dat
een medicijn veilig en efficiënt is”,zegt
Dr.Steven Ramael, medisch directeur
van SGS Life Science Services.
“In fase 1 wordt het product voornamelijk getest op gezonde vrijwilligers.
We onderzoeken de eigenschappen
van het medicijn en mogelijke nevenwerkingen”,zegt Dr.Ramael.“In fase 2
wordt het product toegediend aan patiënten uit de doelgroep. We bekijken
het effect van het medicijn en bepalen
de optimale dosis. Fase 3 bestaat uit
meer langdurige studies waarbij het
middel wordt getest bij duizenden patiënten over de hele wereld op zijn effect en veiligheid in vergelijking met
de huidige ‘gouden standaard’. Als fase 3 is afgerond, kan er goedkeuring
worden aangevraagd bij de overheden
(EMEA, FDA...) en mag het product op
de markt gebracht worden.Fase 4 tenslotte omvat de ‘postmarketing’ studies gericht op veiligheid op lange termijn. Het doel van al deze klinische
onderzoeken is aantonen dat een medicijn effectief en veilig is. De ontwikkelingsfase van een nieuw medicijn
duurt gemiddeld tien jaar en kost 1
miljard dollar”,aldus Dr.Ramael.
België is koploper
“België was koploper binnen Europa om met vroege fase-onderzoek
bij de mens te starten”, zegt Prof. Luc
Van Bortel van de Drug Research Unit
Gent. “Voor dit onderzoek moeten nu
minder preklinische testen beschikbaar zijn, maar de voorwaarde is wel
dat het tot zeer lage dosissen beperkt
wordt.Toch kan men hieruit al veel afleiden zoals hoeveel en hoe snel komt
Prof. dr. Luc Van
Bortel
diensthoofd Drug
Research Unit
Gent
Prof. Dr. Steven
Ramael
medisch directeur
van SGS Life Science Services
de stof in het lichaam en gaat ze er
weer uit.”
In ons land worden jaarlijks 2 à 3.000
klinische testen uitgevoerd bij gezonde vrijwilligers. “Er zijn wel minder
onderzoeken bij vrouwen”, zegt Prof.
Van Bortel. “Dat heeft te maken met
hun vruchtbaarheid. In tegenstelling
tot de zaadcellen,die bij de man voortdurend geproduceerd worden, zijn bij
vrouwen de eicellen reeds vanaf de geboorte aanwezig. Wanneer een eicel
beschadigd wordt door toxische stoffen, zou dit – zelfs 10 jaar later – tot afwijkingen kunnen leiden bij de foetus.
Daarom wordt het fase 1 en 2-onderzoek vooral bij mannen uitgevoerd.”
“Alle proefpersonen worden vooraf,
zowel mondeling als schriftelijk, zeer
goed geïnformeerd over de voordelen
en eventuele risico’s van het onderzoek. Ze ondergaan ook een medische
keuring. En tijdens de hele duur van
het onderzoek worden ze zeer nauwlettend opgevolgd.Onze grootste vrees
is een allergische reactie of een ernstige bijwerking die we niet konden voorzien. Maar ik zit inmiddels 24 jaar in
het vak en heb nog niet meegemaakt
dat een proefpersoon aan de klinische test een lichamelijk ongemak
overhield. In België gebeuren klinische onderzoeken volgens strikte regels en kunnen daarom als erg
veilig beschouwd worden.”
CAROLINE STEVENS
2
STEL
EL
LJ
JEZ
JEZELF
EZEL
EZE
EZ
ELF IN
ELF
DIENST VAN DE
WETENSCHAP
ONDERZOEK
“België was koploper binnen Europa om met vroege fase-onderzoek bij de mens te starten”, aldus Luc Van Bortel.
FOTO: ISTOCKPHOTO.COM
Geef het geneesmiddel
alle kansen om je kanker te genezen
Roche maakt het waar via gepersonaliseerde gezondheidszorg
De behandeling van kanker is vandaag in feite hoopgevender dan het beeld dat we hierover hebben. Deze positieve evolutie vertaalt zich zowel in het winnen van levensjaren als in een hogere
levenskwaliteit. Het tijdperk van de medicatie, waarbij men het concept één maat voor iedereen
hanteert, is voorbij. De”burn all the fields” aanpak, die niet adequaat werkt bij iedere patiënt en
vaak bijwerkingen heeft, wordt langzaam maar zeker ingehaald door een doelgerichte medicatie
aangepast aan elk type patiënt. Dit dank zij de vooruitgang in het moleculair onderzoek van het
genetisch materiaal en de proteïne-analyse.
Gepersonaliseerde gezondheidszorg betekent dus
gerichte medicatie, waarvan je vooraf door middel
van uiterst verfijnde diagnostica kunt onderzoeken
of ze al dan niet zal werken voor de betrokken
patiënt.
“Diagnostische testen kunnen
steeds vaker uitwijzen of een
patiënt baat zal hebben bij een
geneesmiddel of niet”
Veel belangrijke aandoeningen worden niet
veroorzaakt door één welbepaald afwijkend
mechanisme, maar door verschillende die kunnen
leiden tot éénzelfde uitingsvorm. Zo is bijvoorbeeld borstkanker niet één ziekte, maar bestaan er
verschillende vormen van.
Voor een veel voorkomende vorm van borstkanker
heeft Roche het geneesmiddel trastuzumab
ontwikkeld dat zich specifiek richt tegen die
borsttumoren die in overmaat de groeifactor
HER-2 (Human Epidermal growth factor Receptor
2) produceren. De verstoorde werking van een
bepaald gen, dat nauw betrokken is bij de celdeling, maakt namelijk te veel kopieën van HER-2 die
dan op hun beurt aan de cel te veel signalen geven
om zich te vermenigvuldigen. Trastuzumab legt
deze HER-2 signalisatie lam en remt zo de groei van
de kankercellen af, waardoor het risico op hervallen
aanzienlijk vermindert.
Deze aanpak, erkend als de gouden standaard
van gepersonaliseerde gezondheidszorg, vind
je ook terug in andere door Roche ontwikkelde
behandelingen, niet alleen voor andere vormen
van kanker maar ook voor auto-immuunziekten,
metabolische storingen en infectieuze aandoeningen.
De baanbrekende kennis samen met de innoverende research in moleculaire biologie, dit zowel in
de divisie Pharmaceuticals als Diagnostics, geeft
Roche alle troeven om gepersonaliseerde gezondheidszorg voluit te realiseren.
Voor elk nieuw geneesmiddel wordt inderdaad
een programma opgezet om de bijhorende heel
specifieke stof te vinden, die als indicator kan
dienen voor het succes tot slagen bij een bepaald
type patiënt. Dit vertaalt zich in het winnen van
levensjaren, een hogere levenskwaliteit en zelfs
genezing.
MAART 2010 · 7
“Dankzij ons worden
nieuwe medicijnen
ontwikkeld”
Peter Vandenberge (37) en
Marleen Bulcke (54) nemen
beiden vrijwillig deel aan klinische onderzoeken. “Wij
helpen de medische wetenschap hiermee vooruit en
kunnen een aardig zakcentje bijverdienen.”
CASE
Wat motiveert een gezonde mens
om proefkonijn te worden bij klinische testen? “Er is natuurlijk het
financiële aspect: je krijgt een vergoeding”, zegt verpleegkundige
Peter Vandenberge (37). “Een verblijf van een week kan snel oplopen tot 2.000 euro of meer. Maar ik
doe het ook voor de medische wetenschap. Zonder proefpersonen
kunnen er geen nieuwe medicijnen ontwikkeld worden. Ik doe
meestal mee aan kortere fase 1-onderzoeken, waarvoor vaak een ziekenhuisopname vereist is. Maar
men doet er alles aan om ons verPeter
Vandenberge
proefpersoon
Marleen Bulcke
proefpersoon
blijf zo aangenaam mogelijk te
maken.”
Risico’s
“Je wordt goed ingelicht over mogelijke risico’s en ondergaat een medische keuring”, zegt Peter. “En tijdens
de test wordt je gezondheid optimaal
gecontroleerd. Bij het laatste onderzoek werd een middel tegen hepatitis C op mij uitgetest en waren plots
mijn leverwaarden verstoord.Alles is
terug oké nu, maar het was wel even
schrikken. Zolang men proefpersonen menselijk behandelt blijf ik er
mee doorgaan.”
Bijdrage aan de wetenschap
Marleen Bulcke (54) is al 7 jaar proefpersoon bij klinische testen.“Ik nam
al deel aan tien onderzoeken en heb
enkel positieve ervaringen. Zo werden bij mij reeds diverse medicijnen
getest en ik had nog nooit bijwerkingen. De vergoeding is een mooi extraatje. Ik zie het niet als ‘bibbergeld’
want ik voel me helemaal veilig bij
die testen.Bovendien wordt mijn gezondheid van dichtbij opgevolgd. Na
elke test kan ik de bloedanalyses opvragen. Buitenstaanders uiten vaak
kritiek omdat ik meedoe aan klinische testen. Maar mijn tweede man
overleed aan kanker en ik vind het
belangrijk een bijdrage te leveren tot
de ontwikkeling van nieuwe medicijnen.”
FOCUS
O Wat zijn de meest voorkomende bijwerkingen van afgewerkte geneesmiddelen?
De meeste bijwerkingen komen
voor in de klasse “Algemene
aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen” (12%).In deze groep worden vooral koorts, vermoeidheid,
zwelling en oedemen gemeld.Daarna
volgen “maagdarmstelselaandoeningen” (10%) met buikpijn, diarree en
braken en dan de “zenuwstelselaandoeningen” (9%) met hoofdpijn, duizeligheid en slaperigheid.
!
O Zijn er meer bijwerkingen bij
generische geneesmiddelen?
In een studie van meer dan
25000 meldingen van de laatste
jaren kon het FAGG slechts 1.5% van
de meldingen toeschrijven aan generische geneesmiddelen. Een spectaculaire verhoging van het aantal meldingen kon niet worden geregistreerd
ondanks de acties om het gebruik van
generische geneesmiddelen te stimuleren.
!
O Kan ik geneesmiddelen die
ik via het internet koop vertrouwen?
Geneesmiddelen kopen via internet,buiten het legale circuit,
is spelen met uw gezondheid: Tenminste 50% van de via illegale internetsites verkochte geneesmiddelen
zijn vervalst. Deze zijn potentieel
schadelijk voor uw gezondheid. Bovendien wordt de kwaliteit van deze
geneesmiddelen niet gegarandeerd.
!
BRON: FAGG
CAROLINE STEVENS
DE GENEESHEREN VAN DE CLINICAL PHARMACOLOGY UNIT ANTWERPEN,
Drug Research Unit Ghent
is de afdeling voor geneesmiddelenonderzoek van het
Universitair Ziekenhuis Gent.
De unit voert in opdracht van de universiteit en privé-partners
geneesmiddelenonderzoek uit volgens strikte kwaliteitsnormen.
Voor dit onderzoek zoeken wij:
mannen en vrouwen vanaf 18 jaar
Door deel te nemen aan dit onderzoek helpt u mee aan de
ontwikkeling van nieuwe en betere geneesmiddelen voor de mensheid.
Wie kan aan het onderzoek meedoen :
t
Mannen en vrouwen
t
vanaf 18 jaar
t
die niet meer dan 10 sigaretten per dag roken
t
die niet meer dan 2 medicijnen gebruiken, behalve de
anticonceptiepil
GESPECIALISEERD IN GENEESMIDDELENONDERZOEK, ZOEKEN
GEZONDE MANNEN EN VROUWEN
TUSSEN 18 EN 80 JAAR VOOR DEELNAME AAN MEDISCHE ONDERZOEKEN
VOORWAARDEN:
INTERESSE?
UʘœÀ“>iʏˆV…>>“ÃLœÕÜÊ­Ê Îäʎ}ɓԮÊ
Uʘˆi̇ÀœŽiÀÃʜvʓˆ˜ÃÌi˜ÃÊÈʓ>>˜`i˜Ê
}iÃ̜«ÌÊUʓi`ˆV>̈i}iLÀՈŽÊˆÃʘˆiÌÊ
̜i}iÃÌ>>˜]ÊLi…>ÛiʅœÀ“œ˜i˜ÊۜœÀÊ
ÛÀœÕÜi˜ÊUÊÛÀœÕÜi˜Ê“œiÌi˜Ê“ˆ˜ÃÌi˜ÃÊÓʍ>>ÀÊ
}i“i˜œ«>ÕâiiÀ`Ê∍˜ÊœvÊÈʓ>>˜`Ê}ii`i˜Ê
ii˜Ê…ÞÃÌiÀiV̜“ˆiʜ˜`iÀ}>>˜Ê…iLLi˜ÊœvÊ
}iÃÌiÀˆˆÃiiÀ`Ê∍˜ÊUÊÏ>}i˜Êˆ˜Êii˜ÊۜœÀ‡
œ˜`iÀâœiŽÊۜœÀ>v}>>˜`Ê>>˜Ê`iÊÃÌÕ`ˆi°
6œœÀʓiiÀʈ˜vœÀ“>̈iʎ>˜ÊÕʜ˜ÃÊLii˜Ê
Û>˜Ê“>>˜`>}Ê̜ÌÊÛÀˆ`>}ʜ«Ê…iÌʘՓ“iÀ
äÎÊÓ£ÇÊÓ£ÊÇÓÊÌÕÃÃi˜ÊnÊi˜Ê£ÇÊÕÕÀ°Ê
1ʎ>˜Êœ˜ÃʜœŽÊVœ˜Ì>VÌiÀi˜Êۈ>Êi‡“>ˆ\Ê
Li°ÀiVÀÕÌiÀˆ˜}JÃ}ðVœ“°Ê1ÜÊÀi>V̈iʜ«Ê`iâiÊ
>`ÛiÀÌi˜ÌˆiÊ}iivÌÊi˜ŽiÊÕÜʈ˜ÌiÀiÃÃiÊ>>˜Êœ“Ê
ʈ˜vœÀ“>̈iʈ˜ÊÌiÊ܈˜˜i˜Êi˜ÊÛiÀ«ˆV…ÌÊÕʘœV…Êœ˜ÃÊ
̜Ìʈ˜ÃV…ÀˆÛˆ˜}ʜvÊ­>>˜Û>>À`ˆ˜}ÊÛ>˜ÊÕÜÊÛiÀâœiŽÊ̜̮Ê
`ii˜>“i°
VOOR DE STUDIE BE-80-1091135:
Op maandag 29 maart om 18.30 uur en
dinsdag 30 maart om 14 uur organiseren
wij infosessies met verdere info over
geneesmiddelenonderzoek. U kan hiervoor
reserveren op het nummer 03 217 21 72.
“iÌʓi`ˆV>̈iÊÌiÀÊLi…>˜`iˆ˜}ÊÛ>˜ÊÀ…iՓ>‡
̜ˆ`iÊ>À̅ÀˆÌˆÃÊi˜Ê>˜`iÀiʜ˜ÌÃÌiŽˆ˜}ÃâˆiŽÌiðÊ
Verloop van het onderzoek:
VOOR DE STUDIE BE-80-1090971:
De meeste onderzoeken zijn opgedeeld in perioden waarbij er
per periode meestal gevraagd wordt een volledige dag en nacht op de
unit aanwezig te zijn. Daarnaast moet u een aantal keren terugkomen
naar de unit.
Voorafgaand aan elk onderzoek krijgt u een uitgebreide medische
keuring.
“iÌʓi`ˆV>̈iÊÌiÀÊLi…>˜`iˆ˜}ÊÛ>˜Êii˜Ê
œÛiÀ>V̈iÛiÊL>>ð
Vergoeding
Voor deelname aan een onderzoek wordt steeds een billijke vergoeding
voorzien. De vergoeding is afhankelijk van de studie.
Belangstelling?
Bel, schrijf, fax of mail :
Universitair Ziekenhuis Gent
D.R.U.G. 5K4
De Pintelaan 185 9000 Gent
Tel: 09/332.00.00 (ma-vr: 8h30-17h30)
Fax: 09/332.00.50
Mail: [email protected]
WIJ BIEDEN:
UÊii˜Ê>>˜}i«>ÃÌiÊvœÀv>ˆÌ>ˆÀiÊÛiÀ}œi`ˆ˜}ÊÛ>˜Ê
ÎnääÊiÕÀœÊ­ÃÌÕ`ˆiʇn䇣䙣£Îx®ÊœvÊÓäÓäÊ
iÕÀœÊ­ÃÌÕ`ˆiʇn䇣ä™ä™Ç£®ÊUÊii˜Ê>>˜‡
}i˜>“iÊÃviiÀÊ̈`i˜ÃÊÕÜÊÛiÀLˆvÊUÊii˜Ê
ÃÌÕ`ˆiÊ`ˆiʈÃÊ}œi`}iŽiÕÀ`Ê`œœÀÊii˜Ê
i`ˆÃV…‡Ì…ˆÃV…iÊ
œ““ˆÃÈiÊUÊ}À>̈ÃÊ
œ«Ûœ}ˆ˜}ʜ˜`iÀÊ`iÊÃÌÀi˜}ÃÌiÊۜœÀÊÜ>>À`i˜Ê
ˆ˜â>ŽiʎÜ>ˆÌiˆÌÊi˜ÊÛiˆˆ}…iˆ`°
Nadat u bent ingeschreven voor bovenvermelde studie(s),
zullen uw persoonlijke gegevens worden opgenomen in de
databank van SGS Belgium NV/SA, divisie SGS Life Science
Services. In overeenstemming met de Belgische Wet op de
Privacy van 8 december 1992 en latere zullen uw gegevens
vertrouwelijk worden behandeld en hebt u recht op toegang
en correctie van deze gegevens.
ADRES:
*1ʘÌÜiÀ«i˜]Ê<ˆiŽi˜…ÕˆÃÊ iÌÜiÀŽÊ˜ÌÜiÀ«i˜]Ê
>“«ÕÃÊ-ÌՈÛi˜LiÀ}]Ê
>˜}iÊii`iŽi˜ÃÃÌÀ>>ÌÊÓÈÇ]ÊÓäÈäʘÌÜiÀ«i˜°Ê
SGS is the world’s leading inspection, verification,testing and certification company
Bezoek ook onze website:
www.resunit.com
8 · MAART 2010
NIEUWS
“Vlaanderen wil
centrum van innovatieve
geneeskunde worden”
FOCUS
Een markt
in constante
beweging
OVraag: Hoe kunnen we het
innovatief onderzoek best stimuleren?
OAntwoord: Door de
expertise van de 4 universitaire
ziekenhuizen, 5 universiteiten en
de industrie samen te brengen
en verder uit te bouwen.
“Het Centrum voor Medische Innovatie wil de expertise van de
4 universitaire ziekenhuizen, 5
universiteiten en de industrie op
het vlak van innovatief medisch
onderzoek samenbrengen en verder uitbouwen”, zegt ondervoorzitter Prof. Dr.Philippe Jorens, tevens diensthoofd van de intensieve zorgen aan het UZ Antwerpen. “Het is belangrijk te investeren in de behandeling en preventie van ziekten. Onze uitstekende
gezondheidszorg is gesteund op
innovatief onderzoek, zoals bijvoorbeeld in het UZA door een
centrum voor stamceltherapie,
etc. Daarnaast is de ontwikkeling
van technische hulpmiddelen
voor de patiënten, zoals implantaten en prothesen even noodzakelijk. Of levert het in kaart brengen van een aandoening, bijvoorbeeld door innovatieve medische
beeldvormingstechnieken, belangrijke informatie op. Om dit
allemaal te kunnen realiseren,
worden diverse initiatieven genomen op zowel Vlaams als nationaal niveau. Deze samenwerking tussen de verschillende universitaire instellingen op Vlaams
niveau is van groot belang als we
de titel van Medisch Centrum
Vlaanderen nastreven.”
De farmawereld kenmerkt
zich door voortdurende
innovatie van behandelingen en geneesmiddelen.
Hoewel het onmogelijk is
alle nieuwe ontwikkelingen in de klassieke en biogeneeskunde te volgen,
tonen we u hier wel enkele opmerkelijke nieuwkomers op de markt.
Oncologie
Prof. dr. Philippe Jorens,
diensthoofd AUREA
het UZ van Antwerpen. “Translationeel onderzoek staat internationaal hoog op de beleidsagenda”, zegt zij. “Het vormt de brug
tussen het biomedisch/klinisch
onderzoek enerzijds en de patiënt
anderzijds. Hierbij is de uitwisseling van bevindingen in beide
richtingen cruciaal: overdracht
van kennis van het onderzoekslaboratorium naar de patiënt (from
bench to bedside) en omgekeerd:
een terugkoppeling van de patient naar het klinisch onderzoek
(from bedside to bench). En zoals
bij elke studie staat ook bij translationeel onderzoek de patiënt altijd centraal. Alles gebeurt met
zijn/haar toestemming.”
Translationeel onderzoek
Dr. Elke Smits coördineert het
translationeel onderzoek binnen
Vlaamse Biobank
“Vlaanderen heeft ruime ken-
niscompetenties op het vlak van
biomedisch basisonderzoek, beschikt over een performante gezondheidszorg en heeft een goede internationale reputatie in het
domein van het klinisch onderzoek. Ook de grote bereidheid van
de patiënt om aan klinische studies deel te nemen, geeft Vlaanderen een goede startpositie om
aan translationeel onderzoek te
doen en dient in de toekomst nog
verder uitgebouwd te worden”,
aldus Elke Smits. “Want translationeel onderzoek is de toekomst!
Wanneer we topklinische patiëntenzorg willen aanbieden, is dit
enkel mogelijk op basis van onderzoek. Eén belangrijk aspect
daarvan wordt de Vlaamse Biobank. Dit houdt in dat in verschillende centra binnen de univer-
Dr. Elke Smits,
medisch directeur.
siteiten en universitaire ziekenhuizen fysieke patiëntenstalen
(bloedstalen, weefselstalen, e.d.)
worden opgeslagen, gekoppeld
aan gecodeerde patiëntengegevens (geslacht, leeftijd, wanneer
is de ziekte ontdekt, etc.) Door
onderzoek naar ‘biomerkers’ kan
men komen tot een betere diagnostiek en/of behandeling van
bepaalde aandoeningen en – in
samenwerking met de biotech
en farmaceutische industrie de ontwikkeling van efficiëntere medicijnen. Het opstarten van
de Vlaamse Biobank is voorzien
voor 2010/2011 en wordt dus de
eerste, belangrijke opdracht van
het Centrum voor Medische Innovatie.”
CAROLINE STEVENS
Stroom doet wonden sneller helen
Wonden die moeilijk genezen, zoals diabetische of
doorligwonden, kunnen gestimuleerd worden met behulp van kleine elektrische
stroomstootjes. Die behandeling versterkt verschillende mechanismen die de
wond helpen herstellen.
“Om te begrijpen hoe elektrische signalen wondheling kunnen stimuleren, moeten we
kijken naar de werking van de
huid”, vertelt Henk Snymans,
CEO van Kingfisher Healthcare,
dat met de KFH NOVO-wondbehandeling inspeelt op dit principe. “De huid heeft een ‘batterij’ waardoor ionen zoals natrium op een gecontroleerde manier over het celmembraan gepompt worden.”
Wanneer de huid gewond is,
3 mechanismen
Diabetische voetwonde vóór (links) en na (rechts) de behandeling.
ontstaat er echter een kortsluiting in dit systeem. Hierdoor
lekt er een heel lage stroom
uit de wonde, die een constant
elektrisch veld veroorzaakt aan
de wondrand. “Opmerkelijk is
dat de stroom wegvalt binnen
enkele millimeters van de wondrand en ook weer verdwijnt zo-
dra de wonde terug bedekt is en
zijn normale elektrische weerstand weer heeft opgebouwd.”
Hierop aansluitend bracht ‘Nature’ in 2006 een artikel over de
pathways en genen die dit fenomeen onder invloed van bioelektrische signalen in gang
zetten.
Er zijn drie mechanismen bij externe wondheling, die elk versterkt worden onder invloed van
bio-elektrische stimulatie. De eerste zijn de fibroblasten, cellen die
de structuur en de functie van de
huid herstellen en collageen produceren, een eiwit dat sterkte en
stabiliteit geeft aan het weefsel.
Een tweede is angiogenese of de
vorming van nieuwe bloedvaten.
En ten derde is er cellullaire migratie of elektrotaxis, dat de cellen in een bepaalde richting doet
bewegen. “Al deze mechanismen
zorgen er, dankzij een versterking met bio-elektrische stroom,
voor dat een wond sneller wordt
schoongemaakt, nieuwe cellen krijgt en gezond weefsel aanmaakt”, besluit Henk Snymans.
BARBARA VANDENBUSSCHE
De Europese Unie heeft groen
licht gegeven voor het gebruik van Herceptin bij patiënten
met vergevorderde maagkanker.
Eerder werd het medicijn, dat bij
ons door Roche op de markt werd
gebracht, ook al gebruikt voor zowel beginnende als gevorderde
borstkanker. Het middel blokkeert
het HER2-gen, dat een proteïne
produceert dat kanker kan veroorzaken, en werkt dus enkel bij patienten die drager zijn van het gen.
Cardiologie
Sinds iets meer dan een jaar
heeft Boehringer Ingelheim
met Pradaxa een oraal antistollingsmiddel op de markt gebracht.
Nieuw is dat het anti-trombosemiddel in capsules wordt verkocht,
zodat mensen ze gewoon kunnen
innemen.
Ook Bayer bracht met Xarelto
een oraal antistollingsmiddel op
de markt, een middel dat net als
Pradaxa veneuze trombo-embolie moet voorkomen bij volwassen
patiënten die een geplande heupof knieprothese kregen.
Gynaecologie
Nadat de Nuvaring enkele jaren geleden een grote doorbraak betekende in de markt van
anticonceptiemiddelen, bracht
Bayer Yaz op de markt. Vrouwen
mogen deze pil 24 dagen doornemen, waardoor ze slechts vier dagen ongesteld zijn.De pil zou beter
beschermen tegen zwangerschappen en tegelijk neveneffecten als
stemmingwisselingen, irritatie,
hoofd- en buikpijn of angsten milderen.
Neurologie
Voor patiënten met de ziekte
van Parkinson of het Restless
Legs Syndrome (RLS) ontwikkelde
het Brusselse UCB het geneesmiddel Neupro. Het geneesmiddel bestaat uit een dagelijks aan te brengen patch, die een constante toevoer geeft en de symptomen van
beide aandoeningen verbetert.
Hierdoor worden patiënten in de
vroegtijdige stadia van de ziekte
van Parkinson veel mobieler en
beter in staat hun dagelijkse activiteiten uit te voeren. Lijders aan
RLS hebben minder symptomen
zoals tintelingen, branderigheid,
knagen en drukken in bed,zowel ’s
nachts als overdag.
MAART 2010 · 9
TIP
3
INVE
INVESTEER
VE
EST
STEE
TEE
EER
R IN
IN
ONDERZOEK
NIEUWS
Levenscyclus
van een
geneesmiddel
Klinische studies verlopen in
fasen. Nog voor de eerste fase
zijn er testen op acute en chronische toxiciteit (schadelijkheid) en op farmacologie (werking en dosis).
In de eerste fase wordt het middel voor het eerst toegediend,
meestal aan een kleine groep gezonde vrijwilligers, om de veiligheid en beste dosis te bepalen.
LEVENSWEG GENEESMIDDEL
De zoektocht naar een nieuw
geneesmiddel is een lange weg
vol hindernissen.
PHOTO: PHARMA.BE
Een rugzak vol
investeringen
■ Vraag: Hoe verloopt de levensloop van een geneesmiddel?
■ Antwoord: De ontwikkelingsfase van een medicijn
duurt gemiddeld tussen de 10
en 12 jaar, waarna de producent nog 10 à 15 jaar heeft om
de investering terug te verdienen tot het patent vervalt.
Doorheen zijn ontwikkelingsfase controleren de farmaceutische labo’s het (potentiële) geneesmiddel in een strikt reglementair kader op doeltreffendheid en veiligheid. Dat laatste betekent dat er zo min mogelijk en
acceptabele neveneffecten zijn.
De definitie van wat acceptabel
is, is doorheen de jaren aanzienlijk verscherpt. Niet dat ernstige
neveneffecten vroeger wel mochten, maar bijwerkingen die vroeger als aanvaardbaar werden beschouwd, zijn dat nu niet meer.
Ook de procedures maakten veranderingen door. Zo worden grotere aantallen mensen getest
voor het product op de markt
komt. “Elke mens functioneert
anders en kan verschillend reageren op een medicijn. Hoe gro-
”De jongste tien
jaar blijken de
investeringen in
onderzoek en
ontwikkeling bijna
verdrievoudigd”
Leo Neels
directeur pharma.be
ter de testgroep, hoe beter men
zicht krijgt op de veiligheid en
op mogelijke nevenwerkingen”,
stelt Leo Neels.
Sector vol verandering
“In principe start de levensloop
van een geneesmiddel wanneer
een molecule als potentieel geneesmiddel wordt aangeduid”,
legt professor Neels uit. “Zodra we
die hebben, vragen we een octrooi
aan, en dan begint het proces om
de doeltreffendheid en veiligheid
te bewijzen.” Het ontwikkelproces bestaat uit verschillende fasen (zie kader), die samen gemiddeld 10 jaar in beslag nemen. Een
octrooi geeft twintig jaar exclusiviteit op de exploitatie en verkoop
van het geneesmiddel. Daar is die
tien tot twaalf jaar onderzoek inbegrepen, zodat het medicijn in
de praktijk tien jaar of minder
ten gelde kan worden gemaakt.
Daar die testperiode dikwijls langer is vanwege de verhoogde eisen, blijft er soms nog minder tijd
over om de gedane investeringen
terug te verdienen. Daarom kunnen bedrijven nu ook een Europees aanvullend beschermingscertificaat aanvragen, die de oorspronkelijke periode kan uitbreiden met vijf jaar.
Maal 3
“De jongste tien jaar blijken
de investeringen in onderzoek en ontwikkeling bijna
verdrievoudigd”,vervolgt Leo
Neels. “Tegelijk daalde het aantal goedgekeurde medicijnen van
ongeveer 50 naar zo’n 20. Bedrijven investeren dus veel meer in
een kleiner aantal geneesmiddelen.” Hierdoor is de farmasector in volle verandering. Bedrijven kunnen niet meer overleven
zonder een grote financieringscapaciteit en langetermijnvisie.
De huidige verkoop van vergunde
geneesmiddelen moet hen toelaten om hun onderzoek en ontwikkeling voor toekomstige medicijnen te blijven doen. De dag
dat het octrooi vervalt, staat er
immers voor grote geneesmiddelen meteen een generiek middel klaar om de markt over te nemen. “Zij hebben die rugzak aan
investeringen niet, en maken dus
vanaf het eerste moment winst.
Vanaf 1 april 2010 is bepaald dat
hun prijs minstens 41 procent lager moet liggen dan het origineel.
In andere landen verdwijnt het
origineel meestal als het generiek op de markt komt, maar bij
ons blijven beide naast elkaar op
de markt.”
BARBARA VANDENBUSSCHE
In fase twee wordt de doeltreffendheid getest en de dosis verder op punt gesteld. Het geneesmiddel wordt getest op een
klein aantal patiënten, volgens
de ‘double blind’-methode: een
deel krijgt het geneesmiddel, de
anderen een placebo, een nietwerkzaam medicijn.
Een groter staal patiënten test
het middel enkele maanden lang
in de derde fase. De werking en
mogelijke neveneffecten worden vergeleken met die van de
standaardbehandeling, die als
referentie dient.
In de vierde fase is het middel
toegelaten en wordt het wijdverspreid gebruikt. Maar men blijft
het veilige gebruik opvolgen en
probeert de doeltreffendheid
van een geneesmiddel en de therapietrouw ervan aan te scherpen.
BARBARA VANDENBUSSCHE
10 · MAART 2010
INZICHT
FOCUST
GEZONDHEIDSZORG
Alles voor een betere zorg en
een warme samenleving.
FOTO: ISTOCKPHOTO.COM
Vlaanderen Medisch Centrum (VMC) is het project voor innovatieve doorbraken in de gezondheidszorg met
maximale maatschappelijke en economische meerwaarde. VMC wil het potentieel van de revolutionaire
medisch-technologische vooruitgang aanwenden in het voordeel van de patiënt en daarbij door innovatie
nieuw ondernemerschap stimuleren. “We moeten dié toepassingen selecteren die vooral de grootste
impact hebben in de zorgsector en die voorts ook economisch beloftevol zijn”, aldus minister Jo Vandeurzen.
“Een nieuwe impuls voor
waardige verzorging”
MC is een prominent onderdeel van
‘Vlaanderen in Actie’. Er wordt gemikt
op een kruisbestuiving tussen de zorg
in al haar aspecten,
kenniscentra en de ondernemingswereld. VMC wil, in goede interactie, een nieuwe en belangrijke impuls geven in de uitbouw van het
zorgtechnologische aanbod en van
Vlaanderen een internationaal gereputeerde innovatieve zorgregio maken. Dat komt in de eerste plaats de
zorg voor de eigen inwoners ten goede, maar zal tegelijk ook steeds meer
kansen scheppen voor ondernemingen om hun competentie internationaal te vermarkten. Op die manier
betekent de sterke stijging van de
zorgvraag,die de komende decennia
verwacht wordt, niet enkel een grote uitdaging, maar ook een opportuniteit.
dentiële zorg en de thuiszorg vergroten”, aldus minister Jo Vandeurzen.
“We gaan eerst het aanbod inventariseren,want dat is zeer divers, én de
vraag omschrijven. Daaruit moeten
we dié toepassingen selecteren die
vooral de grootste impact hebben in
de zorgsector en die voorts ook economisch beloftevol zijn.”
Assistieve technologie
Wetenschappelijk onderzoek
V
De Vlaamse regering kiest ervoor
om ouderen en mensen met beperkingen, zo lang zij dat wensen, thuis
te laten wonen, ook als ze zorgbehoevend zijn. VMC focust daarom
op assistieve technologieën en telegeneeskunde. “Door het aanwenden van nieuwe technologische mogelijkheden kunnen we de ouderen
veel meer als mens respecteren en de
armslag én de kwaliteit van de resi-
ICT
Een doorgedreven gebruik van ICT
is uiteraard een noodzaak voor een
goede en kwalitatieve zorg. Dit kan
alleen maar lukken als de toepassingen passen in een totaalvisie op
zorg. Er komt een geïntegreerd elektronisch zorgplan. De uiteindelijke ambitie hiervan is dat de patiënt
zijn eigen dossier elektronisch zal
kunnen beheren. “Dit geeft aan”, aldus minister Vandeurzen, “dat er
een verschuiving komt in de zorg.De
patiënt zal centraal staan, niet het
zorgaanbod.”
Onderzoek vormt de basis voor de
mogelijkheden van de toekomst.
Zo ondersteunt Vlaanderen wetenschappelijk onderzoek in neuronelektronica (www.nerf.be) en begint
het Centrum voor Medische Innovatie (CMI) met een biobank die toelaat
onderzoek te verrichten op basis van
veel meer en dus representatievere
data.
QUOTE
Door nieuwe
technologische
mogelijkheden
kunnen we de
ouderen veel
meer als mens
respecteren en
de kwaliteit van
de zorg
vergroten
Jo Vandeurzen,
vlaams minister van Welzijn,
Volksgezondheid en Gezin
Zorg om talent
De social profitsector wordt dé groeisector voor werkgelegenheid. Nu al
is de vraag naar verpleegkundigen,
zorgkundigen en verzorgenden groter dan het aanbod. De Vlaamse regering zal aansturen op het aantrekken van nieuw talent via promotie,
toeleiding en opleiding, zal de uitstroom trachten tegen te gaan en
aansturen op een meer evenredige arbeidsdeelname van kansengroepen.
Internationalisatie
De laatste jaren neemt de mobiliteit van patiënten toe. Minister Vandeurzen hierover: “Er komt een internationaal erkend accreditatiesysteem dat kwaliteitscriteria bevat voor zorginstellingen die zowel
EU als niet-EU-patiënten willen behandelen. Onze eigen Vlaamse zorginstellingen hebben er baat bij internationaal een plaats te vinden
met een selectie van niches en met
gevalideerde zorgmodellen die beantwoorden aan een internationale
kwaliteitsnorm.”
Op al deze terreinen zullen in de
komende maanden en jaren heel
wat mensen gemobiliseerd moeten worden als we in dit ambitieuze opzet willen slagen. Bij deze dan
ook een warme oproep aan alle betrokkenen om mee hun schouders
te zetten onder het initiatief, voor
een betere zorg en voor een warme
samenleving.
CASE
Technologie
ondersteunt
thuiszorg
De firma Baxter ontwikkelde reeds diverse toepassingen die de thuiszorg vergemakkelijken.
OPeritoneale dialyse maakt
het mogelijk dat de patiënt
thuis – zowel overdag als ’s
nachts - een nierdialyse uitvoert. Hierbij wordt het bloed
door het peritoneum of buikvlies gefilterd. Peritoneale dialyse moet 4 maal daags gedurende 20 minuten worden toegepast of kan ook ’s nachts tijdens de slaap gebeuren. Dit is
een zachte vorm van dialyse,
waardoor de patiënt over het
algemeen een goede levenskwaliteit behoudt.
OParenterale voeding werd
ontwikkeld voor patiënten
die niet of onvoldoende voeding via orale (via de mond)
of enterale (via een maagsonde) weg kunnen of mogen krijgen. Aminozuren, glucose en
vetten worden rechtstreeks in
de bloedbaan toegediend. Baxter heeft een eigen Home Care
Service die ondersteuning
biedt bij toediening thuis.
OImmunoglobulinen: bij bepaalde patiënten is het immuunsysteem minder werkzaam, waardoor zij een hoger
risico lopen op infecties. De
typische behandeling bestaat
uit een regelmatige behandeling met immunoglobulinen.
De toediening hiervan gebeurt
meestal in het ziekenhuis. Bij
sommige patiënten worden
de immunoglobulinen ook
reeds thuis toegediend met
een subcutane injectie, net
onder de huid. Nadat de patient in het ziekenhuis een paar
keer heeft geoefend hoe hij
zijn behandeling moet klaarmaken en toedienen, kan hij
dit erna zelf doen.
CAROLINE STEVENS
MAART 2010 · 11
TIP
INSPIRATIE
4
BR
BRENG
REN
ENG
NG JOUW
J UW
JO
UW
IDEE IN DE
PRAKTIJK
HOOGTECHNOLOGISCH
De oudere zelf kan het
systeem besturen door
kaarten te plaatsen op een
digitaal memobord.
FOTO: ISTOCKPHOTO.COM, PRIVÉ
Intelligente woning helpt
dementerende ouderen
OVraag: Hoe kunnen we de
steeds groter wordende groep
65-plussers helpen om zelfstandig te blijven wonen?
OAntwoord: Om deze reden
werd een ‘intelligente woning’ ontwikkeld, die ouderen met beginnende dementie moet helpen om
langer zelfstandig te wonen.
CASE
De vergrijzing stelt onze maatschappij
voor zware uitdagingen: hoge kosten
van de ziekenzorg, lange wachtlijsten in
zorgcentra, een tekort aan verpleegkundigen… Om dat op te vangen, ontwikkelde Bell Labs, de onderzoeksafdeling van
telecommunicatiebedrijf Alcatal-Lucent, in samenwerking met de vzw InHam en VUB-STARLab, een ‘intelligente
woning’ die alleenwonende ouderen in
staat moet stellen om langer zelfstandig
te wonen.
De technologie om van een huis een
intelligente woning te maken, kreeg de
naam Casensa (Casa Sensible). Casensa
werd in een demonstratiewoning van
de vzw In-Ham geïnstalleerd. “In-Ham
is een expertisecentrum waar mensen
allerhande hulpmiddelen kunnen uittesten”, zegt projectleidster en sociologe Laurence Claeys van Alcatel-Lucent.
“We wilden onderzoeken of er geen
nieuwe technologieën konden ontwikkeld worden in de woonomgeving
om ouderen te ontlasten. Wij hebben
enkele patiënten en 12 zorgverleners
betrokken bij het onderzoeksproces.
Want wij wilden realistische oplossingen creëren die tot innovatie leiden en
niet enkel technische inventies blijven.”
Huis van de toekomst
De intelligente woning zit boordevol
hoogtechnologische snufjes. Een lamp
die automatisch aangaat wanneer iemand in de leeshoek gaat zitten. Of zodra iemand de aardappelschiller opneemt, begint een videofilmpje af te
spelen waarbij iemand demonstreert
hoe je aardappelen schilt. Dagelijkse
voorwerpen in de woning werden met
sensoren omgebouwd tot slimme voorwerpen. Via een foto van dit voorwerp
”Intelligente
woning vergemakkelijkt het leven van de
oudere en
zijn mantelzorgers”
Laurence Claeys,
sociologe
wordt het erkend door Casensa. De slimme objecten worden via een intelligent
bord geactiveerd.
“Erg vernieuwend is dat wij de eindcontrole bij de oudere zelf leggen”, zegt
Laurence Claeys. “Hij of zij kan het systeem besturen door kaarten te plaatsen
op een digitaal memobord. Foto’s en teksten op die kaart maken het makkelijk
te onthouden welke functie eraan vastzit. De bejaarden kunnen die kaarten zelf
met de hulp van familie aanmaken. Op
zo’n kaart kan bijvoorbeeld staan: ‘zet
elke dag automatisch de televisie aan als
het VRT nieuws begint.’ Zodra de kaart
op het memobord hangt, zal deze functie vanzelf geactiveerd worden. Een andere kaart kan de koffiemachine aanzetten zodra de wekker wordt afgeduwd. Of
wanneer de bejaarde zijn slaapkamergordijn opent, wordt automatisch een
sms-je verstuurd naar zijn mantelzorger zodat die weet dat hij/zij goed is opgestaan. Het memobord kan de bejaarde er
ook aan herinneren dat hij op maandagavond zijn vuilnisbak moet buitenzetten,enz.Iedere oudere kan in samenwerking met zijn/haar mantelzorger een ei-
Geneeskunde studeer je in Antwerpen
gen set kaarten aanmaken die specifiek
afgesteld zijn op haar/zijn behoeften.
E-zorg
“De bedoeling van deze intelligente woning is enerzijds de oudere te ondersteunen en anderzijds de taken van de mantelzorger wat te verlichten. Want door
deze toepassing kan Casensa een aantal taken van de mantelzorger overnemen. Testen met proefpersonen hebben
alvast aangetoond dat het systeem zeer
gebruiksvriendelijk en flexibel is. Maar
voor het product op de markt komt,moet
hier en daar nog wat gesleuteld worden.”
Alcatal-Lucent kreeg alvast steun van
de Vlaamse overheid om dit onderzoeksproject te realiseren. “Momenteel wordt
onderzocht of wij het systeem kunnen
commercialiseren”, zegt Laurence Claeys. “Wij zijn er immers van overtuigd dat
thuiszorg op afstand (e-zorg) in de toekomst een belangrijke rol gaat spelen
in de zorgsector. En misschien niet enkel voor ouderen maar ook voor jongere
mensen met een handicap.”
CAROLINE STEVENS
LeRen is leVen
www.universiteitantwerpen.be
Nieuwe middelen bieden MS-patiënten hoop
BiogenIdec investeert fors in behandeling MS
Multiple sclerose, een ziekte die de zenuwen aantast en kan leiden tot invaliditeit, is de meest frequent voorkomende
aandoening van het zenuwstelsel bij jonge volwassenen. Volledige genezing is nog niet mogelijk, maar de medische
wereld timmert hard aan medicijnen die de levenskwaliteit sterk verbeteren.
Per 100.000 inwoners zijn er 80 à 100 MS-patiënten, meestal meer vrouwen dan mannen. MS is een
chronische ziekte van het centrale zenuwstelsel
– de hersenen en het ruggenmerg – dat bepaalde
signalen niet goed kan verwerken. Oorzaak is het
eigen immuunsysteem, dat de vetachtige ísolatielaag (de myeline) rond de zenuwbanen aanvalt.
Daardoor lekken de zenuwimpulsen weg en kunnen
er ontstekingen ontstaan.
Gerrit Tent
“Zo’n vijftien à twintig jaar geleden kwamen de
eerste medicijnen en behandelingen voor MS op
de markt”, vertelt Gerrit Tent, managing director
bij biotechnologiebedrijf BiogenIdec. “Daarna is er
weinig veranderd tot in 2006, toen we geneesmiddelen uitbrachten die veel
effectiever werkten. Voordien moesten MS-patiënten zichzelf inspuiten, nu
volstaat het om eens om de vier weken een infuus te geven.”
Managing Director
BiogenIdec Benelux
Scherpstellen
Op dit moment is er een tiental behandelingen in ontwikkeling voor multiple
sclerose. Dat is grotendeels de verdienste van de biotechnologie. Die gaat
uit van de kennis van het ziekteproces op celniveau, en gaat zich daar specifiek op scherpstellen. “Ook het biotechnologisch bedrijf BiogenIdec, dat zich
focust op MS, heeft nu twee innovatieve behandelingen op de markt. “Jaarlijks herinvesteert Biogen Idec ongeveer 30% van z’n omzet in onderzoek
en ontwikkeling waardoor het een zeer rijke en beloftevolle pipeline heeft
die MS-patiënten verdere perspectieven biedt op een beter en kwaliteitsvoller leven.”
BiogenIdec streeft ernaar de behandelingen zo patiëntvriendelijk mogelijk
te maken. Tot nog toe gebeurt de toediening van geneesmiddelen met een
inspuiting of infuus. Voor patiënten zou het een pak makkelijker zijn gewoon een tabletje te nemen, maar dat is vooralsnog niet mogelijk. “Bovendien gaat onze aandacht op dit moment voornamelijk uit naar de efficiëntie
en de veiligheid”, stelt Gerrit Tent. “MS is een ziekte aan het immuunsysteem, en als je daarop ingrijpt heeft dat effecten op andere problemen of
plaatsen in het lichaam. Als je de immuuncellen te veel remt, doen ze hun
werk niet meer waar ze het wel moeten doen. Dat geldt niet alleen voor
MS, maar ook voor andere auto-immuunziekten als psoriasis of de ziekte
van Crohn.”
Naar de oorzaak
Op dit moment spitst het onderzoek zich toe op twee elementen, geeft
Gerrit Tent nog mee: “Bij MS wordt de isolatielaag rond de zenuwen weggevreten door de eigen immuuncellen. Behandelingen richten zich dus op
het herstellen van die laag. Het onderzoek is hoopvol, maar wel een werk
van lange adem, waarbij nog heel wat obstakels overwonnen moeten
worden. Anderzijds onderzoeken we ook de oorzaak van MS, en proberen
we te voorspellen op welke behandeling patiënten goed zullen reageren. Zo
kunnen we een stuk effectiever tewerk gaan.”
De managing director van Biogen Idec waarschuwt nog voor al te spectaculaire succesverhalen, omdat die voor vele MS-patiënten mogelijk uitmonden
in een teleurstelling. Het is wel positief dat er nu een aantal middelen op de
markt zijn, en dat er naast de injecties ook een infuusbehandeling bestaat.
In tegenstelling tot de injecties, die inwerken op de immuuncellen in het
centraal zenuwstelsel, zorgt het infuus ervoor dat de cellen vanuit de bloedbaan niet in het centraal zenuwstelsel kunnen komen. “Hoe dichter je bij
het probleem komt, hoe beter de aanpak en hoe minder de kans op nevenwerkingen. Maar we zijn nog niet toe aan een middel dat de ziekte geneest.”
;D8JHDCBJAI>EA:H8A:GDH>H
Leehc[[h_d\ehcWj_[el[h
Ckbj_fb[IYb[hei_i0
7^d\Zc>YZX7Za\^jbCK
8jaa^\VcaVVc'<!&-(&9^Z\Zbr ('%''&.&'&-
7>>7"7:A"')*,*
lll#Y^V\cdhZBH#WZ
Download