EUROPESE RAAD ROME, 14 EN 15 DECEMBER 1990

advertisement
-
1 -
Jom/HS/rb
(OR.
EUROPESE RAAD
ROME, 14 EN 15 DECEMBER 1990
CONCLUSIES VAN HET VOORZITTERSCHAP
( Tweede dee l)
inzake de betrekkingen met de Sovjet-Unie
en de landen van Midden- en Oost-Europa
SN/428/90
NL
fl
- 2 -
Jom/HS/rb
Betrekkingen met de USSR
1.
De Europese Raad betuigt 2ijn volledige steun aan de hervormingen die
de President en de verantwoordelijke autoriteiten van de Unie hebben
ondernomen. Om tot het welslagen daarvan bij te dragen heeft de Europese
Raad, aan de hand van een uiteen2etting van de Commissie, de volgende
besluiten en beleidslijnen voor de korte, middellange en lange termijn
aangenomen :
2.
Om te voorzien in de door de autoriteiten van de Unie gesignaleerde
dringende behoeften aan levensmiddelen en op het gebied van de volksge2ondheid, 2al de Gemeenschap aan de USSR voedselhulp ter besch1kking
stellen tot een bedrag van 750 miljoen ecu, waarvan 250 miljoen in de vorm
van schenkingen uit hoofde van de landbouwbegroting voor 1990 en voor het
overige in de vorm van garanties voor leningen op middellange termijn
volgens door de Raad ECOFIN op 17 december vast te stellen modal1teiten.
Deze hulp zal overeenkomstig met de autoriteiten van de Unie af te spreken
procedures worden aangevoerd om te waarborgen dat deze hulp daadwerkeJijk op
de plaats van bestemming aankomt en de ontwikkeling naar een normale
voorziening overeenkomstig de regels van de markt niet in gevaar brengt.
De2e hulpverlening 2al 20 spoedig mogeliJk van start gaan en in 1991 onder
bovengenoemde voorwaarden en naar gelang van de ontwikkeling van de
behoeften worden voortgezet.
3.
Wat de sanering en het herste] van de Sovjet-economie betreft is de
Europese Raad van oordeel dat de Gemeenschap zich in de eerste plaats tot
taak moet stellen met de USSR samen te werken om haar te helpen haar eigen
middelen in te 2etten.
De Gemeenschap 2al 20 spoedig mogelijk technische bijstand verlenen op
het gebied van de opleiding voor particulier en overheidsbeheer.
financi~le
diensten, energie, vervoer en levensmiddelendistributie. Wat de energiesector betreft, moet die technische bijstand bij voorrang gericht 2ijn op
nucleaire veiligheid, energiebesparing, systemen voor het transport van
elektriciteit, gas en aardolie, alsmede het bestuurlijke en wettel1jke
kader.
SN/428/90
- 3 -
lom/HS/rb
Voor de technische bijstand zal een concreet programma worden
opgesteld, gericht op duidelijk omschreven projecten ; voor dit programma
zal een totaal steunbedrag van 400 miljoen ecu in 1991 en een nader te
bepalen bedrag in 1992 beschikbaar worden gesteld dat, naarmate de projecten
worden verwezenlijkt, in tranches wordt vrijgegeven.
Wat betreft de economische betrekkingen op langere termijn in sectoren
van gemeenschappelijk belang die voor de ontwikkeling van de Sovjet-economie
van essentieel belang zijn - met name energie, telecommunicatie, vervoer,
agro-levensmiddelenindustrie - verzoekt de Europese Raad de Commissie de
instrumenten en het kader voor een doeltreffende samenwerking voor te
stellen met inachtneming van de suggesties van Nederland, Italje en het
Verenigd Koninkrijk.
Wat meer in het algemeen de energiesector aangaat, heeft de Europese
Raad, uitgaande van met name de voorstellen van de Nederlandse Mi_nisterPresident en van de Commissie, gemeend dat het noodzakelijk is een samen-
werking op lange termijn in Europa tot stand te brengen ten einde, met het
oog op het vergroten van de betrouwbaarheid van de energievoorziening, te
komen tot een optimale exploitatie van de hulpbronnen en van de investe-
ringen, een verbetering van de netten, een toeneming van het handeJsverkeer
alsmede een rationeler energiegebruik, waarvan - gelet met name op de
gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het milieu - geheel Europa
ruimschoots de vruchten zal plukken. De Europese Raad wenst dat er in 1991
een internationale conferentie wordt bijeengeroepen om een Paneuropees
energiehandvest op te stellen.
4.
De Commissie wordt verzocht zich met de autoriteiten van de Sovjet-lJnie
te buigen over het idee van een brede overeenkomst tussen de Gemeenschap en
de USSR die een politieke dialoog omvat en die alle aspecten van een nauwere
economische samenwerking, alsmede samenwerking op cultureel gebied behelst
een dergelijke overeenkomst zou zo spoedig mogelijk v66r eind 1991 moeten
worden gesloten.
----------------------------·--·-·
SN/428/90
NL
- 4 -
sav/HS/rb
5.
De werkzaamheden van de Gemeenschap in het kader van de samenwerking
met de Sovjet-Unie ondersteunen de doelstelling van de Regering van de Unie
om haar land geleidelijk in de wereldeconomie te integreren. De Gemeenschap
en haar Lid-Staten zullen hun invloed aanwenden ter vergemakkelijking van de
toetreding van de USSR tot de international€ financiele instellingen. met
name het IMF, die het voornaamste kader voor de macro-economische bijstand
moeten vormen.
Wat de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling betreft. wenst de
Europese Raad dat wordt nagegaan of herziening mogelijk is van de huidige
bepalingen waardoor de mogelijkbeid om leningen aan de USSR toe te kennen,
wordt beperkt.
6.
De Europese Raad onderstreept dat het van belang is dat de Commissie de
activiteiten van de Gemeenschap en de afzonderlijke Lid-Staten doeltreffend
coordineert, ook op het gebied van de kredieten die worden toegekend om de
dringend noodzakelijke bevoorrading van de Sovjet-industrie veilig te
stellen.
7.
De Europese Raad wenst dat de samenwerking met de USSR door de
Commissie, de Raad en het Europees Parlement als een prioritaire kwestie
wordt behandeld. Met name dienen alle nodige maatregelen, inclusief de
budgettaire besluiten, op een zodanig tijdstip te worden vastgesteld dat de
voedselhulp al begin 1991 van start kan gaan en de Commissie de gelegenheid
heeft de nodige stappen te doen om de technische bijstand zo spoed1g
mogelijk ten uitvoer te leggen.
Landen van Midden- en Oost-Europa
De Gemeenschap heeft vanaf het begin een duidelijk beleid vastgesteld om
de landen van Midden- en Oost-Europa te belpen hun politieke en economische
hervormingen te doen slagen. Dit beleid omvat acties en initiatieven in het
kader van de Groep van 24 en bilaterale samenwerking met elk van deze landen.
De Gemeenschap wenst zo snel mogelijk "Europa-akkoorden" te sluiten die een
SN/428/90
NL
- 5 -
sav/HS/rb
nieuwe fase zullen inluiden in het communautaire beleid van ontwikkeling van
steeds nauwere betrekkingen met deze landen.
Het algemene hervormingsproc es dat dank zij deze steun op gang is
gebracht, dreigt echter in gevaar te komen door externe verstoringen en
beperkingen die onder meer samenhangen met de crisis in de Golf en de
financiele positie van deze landen ernstig bemoeilijken.
De Europese Raad heeft besloten met name in het kader van de G 24
initiatieven te nemen om te voorzien in de niet door particuliere of overheidssteun gedekte financieringsbe hoefen van deze landen die worden geraamd op
4 miljard dollar.
Het communautair initiatief zou kunnen neerkomen op een in de tijd
beperkte financiering die een aanvulling op de financiering van de internationale financiele instellingen vormt en waaraan de Gemeenschap en de
Lid-Staten een bijdrage leveren te zamen met de andere landen van de G 24 en
eventueel andere derde landen. Deze steun zou aan voorwaarden zijn gebonden.
Zij zou afhankelijk worden gesteld van een overeenkomst met het IMF en per
geval worden toegekend, waarbij erop wordt toegezien dat zij afgestemd is op de
werkelijke behoeften en de specifieke omstandigheden van elk land, ten einde
een maximale doeltreffendhei d te garanderen.
Voorts heeft de Europese Raad er akte van genomen dat de Raad ECOFIN
tijdens zijn zitting op 17 december aanstaande zijn goedkeuring zal hechten aan
de tweede tranche van 260 miljoen ecu ter ondersteuning van de betalingsbalans
van Hongarije. Voorts bevestigt hij dat de Gemeenschap in het kader van de G 24
steun zal geven aan het programma dat Tsjechoslowakij e op gang heeft gebracht
met het oog op de stabilisering en de modernisering van zijn economie en de
convertibilitei t van zijn valuta.
SN/428/90
NL
- 6 -
sav/HS/rb
De Europese Raad heeft besloten voor 100 miljoen ecu aan spoedhulp in de
vorm van levensmiddelen en medicijnen aan Bulgarije en Roemenie toe te kennen.
Voorts verzoekt hij om een spoedige bestudering van het probleem waarvoor die
landen zich gesteld zien, namelijk het gevaar van onderbreking van hun
aardolievoorziening. Deze landen hebben hun onmiddellijke behoefte op circa
150 miljoen ecu geraamd.
De Europese Raad verzoekt de Raad actief voort te gaan met de behandel1ng
van de voorstellen die de Commissie overeenkomstig de conclusies van de
Europese Raad van 28 april 1990 te Dublin heeft ingediend op het gebied van
kredietverzekering voor de uitvoer naar de landen in Midden- en Oost-Europa.
Tot slot volgt de Europese Raad met aandacht de recente ontwikkelingen in
Albanie en spreekt hij de wens uit dat deze in democratische richting zullen
evolueren.
SN/428/90
NL
Download