Patiënteninformatie Hemodialyse

advertisement
Patiënteninformatie Hemodialyse Algemeen ziekenhuis Sint‐Jozef Oude Liersebaan 4 ‐ 2390 Malle tel. 03 380 20 11 ‐ fax 03 380 28 90 [email protected] ‐ www.azsintjozef.be Deze voorziening maakt deel uit van de vzw Emmaüs Algemeen ziekenhuis Klina vzw Augustijnslei 100 – 2930 Brasschaat tel. 03 650 50 50 – fax 03 650 50 00 [email protected] ‐ www.klina.be Inhoud 1. Principe 2. Hemodialyse 3. Hoe sluit men een patiënt aan de kunstnier aan 4. De toegangsweg tot de bloedbaan 5. Mogelijke neveneffecten, problemen tijdens de dialysebehandeling 6. Hoelang en hoe vaak moet deze behandeling worden toegepast 7. Plaats en tijdstip voor uw behandeling 8. Voor‐ en nadelen van hemodialyse 9. Praktisch verloop van de dialyse 10. Onderzoeken 11. Medicatie 12. Het hemodialysedieet 13. Voorstelling van de afdeling hemodialyse en van de low‐care dialyse 14. Begeleiding door de maatschappelijk assistente 15. Nuttige telefoonnummers 16. Patiëntenvereniging Dialaug 1. Principe Tijdens een hemodialysebehandeling wordt uw bloed via een bloedpomp doorheen een kunstnier geleid. Tezelfdertijd stroomt dialysaat (= badwater dat zouten bevat; spoelwater) in tegengestelde richting van het bloed langs de andere kant van de membraan. Om voldoende bloed op korte termijn door de kunstnier te kunnen sturen, moet een goede 'toegang' tot de bloedbaan worden geconstrueerd: een zogenaamde 'fistel' of een 'centrale katheter' (zie verder). De kunstnier bestaat eigenlijk uit een ingenieuze filter die de nuttige elementen van het bloed (zoals bijvoorbeeld de rode bloedcellen) tegenhoudt en de afvalstoffen (zoals kreatinine en ureum), evenals het overtollige water doorlaat en afvoert (via het dialysaat). Daarenboven worden het gehalte van natrium, kalium, calcium en magnesium en de zuurtegraad van het bloed genormaliseerd. Om deze procedure op een veilige manier te laten verlopen, beschikt het toestel over allerhande alarmen, die het mogelijk maken om de behandeling (bijvoorbeeld snelheid van vochtonttrekking, allerhande drukken, bloeddebiet) tijdig bij te regelen. Om dezelfde reden zullen ook de bloeddruk en uw gewicht regelmatig worden gecontroleerd tijdens de behandeling. 2. Hemodialyse De tot nog toe meest gebruikte nierfunctievervangende therapie is de hemodialyse. Tijdens een kunstnierbehandeling of dialyse wordt uw bloed buiten het lichaam gezuiverd met gebruik van een dialysetoestel en een kunstnier. Voor deze behandeling dienen de patiënten driemaal per week 3,5 tot 5 uur naar de kunstnierafdeling te komen. De uitwisseling van de ionen en afvalstoffen kan op twee manieren gebeuren: 1) Diffusie De afvalstoffen uit het bloed gaan via de membraan over naar het badwater indien de concentratie van de stof in het bloed hoger is dan deze in het badwater. De uitwisseling gebeurt tot de concentraties gelijk zijn in het bloed en het badwater. Het badwater wordt steeds ververst zodat de concentratie van deze stof in het badwater niet gelijk wordt aan deze in het bloed. Daardoor blijft de uitwisseling doorgaan. Het omgekeerde is ook waar. Wanneer zich in het badwater een stof bevindt met een hogere concentratie dan deze in het bloed, zal die stof overgaan van het badwater naar het bloed. 2) Ultrafiltratie ‐ convectie Indien de hydrostatische druk in het bloedcompartiment hoger is dan deze in het badwater, zal het vocht uit het bloed door de membraan geperst worden. Het is ook mogelijk vocht uit het bloed te onttrekken door een negatieve druk op het badwater te creëren. Hierdoor worden plasmawater en al de hierin opgeloste stoffen verwijderd. De kunstnier zal:  afvalstoffen verwijderen zoals ureum, kreatinine, urinezuur  overtollig water onttrekken (ultrafiltreren)  de zuurtegraad van het bloed corrigeren door uit het badwater bicarbonaat op te nemen.  het ionogram (zouten in het bloed) normaliseren. Tijdens de dialyse wordt het bloed tijdelijk onstolbaar gemaakt en door de kunstnier gepompt. Schematische voorstelling van een kunstnier: 3. Hoe sluit men een patiënt aan? Toegangsweg: Er is een goede toegangsweg tot de bloedbaan nodig om een voldoende krachtige bloedstroom door de kunstnier mogelijk te maken. Er zijn drie soorten toegangswegen:  de fistel  de katheter (tijdelijke of blijvende)  de katheter in combinatie met een fistel. Indien mogelijk, wordt de fistel aangelegd ten laatste 4 tot 6 weken voor de start van de hemodialyse. De fistel is een operatieve inwendige verbinding van een slagader en een ader. Door de grotere druk in de slagader wordt er bloed gestuurd naar de oppervlakkige ader, die zal uitzetten en gemakkelijk aanprikbaar wordt. Meestal worden hiervoor de bloedvaten van de pols of de elleboog gebruikt. De fistel is de levenslijn van de patiënt, die hem bijgevolg steeds goed zal moeten verzorgen en observeren. De verpleegkundige zal de fistel voor elk dialyse aanprikken met één of bij voorkeur twee naalden. Indien de dialyse dient te gebeuren vooraleer de fistel ontwikkeld is, zal de arts een tijdelijke katheter (buisje) plaatsen onder het sleutelbeen of in de hals. Het buisje wordt ingebracht onder lokale verdoving. Indien het plaatsen van een fistel onmogelijk is, zal een blijvende katheter ter hoogte van de halsbasis chirurgisch ingeplant worden. Om stolling van de katheter te voorkomen, zal na elke dialyse een kleine hoeveelheid antistollende medicatie in de katheter gebracht worden (citraatslot). In sommige gevallen wordt de fistel gecombineerd met een katheter: het bloed wordt dan onttrokken via de fistel en teruggegeven via de katheter. 4. De toegangsweg tot de bloedbaan Inwendige fistel De voorkeur voor chronische hemodialyse gaat nog steeds uit naar een inwendig systeem dat kan worden aangeprikt en waarbij na de dialyse geen uitwendige katheter meer aanwezig is. Een inwendige AV‐fistel bestaat uit een chirurgisch aangebrachte verbinding tussen een slagader en een ader waardoor de ader een hoog debiet krijgt. De ader gaat verbreden en is bijgevolg ook goed aan te prikken. Er zijn verschillende plaatsen in het lichaam waar deze AV‐fistel kan worden aangelegd. De voorkeur wordt echter gegeven aan de armen. De eerste voorkeurplaats bevindt zich ter hoogte van de pols (aan de zijde van de duim), de tweede voorkeurplaats bevindt zich ter hoogte van de voorarm of ter hoogte van de elleboog. Bij voorkeur nemen we de linkerarm indien u rechtshandig bent en de rechterarm indien u linkshandig bent. De chirurg legt deze AV‐fistel aan in het operatiekwartier. Dat duurt, afhankelijk van de plaats en de moeilijkheidsgraad, tussen 25 minuten en anderhalf uur. Na de ingreep kunt u nog wat pijn hebben aan de wonde, maar dit verdwijnt na enkele dagen. De hechtingen worden na een tiental dagen verwijderd. Gedurende deze periode moet u de wonde droog houden. De AV‐fistel is na de plaatsing nog niet onmiddellijk bruikbaar. Hij moet als het ware nog wat 'aanrijpen', dit wil zeggen dat het bloedvat nog iets breder moet worden en een stevige wand moet krijgen. Meestal is de AV‐fistel bruikbaar na 4 tot 6 weken. Wanneer de fistel goed aangerijpt is, kunt u hem voelen trillen ("spint als een kat") en u kunt ook een geruis horen als u de fistel aan uw oor houdt. Kunstbloedvat Indien u geen bruikbare ader hebt, kan de chirurg besluiten om een kunstbloedvat (donorader of kunststof) te gebruiken. Dit is een speciaal ontworpen bloedvat dat op een slagader en een ader wordt aangesloten zodat op deze manier een indirecte verbinding wordt gelegd tussen deze beide bloedvaten. Zo'n vaatprothese, ook 'greffe' genoemd, wordt meestal ter hoogte van de onderarm geplaatst, in een lus of rechtlijnig. De inwendige fistel Het kunstbloedvat (greffe) Dialysekatheter Tijdelijke dialysekatheter Hierbij wordt door middel van een punctie of door middel van een kleine chirurgische ingreep een katheter (een kunststofslang) geplaatst in een grote ader die rechtstreeks naar het hart loopt. De tip van de katheter bevindt zich dan in de nabijheid van de grote ader rond het hart waarin een groot bloeddebiet stroomt. Deze katheters kunnen ter hoogte van de lies of hals ingebracht worden onder lokale verdoving. De tijdelijke dialysekatheter wordt gebruikt indien er dringend een snelle hemodialyse nodig is en er geen andere toegangsweg tot de bloedbaan aanwezig of bruikbaar is. Deze tijdelijke dialysekatheter zal verwijderd worden wanneer er een definitieve toegangsweg tot de bloedbaan (AV‐fistel of kunstbloedvat) bruikbaar is. Permanente of blijvende dialysekatheter (getunnelde catheter) Deze katheter wordt vooral gebruikt bij patiënten die geen andere mogelijkheden van toegangsweg tot de bloedbaan hebben of die een te zwakke hartfunctie hebben. Hij wordt ook onder lokale of algemene verdoving ingebracht en verloopt een zestal centimeter onder de huid (tunnel) om infectie te voorkomen. Het is immers de bedoeling dat deze katheter zo lang mogelijk ter plaatse blijft. Mogelijke verwikkelingen Het is van groot belang dat u voldoende hygiëne in acht neemt: bij een inwendige fistel of kunstbloedvat moet u uw arm regelmatig wassen en de verbandjes op de punctieplaatsen proper houden. Onvoldoende bloeddebiet, vernauwing, infectie en verstopping van de fistel of katheter kunnen voorkomen worden. Via bepaalde onderzoeken zoals echo of radiografie kan de diagnose snel gesteld worden en kan een gepaste therapie worden ingezet. Een getunnelde dialysekatheter: 5. Mogelijke problemen tijdens de dialysebehandeling Het is de bedoeling dat deze behandeling u zo weinig mogelijk last bezorgt. De meeste mensen slagen erin hun behandeling lezend, tv‐kijkend, rustig babbelend of slapend te ondergaan. De ervaring van het medisch en verpleegkundig personeel, samen met de moderne uitrusting, staan borg voor een goede behandeling. Toch willen we u op voorhand verwittigen dat bij sommige dialyses ongemakken kunnen optreden bij de patiënt en storing bij de apparatuur. De meest voorkomende ongemakken kunnen zijn: duizeligheid, bloeddrukdaling, braakneiging, zweten, spierkramp en hoofdpijn. Af en toe gebeurt het dat een dialysetoestel defect geraakt en vervangen moet worden. Voor al deze problemen is steeds medische, verpleegkundige of technische hulp aanwezig zodat u geen gevaar loopt. 6. Hoelang en hoe vaak is hemodialyse nodig? Het is de bedoeling de eigen nieren, die in normale omstandigheden continu aan het werken zijn, te vervangen. Met de huidige intensieve dialysetechnieken is voor een 'gemiddelde' patiënt 3 x 4 uur per week dialyseren voldoende om de nierfunctie te vervangen. Soms is het nodig deze frequentie en duur om individuele redenen (al dan niet tijdelijk) aan te passen. Om het resultaat van de ingestelde dialysestrategie te beoordelen en zo nodig de behandeling aan te passen, voeren we op regelmatige tijdstippen controleonderzoeken uit. Zo doen we om de twee weken een bloedonderzoek en om de drie maand een meer uitgebreid onderzoek met bepaling van de restfunctie van uw nieren (urineverzameling). 7. Plaats en tijdstip van uw behandeling Naargelang uw medische toestand, maar ook naargelang uw persoonlijke voorkeur, kan hemodialyse op twee verschillende plaatsen doorgaan, namelijk op de zaal (hospitaaldialyse) of op de low‐care. Deze laatste mogelijkheid (low‐care) biedt en vereist een grotere onafhankelijkheid en gebeurt in een meer huishoudelijke sfeer. In ons ziekenhuis worden de dialyses volgens drie schema's gepland: op maandag‐, woensdag‐ en vrijdagvoormiddag op maandag‐, woensdag‐ en vrijdagnamiddag op dinsdag‐, donderdag‐ en zaterdagvoormiddag. 8. Voor‐ en nadelen van hemodialyse Voordelen 20 jaar geleden bestond het dialyseschema uit 3 x 10 à 13 uur per week. Tegenwoordig wordt korter gedialyseerd, namelijk 3 x 4 uur per week. Het gebruik van betere en krachtigere membranen en toestellen ligt hiervan aan de basis. Daarenboven zijn de neveneffecten zeldzaam geworden. Nadelen De toegangsweg tot de bloedbaan kan een probleem zijn voor bepaalde patiënten. Voor de behandeling moet u steeds 3 x per week naar het ziekenhuis of het low‐
carecentrum komen. De patiënt dient zijn dieet nauwkeurig te respecteren (vochtinname, kalium‐ en fosforproducten). 9. Praktisch verloop van de dialyse U komt naar de dialyse met een ziekenwagen, taxi of met eigen wagen. U krijgt hiervoor een terugbetaling, die naargelang de vorm van het vervoer en het ziekenfonds verschillend is. Bij aankomst wordt u gewogen en wordt uw bloeddruk gemeten. Vervolgens wordt u aangesloten aan de kunstnier. Alle technische handelingen zoals het bedienen van de apparatuur, de voorbereiding van de dialyse, het aanprikken van de fistel en de nazorg worden uitgevoerd door dialyseverpleegkundigen zo u behandeld wordt in de afdeling hospitaaldialyse. In de low care afdeling wordt van U verwacht dat U een deel van deze handelingen zelf uitvoert. U krijgt hiervoor de nodige opleiding. Tijdens de dialyse controleren we regelmatig uw bloeddruk en het toestel. Ook komt uw behandelend arts bij u langs. Na de dialyse kunt u uw middagmaal nemen in de eetzaal voor u naar huis terugkeert. De totale tijd die u van huis wegbent voor één behandeling is de verplaatsingstijd van en naar het ziekenhuis, de aan‐ en afsluittijd (± 30 minuten) en de dialysetijd, die meestel 4 uur bedraagt. 10. Onderzoeken Op regelmatige tijdstippen, in principe om de veertien dagen, nemen we bloed af. Aan de hand van de resultaten van het bloedonderzoek zal de arts uw medicatie aanpassen. Ook als zich tussentijds problemen voordoen, wordt uw bloed onderzocht. De bedoeling is een duidelijk beeld te krijgen van de efficiëntie van de dialyse, uw algemene toestand en de te volgen medicatie of dieet. Naast bloedonderzoeken zijn er nog tal van onderzoeken die kunnen gevraagd worden zoals cardiologisch onderzoek, radiologisch onderzoek, CT‐scan, oogonderzoek, EMG, enz. Alle onderzoeken dragen ertoe bij een beeld te vormen van uw toestand en de behandeling te verfijnen. Ook ter voorbereiding van een transplantatie kan een hele reeks onderzoeken noodzakelijk zijn. 11. Medicatie Voor de dialysebehandeling zelf is het nodig dat u bepaalde medicijnen krijgt toegediend (bijvoorbeeld heparine om het bloed tijdelijk onstolbaar te maken). Daarnaast wordt de behandeling aangevuld met een medicamenteuze therapie (zowel tijdens de dialyse als thuis). Zonder advies van een arts is het gebruik van om het even welk medicijn af te raden! Ook wanneer de huisdokter medicatie voorschrijft, is het nodig de nefroloog op de hoogte te brengen (o.a. omdat de voorgeschreven dosis vaak aangepast moet worden). Het probleem is steeds de verwijdering van het medicament uit het lichaam en dus de tijd dat een bepaalde dosis aanwezig zal blijven in het lichaam. Zo kan een onschuldige hoestsiroop teveel kalium bevatten en daarom verboden zijn voor dialysepatiënten. Ook dieetzout is vaak bereid op basis van kalium. Zowel de medicatie gegeven tijdens de dialyse als de thuismedicatie staan genoteerd op een medicatieblad. Bij elke wijziging wordt dit blad aangepast en met u meegegeven. Op deze manier weet u op elk moment welke medicatie u moet nemen. Het is daarom belangrijk steeds het laatste blad te gebruiken (en het vorige te vernietigen) en dit blad mee te brengen bij elke opname in het ziekenhuis en bij elke consultatie. U kunt uw geneesmiddelen bestellen bij het begin van elke dialyse, van maandag tot en met vrijdag. Vaak voorgeschreven behandeling bij niervervangende therapie Toediening van erythropoëtine en ijzer Zoals reeds gezegd staan de nieren in voor aanmaak van erythropoëtine, een hormoon dat het beenmerg aanwakkert om rode bloedcellen te vormen. Bij een persoon met een nierziekte wordt onvoldoende erythropoëtine aangemaakt en ontstaat er bijgevolg bloedarmoede. Daarom wordt nu erythropoëtine toegediend via 1 tot 3 inspuitingen per week. De aanmaak van bloed tijdens de behandeling met erythropoïetine doet de voorraad ijzer in het bloed dalen (hemoglobine bevat ijzer). Daarom is het meestal noodzakelijk gelijktijdig ijzer toe te dienen. Toediening van vitamine D Vitamine D is een hormoon dat in de nier geactiveerd wordt en in samenwerking met de bijschildklier instaat voor het evenwicht in calcium en fosfor, belangrijk voor de continue opbouw en afbraak van ons beenderstelsel. Patiënten met een nierziekte hebben meestal een ontoereikende hoeveelheid actief vitamine D zodat toediening ervan noodzakelijk kan zijn. De meest courant gebruikte farmaceutische vormen zijn: 1‐Alpha‐Leo en Rocaltrol. Toediening van calciumcarbonaat, magnesiumcarbonaat en natriumbicarbonaat: De eerste twee worden gebruikt om het gehalte aan calcium en fosfor in het bloed bij te sturen. Natriumbicarbonaat corrigeert de zuurtegraad van het bloed. Vaccinatie met hepatitis B‐vaccin/pneumovax/influenza Hepatitis B is een virusaandoening die aanleiding geeft tot geelzucht, een ziekte waarvoor iemand met nierlijden zeer vatbaar is. Daarenboven verloopt een infectie met hepatitis B minder gunstig bij patiënten met nierlijden. Sinds het hepatitis B‐vaccin beschikbaar is, wordt het vaak toegediend aan patiënten met een ernstige nierziekte. Daarna wordt door een bloedonderzoek bepaald of de patiënt voldoende antilichamen tegen het virus heeft aangemaakt om beschermend te zijn. Vroegtijdige vaccinatie geeft een hogere kans op een succesvol resultaat. Pneumococcen zijn de voornaamste oorzaak van longontsteking (pneumonie). Hiertegen volstaat een vaccinatie om de 5 jaar. Ook is het aangewezen jaarlijks in de herfst een griepvaccin te laten zetten omdat nierpatiënten meer vatbaar zijn voor de verwikkelingen van griep. Bloeddrukverlagende medicatie: Nierziekte leidt vaak tot hoge bloeddruk. Dat kan nadelige gevolgen hebben voor het hart en de bloedvaten en moet dus behandeld worden. Een verhoogde bloeddruk bij iemand met een nierziekte wordt deels veroorzaakt door de opstapeling van zout en water in het lichaam. Dit wordt gecorrigeerd door de kunstnierbehandeling. Desondanks kan de verhoogde bloeddruk aanhouden. Dan is een bijkomende behandeling met bloeddrukverlagende middelen vereist. Deze patiënten dienen ook minder zout te eten. 12. Het hemodialysedieet Dialyse verwijdert de afvalstoffen en het teveel aan vocht uit de bloedbaan. Wanneer dit 24 uur op 24 zou gebeuren, zou een dieet overbodig zijn, want de behandeling zou dan de werking van de echte nieren volledig vervangen. Maar doordat dit bij de hemodialyse niet het geval is (meestal dialyseert men slechts twaalf uur per week), moet u ervoor zorgen dat de opstapeling van afvalstoffen, mineralen en vocht binnen de perken blijft zodat men veilig van de ene dialyse naar de andere gaat. Sommige dieetmaatregelen zullen daarenboven tot doel hebben om te zorgen voor een optimale voedingstoestand. Het dieet in de praktijk De zoutbeperking U moet ermee rekening houden dat inname van zout de dorst aanwakkert, waardoor u teveel vocht zou innemen. Dat is zeker niet gewenst, omdat er dan tijdens de dialyse teveel vocht moet onttrokken worden, hetgeen gepaard kan gaan met bloeddrukval en krampen. Dus een normale inname van zout zonder excessen (vermijden van bijvoorbeeld sterk gepekelde gerechten en zoutrijke waters) blijkt het verstandigst. Wanneer u echter teveel bijkomt tussen twee dialyses, kan een strengere zoutbeperking (met zoutloos brood) evenwel nodig zijn om het dorstgevoel te verminderen. Dit kan ook nodig zijn als uw bloeddruk te hoog is. De kaliumbeperking We kunnen de voedingsmiddelen indelen in drie belangrijke groepen. 1.
De kaliumarme voedingsmiddelen die u zonder probleem kunt gebruiken zoals wit brood, geslepen rijst, deegwaren van geraffineerde bloem, suikers en vetstoffen. 2.
De kaliumrijke voedingsmiddelen die u zonder probleem uit uw dagelijkse voeding kunt schrappen worden waaronder cacao en cacaohoudende producten, tomatenpuree, groentesappen, vruchtensappen, volkorenproducten, sojasaus, noten, chips. 3.
De kaliumrijke voedingsmiddelen die u niet zonder probleem uit uw dagelijkse voeding kunt geschrappen worden omdat ze buiten kalium ook nog andere belangrijke voedingsstoffen aanbrengen. Voor deze voedingsmiddelen wordt een dagelijkse minimale en maximale hoeveelheid voorgeschreven. Het gaat hier om aardappelen, groenten, fruit, melk, ei, vis en vlees. U kunt het kaliumgehalte van deze producten verminderen door ze te koken en het kookvocht af te gieten. Een uitgebreide lijst van verboden en toegestane producten krijgt u van de diëtiste De vochtinname Naarmate u uw laatste dialysedag langer achter de rug hebt, zult u meer gaan wegen. Dit komt doordat de nieren de overmaat van vocht niet meer tijdig kunnen verwijderen en het vocht zich opstapelt in de verschillende weefsels. Dat wordt als onaangenaam ervaren. Daarom beperkt u best de hoeveelheid vocht die u inneemt. Vocht verkrijgt u voornamelijk via dranken (water, limonades, koffie, thee, …). U mag per dag 500 ml drank gebruiken. Als u nog plast, mag u de hoeveelheid urine die u op 24 uur produceert, hierbij optellen. De fosforbeperking Voedingsmiddelen die rijk zijn aan eiwitten, leveren veel fosfor. Melkproducten leveren het meeste fosfor. Nog rijk aan fosfor zijn: vlees, vis, eieren, … Wat met vitaminen? Sommige vitaminen krijgt u onvoldoende via uw voeding, andere worden via de kunstnier weggespoeld. Daarom krijgt u na elke dialyse een aangepast polyvitaminepreparaat. Leren omgaan met het dialysedieet is vooral in het begin een moeilijke opgave. Daarom zal de diëtiste elke patiënt individueel begeleiden. Geïnteresseerden kunnen een dieethandboek met extra nuttige tips in het dialysecentrum raadplegen of aanschaffen. 13. Afdeling hemodialyse met hospitaaldialyse en low‐care De afdeling hemodialyse biedt zowel hospitaaldialyse als low‐care of autodialyse aan. Hospitaaldialyse Tijdens de dialyse verblijft u in een weegbed dat het mogelijk maakt uw gewicht voortdurend in het oog te houden. Het normale dialyseschema bestaat uit drie behandelingen per week, gedurende gemiddeld vier uur. We hebben drie groepen patiënten: maandag‐, woensdag‐ en vrijdagvoormiddag (start tussen 07.30 en 08.30 uur, einde vanaf 11.30 uur tot 12.30 uur) maandag‐, woensdag‐ en vrijdagnamiddag (start tussen 12.30 en 13.30 uur, einde vanaf 16.30 uur tot 18.00 uur) dinsdag‐, donderdag‐ en zaterdagvoormiddag (start tussen 07.30 en 08.30 uur, einde vanaf 11.30 uur tot 12.30 uur). Het opstarten, de opvolging en het beëindigen van de dialyse gebeurt door bekwame verpleegkundigen onder supervisie van de nefroloog. Het geneeskundig team bestaat uit de drie nefrologen: dr. Jan Monballyu (diensthoofd), dr. Stefaan Vanneste, dr. Vanessa Ooms en één endocrinologe dr. Sabien Driessens. Het verpleegkundig en verzorgend team bestaat uit een ploeg van een 20‐tal mensen met als hoofdverpleegkundige Mia Geenens. We worden verder bijgestaan door een maatschappelijk assistente, een diëtiste, twee techniekers, een keuken‐ en onderhoudsploeg. Low‐care of autodialyse De behandeling met de kunstnier en een dialysetoestel is dezelfde als bij hospitaaldialyse. De weegbedden zijn vervangen door elektrisch instelbare zetels. Het toezicht en de opvolging van de dialyse gebeurt hier voor een deel door de patiënt zelf. Het aanprikken gebeurt door de verpleegkundige. Het medisch, verpleegkundig en verzorgend team, de maatschappelijk werker, de diëtiste en de techniekers zijn dezelfde als voor de hospitaaldialyse. De begin‐ en einduren van de dialyse zijn ook dezelfde als van de hospitaaldialyse. 14. Begeleiding door de maatschappelijk assistente U hebt een nierfunctievervangende therapie nodig (hemodialyse, buikdialyse, niertransplantatie). Dit brengt u misschien in de war en doet ook heel wat praktische vragen rijzen. De maatschappelijk assistente staat open voor uw vragen en zoekt samen met u naar geschikte oplossingen. Wanneer u in het ziekenhuis bent opgenomen, organiseert zij mee uw ontslag en de eventuele thuishulp. De maatschappelijk assistente helpt u met vragen die u kunt hebben op maatschappelijk en psychosociaal gebied. Die kunnen gaan over:  sociale voorzieningen  de vervoerregeling van en naar de kunstnier  inkomen en huisvesting  vakanties  relaties  eenzaamheid  het verwerken van de ziekte. De maatschappelijk assistente tracht een luisterend oor te hebben voor uw zorgen. Dit kan tijdens de behandeling op de dialysezaal, of bij u thuis. Een thuisbezoek biedt de mogelijkheid om iets rustiger en in een vertrouwde omgeving bepaalde punten te bespreken. Zij maakt deel uit van het team en komt regelmatig langs op de afdeling. Ze is ook nog te bereiken in het ziekenhuis op het kantoor van de sociale dienst en telefonisch op het nummer 03‐380 20 20. 15. Nuttige adressen en telefoonnummers 03 380 20 11 telefooncentrale AZ St. Jozef 03 650 50 50 telefooncentrale AZ Klina 03 380 27 20 faxnummer Kunstnier 03 380 27 21 kunstnier, bureel hoofdverpleegkundige 03 380 27 22 kunstnier, kantoor dokters 03 380 27 24 kunstnier, low‐care afdeling 03 380 27 23 kunstnier, dialysezaal 03 380 27 27 peritoneaal dialyselokaal 03 380 27 28 maatschappelijk assistente (kantoor kunstnier) 03 380 20 20 maatschappelijk assistente (kantoor ziekenhuis) 03 380 22 20 afdeling nierziekten in het ziekenhuis 03 380 20 31 secretariaat polikliniek, afspraken Wachtdienst nefrologen Te bereiken via de telefooncentrale van het ziekenhuis (24 uur op 24). Wachtdienst dialyseverpleegkundige Te bereiken via de telefooncentrale van het ziekenhuis (24 uur op 24). Bij ieder dringend probleem kunt u, via uw huisarts, altijd terecht op de afdeling spoedgevallen van het AZ Sint‐Jozef. Vereniging van dialysepatiënten Dialaug: de maatschappelijk assistente zal U met deze vereniging in contact brengen Belgische Vereniging voor Nierinsufficiëntie Vaartstraat 35 3000 LEUVEN tel. 016 20 31 32 fax 016 23 04 70 16. Patiëntenvereniging: Dialaug De vzw Dialaug is een vereniging van mensen met nierinsufficiëntie van het Medisch Instituut Sint‐Augustinus Wilrijk‐Antwerpen, het Algemeen Ziekenhuis Sint‐Jozef Malle en het Universitair Ziekenhuis Edegem. De vzw werd opgericht in Wilrijk op 16 december 1978. Het is een vereniging zonder winstoogmerk, zoals bepaald in de wet van 27 juni 1921. Haar maatschappelijke zetel is gevestigd in de Oosterveldlaan 24 in 2610 Wilrijk‐
Antwerpen. Familieleden, vrienden en sympathisanten van personen met nierinsufficiëntie kunnen eveneens aansluiten. De vereniging heeft tot doel: 1. de begeleiding van personen met chronische nierinsufficiëntie, niertransplantpatiënten en hun verwanten; 2. adviesverlening aan deze patiënten en hun verwanten; 3. informatie verstrekken aan deze patiënten en hun verwanten en de communicatie met en tussen hen bevorderen; 4. alle activiteiten ontwikkelen om dit doel te verwezenlijken. Het kandidaat‐lidmaatschap wordt u aanvankelijk gratis aangeboden. U zult dan ook tijdelijk gratis het tweemaandelijkse tijdschrift 'Nieuwsbrief' ontvangen. Gelieve ons, via de maatschappelijk assistente, te laten weten of u hierop ingaat. Het driemaandelijkse tijdschrift 'Horizon', uitgegeven door de Belgische Vereniging van Nierinsufficiënten (waarbij Dialaug is aangesloten), kunt u alleen ontvangen wanneer u beslist om effectief lid te worden van Dialaug en uw jaarlijks lidgeld betaalt. In de eerste nieuwsbrief zit alle informatie over lidmaatschap, lidgeld en activiteiten. Enkel als effectief lid kunt u genieten van de speciale voorwaarden voor onze activiteiten. Voor verdere informatie kunt u terecht bij de hoofdverpleegkundige en bij de maatschappelijk assistente van de kunstnierafdeling. Opdrachtgever: Dr. Jan Monballyu Verantwoordelijke uitgever: Peter De Becker g/az/patinfofolders/hemodialyse.doc 2006 – 02 ‐ 18 
Download