Vele ledematen, maar slechts één lichaam.

advertisement
“ Vele ledematen, maar slechts één lichaam.
1 Kor.12,20
Heb je ooit een ontmoeting meegemaakt van heel
bewust levende christenen? Heb je je ooit verdiept in
het leven dat aan die gemeenschap ten grondslag ligt?
Dan zul je gemerkt hebben dat zo’n gemeenschap
samengesteld is uit mensen die daarin allemaal een eigen
plaats hebben. Sommigen hebben een gave om over
geestelijke dingen te spreken en je ziel te raken.
Anderen hebben een heel concrete dienstbaarheid en slagen er geweldig
in te voorzien in noden en zorgen van mensen die te lijden hebben.
Weer anderen hebben zo´n bijzondere wijsheid dat ze je telkens
nieuwe kracht geven in je geloof. Sommigen hebben een talent om te
organiseren of om voortrekker te zijn. Nog weer anderen hebben een
bijzondere gevoeligheid om de mensen met wie ze in contact komen heel
goed te begrijpen en troost te geven als ze dat nodig hebben.
Al die dingen merk je dan op. Maar wat je in zo’n levendige
gemeenschap vooral waarneemt is die éne geest waarvan iedereen
doordrongen is en die er als het ware ‘in de lucht hangt’. Hij
maakt van zo’n bijzondere gemeenschap een geheel, één lichaam.
"Vele ledematen, maar slechts één lichaam."
Ook Paulus had te maken met heel
levendige christelijke gemeenschappen.
Door zijn bijzondere manier van
spreken waren ze ontstaan.
Een daarvan was de jonge gemeenschap
van Korinte. De heilige Geest was daar
niet zuinig geweest met het uitdelen
van zijn gaven of charisma’s, zoals ze
worden genoemd. Integendeel, in die
tijd kwamen heel bijzondere gaven naar
voren, vanwege de speciale roeping van
de beginnende kerk.
Maar in die gemeenschap ontstond juist onder
degenen die de vele gaven van de heilige Geest
hadden ontvangen, rivaliteit en verwarring.
Het werd nodig om
Paulus, die toen in
Efese was, om raad
te vragen om van
hem meer
duidelijkheid te
krijgen. Paulus
aarzelde niet en gaf
antwoord in een van
zijn buitengewoon
mooie brieven. Hij
legt uit hoe deze
bijzondere genaden
gebruikt moeten
worden.
Hij maakt duidelijk dat er een verscheidenheid bestaat aan charisma’s
en diensten. Er zijn de charisma’s van de apostelen, de profeten, de
leraren, maar er is maar één Heer van wie deze gaven afkomstig zijn.
Hij zegt dat er in de gemeente mensen zijn die wonderen doen,
genezingen verrichten. Er zijn anderen die een bijzondere gave
hebben om mensen bij te staan, en weer anderen om te besturen,
zoals er ook mensen zijn die in talen kunnen spreken of deze
weten te verstaan. Maar hij voegt eraan toe dat er maar één
God is uit wie dit alles voortkomt.
Al deze verschillende gaven zijn uitdrukkingen van één en
dezelfde heilige Geest, die ze uitdeelt met de bedoeling
dat ze met elkaar in harmonie zijn en elkaar aanvullen.
Ze zijn er niet voor persoonlijk gewin en kunnen geen
aanleiding zijn om te pronken. Ze zijn er niet om jezelf op
de borst te kloppen, maar gegeven voor een
gemeenschappelijk doel, namelijk de opbouw van de
gemeenschap. De bedoeling ervan is dienstbaar te zijn.
Ze mogen dus niet leiden tot rivaliteit of verwarring.
Paulus is van mening
dat ieder lid eigen
capaciteiten heeft,
eigen talenten om in
te zetten voor het
welzijn van allen. En
ieder moet tevreden
zijn met zijn eigen
talent.
Hij stelt de gemeenschap
voor als een lichaam en
vraagt zich af: als het
lichaam alleen maar oog
zou zijn, waar zou dan
het gehoor blijven? En als
het helemaal oor zou zijn,
waar zou dan de reuk
blijven? God heeft de
ledematen elk een eigen
plaats gegeven in het
lichaam, zoals Hij dat
wilde. En als alles zou
bestaan uit alleen maar
één lidmaat, waar zou dan
het lichaam blijven? Nee:
"Vele ledematen, maar slechts één lichaam."
Als iedereen verschillend is, kan iedereen een geschenk zijn voor de
anderen, en daarmee zichzelf zijn en zijn eigen plan van God realiseren in
zijn of haar relatie met de anderen. Paulus ziet in de gemeenschap waarin
de verschillende gaven functioneren een werkelijkheid waaraan hij een
prachtige naam geeft: Christus
Feit is dat dit bijzondere lichaam dat gevormd wordt
door de leden van de gemeenschap, werkelijk het
Lichaam is van Christus.
Christus leeft in zijn kerk, en de kerk is zijn lichaam. Bij de doop
neemt de heilige Geest de gelovige op in Christus en wordt deze in
de gemeenschap opgenomen. En daar zijn allen Christus. Iedere
scheiding is opgeheven, iedere discriminatie is overstegen.
"Vele ledematen, maar slechts één lichaam."
De leden van de
christelijke gemeenschap
kunnen hun nieuwe manier
van leven goed in praktijk
brengen als ze één lichaam
vormen, dus wanneer ze
onder elkaar de eenheid
realiseren. Het is een
eenheid die een
verscheidenheid, een
veelvormigheid
veronderstelt. Een
gemeenschap is geen dode
massa, maar een levend
organisme dat bestaat uit
meerdere ledematen.
Wanneer christenen
scheidingen teweegbrengen
doen ze het tegendeel van
wat ze moeten doen.
“Vele ledematen, maar slechts één lichaam.”
Hoe kun je dit nieuwe Woord beleven dat de Schrift ons voorstelt?
Er is groot respect nodig voor de verschillende taken, gaven en
talenten van de christelijke gemeenschap.
Je moet je hart
openstellen voor heel die
verscheidenheid van
rijkdommen van de kerk.
Je moet niet alleen
openstaan voor de kleine
kerkgemeenschap die je
bezoekt en die je
vertrouwd is, zoals de
parochiegemeenschap of de
christelijke vereniging
waarmee je verbonden
bent, of de kerkelijke
beweging waarvan je lid
bent, maar voor de
universele kerk in haar
vele vormen en
uitdrukkingen.
Alles moet je als het
jouwe beschouwen, want
je maakt deel uit van dit
hele lichaam.
Dezelfde aandacht die
je hebt voor jouw
lichaam, moet je
hebben voor ieder
ander lid van het
geestelijk lichaam.
Voor iedereen moet je
achting koesteren en
doen wat jij kunt om
het hun mogelijk te
maken nuttig te zijn
voor de kerk op de
best mogelijke manier.
En denk niet dat wat God van jou wil op de plaats waar je bent, van weinig
waarde is, hoe saai en gewoon je dagelijks werk ook moge lijken. We
behoren allemaal toe aan een en hetzelfde lichaam. En als lidmaat daarvan
heeft ieder vanuit zijn plaats die God voor hem of haar heeft gekozen, deel
aan de activiteit van heel het lichaam.
Van wezenlijk belang is dat je het charisma bezit dat alle andere
charisma’s overtreft, zoals Paulus zegt. Dat is de liefde. Liefde voor
iedere mens die je ontmoet, liefde voor alle mensen op aarde. Door de
liefde, door de wederzijdse liefde kunnen vele ledematen één lichaam zijn.
“Parola di Vita”, pubblicazione mensile del Movimento dei Focolari.
Testo di: Chiara Lubich del gen. 1981
Grafica di Anna Lollo in collaborazione con don Placido D’Omina
(Sicilia - Italia)
Download