PAKIN Nierziekte Leg op een eenvoudige manier aan een patient uit hoe de nier werkt De nieren zijn 2 organen die opgebouwd zijn uit microscopisch kleine eeneheden die nefronen genoemd worden. Het nefron bestaat uit een glomerulus, waarin een zich een kluwen van haarvaten bevindt. Het zuurstofrijke bloed komt hier naar binnen vanuit de arteria renalis. Water en afvalstoffen worden hier onder invloed van de bloeddruk uit de haarvaten geperst (voorurine). Grote moleculen zoals proteïnen en rode bloedcellen kunnen het endotheel van de haarvaten niet paseren en deze bevinden zich dus ook niet in de voorurine. De voorurine komt terecht in het buizensysteem van het nefron. In deze nierbuisjes vindt er vervolgens een uitwisseling plaats van water en ionen, waardoor de bloeddruk en de ionenbalans op pijl gehouden wordt. Het restant, waarin zich ook de afvalstoffen nog bevinden, is de uiteindelijke urine en verlaat het nefron via een verzamelbuis richting het nierbekken en vervolgens naar de blaas. Welke risicogroepen moeten gescreend worden op nierinsufficientie? Diabetes, arteriële hypertensie, familiale geschiedenis van erfelijke nierziekte, chronisch gebruik van potentieel nefrotoxische medicatie, (cardiovasculair lijden, 55 jaar en ouder) Met welke testen wordt screening op nierinsufficientie uitgevoerd? Creatinine in bloed (eGFR), proteinurie, bloeddruk Geef een overzicht van de verschillende stadia van nierinsufficientie aan de hand van de eGFR Stadium 1: GFR ≥ 90 ml/min/1.73m² en nierschade comorbiditeit behandelen Stadium 2: GFR 60-89 ml/min/1.73m² follow up, conservatieve behandeling Stadium 3: GFR 30-59 ml/min/1.73m² follow up, conservatieve behandeling Stadium 4: GFR 15-29 ml/min/1.73m² voorbereiden voor niervervangende behandeling Stadium 5: GFR <15 ml/min/1.73m² of dialyse niervervangende behandeling Maak een overzichtstabel met in de eerste kolom de verwikkelingen van chronische nierinsufficientie, in de 2e kolom de parameters (klinisch en technisch) om per verwikkeling op te volgen en in de 3e kolom de streefwaarden, waar nodig schrijf je in de 4e kolom de mogelijke medicatie bij afwijkende waarden. Verwikkeling Hypertensie Parameters Bloeddruk Streefwaarden ≤ 140/80 mmHg Anemie Hb >7,3 mmol/l >7,8 mmol/l >0,36 L/L >0,41 L/L <6,5 mg/dl <7,0 mg/dl Vergelijken met baseline waarde 2,10 – 2,55 mmol/L 2-7 pmol/L Hct Jicht Urinezuur Botontkalking BMD Ca²+ PTH 25-OH-vit D3 Maag-/darmbloeding Gastroscopie, duodenoscopie, coloscopie Infectie CRP ESR WBC Zenuwaantasting Ureum Elektrolytenstoornissen Na+ K+ ClPi HCO3- Medicatie ACE-i, ARB Zoutbeperking Erythropoietine Allopurinol Calcium, Vit D, Bisfosfonaten <10 mg/L <6,4 mmol/L Geef aan op grond van welke indicaties je een patient naar de nefroloog zou verwijzen Verminderde GFR, hematurie, proteinurie, albuminurie (diagnosestelling door nefroloog) Progressieve achteruitgang nierfunctie Vanaf een klaring van 30 ml/min/1.73m² en minder (voorbereiding niervervangende therapie) Complicaties (bijv. Anemie, metabole verwikkelingen) Therapiedoelen worden niet bereikt (bijv. Therapieresistente hypertensie) Oligo-anurie (Dringende hospitalisatie) Geef aan de hand van het zorgtraject aan wat de meerwaarde is van samenwerking tussen patient, huisarts, nefroloog, dietiste en eventueel andere hulpverleners. Betere opvolging van de patiënt, verbeterde kwaliteit van zorg, betere samenwerking met patiënt/omgeving, betere samenwerking met specialist/ andere zorgverleners, beter ziekte inzicht bij de patiënt, betere adherence van de patiënt, betere opvang door sociaal netwerk van de patiënt, volledige terugbetaling voor de patiënt van zijn consulten bij huisarts en specialist, betere toegang tot bepaalde zaken specifiek voor zijn ziekte (bijv. Specifiek dieetadvies, bloeddrukmeter voor thuis, medicatie) Leg op een eenvoudige wijze aan een patient uit hoe peritoneaal dialyse werkt. Pas hierbij informed consent toe. Peritoneaal dialyse is een niervervangende therapie. Hierbij dient het buikvlies, oftewel peritoneum, als filter. Bij CAPD wordt er een katheter in de buik geplaatst waardoor er een toegang tot de buikholte is. Via deze katheter wordt een steriele vloeistof, het dialysaat genoemd, ingebracht in de buikholte. Deze vloeistof blijft enkele uren (dwell-tijd) ter plaatse. Via het buikvlies vindt er uitwisseling plaats van bepaalde stoffen. Wanneer van een bepaalde stof een hogere concentratie aanwezig is in het bloed, zal deze stof door het buikvlies naar het dialysaat verplaatsen. Zo kunnen de afvalstoffen dus uit het bloed verwijderd worden. Wanneer er teveel vocht in het lichaam is opgehoopt, gebruiken we een dialysaat met een hoger glucose gehalte, omdat het water zich dan zal verplaatsen vanuit het bloed naar de buikholte (osmose). Na de dwell-tijd wordt de katheter terug opengezet en loopt het dialysaat weer uit de buikholte in een opvangzak. De cyclus kan nu herhaald worden. APD werkt volgens hetzelfde principe, maar in dit geval vindt de dialyse ’s nachts plaats en wordt het dialysaat in en uit de buikholte gepompt door een apparaat dat volledig automatisch werkt. Leg op een eenvoudige wijze aan een patient uit hoe hemodialyse werkt en vanaf wanneer hemodialyse geindiceerd is. Pas hierbij informed consent toe. Hemodialyse is een niervervangende therapie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een ‘kunstnier’. Dit is een box gescheiden door een membraan, waar aan de ene kant het bloed van de patiënt door middel van een bloedpomp doorheen gepompt wordt en aan de andere kant in tegengestelde richting een vloeistof die het dialysaat genoemd wordt. Het membraan dient als filter, het laat water en opgeloste stoffen zoals afvalstoffen door, maar geen grote moleculen zoals proteïnen en rode bloedcellen. Hierdoor wordt het bloed gezuiverd en de ionenbalans en zuurtegraad op pijl gehouden. De toegangsweg tot de bloedbaan van de patiënt kan verzekerd worden via een arterio-veneuze fistel (hierbij wordt er bij voorkeur in de pols een verbinding gemaakt tussen een slagader en een ader, waardoor er een gemakkelijk aan te prikken ader voor handen is), via een kunstbloedvat (hetzelfde principe, maar wanneer er geen eigen bloedvat voor handen is wordt de verbinding gemaakt door een greffe) of via een dialysekatheter (ingebracht t.h.v. de hals of lies). De patiënt moet 3 x 4 uur per week dialyseren in het ziekenhuis, in een lowcare huis of thuis. Hemodialyse is geïndiceerd vanaf het moment dat de eigen nieren niet meer voldoende in staat zijn om het lichaam van afvalstoffen te zuiveren. Per definitie is dat vanaf een klaring van 15 ml/min/1.73m² of minder, maar bij bepaalde factoren zoals moeilijk beheersbare hypertensie kan het aangewezen zijn om eerder te dialyseren. Wanneer de patiënt echter volledig asymptomatisch is kan de dialyse nog wat uitgesteld worden. Geef een overzicht van indicaties en (absolute) contraindicaties voor niertransplantatie Indicatie voor een niertransplantatie is een GFR van < 15 ml/min/1.73² of hoger wanneer er oncontroleerbare verwikkelingen van de nierinsufficientie zijn en / of patient jonger dan 55 jaar. Contra indicaties: maligniteit, nierTBC, oxalose, chronische pancreatitis, roken zonder intentie tot stoppen, obesitas, onvoldoende therapietrouw, niet operabele kransslagaderletsels, ernstige arteriosclerose van de bekkenbloedvaten, chronische infectiehaard. Stel een integraal zorgplan op voor een patient met chronische nierinsufficientie (administratie, doelstellingen, na te streven parameters / onderzoeken, in te schakelen hulpverleners en hun respectievelijke taken voor de patient) die moet voorbereid worden op een niertransplantatie Administratie: contactgegevens van de patiënt, partner, behandelend geneesheer, huisarts en mutualiteit moeten bekend zijn zodat er snel contact gemaakt kan worden in het geval van een beschikbare kadavernier. De sociale status van de patiënt moet ook bekend zijn waarbij zeker de mogelijkheid van een levende donor onderzocht dient te worden. Doelstellingen: zo lang mogelijk een niervervangende therapie uitstellen d.m.v. conservatieve behandeling: gezonde levensstijl (beweging, rookstop, gewichtsreductie, geen nefrotoxische medicatie), eiwitarm dieet, optimale medicamenteuze behandeling van verwikkelingen (antihypertensiva, EPO...) Parameters: gewicht, vullingstoestand, glycemie, bloeddruk, lipidemie, proteinurie, anemie (Hb, Hct), beenderen (PTH, 25-OH-vit D3), elektrolyten (Na, K, Cl, Ca, P, HCO3) opvolgen door labo. Weefseltypering; serologie (CMV, HSV, EBV, Hep B/C, HIV); cardiolvasculaire evaluatie met aandacht voor inspanningstolerantie, myocardscintigrafie, als beide positief coronarografie, doppler perifere vaten; Rx thorax, longfunctietest; gastroscopie, rx colon indien aangewezen door voorgeschiedenis in anamnese; urologische cytologie bij wederkerende urineweginfecties en transrectale echo, PSA bepaling bij mannen >50j; gynaecologisch onderzoek; infectiehaarden tanden/sinussen; baseline bot mineraal densiteit meting Patient komt elke 6 weken in consult bij de nefroloog, eveneens elke 6 weken labo controle. Inenting tegen griep, pneumokokken, hep B (huisarts). Patient en familie dienen voorgelicht te worden over transplantatie en/of dialyse door transplantatie team en/of dialysecentrum. Wanneer nefroloog vaststelt dat er per direct nier vervangende therapie opgestart moet worden en er is geen donornier beschikbaar dan moet er hemodialyse met tijdelijke katheter opgestart worden. Bespreek de 4 ethische principes voor donor en ontvanger in het kader van een niertransplantatie met levende donor Goed doen: een niertransplantatie is goed doen voor de ontvanger, omdat hiermee geprobeerd wordt om deze persoon te genezen. Voor de donor is het echter een ander verhaal. Niet schaden: De donor is in principe een gezonde persoon, bij wie een goede nier weg gehaald wordt. Dit is in tegenpraak met het principe ‘niet schaden’. Er zijn altijd risico’s voor de donor verbonden aan de operatie, anaesthesie en het missen van de nier zelf. Er is echter grote kans dat de donor een perfect normaal leven kan leiden zonder de ene nier en de wil tot ‘goed doen’ voor de zieke ontvanger is dan sterker. Autonomie: de ontvanger moet goed geïnformeerd worden over de procedure en de voor- en nadelen ten opzichte van dialyse, zodat hij een goed geïnformeerde beslissing kan maken. Ook de donor moet volledig vrijwillig een geïnformeerde beslissing kunnen nemen. Er mag absoluut geen sprake zijn van dwang, zowel vanuit de artsen als de ontvanger als de familie van de ontvanger. Er moet bijvoorbeeld voor gewaakt worden dat iemand die eigenlijk zijn nier niet wil afstaan, dit toch doet onder druk van een familielid. Ook mag de nier niet afgestaan worden voor een geldelijke beloning. Om dit te voorkomen, zijn enkel 1e graadsverwanten en echtgenoten geschikt als donoren. Rechtvaardigheid: Er zijn bepaalde factoren betreffende de gezondheid van een patiënt waar hij zelf de verantwoordelijkheid voor heeft, zoals overgewicht en roken. Aangezien er een schaarste aan organen is, zou het onrechtvaardig kunnen lijken om bijvoorbeeld patiënten die, ondanks dat ze voorgelicht zijn over het belang van stoppen met roken, toch blijven roken, een nier te geven terwijl er een andere gemotiveerde patiënt is die wel met pijn en moeite gestopt is die nog moet wachten. Aan de andere kant valt erover te discusieren of het wel rechtvaardig is om de nier te ontzeggen aan rokers, want in hoeverre is roken een vrije keuze? Bespreek de voor en nadelen op ethisch gebied van het geen bezwaarsysteem dat in ons land geldt bij afstaan van organen. Voor: Menselijke solidariteit, iedereen is potentiëel donor, goed doen voor de ontvanger Tegen: schending van het zelfbeschikkingsrecht, als iemand niet uitdrukkelijk verzet heeft getekend, kan hij donor worden zonder dat hij daar zelf over beslist heeft. De familie wordt op een kwetsbaar moment voor de keuze gesteld of hun naaste als orgaandonor kan dienen, hierdoor worden er mogelijk emotionele beslissingen gemaakt die niet overeenkomen met de wil van de overledene.