QUIZ 3: THEMA VOEDSELKWALITEIT Hoe diervriendelijk ben jij?

QUIZ 3: THEMA VOEDSELKWALITEIT
Hoe diervriendelijk ben jij?
Bedenk jij of de kip op jouw bord een goed leven heeft gehad voordat je een
hap neemt? Of interesseert dat je niks? Test hier hoe diervriendelijk je bent.
1. Je ouders nemen je mee naar de shoarmatent. Waar ga je voor?
a. Broodje shoarma!
b. Falafal of een pita kaas.
c. Ik smeer thuis twee crackers met m’n eigen gepureerde bleekselderij spread.
2. Je past een dagje op de hond. Hij staat te trappelen om naar buiten te gaan, maar jij zit midden
in je computergame. Wat doe je?
a. Ik zet de computer uit en ga lekker de rest van de middag met de hond spelen.
b. Ik maak dit level af en ga dan snel een rondje met de hond naar buiten. Kan ik
tenminste weer verder gamen.
c. Ik zet de voordeur open en laat de hond naar buiten. Ik word gek van dat geblaf!
3. Je ziet op tv een kippenhouderij vol dikke kippen, die hutje-mutje bij elkaar zitten. Wat denk je?
a. Zielig. Misschien kan ik voortaan beter biologische kip eten.
b. Mmmm, lekker met appelmoes…
c. Afschuwelijk! Ik ben blij dat ik vegetariër ben.
4. Eet jij vis?
a. Nee, gatver! Laat maar lekker zwemmen die dieren.
b. Alleen vissoorten die niet bedreigd zijn met uitsterven.
c. Als hij lekker gebakken is, eet ik ‘m wel op.
5. Kijk jij – voordat je een eitje eet – of het een scharrelei is of een biologisch ei?
a. Nee, maar dat zou ik wel moeten doen…
b. Ja, dat vind ik belangrijk.
c. Welnee, een ei is een ei. Het verschil proef ik echt niet.
6. Er loopt een poesje luid miauwend achter je aan op straat. Wat doe je?
a. Je haalt ‘m even aan en loopt dan weer verder. Als hij achter je aan blijft lopen, breng je
hem naar het asiel.
b. Je pakt hem op en neemt hem al knuffelend mee naar huis. Wat zal hij het gezellig
vinden bij jou thuis!
c. Je zet je gemeenste gezicht op en snauwt ‘kssssssst!’ Dat zal hem leren!
7. Je moeder gaat boodschappen doen voor het eten vanavond: pikante balletjes met boontjes.
Wat roep jij?
a. ‘Neem je voor mij soja-balletjes mee in plaats van gehakt?’
b. ‘Wil je alsjeblieft rundergehakt kopen van een koe die een goed leven heeft gehad?’
c. ‘Doei! Zie je zo weer.’
1/2
Jouw score
Kijk bij elke vraag hoeveel punten jouw antwoord waard is. Tel op en check wat dat betekent.
1
2
3
4
5
6
7
A
0
6
3
6
3
3
6
B
3
3
0
3
6
6
3
C
6
0
6
0
0
0
0
0-14 punten
Bah, een beest
Je bent gek op dieren. Maar dan moeten ze wel gebakken of gegrild op je bord liggen. Levende dieren
vind je vooral lastig, die moet je uitlaten, eten geven en – brrraaien! Waar de kip of bal gehakt op jouw
bord vandaan komt, daar denk je helemaal niet over na. Maar komt dat écht doordat het je niet
interesseert of vind je het diep in je hart best belangrijk of een dier een goed leven heeft gehad?
15-24 punten
Vriend van dieren
Jij bent een dierenvriend. Thuis hebben jullie een hond of kat en op jouw kamer woont een konijn of
parkiet. (Of dat zou je willen!) Je weet waar dat lekkere kipfiletje op je bord vandaan komt, en daar voel
je je soms best schuldig over… Misschien kun je aan je ouders vragen of ze uit de supermarkt
diervriendelijk’ vlees meenemen? Of een dagje helemaal geen vlees op het menu willen zetten?
29-42 punten
Dierenengeltje
Dieren mogen wel een fanclub voor je oprichten! Jij houdt van álle beesten en eet ‘diervriendelijk’ vlees
of helemaal geen vlees. Het liefst zou je elk verdwaald poesje mee naar huis nemen en je hele familie op
een diervriendelijk menu zetten. Maar ja, je omgeving werkt niet altijd mee. Daarom is het ook heel
bijzonder dat jij volhoudt en jouw dierenliefde op iedereen probeert over te brengen.
2/2