Omschrijving Okken - Schneider Electric

advertisement
Lastenboek:
Laagspanningsbord voor vermogensdistributie en motorsturing
-1-
INHOUD
1. Constructieve voorwaarden van het bordensysteem.................................................................................................... 3
2. Specifieke voorwaarden bij gevaar voor een aardbeving ............................................................................................ 7
3. Specifieke voorwaarden bij gebruik in een corrosieve omgeving ............................................................................. 7
4. Specifieke voorwaarden interne vlamboog: .................................................................................................................... 7
5. Specifieke marinevoorwaarden ........................................................................................................................................... 8
6. Specifieke projectvoorwaarden........................................................................................................................................... 8
-2-
1. Constructieve voorwaarden van het bordensysteem
1.1 Algemeen
De laagspanningsborden moeten worden uitgevoerd in volledige conformiteit met
de norm IEC 61439-2 en getest volgens de 15 verificatieproeven die in deze
internationale norm omschreven zijn.
De 12 verificatieproeven die door de fabricant worden uitgevoerd:
1. Sterkte van materiaal en onderdelen
2. Beschermingsgraad
3. Isolatieafstand en kruipwegen
4. Beveiliging tegen elektrische schokken en integriteit van de
beschermingskring.
5. Integratie van de apparaten en componenten
6. Interne elektrische stroomkringen en verbindingen
7. Aansluitingen voor externe geleiders
8. Diëlektrische eigenschappen
9. Temperatuurslimieten
10. Kortsluitweerstand
11. Elektromagnetische compatibiliteit
12. Mechanische bediening
De 3 routinetests worden uitgevoerd door de bordenbouwer:
13. Bekabeling, elektrische werking
14. Isolatie
15. Beveiligings maatregelen
Om de kwaliteit van de uitrusting te waarborgen, zal de onderneming die de
opdracht krijgt toegewezen, de nummers van de certificaten of van de
conformiteitscertificaten van de 12 verificatieproeven van de fabricant voorleggen
samen met een kopie van de eerste pagina's van deze testcertificaten.
Een door de bordenbouwer ondertekende conformiteitsfiche waarin wordt
verklaard dat de 3 routinetests werden uitgevoerd zal samen met het bord
afgeleverd worden.
Hij dient tegemoet te komen aan de EMC-voorwaarden. De uitrusting wordt
ontworpen voor gebruik in een typeomgeving in overeenstemming met de norm
IEC 61439-2. De bordenbouwer moet het document van de fabricant voorleggen
waarin de EMC-prestaties van de uitrusting worden gewaarborgd en moet
bevestigen dat het bord in overeenstemming is met de instructies van de
fabricant. In het bijzonder in de behandeling van de functionele volumes moeten
de gevoelige kringen worden afgeschermd van de vermogensgeleiders.
-3-
Om de coherentie en de levensduur van de geïnstalleerde uitrusting te
waarborgen moeten het bordsysteem en de apparatuur afkomstig zijn van
dezelfde fabrikant
1.2 Behuizingen
Ten behoeve van de beschikbaarheid van de installatie moeten, bij het ontwerp
van het bord, rekening gehouden worden met de omgevingstemperatuur en de IPbeschermingsgraad van de kolommen. Indien dit nodig blijkt, kan apparatuur
worden gedeklasseerd. Deze deklassering worden gestaafd aan de hand van
specifieke tabellen of software die door de fabricant worden erkend.
De constructie van het bord dient een beschermingsgraad IP31 of 42 of 54 te
hebben in overeenstemming met de norm IEC 60529. In het geval: geopende
deuren van de functionele eenheden in test- of uitgetrokken stand is de
beschermingsgraad IP2X (uittrekbare schuif) of IPXXB (andere types van
functionele eenheden).
De mechanische beschermingsgraad is IK10 in overeenstemming met IEC 62262.
Om het benodigde vloeroppervlak tot een minimum te herleiden, wordt het
kabelkanaal aan de achterzijde van het bord geplaatst zonder dat hiervoor een
extra compartiment moet worden voorzien aan de voorzijde van het bord.
De ingebouwde sokkel van de kolommen laat toe om de kolommen tijdens het
transport en tijdens de installatie los van elkaar te behandelen.
1.3 Railstel
Ten behoeve van de beschikbaarheid van de installatie moeten, bij het ontwerp
van het hoofdrailstel en het distributierailstel rekening gehouden worden met de
omgevingstemperatuur en de IP-beschermingsgraad van de kolommen. Indien dit
nodig blijkt, kan een railstel worden gedeklasseerd. Deze deklasseringen worden
gestaafd aan de hand van specifieke tabellen of software die door de fabricant
worden erkend.
Om het aansluiten te vergemakkelijken wordt het hoofdrailstel bovenaan in de
kolommen geplaatst. Door hun ontwerp kunnen kabels of geprefabriceerde
railkokers langs boven, langs onder, langs voor of langs achter worden
aangesloten zonder dat het railstel moeten worden verplaatst of de hoogte van het
bord moet worden aangepast.
Toekomstige uitbreidingen worden vergemakkelijkt door een hoofdrailstel met
vaste sectie en bestaande uit rechthoekige koperen rails van 10 x 40 mm. Hun
aantal is afhankelijk van de nominale stroom. De koperkwaliteit is Cu-ETP R240 in
overeenstemming met EN1652 of Cu-ETP HB in overeenstemming met ISO1634
-4-
De schadelijke thermische effecten en elektromagnetische stralingen worden
beperkt door de specifieke plaatsing van de fase- en nulleiderrails.
Het koppelen van de hoofdrailstellen gebeurt middels voorgeïnstalleerde en
verschuifbare railverbindingen om elke interventie mogelijk te maken zonder te
worden gehinderd door de vermogenskabels. Ten behoeve van het onderhoud
moet een kolom in het midden van het bord kunnen worden verwijderd en
teruggeplaatst zonder dat er een interventie nodig is op de naastliggende
kolommen.
Om installatie-uitbreiding te vergemakkelijken wordt het distributierailstel in een
IP2X of IPXXB-compartiment geplaatst en is er dankzij specifieke klauwen een
schroefloze aansluiting mogelijk, waardoor functionele vertrekeenheden tot 630 A
kunnen worden toegevoegd zonder hiervoor de voeding te moeten onderbreken.
Het distributierailstel is samengesteld uit rechthoekige koperen rails van 10 mm
dikte en een variabele breedte afhankelijk van de nominale stroom. De
koperkwaliteit is dezelfde als deze omschreven voor het hoofdrailstel.
1.4 Functionele eenheden
Ten behoeve van de beschikbaarheid van de installatie moet bij de
apparatuurkeuze en samenhang rekening gehouden worden met de
omgevingstemperatuur en de IP-beschermingsgraad van de kolommen. Indien dit
nodig blijkt, kan apparatuur worden gedeklasseerd. Deze deklassering wordt
gestaafd aan de hand van specifieke tabellen of software die door de fabricant
worden erkend.
Om de exploitatie en het onderhoud te vergemakkelijken moeten alle functionele
eenheden van hetzelfde type en hetzelfde vermogen onderling omwisselbaar zijn,
tenzij een uitwisselvergrendeling is voorzien.
Om evolutie te vergemakkelijken moeten functionele eenheden van het uittrekbare
type WWW of loskoppelbare type WFW voor distributievertrekken tot 630 A en
motorstarters tot 250 KW in eenzelfde kolom kunnen worden toegevoegd zonder
hiervoor de stroomtoevoer te moeten onderbreken.
Voor de vaste functionele eenheden van het type FFF worden de
vermogensaansluitingen rechtstreeks uitgevoerd op het verticale railstel middels
geïsoleerd soepel koper.
Om aan exploitatie en het onderhoud te beantwoorden zal het bordsysteem in
eenzelfde kolom functionele eenheden van types: WFW, WWW aanvaarden (IEC
61439-2)
Om het vlamboogrisico tussen het vertrekapparaat en de verbinding op het
distributierailstel uit te sluiten zal de isolerende functionele montageplaat van het
beschermingsapparaat de scheiding aan de aansluitingen garanderen. (voor
apparatuur tot 630 A).
-5-
Om onmiddellijk de toestand van een eenheid te herkennen zal de
uitschakelstand (trip) van het apparaat duidelijk door de bediening/hendel worden
weergegeven.
Het verbindingssysteem van de functionele eenheden mag tijdens de inrij- en
uittrekbewegingen geen slijtage veroorzaken op het distributierailstel.
Voor uittrekbare functionele eenheden geldt dat de overgang van de ene stand in
de andere moet gebeuren met behulp van een mechanische drukknop. Voor de
veiligheid van de interveniërende personen zorgt een vergrendelingssysteem
ervoor dat geen enkele handeling kan worden uitgevoerd terwijl het vertrek onder
spanning staat. Vertrekken tot 630 A zijn bovendien uitgerust met een
mechanische slagpin die het apparaat uitschakelt (trip) wanneer het wordt
uitgetrokken- of ingeplugd terwijl het apparaat ingeschakeld is. Elke stand komt
overeen met een positie van het zichtbare gedeelte van de functionele eenheden.
Deze positie wordt bovendien duidelijk op de voorzijde aangegeven door een
mechanische indicator.
Het standensysteem "ingereden / test / uitgetrokken" is onderling vergrendeld en
onafhankelijk van de bediening van het beschermingsapparaat dat een eigen
vergrendeling heeft met 1 tot 3 hangsloten.
Om de veiligheid van personen en goederen te waarborgen, moeten de
functionele eenheden type WWW fysiek van de bovenliggende en onderliggende
kringen zijn losgekoppeld wanneer het apparaat in de OPEN positie staat.
De positie "test" garandeert een fysieke onderbreking met positieve indicatie van
de bovenliggende en onderliggende aansluitingen. De overgang van de positie
"ingeplugd" naar "test" en omgekeerd wordt uitgevoerd zonder naar positie
“uitgereden” over te gaan.
Dit zorg ervoor dat volgende zaken worden vermeden tijdens de overgang:
 onderbrekingen van de controlekring en de stuurkring
 het verlies aan communicatie tijdens en na de handeling
 storingen in de supervisie van het proces.
Functionele eenheden met een grote warmtedissipatie (snelheidsregelaars,
elektronische starters, vermogensschakelaars, ...) hebben mogelijk een ventilatie
nodig om hun prestaties te behouden.
Het reservegedeelte is niet uitgerust, het ontwerp van het bord laat een vrije
evolutie toe zonder de nood aan voor-uitgeruste reservevertrekken.
1.5 Installatie, onderhoud en uitbreiding
De bordenbouwer is voldoende bereikbaar om het nodige personeel en de nodige
wisselstukken ter beschikking te kunnen stellen voor elke interventie. De fabricant
zal de nodige procedures overmaken en kan, indien nodig, logistieke
ondersteuning verzorgen.
De fabricant verbindt zich ertoe wisselstukken beschikbaar te houden voor een
periode van 10 jaar te rekenen vanaf datum einde productie van de apparatuur.
-6-
2. Specifieke voorwaarden bij gevaar voor een aardbeving
Indien het bord wordt gebruikt in een aardbevingsgebied van niveau 1 tot 4 in
overeenstemming met IEC 60721-2-6 zullen de versnellingsniveaus aan de
bordenbouwer worden meegedeeld. Deze zal bepalen hoe de bordconfiguratie
aan deze voorwaarden moet worden aangepast. Samen met het bord worden
testcertificaten aangeleverd die verwijzen naar de normen IEC 69721-2-6, IBC of
nucleair HN20E53.
De bedrijfscontinuïteit wordt verzekerd door de uitrusting zo te monteren en aan te
sluiten dat micro-onderbrekingen in het bord door seismische activiteit worden
voorkomen.
3. Specifieke voorwaarden bij gebruik in een corrosieve omgeving
Indien op de site polluenten aanwezig zijn (bijv.: SO2, H2S), moet dit aan de
bordenbouwer worden gemeld. Deze moet de aangewezen bekledingen voor de
geleiders (railstellen, aansluitingen) en de metalen elementen (mechanismen,
frame, bekleding) voorstellen. De bordenbouwer zal aangeven welke
deklasseringen moeten worden voorzien in functie van de type bekledingen op de
geleidende delen.
Om de effecten van corrosie te voorkomen zal een oppervlaktebehandeling van
de koperen delen worden voorzien.
Schroefverbindingen worden gedekt met 30 micron tin. Omwille van slijtage door
wrijving worden alle sleepcontacten bedekt met 20 micron nikkel en niet met tin.
Het beschermingsniveau van het bord moet in overeenstemming zijn met de norm
IEC 60721-3-3.
4. Specifieke voorwaarden interne vlamboog:
Om de veiligheid van personen en goederen te waarborgen en snelle interventies
mogelijk te maken wordt het bord zo ontworpen dat het risico op verspreiding van
een "interne vlamboog" wordt beperkt. Het bord moet in overeenstemming zijn
met de voorwaarden vastgelegd in AS3439-1 betreffende de insluiting van het
fenomeen in de functionele eenheid of de insluiting ervan in de kolom door
mogelijke toevoeging van een extra scheiding in overeenstemming met het
rapport IEC 61641-v2.
Om tegemoet te komen aan de voorwaarden met betrekking tot de interne
vlamboog en in het bijzonder met de asymmetische stromen zal de
piekstroomweerstand ten minste 2,2 keer de effectieve stroom (rms) zijn.
-7-
5. Specifieke marinevoorwaarden
Het bord moet in overeenstemming zijn met de marinespecificaties DNV (DET
Norsk Veritas). De proefcertificaten met betrekking tot de trilweerstand moeten
worden afgeleverd. Het bord moet worden uitgerust met de veiligheidstoebehoren
die worden aanbevolen voor apparatuur aan boord. De beschermingsgraad is ten
minste IP22. De installatie moet eveneens voldoen aan de belangrijkste normen
voor elektrische installaties aan boord van schepen in overeenstemming met CEI
92.
De toe te passen deklasseringstabellen zijn deze voorzien voor een
omgevingstemperatuur van 45 °C.
6. Specifieke projectvoorwaarden
6.1 Omgevingsvoorwaarden:
Hoogte:
 =< 2000 m
>2000 m
Gemiddelde omgevingstemperatuur over 24 uur rond het bord:
35 °C
Relatieve luchtvochtigheid: 80 % bij 35 °C
Opwarming van de kolommen:
met
zonder
Klimatologische omstandigheden:
T1 gematigd klimaat
T2 elk klimaat
T3 corrosieve omgeving
Geforceerde ventilatie
:
met
zonder
6.2 Elektrische kenmerken van het net:
Nominale spanning:
Nominaal vermogen:
Nominale intensiteit:
Nominale frequentie:
Aantal bronnen:
Kortsluitstroomsterkte:
Nulleiderstelsel:
direct aan de aardleider
geïsoleerde nulleider
aansluiting op nulleider
nulleider verdeeld
nulleider niet verdeeld
….. V
……KVA
……A
……HZ
……in parallel ja/nee
……KA RMS 1S
TT
IT
TNC
TNS






-8-
6.3 Elektrische kenmerken van het bord:
Beschermingsgraad IP:
 22  31  42  54
Beschermingsindex tegen mechanische schokken: IK10
Toegekende stroom in het hoofdrailstel: ……… A
Toegekende kortsluitstroom Icc:  50 KA
 85 KA
 100 KA
6.4 Mechanische kenmerken van het bord:
Inbedrijfsindex IS (111, 211,223, 231, 232,331, 332) :
Aankomst = ……….
Vertrek = ………
of elektrische verbindingstypes van de UF (F,D,W):
Aankomst =………..
Vormen:
Aankomst (en)
2b

3b

4a

4b

Vertrek = ………
Vertrek(ken)




6.5 Aansluitingen:
Aansluiting van de aankomst(en): hoog
laag
Aansluiting van de vertrek(ken): hoog
laag
Toegang tot de aansluitingen:




 Vooraan  Achteraan
6.6 Secties van de hulpbekabeling:
Afgeschermde zwarte draad zonder eindpunt 1000 V van sectie:
1 mm² voor de stuurkring en de signalisatiekring
1,5 mm² voor de spanningskringen
2,5 mm² voor de intensiteitskringen
-9-
Download