Proefschrift “Renal transplantation in children”, samenvatting Dr. Jean Herman Zowat veertig jaar geleden was terminale nierinsufficiëntie een onbehandelbare en fatale ziekte bij kinderen. De introductie van niervervangende therapie onder de vorm van dialyse en niertransplantatie hebben de prognose drastisch veranderd. De laatste decennia heeft niertransplantatie zich ontwikkeld van een experimentele procedure tot de voorkeursbehandeling van kinderen met terminaal nierfalen. In dit proefschrift stellen we de resultaten voor van 20 jaar niertransplantatie bij kinderen aan de Katholieke Universiteit Leuven en bestuderen we de factoren die de resultaten van transplantatie bij kinderen beïnvloeden. Onze analyse toont aan dat het verkorten van de dialyse periode “voor”de transplantatie, het optimaliseren van de HLA overeenkomst tussen de donornier en de ontvanger, het voorkomen van acute afstoting, van vertraagd opgang komen van de nierfunctie na transplantatie, en het behouden van een goede nierfunctie gedurende het eerste jaar na transplantatie cruciaal zijn om niertransplantatie bij kinderen succesvol te maken. Betere inzichten in de histologie van nierbiopsies dragen eveneens bij tot dit succes en worden ook behandeld in dit proefschrift. Verder worden een aantal andere aspecten van niertransplantatie bij kinderen bestudeerd. Getransplanteerde kinderen moeten dagelijks en levenslang medicatie innemen om afstotingreactie te voorkomen. Cyclosporine A werd begin van de jaren tachtig geïntroduceerd en is steeds een van de meeste gebruikte immunosuppressiva. Het venster tussen doeltreffendheid en toxiciteit is nauw. We analyseren de pharmacokinetiek van Cyclosporine A en geven richtlijnen voor de therapeutische monitoring van deze medicatie bij kinderen met niertransplantatie. Door de inname van immunosuppressiva zijn kinderen meer vaatbaar voor infecties. Polyomavirus infectie werd recent verantwoordelijk gesteld voor ernstige transplantdysfunctie en zelfs transplantfalen bij een stijgend aantal volwassen patiënten. Door middel van moleculaire technieken (PCR) bestuderen we de prevalentie en de klinische gevolgen van deze infectie in onze pediatrische populatie. Epstein–Barr virus, de oorzaak van klierkoorts, kan bij getransplanteerde kinderen leiden tot ongecontroleerde proliferatie van de witte bloedcellen – de zogenaamde post-transplant lymphoproliferatieve ziekte. Deze aandoening gaat gepaard met significant morbiditeit en mortaliteit. De recente diagnostische en therapeutische aanwinsten worden besproken aan de hand van een casus. Groeiretardatie is een frekwente complicatie van chronische nierinsufficiëntie. Na een geslaagde transplantatie treedt inhaalgroei niet altijd op. In dit proefschrift onderzoeken we de doeltreffendheid en veiligheid van recombinant groeihormoon behandeling bij kinderen met groeiachterstand na niertransplantatie. Meer info: Dr. Jean Herman E-mail: [email protected] Tel. 32 16 316289