1/20/2015 Portfolio Seniorensportleider Yvonne ten Voorde Inhoudsopgave Voorstellen .............................................................................................................................................. 2 POP .......................................................................................................................................................... 3 Antwoorden van het filmpje ................................................................................................................... 4 Artikelen .................................................................................................................................................. 6 Observeeropdrachten ............................................................................................................................. 6 Omgaan met groepen ........................................................................................................................... 10 Didactische zaken .................................................................................................................................. 13 Conditie deelnemers ............................................................................................................................. 14 Calamiteitenplan ................................................................................................................................... 15 Ziekten/contra-indicaties ...................................................................................................................... 16 Gedrag, motorisch leren, motivatie en identiteit ................................................................................. 17 Gezondheidskundige aspecten ............................................................................................................... 0 Trainingsschema ...................................................................................................................................... 0 Opdracht PR............................................................................................... Error! Bookmark not defined. GALM fittestdag....................................................................................................................................... 1 Evenement .............................................................................................................................................. 2 Presentatie .............................................................................................................................................. 3 Reflectie ................................................................................................................................................... 4 Verantwoording lessen ........................................................................................................................... 6 Gegevens lessen BPV ............................................................................................................................... 7 1 Voorstellen Mijn naam is Yvonne ten Voorde. Geboren op 1 augustus 1990 dat maakt mij nu 24 jaar. Op het moment woon ik in Bedum, maar ben ook nog veel in Winsum bij mijn moeder. Momenteel zit ik in de tweede klas van de opleiding Sport, gezondheid en management aan de Hanzehogeschool in Groningen. Om deze opleiding te voltooien moet ik minimaal één trainingscursus volgen. Mijn keuze is gevallen op seniorensportleider. De reden dat ik gekozen heb voor seniorensportleider is, omdat ik zelf weinig kennis had van seniorensport en ook weinig ervaring had met senioren. Dit omdat mijn opa’s en oma’s al waren overleden voor dat ik geboren was. Doordat ik de opa’s en oma’s van mijn vriend heb leren kennen, ben ik meer in aanraking gekomen met de ouderen. En heb ik ontdekt dat het een hele gezellige maar ook kieskeurige doelgroep kan zijn. Na wat informatie gezocht te hebben en de redenen heb gezien waarom sport voor senioren belangrijk is, leek mij deze cursus erg interessant. Daarnaast vind ik het fijn om mensen te helpen. Door de senioren sport te geven, help je ze met gezonder leven. En geeft het naast een gezonder leven ook meer sociaal contact, helpt het bij valpreventie en kunnen ouderen misschien wel langer thuis wonen. Met dit in mij achterhoofd, leek het mij een hele leuke en vooral leerzame cursus. 2 POP Doelgroep leren kennen Dit wil ik gaan doen door bij stage de doelgroep te observeren en in formatie te gaan zoeken over de doelgroep. Hiermee hoop ik informatie over de doelgroep te krijgen en te ondervinden wat en of er specifieke gedragingen bij de doelgroep zichtbaar zijn. Lesgeven/voor de groep staan Dit wil ik gaan doen door goed naar feedback te luisteren die ik krijg en deze toe te passen, wanneer ik weer les moet geven. En proberen zelfverzekerd voor de groep te staan, door met een duidelijke stem te praten en rechtop te staan. Creativiteit Dit wil ik gaan doen door leuke uitdagende lessen te bedenken, waarin ook wat creativiteit verwerkt zit. Waardoor het niet van die stijve lessen worden. Maar er uitdaging in zit en leuke oefeningen/acties. 3 Antwoorden van het filmpje 1. Wat versta je onder seniorensport en wat onder MBVO? Seniorensport: Ik versta onder seniorensport, sport voor mensen die wat ouder zijn en het uitvoeren om hun gezondheid te behouden/verbeteren. MBVO: De mogelijkheid voor ouderen om te sporten, wat steeds meer voor komt. 2. Welke motieven geven senioren om aan MBVO/ bewegen te doen? Gezondheid, langer thuis wonen, val preventie, het sociale aspect. 3. Welke motieven geven senioren om niet (meer) aan sport/ bewegingsactiviteiten te doen? Te stijf, bang om te vallen, te oud (alleen nog maar kunnen zitten). 4. Er zijn diverse bewegingsgebieden waar senioren aan mee kunnen doen. Noem er minimaal 5. Sport en spel, stoel gymnastiek, bewegen op muziek, krachttraining, coördinatie oefeningen. 5. In de film worden meerdere lesfragmenten getoond. a. Noem er 4 Warming-up, kern 1, kern 2, cooling-down b. Geef van elk lesdeel aan wat de nagestreefde doelen kunnen zijn. Warming-up: warm worden en in de sfeer van les komen. Kern 1: een bepaalde worp aanleren, of specifieke sprong. Kern 2: een spel vorm bijvoorbeeld met de aangeleerde worp uit kern 1. Cooling-down: hartslag weer naar beneden brengen en gezellig praten. c. In welk deel van de les passen deze fragmenten en wat is het karakter van het lesdeel?(weet de fragmenten niet meer. ) 6. Hoe zijn de senioren die aan sport en/ of MBVO meedoen in te delen? Fitte ouderen, beginnende ouderdomsproblematiek, niet fysieke ouderen (stoelgymnastiek). 7. Stelling: “Een senior is iemand die niet meer voor zichzelf kan zorgen” a. Ben je het met de stelling eens? Motiveer je mening. Nee, want senioren kunnen nog heel goed voor zichzelf zorgen. Anders zijn sommige personen van 90+ nog steeds niet senior. b. Wat verstaan we onder een stereotype beeld? Een typisch beeld wat mensen van een senior hebben. Hoe het merendeel van de mensen er over denkt. c. Welk beeld heeft de huidige jongere van senioren? Een persoon van ongeveer 55+/60+ die zowel gezond en ongezond kan zijn. d. Hoe ziet deze generatie aan tegen een verzorgingstehuis? Een huis waar personen/senioren zitten die niet meer op zich zelf kunnen wonen. Bij sommige taken van de dag hebben ze hulp nodig, of bij hun eigen hygiëne bijvoorbeeld. e. Wat weet jij van een verzorgingstehuis? Hoe kom je er evt. meer over te weten? Een huis waar personen zitten die volledige of deels hulp nodig hebben in het dagelijks leven. Je kan er meer over te weten krijgen, door informatie te zoeken in boeken/internet, of door er heen te gaan en te vragen. f. Bij bewegingslessen moet je extra goed op de senioren letten? Motiveer. Extra goed, niet perse. Bij kinderen moet dat ook. Maar wel goed op letten, of ze niet te fanatiek zijn, niet dreigen te vallen, of dat er iets met hun hart gebeurt (als ze hart problemen hebben)bijvoorbeeld. 4 Conclusie 1. Mijn visie op senioren: Super gemotiveerd personen, waarvan sommige nog zoveel mogelijk uit het leven willen halen. Door te sporten om hun gezondheid te bevorderen en zo lang mogelijk thuis te kunnen blijven wonen. 2. Mijn visie op bewegen: Door te sporten kun je de gezondheid bevorderen, wordt je energieker en zit je lekkerder in je vel. 3. Mijn keuze t.a.v. het sportdomein: Sport en spel of stoel gym. 4. Mijn keuze m.b.t. de doelgroep: Fitte ouderen of personen die stoel gym doen. 5 Artikelen Bewegen op afstand, maar toch dichtbij 16-11-2014 Door bezuinigingen zijn de laatste jaren allerlei gym- en beweeglessen voor ouderen weggevallen. Minder gezondheid en minder sociale omgang waren de gevolgen waarmee de deelnemende ouderen te maken dreigden te krijgen. Een groep enthousiaste deelnemers aan de geschrapte beweegactiviteiten stak daarop de koppen bij elkaar om een alternatief te bedenken. Dat kwam er, in samenwerking met OnsPlatform.tv en medisch sportgezondheidscentrum TopSupport. Op 10 november jongstleden kwam Martin van Rijn, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in Eindhoven zijn licht opsteken over dit geslaagde beweeginitiatief. Tijdens zijn bezoek aan seniorensociëteit Andromeda in Eindhoven liet staatssecretaris Van Rijn zich uitgebreid informeren over verschillende manieren waarop technologie kan worden ingezet om het onderlinge contact binnen een wijk en het welzijn van ouderen te ondersteunen. Bewegen op Afstand is daarvan een geslaagd voorbeeld: het geeft mensen de mogelijkheid om laagdrempelig, dicht bij huis en samen met anderen te sporten onder begeleiding van een professionele sportcoach. Win-win-win De interactieve beweeglessen voor groepen worden vanuit een centrale locatie door één beweegcoach interactief aangestuurd via internetverbindingen met beeld en geluid. Deze professionele sportcoach, een medewerker van medisch sportgezondheidscentrum TopSupport, staat op een vooraf afgesproken tijdstip via internet en een webcam rechtstreeks in verbinding met de groep ouderen. De coach ziet en hoort de deelnemers. Hij kan hen instructies geven en beantwoordt indien gewenst hun vragen. Dankzij de deskundige begeleiding bewegen de betrokkenen niet alleen beter, maar ook vaker. Het is een ideale manier voor senioren om te kunnen blijven bewegen en tevens sociale contacten te onderhouden of op te doen in hun directe leefomgeving. Groot pluspunt van de gekozen constructie, in september nog winnaar van de Social Innovation Award 2014, is dat de kosten laag blijven. Een coach kan immers aan meerdere locaties tegelijk beweeglessen geven. Dat bespaart tijd en dus geld. 6 Eenvoud Gezond, gezellig en ‘goedkoop’: een win-win-winsituatie. Het initiatief kon dan ook rekenen op veel enthousiasme van de staatssecretaris. “Gefeliciteerd”, aldus Martin van Rijn. “Dit is top! Geweldig krachtig door de eenvoud!” De staatssecretaris ondervond aan den lijve hoe het is om les te krijgen van een coach op afstand. Hij deed graag een online beweegles mee. Bron en foto: TopSupport en OnsPlatform.tv Oma is een Ironman, en daar wordt ze steeds beter in redactie − 12/11/14, 18:25 Extreme sporten worden steeds populairder onder ouderen. Amerikaans onderzoek toont aan dat bij extreme sportwedstrijden, zoals triatlons, niet alleen meer senioren meedoen, maar dat ze ook steeds sneller worden. In tegenstelling tot de jongere deelnemers. “Alleen fysiek trainen is niet genoeg, oudere deelnemers hebben de wijsheid dat in te schatten” Triatleet Sunny McKee (65) Onafhankelijk van je leeftijd, iedereen die wel eens aan een triatlon heeft meegedaan of er zelfs alleen maar naar heeft gekeken, weet dat dit wat anders is dan een rondje Vondelpark. Jaarlijks worden er verschillende triatlons georganiseerd over de hele wereld, onder verschillende namen. Een bekende is Ironman, die op diverse plekken in Europa en Amerika plaatsvindt. Deelnemers moeten achtereenvolgens bijna 4 kilometer zwemmen, ruim 180 kilometer fietsen en een marathon (42, 2 kilometer) lopen. De gemiddelde triatleet doet er minstens tien uur over. En juist bij deze extreme wedstrijd zouden oudere deelnemers het steeds beter doen. PubMed, een Amerikaans onderzoeksbureau onderzocht de conditie van de deelnemers aan de wedstrijd. Daaruit bleek dat deelnemers boven de 50 op steeds betere tijden finishen. Omdat dit bij deelnemers onder de 44 niet het geval is, wordt het verschil tussen de verschillende leeftijdsgroepen steeds kleiner. 7 Mentaal sterker De Amerikaanse Sunny McKee, 65 jaar, deed dit jaar mee aan de Ironman van Texas. Haar eerste deelname was vier jaar geleden en sindsdien is ze verkocht. Zorgen over haar leeftijd heeft ze zich nooit gemaakt. Sterker nog, ze vermoedt dat het haar geen windeieren legt. "Ik heb jaren sportervaring. Bovendien gaan mensen van mijn leeftijd beter om met ongemakken die je tijdens de wedstrijd te verduren krijgt. Wij zijn mentaal sterker, dat is cruciaal als je zo lang moet sporten," zei ze tegen BBC. Verschillende psychologische studies wijzen inderdaad uit dat het deelnemen aan een wedstrijd als Ironman geestelijk veel vraagt. Meer dan tien uur lang aan een stuk sporten is een mentale uitputtingsslag. McKee vermoedt dat jongere deelnemers dat aspect van de wedstrijd onderschatten. "Alleen fysiek trainen is niet genoeg, oudere deelnemers hebben de wijsheid dat in te schatten." © thinkstock. Positief effect Een triatlon lijkt de gemiddelde zestigplusser misschien wat gevaarlijk, maar volgens Jolanda de Zeeuw, adviseur sport en bewegen bij senioren voor het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) hoeft dat niet zo te zijn. De Zeeuw: "Als mensen gezond zijn en zich goed voorbereiden heeft zelfs zo'n extreme sportprestatie een positief effect." Volgens de richtlijn van het NISB is dagelijks een half uur matig intensief bewegen wenselijk voor ouderen. Meer mag altijd, vindt De Zeeuw. "Iemand van 85 met hartproblemen die nog nooit heeft gesport, moet er natuurlijk niet aan beginnen. Maar mensen kunnen zelf goed inschatten wat ze aankunnen. Het is onzin dat ouderen alleen maar kunnen bridgen en jeu-de-boulen." Meer tijd, minder geldingsdrang Het onderzoek noemt meerdere verklaringen voor de resultaten, met als meest voor de hand liggende dat gepensioneerden meer tijd tot hun beschikking hebben om regelmatig te trainen. Trainen is voor een heftige duurloop als Ironman cruciaal, meer dan bij andere sporten. Oudere deelnemers zijn bovendien minder gebrand op resultaten. Ze willen de triatlon gewoon graag afmaken, ze hoeven niet de snelste te zijn of records te breken. Juist dit verschil in houding zorgt voor een consequent tempo en dat is volgens de onderzoekers van groot belang voor de eindtijd. Met een verouderende wereldbevolking is het niet vreemd dat steeds meer mensen op latere leeftijd nog sportief zijn. Ouderen blijven langer fit en zijn actiever. Daarnaast wordt sporten voor mensen op leeftijd al langer aangemoedigd, regelmatig bewegen zou beschermen bij geheugenverlies en andere cognitieve stoornissen. Of die vlieger ook opgaat bij het lopen van triatlons, is niet bekend. De Zeeuw 8 benadrukt: "Ouder worden maakt niet dat je niet meer kan sporten. Bewegen, extreem of juist niet, kan veel voor mensen doen." Senioren op de hometrainer door oude buurt met Street View Een Verzorgingshuis in het Belgische Mol heeft een nieuwe toepassing bedacht voor Google Street View. De oudere bewoners krijgen tijdens het fietsen op een hometrainer beelden te zien van hun oude buurt. Het is zo net of de senioren door hun vorige woonplaats fietsen. 29 oktober 2014, 10:25 Bron: BuzzT De methode motiveert de bewoners om in beweging te komen en te blijven, is te zien in een reportage van het Vlaamse journaal. Bewoner Frits is erg enthousiast. Tijdens het fietsen vertelt hij hoe het treinstation waar hij langs rijdt er vroeger uitzag, terwijl de andere bewoners belangstellend toekijken en luisteren. Beweging Manager Jan Kaars: 'Fietsen in een kale ruimte is niet zo stimulerend voor onze bewoners. Het is een van de weinige vormen van beweging waar ze nog mee in actie kunnen komen. De beelden van Street View geven hun de mogelijkheid om toch in hun oude straat te fietsen.' Een Vlaamse technologische instellingen en de universiteit van Leuven kijken nu of deze manier van bewegen met Street View grootschalig kan worden ingevoerd bij verzorgingshuizen. 9 Observeeropdrachten Opdracht 1: Ga naar minimaal 2 verschillende groepen sport en bewegen (fitte senioren, senioren met beginnende ouderdomsmotoriek of niet mobiele senioren/ intramuraal). Stel de volgende vragen minimaal aan 3 personen uit elke groep: Hoe lang bent u al lid van deze groep? Waarom doet u mee? Beweegt u ook op een ander moment van de week? Zo ja, wat doet u dan? Hebt u behoefte aan meer activiteiten? Welke sport hebt u in het verleden beoefend? Maak een verslag van de antwoorden die je hebt gekregen, hierin komt aan bod: Met wie je gesproken hebt, hoe oud de deelnemer is, hoe je de deelnemer hebt benaderd. Ook de antwoorden op de vragen die je hebt gesteld. Tot slot: als je een advies zou mogen geven aan deze deelnemers, wat zou je dan adviseren? (en waarom?) Opdracht 2: Deze opdracht vond ik behoorlijk lastig, omdat ik het inschatten van leeftijden altijd erg lastig vind. Daarom heb ik de opdracht ook later in de stage uitgevoerd. Zodat ik de deelnemers wat vaker kon zien. Bij de eerste groep had ik goed wie de jongste en oudste deelnemer was. Dit was heel duidelijk te zien. De overige deelnemers had ik redelijk goed geschat, alleen was er een deelnemer die ik behoorlijk ouder schatte dan dat deze was. Dat vond ik wel vervelend voor die gene, maar ze lachte er gelukkig wel om. Bij de tweede groep had ik ook weer goed welke de jongste en oudste deelnemer was. Hierbij was de oudste duidelijk te zien de jongste vond ik iets lastiger. Maar wel goed gegokt. De leeftijden over het algemeen had ik in deze groep behoorlijk te laag gegokt. Bijna alle had ik te jong geschat, omdat ik bij de eerst groep een behoorlijk te oud had gegokt. Was ik bang dat ik dat weer zou doen en iemand zou beledigen. Hierdoor zette ik veel lager in. Waar ik naar keek bij het inschatten, was de haarkleur, de hoeveelheid rimpels, of iemand krommingen van botten heeft, hoe fit ze mee doen in de groep en of ze veel hangend lichaamsvel hebben. Maar iemand kan er van nature jong uit zien en ouder zijn of juist andersom, oud eruit zien en jong zijn. Hierdoor blijft het altijd een gok. Opdracht 3: 10 Observeer 2 lessen, extra en intramuraal, Hoe was de intensiteit van de les? Waaraan zie je dat? Vraag na de les of je conclusie klopte. Maak een verslag waarin je beschrijft hoe jij dacht dat de intensiteit van de les was. Daarna beschrijf je of je observaties en de conclusies klopten. 11 Omgaan met groepen bespreek minimaal 3 voorkomende praktijkproblemen 12 Didactische zaken Welke “problemen’ heb je waargenomen en hoe gaat de leiding ermee om? Werk dit uit in een kort verslag in je port folio. 13 Conditie deelnemers Bij mijn stage wordt er gewerkt aan de conditie van de deelnemers op verschillende manieren. Bijvoorbeeld door een dans te doen. Doordat mijn stage in het zwembad is, is het voor de deelnemers wanneer er een dans gedaan wordt behoorlijk zwaar. Door het weerstand van het water is het allemaal net wat zwaarder. Daardoor is het voor de deelnemers soms erg vermoeiend. Maar hierdoor wordt er wel aan de conditie gewerkt. Door loopvormen in het water, bijvoorbeeld door dit patroon te lopen. Doordat er van twee kanten gelopen wordt, komt er veel stroming vrij, daardoor moeten de deelnemers moeite doen om goed de bochten door te komen. Wanneer ze dit een half uur moeten doen, is dit erg vermoeiend voor de deelnemers. Waardoor ook weer aan de conditie gewerkt wordt. Oefeningen met materialen helpen mee aan de conditie, wel meer aan bewegelijkheid en kracht. Maar ook de conditie wordt er beter van, omdat bewegen daar altijd aan mee werkt en helemaal in het water. Door gebruik van materialen wordt de belastbaarheid ook beter, alleen is het gevaarlijk dat je in het water gewichtloos bent. Daardoor is het voor ouderen belangrijk dat ze weten waar ze last van hebben, bijvoorbeeld van de heup. Dan moeten ze met oefeningen rekening houden met hun heup dat ze die niet teveel gaan belasten. 14 Calamiteitenplan http://www.mkbservicedesk.nl/400/het-calamiteitenplan.htm 15 Ziekten/contra-indicaties Een van de deelnemers heeft kanker, op verschillende plekken in het lichaam. Deze deelnemer weet zelf wat ze kan, ze doen altijd heel enthousiast mee. Zelf heeft ze niet snel een stop, daarom moet de lesgever soms aangeven dat ze rustiger aan moet doen. Zodat ze niet oververmoeid raakt, helemaal omdat ze soms een week na een chemotherapie al weer mee doet. Een enkele keer is ze afwezig voor chemotherapie. Maar wanneer ze er is, zal ze zelf niet stoppen, ze is er positief en blijft maar door gaan. Een andere deelnemer heeft longproblemen, deze heeft eerst therapie zwemmen gedaan. Toen dat stopte wilde ze nog graag sporten in het water, daarom is ze bij de groep aangesloten. Deze deelnemer kan niet aan alles mee doen. Op het moment dat zij bij de groep aan is gesloten, is er met haar overlegt wat te doen als ze niet mee kan doen. Er is afgesproken dat als zij het te zwaar vindt zelf stopt met de oefeningen of op gepast niveau verder mee doet. Bij een enkele les wanneer het een zware les is of wanneer zij een slechte dag heeft, staat ze soms een hele les te joggen in het water aan de kant van de groep. Dit vindt ze zelf niet erg, omdat ze zelf het idee heeft dat ze wel mee doet en lekker in beweging is. De lesgever houdt haar wel in de gaten en geeft af en toe aan of ze niet wat rustiger moet doen. Maar over het algemeen kan ze dat erg goed zelf inschatten en neemt ze daar zelf initiatief in. Ook zijn er een aantal deelnemers die last hebben van de schouder(s). Deze deelnemers doen de hele les mee met alle oefeningen. Alleen zijn de oefeningen aangepast, dat doen ze meestal zelf wel. Maar ook de lesgever geeft aan wanneer er een oefeningen gedaan wordt met de armen, dat ze hun ellebogen tegen hun lichaam moeten houden. Zodat er niet aan de schouder getrokken wordt. Gelukkig weten de deelnemers hier goed mee om te gaan, waardoor de les voor iedereen te doen is op zijn/haar eigen niveau. En er zijn natuurlijk mensen slechthorend. Voor deze deelnemers kan het lastig zijn als er muziek op staat. Hierdoor wordt er niet elke les muziek gebruikt. Maar ook geven deze deelnemers aan dat ze niet altijd horen wat de oefening is. Dit kan opgelost worden doordat de lesgever op de kant staat. Wanneer de deelnemers het niet horen, kunnen ze zien hoe de oefening moet. Maar wat ook een oplossing is wanneer de lesgever zelf ook in het wat is, is door de slechthorende deelnemers naar de lesgever te zetten. Zodat ze het beter kunnen horen en eventueel wat kunnen liplezen. 16 Gedrag, motorisch leren, motivatie en identiteit De groepen van mijn stage zijn erg verschillend. Sommige deelnemers zijn heel gericht op de lesgever en praten tijdens de les met niemand. Anderen zijn juist meer met elkaar bezig i.p.v. met de lesgever, deze moeten er soms weer bij geroepen worden. Wat ik ook opvallend vind is, dat sommige deelnemers hun haar niet nat willen hebben en druppels van bijvoorbeeld een bal proberen te ontwijken. Terwijl anderen juist meteen in het zwembad hun haren nat maken. Voor zover ik het weet, verteld wel iedereen het aan mij of Joan wanneer iemand ergens last van heeft, bijvoorbeeld schouder of heup. Zodat wij er vanaf weten wanneer iemand niet zo goed mee doet als normaal. Hier is iedereen wel eerlijk over. De motivatie van de groep is wel aanwezig bij alle deelnemers. Alleen vindt iedereen natuurlijk niet elke les even leuk, dit melden ze vaak wel maar ze doen alsnog wel leuk mee met de les. Omdat ze weten dat ze het de week erna waarschijnlijk wel weer leuk vinden. Ze doen altijd goed mee en luisteren naar wat ze moeten doen. De motoriek van de groep verschilt per deelnemer. Er zijn veel deelnemers die nog makkelijk lopen en beweging uitvoeren. Maar er zitten ook deelnemers tussen die wat moeilijker lopen, maar in het water is dat vaak minder duidelijk. Verder zijn er bewegingen die niet iedere deelnemer meer kan uitvoeren, of wel uitvoeren maar dan in een makkelijkere versie of de beweging wordt langzamer uitgevoerd. Verschil tussen grove en fijne motoriek merk ik niet echt. Er zit in elk geval geen opvallend verschil tussen, het valt mij niet op. 17 Gezondheidskundige aspecten Seniorensport Fysiologische aspecten van het ouder worden Beschrijf per categorie de kenmerken, veranderingen, aandoeningen etc. in steekwoorden. Lichaamsdeel 1 Botten 2 Gewrichten/ bewegings apparaat 3 Longen/ ademhaling 4 Hart- en vaatstelsel 5 Oren/gehoor 6 Ogen/ gezichtsvermogen Volwassenen Begin verlies hoge toonhoogte Lezen wordt moeilijker, staar kan ontstaan. En troebele lenzen. Senioren met beginnende ouderdomsmotoriek Slechthorendheid wordt erger, hierdoor kan cognitief functioneren verminderen, of in een sociaal isolement raken. macula degeneratie (netvliesveroudering) vitreomaculaire tractie (los laten van het gel aan het netvlies), troebele lens. Fragiele senioren Slechthorendheid wordt erger, hierdoor kan cognitief functioneren verminderen, of in een sociaal isolement raken. macula degeneratie (netvliesveroudering) vitreomaculaire tractie (los laten van het gel aan het netvlies), troebele lens. 7 Spieren 8 Stofwisseling 9 Geheugen en hersenfuncties Spiermassa neemt af Verlies kracht en mobiliteit Dementie en/of korte- en langetermijngeheugen kan minder worden. Dementie en/of korte- en langetermijngeheugen kan minder worden. 10 Motoriek Conclusies: Beweegadviezen: 1 Trainingsschema 1. Maak een trainingsschema (H5.3 trainingsleer). GALM fittestdag 1 Evenement 2 Presentatie 3 4 Reflectie 5 Verantwoording lessen Les Datum Lesdeel en thema accent opmerkingen 1 29-092014 Warming-up + kern 1 Circuittraining Balans/evenwicht Senioren 65+ mobiel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 6 Gegevens lessen BPV 7 1. 2. 3. 4. 5. 6. Voorstellen van jezelf en de reden dat je seniorensportleider wilt worden EVC en POP beantwoord de vragen over het filmpje: “bewegen doe je zo” Zoek artikelen betreffende senioren Observeeropdracht 1-2-3 Omgaan met groepen (H 2): bespreek minimaal 3 voorkomende praktijkproblemen 7. Beschrijf wat je opvalt tijdens de stage over didactische zaken (H6). Welke “problemen’ heb je waargenomen en hoe gaat de leiding ermee om? Werk dit uit in een kort verslag in je port folio. 8. Wat is je tijdens de stage opgevallen m.b.t. de conditie van de deelnemers? (H5) Op welke manier wordt er gewerkt aan conditieverbetering (belasting en belastbaarheid)? 9. Maak een calamiteitenplan voor je stageplaats, doe het in je port folio. 10. Noteer van je stagegroep minimaal 3 ziekten/ contra-indicaties en beschrijf er bij hoe ermee wordt omgegaan door de persoon zelf maar ook door de lesgeefster/ lesgever. (Bijlage 1 Naslagwerk chronische aandoeningen) 11. Beschrijf wat je opvalt tijdens de stage m.b.t. gedrag, motorisch leren, motivatie en de identiteit van de deelnemers? (H4 psychosociale aspecten) 12. Gezondheidskundige aspecten schema invullen (H5). 13. Maak een trainingsschema (H5.3 trainingsleer). 14. Opdracht PR (H3) 15. GALM fittestdag verslag maken, welke testen worden gedaan en verslag van minimaal 2 gesprekken aan het eind van de testlijn. 16. Evenement 17. Presentatie in de klas, verslag in port folio. 18. Reflectie van jezelf, wat heb je geleerd en wat doe je ermee 19. Verantwoording lessen in urenoverzicht met reflecties 20. Gegeven lessen BPV met handtekening en tip-tops BPV docent 8