1. Invoering van de goniometrische cirkel We beschouwen de eenheidscirkel. Beschouwen we eveneens twee loodrechte assen door O. We duiden (Eo, Eδ) aan : een orthonormale basis van het vlak. We kunnen een representant van elke hoek zo kiezen dat haar beginbeen samenvalt met de positieve x-as. Elke hoek zal dan volledig bepaald worden door het tweede been van de verplaatste hoek. Dat tweede been heeft precies één snijpunt met de eenheidscirkel. Elke hoek bepaalt dus precies één punt op die cirkel. We noemen dat punt het beeldpunt van de hoek (bijectie tussen de verzameling van alle hoeken en de punten op de cirkel). Als we op deze manier elke hoek laten overeenkomen met een beeldpunt op de eenheidscirkel, spreken we van de goniometrische cirkel. De twee assen verdelen de goniometrische cirkel in vier cirkelbogen : de vier kwadranten. 2. Het meten van hoeken (Zestigdelige) graden : 180° = gestrekte hoek 1° = 60’ 1’ = 60” DEG Radialen : π rad = gestrekte hoek 1 rad is decimaal onderverdeeld RAD Omzetten radialen ↔ graden : x rad = y° ⇔ Formularium wiskunde KAM y.π =x 180 ⇔ x.180 =y π goniometrie 1 1 rad ≈ 57° 3. Goniometrische getallen Definitie : Beschouw α ∈ A met Eα beeldpunt van α op de goniometrische cirkel. 1) cos α = de abscis van Eα 2) sin α = de ordinaat van Eα sin α 3) ∀ α ∈ A \ {-δ,δ}: tan α = cos α cos α 4) ∀ α ∈ A \ {o,ω}: cot α = sin α 1 5) ∀ α ∈ A \ {-δ,δ}: sec α = cos α 1 6) ∀ α² ∈ A \ {o,ω}: csc α = sin α Weergave op de goniometrische cirkel : Grondformule : cos 2 α + sin 2 α = 1 Afgeleide formules : Formularium wiskunde KAM 1 + tan ²α = 1 cos ²α 1 + cot ²α = 1 sin ²α goniometrie 2 Bijzondere waarden α= 0° 30° π 0 rad 6 rad 45° π 4 rad 60° π 3 rad 90° π 2 rad sin α 0 1 2 2 2 3 2 1 cos α 1 3 2 1 2 0 tan α 0 3 3 2 2 1 3 / cot α / 3 1 3 3 0 Tekens : cos α Iste kwadrant + IIde kwadrant IIIde kwadrant IVde kwadrant + sin α + + - tan α cot α + + + + - 4. Verwante hoeken Gelijke hoeken : ∀k ∈ Z : sin(α + k .360°) = sin α sin(α + k .2π ) = sin α cos(α + k .360°) = cos α cos(α + k .2π ) = cos α tan(α + k .360°) = tan α cot(α + k .360°) = cot α tan(α + k .2π ) = tan α cot(α + k .2π ) = cot α Formularium wiskunde KAM goniometrie 3 Complementaire hoeken : α en β zijn complementaire hoeken ⇔ α + β = δ π sin(90° - α ) = cos α sin( - α ) = cos α 2 cos(90° - α ) = sin α cos( - α ) = sin α 2 tan(90° - α ) = cot α tan( - α ) = cot α 2 cot(90° - α ) = tan α cot( - α ) = tan α 2 π π π Supplementaire hoeken : α en β zijn supplementaire hoeken ⇔ α + β = ω sin(180° - α ) = sin α sin(π - α ) = sin α cos(180° - α ) = - cos α cos(π - α ) = - cos α tan(180° - α ) = - tan α cot(180° - α ) = - cot α tan(π - α ) = - tan α cot(π - α ) = - cot α Antisupplementaire hoeken : α en β zijn anti-supplementaire hoeken ⇔ α - β = ω sin(180° + α ) = -sin α sin(π + α ) = -sin α cos(180° + α ) = - cos α cos(π + α ) = - cos α tan(180° + α ) = tan α cot(180° + α ) = cot α tan(π + α ) = tan α cot(π + α ) = cot α Tegengestelde hoeken : α en β zijn tegengestelde hoeken ⇔ α + β = o Formularium wiskunde KAM goniometrie 4 sin(-α ) = -sin α cos(-α ) = cos α tan(-α ) = - tan α cot(-α ) = - cot α 5. Optellingsformules cos(α − β ) = cos α .cos β + sin α .sin β cos(α + β ) = cos α .cos β − sin α .sin β sin(α − β ) = sin α .cos β − cos α .sin β sin(α + β ) = sin α .cos β + cos α .sin β tan α + tan β tan(α + β ) = 1 − tan α .tan β tan α − tan β tan(α − β ) = 1 + tan α .tan β 6. Verdubbelingsformules sin 2α = 2.sin α .cos α cos 2α = 2 cos 2 α − 1 = 1 − 2sin 2 α = cos 2 α − sin 2 α tan 2α = 2 tan α 1 − tan 2 α We kunnen ook de goniometrische getallen uitdrukken in functie van tan α . 2 tan α 1 + tan 2 α 1 − tan 2 α cos 2α = 1 + tan 2 α sin 2α = Deze laatste formules zijn ook onder een andere vorm bekend, we spreken in dat geval van de t-formules. Formularium wiskunde KAM goniometrie 5 2t 1− t2 2t sin x = 1+ t2 1− t2 cos x = 1+ t2 tan x = met t = tan x 2 Uitbreiding : sin 3α = 3sin α − 4 sin ³α cos 3α = 4 cos ³α − 3cos α 7. Halveringsformules cos α = ± 1 + cos 2α 2 sin α = ± 1 − cos 2α 2 1 − cos 2α 1 + cos 2α Het teken wordt bepaald door het kwadrant waarin de beschouwde hoek α zich bevindt. tan α = ± De formules zijn ook gekend onder de naam : formules van Carnot en zien er dan licht gewijzigd als volgt uit : α 1 + cos α cos = ± 2 2 sin tan α 2 α 2 =± 1 − cos α 2 =± 1 − cos α 1 + cos α 8. Formules van Simpson Eerste vorm : PRODUCT → SOM 2sin α cos β = sin (α − β ) + sin (α + β ) 2 cos α cos β = cos (α − β ) + cos (α + β ) 2sin α sin β = cos (α − β ) − cos (α + β ) Tweede vorm : SOM → PRODUCT Formularium wiskunde KAM goniometrie 6 x+ y x− y sin x + sin y = 2sin cos 2 2 x+ y x− y sin x − sin y = 2 cos sin 2 2 x+ y x− y cos x + cos y = 2 cos cos 2 2 x+ y x− y cos x − cos y = −2sin sin 2 2 9. Rechthoekige driehoeken We beschouwen een ∆ABC met zijden a,b en c waarbij we gelijknamige zijde en hoek tegenoverstaand beschouwen. Hierbij staat a eigenlijk voor het maatgetal van de lengte van een zijde van de driehoek en A voor het maatgetal van de hoek ingesloten door de twee zijden die A als grenspunt hebben. We beschouwen een rechthoekige driehoek met rechte hoek in A. Verband tussen de hoeken A = 90° en B + C = 90° Verband tussen de zijden – stelling van Pythagoras : a² = b² + c² Formules a.h.v. goniometrische getallen : b a c cos B = a b tan B = c sin B = c a b cos C = a c tan C = b sin C = Deze formules worden het best gememoriseerd als volgt : Formularium wiskunde KAM goniometrie 7 (maatgetal van de lengte van de) overstaande rechthoekszijde (maatgetal van de lengte van de) schuine zijde (maatgetal van de lengte van de) aanliggende rechthoekszijde cos( scherpehoek ) = (maatgetal van de lengte van de) schuine zijde (maatgetal van de lengte van de) overstaande rechthoekszijde tan( scherpehoek ) = (maatgetal van de lengte van de) aanliggende rechthoekszijde sin( scherpehoek ) = 10. Willekeurige driehoeken Verband tussen de hoeken : A + B + C = 180° Verband tussen de zijden – driehoeksongelijkheid : a<b+c b<c+a c<a+b Cosinusregel : a ² = b ² + c ² − 2b.c.cos A b ² = c ² + a ² − 2c.a.cos B c ² = a ² + b ² − 2.a.b.cos C Sinusregel : a b c = = = 2r , sin A sin B sin C met r = de straal van de omcirkel Projectieregel : a = b.cos C + c.cos B b = c.cos A + a.cos C c = a.cos B + b.cos A Formularium wiskunde KAM goniometrie 8 Hoogte van een driehoek : hA = b.sin C = c.sin B hB = c.sin A = a.sin C hC = a.sin B = b.sin A Oppervlakte van een driehoek : 1 1 1 S = .hA .a = .hB .b = .hC .c 2 2 2 1 1 1 = a.b.sin C = b.c.sin A = c.a.sin B 2 2 2 = p.( p − a).( p − b).( p − c) waarbij p = 1 (a + b + c ) 2 Halve-hoek-formules of formules van Gauss : cos B p.( p − b) = 2 ca cos C = 2 A ( p − b).( p − c) = 2 bc sin B ( p − c).( p − a) = 2 ca sin C ( p − a).( p − b) = 2 ab ( p − b).( p − c) A = 2 p.( p − a) tan B ( p − c).( p − a) = 2 p.( p − b) tan C ( p − a ).( p − b) = 2 p.( p − c) cos A = 2 sin tan p.( p − a ) bc p.( p − c) ab Tangens-regel : a+b tan A+ B 2 = − a b A − B tan 2 b+c tan B+C 2 = − b c B − C tan 2 c+a tan C+A 2 = − c a C − A tan 2 Straal van de ingeschreven cirkel : ri = ( p − a).tan A B C = ( p − b).tan = ( p − c).tan 2 2 2 Straal van de omgeschreven cirkel : abc abc r= = 4 p( p − a)( p − b)( p − c) 4 S Bissectrice of deellijn : Formularium wiskunde KAM goniometrie 9 2bc A cos 2 b+c 2ca B cos dB = 2 c+a 2ab C dC = cos 2 a+b dA = Zwaartelijnen : 1 zA = b² + c ² + 2bc cos A 2 1 zB = c ² + b ² + 2ca cos B 2 1 zC = a ² + b ² + 2ab cos C 2 11. Goniometrische vergelijkingen Inleidende opm : de parameter k mag overal in de oplossingenverzamelingen enkel gehele waarden aannemen. Basisvergelijkingen : sin x = a ⇔ sin x = sin α (indien a ∉ [ −1,1] ⇒ V = ∅ ) met α zodat sin α = a ⇒ V = {α + k .2π } ∪ {(π − α ) + k .2π } cos x = a ⇔ cos x = cos α (indien a ∉ [ −1,1] ⇒ V = ∅ ) met α zodat cosα = a ⇒ V = {±α + k .2π } tan x = a ⇔ tan x = tan α met α zodat tanα = a ⇒ V = {α + k .π } Bijzonder gevallen : sin x = 0 ⇒ V = {kπ } π sin x = 1 ⇒ V = + k .2π 2 Formularium wiskunde KAM π sin x = −1 ⇒ V = − + k .2π 2 goniometrie 10 π cos x = 0 ⇒ V = + k .π 2 cos x = 1 ⇒ V = {k .2π } cos x = −1 ⇒ V = {π + k .2π } π tan x = 1 ⇒ V = + k .π 4 π tan x = −1 ⇒ V = − + k .π 4 tan x = 0 ⇒ V = {k .π } Algemene vergelijkingen Het is de bedoeling de meer ingewikkelde vergelijkingen te herleiden naar basisvergelijkingen. Vooreerst herleiden we de vergelijking naar nul. Daarna zijn o.a. volgende methodes mogelijk : • • • • een som om zetten in een product (Simpson) ⇒ vgl valt uiteen in verscheidene basisvergelijkingen. de vergelijking d.m.v. goniometrische formules omvormen tot er nog slechts één goniometrisch getal optreedt en deze dan vervangen door een hulponbekende ⇒ we bekomen een algebraïsche vergelijking, waarvan de oplossingen aanleiding geven tot basisvergelijkingen. x de vergelijking d.m.v. de t-formules ( t = tan ) omvormen tot een algebraïsche 2 vergelijking in t bv. vergelijkingen van de vorm a cos x + b sin x = c . homogene vergelijkingen (elke term heeft dezelfde graad in sin x en cos x samen), na afzondering van gemeenschappelijke factoren, delen door de hoogste macht van cos x , en daarna tan x gelijkstellen aan een hulponbekende. Formularium wiskunde KAM goniometrie 11