Hoe kunnen de begeleiders bij Lettinga Studiebegeleiders

advertisement
Projectverslag
Beroepsproduct 2:
Lettinga Leerstrategieën
Naam student:
Geeske van Pijkeren
1632765
Opleiding:
LVO Wiskunde Deeltijd
Schooljaar:
2015/2016
Vak:
Beroepsproduct 2
Naam begeleider:
Frits Poutsma
Stageschool:
Lettinga Studiebegeleiders
IA:
OAR-H2BERPDT2-12
Dossiernr. Kennisbasis:
8727
Samenvatting
Geachte lezer,
Hier voor u ziet u een verslaglegging van een onderzoek dat is uitgevoerd op het huiswerkinstituut
Lettinga te Zwolle. Het huiswerkinstituut helpt leerlingen van de middelbare school leeftijd bij het
maken en leren van huiswerk. Maar wat als een leerling niet alleen een vraag heeft over de stof,
maar vragen heeft over de manier van leren? Met name leerlingen in de eerste klas zijn bezig met
zelfstandig leren leren, zij zijn bezig met het aanleren van leerstrategieën. Hier wil Lettinga meer mee
doen. De hoofdvraag luidt dan ook: “Hoe kan men bij Lettinga Studiebegeleiders voldoende
leerstrategieën bij onderbouwleerlingen, van VMBO tot VWO, aanleren?”
Na het uitvoeren van diverse interviews met betrokkenen en na literatuurstudie blijkt dat er met
verschillende factoren rekening moet worden gehouden: Werkdrukte van begeleiders, effectieve
samenwerking tussen begeleiders, motivatie van leerlingen. Uit literatuur blijkt ook dat de hersenen
van adolescenten in ontwikkeling zijn, wat het proces van studievaardigheid aanleren moeilijker kan
maken. Leerlingen hebben daarom behoefte aan goede, duidelijke voorbeelden.
Hieruit zijn verschillende producten voortgekomen: Er is een leerstrategieën database aangemaakt,
met een handleiding voor begeleiders en er zijn workshops gegeven aan leerlingen om de
bewustwording te bevorderen. De workshop is een product geworden dat collega begeleiders ook
volgende jaren kunnen gebruiken en het database zal waarschijnlijk door de jaren heen worden
aangevuld. Uit de presentatie na afloop lijkt men enthousiast. Er zal de komende weken een keuzediagram worden gemaakt voor het database, zodat leerlingen en begeleiders snel wegwijs worden,
maar daarna is het klaar voor gebruik.
Ik hoop dat u met plezier het verslag leest!
SAMENVATTING
2
HOOFDSTUK 1. INLEIDING
4
1.1
Aanleiding en opdracht
4
1.2
Context van de school in relatie tot het probleem
5
1.3
Onderzoeksvraag
5
HOOFDSTUK 2: VERKENNEND ONDERZOEK
7
2.1
7
Inleiding verkennend onderzoek
2.2
Praktijkverkenning
2.2.1 Inleiding
2.2.2 Plan van aanpak en middelen
2.2.3 Resultaten en conclusies
8
8
8
10
2.3
Literatuurverkenning
2.3.1 Inleiding
2.3.2 Hersenontwikkeling bij adolescenten
2.3.3 Conclusie
12
12
12
15
HOOFDSTUK 3: HET BEROEPSPRODUCT
16
3.1
Conclusie verkenning
16
3.2
Ontwerpeisen
16
3.3
Vormgeving product
17
HOOFDSTUK 4: EVALUATIE EN PRESENTATIE
4.1
Presentatie
4.2 Evaluatie
4.2.1 Inleiding van de evaluatie
4.2.2 Aanpak en middelen
4.2.3 Resultaten
4.2.4 Conclusie
20
20
20
20
20
21
21
LITERATUURLIJST VOLGENS APA-NORMEN
22
BIJLAGEN
23
Hoofdstuk 1. Inleiding
1.1
Aanleiding en opdracht
Tweedegraads docenten werken (samen) met adolescenten: mensen in ontwikkelingsfase tussen
kind- en volwassenzijn. Deze fase bevat veel ontwikkelingen, waaronder het ontwikkelen van het
brein en het leren. Op de basisschool worden leerlingen stap voor stap begeleid in het zich eigen
maken van de leerstof, op de middelbare school wordt echter een zekere mate van zelfstandigheid
verwacht. Met name in de onderbouw zullen leerlingen leerstrategieën aangeleerd krijgen die zij in
hun verdere onderwijscarrière kunnen gebruiken. Als leerlingen moeite hebben met het eigen maken
van leerstrategieën, omdat zij bijvoorbeeld (nog!) niet de hersencapaciteit of creativiteit hebben om
deze vaardigheden te ontwikkelen, zal dit waarschijnlijk ten koste gaan van de schoolresultaten.
De opdrachtgever van dit onderzoek is de leidinggevende van het Lettinga Studiebegeleiders.
Lettinga Studiebegeleiders helpt leerlingen die moeite hebben met die verwachte zelfstandigheid
door ze structuur te bieden. Met officiële termen zou je het een derdelijns begeleider kunnen
noemen. De leerlingen worden begeleid door de leidinggevende, de dagelijkse coördinator, de
exacte begeleider van het bovenbouw (mede eigenaar) en diverse andere begeleiders.
In de praktijk wordt zichtbaar dat de manier waarop het huiswerk wordt gemaakt, gereflecteerd en
geactualiseerd zou moeten worden. Een leerling komt bijvoorbeeld na een schooldag bij het
huiswerkinstituut. Na het inplannen van het nieuw opgegeven leer- en maakwerk, gaan de leerlingen
gestructureerd aan het werk om het huiswerk af te krijgen. Per onderdeel/vak moeten zij een
handtekening van een begeleider krijgen, pas als elk onderdeel een handtekening heeft, mag de
leerling naar huis. Deze methode zorgt ervoor dat leerlingen zo snel mogelijk hun werk goed af willen
hebben, maar niet nadenken over de manier waarop het gebeurt. Tenzij een begeleider dit bij een
leerling signaleert en bespreekt, maar in de praktijk is hier niet veel tijd/motivatie voor.
Het doel van dit onderzoek is het effectiever aanleren van leerstrategieën. Hoe kunnen wij de
leerlingen het best alternatieven aanbieden? Waar hebben zij behoefte aan? Hoe kunnen de
begeleiders hier het best in begeleid worden?
Tevens is het doel van dit onderzoek een product te ontwikkelen dat een tijdbesparend hulpmiddel is
waar de begeleider naar zou kunnen verwijzen als een leerling een andere leerstrategie blijkt nodig
te hebben. Daarnaast zou het mogelijk als een inspiratiebron kunnen functioneren voor leerlingen
die uit eigen initiatief op zoek zijn naar alternatieve studiemethodes. In principe zou elke leerling hier
iets aan kunnen hebben. Voor een goed resultaat is het de wens samen te werken met de
opdrachtgever, collega’s en, niet te vergeten, de leerling.
1.2
Context van de school in relatie tot het probleem
Lettinga Studiebegeleiders is niet een school maar een huiswerkinstituut. Het huiswerkinstituut helpt
twaalf tot achttien jarigen na schooltijd bij het maken van huiswerk. Elke leerling heeft een andere
aanleiding om bij Lettinga Studiebegeleiders te komen. Ze hebben diverse thuis achtergronden,
diverse leerstijlen. Het einddoel is een beter begrip van de aangeboden stof op school, met als
resultaat het verbeteren van schoolresultaten. Dit element, het verbeteren van schoolresultaten, is
de kern van Lettinga en daarom ook een doel van dit onderzoek. De bovenbouwleerlingen van
Lettinga hebben hopelijke al bepaalde leerstrategieën ontwikkeld, dit onderzoek zal daarom
voornamelijk voor onderbouwleerlingen van toepassing zijn. Voor de meeste is het huidige aanbod,
structuur en een stok-achter-de-deur, voldoende.
Het komt wel eens voor dat een leerling probeert stof op te nemen, maar daar niet volledig in slaagt.
Dit wordt door de begeleider of leidinggevende opgemerkt, maar soms komt een leerling ook zelf
concreet met de vraag: “Hoe kan ik dit anders leren?”. Blijkbaar heeft de leerling niet voldoende
handvaten om de stof op te nemen. Het probleem wordt gesignaleerd, maar er wordt weinig of niets
mee gedaan. De leerling heeft dan niet voldoende vaardigheden om zelf andere manieren te
bedenken. Begeleiders en leidinggevende hebben te weinig tijd en soms niet voldoende kennis om
leerlingen hierin te begeleiden. Over het gehele huiswerkinstituut bestaan momenteel geen effectief
begeleidingsplan op dit gebied. Met dit onderzoek wordt dat probleem hopelijk ingevuld.
In feite zou men dit onderzoek kunnen vergelijken met een reflectie, een intervisie, van het huidige
leerproces van de leerling. Dat is vooral nodig als het huidige proces niet bevredigend verloopt. Men
zou in principe alleen de handelingen van huiswerk maken en leren kunnen uitvoeren óf men kan
ook nadenken over de effectiviteit van deze handelingen. Dit onderzoek is daarom een toevoeging
aan het huidige aanbod op het huiswerkinstituut.
1.3
Onderzoeksvraag
Leerlingen bij Lettinga worden begeleid bij de overgang van afhankelijk naar onafhankelijk studeren.
De basis van het ontwikkelen van die leerstrategieën zou idealiter in de onderbouw moeten
gebeuren. In de bovenbouw is de stof zo complex, dat de leerling dan eigenlijk die vaardigheden al
zou moeten beheersen om verder te studeren. Voor veel leerlingen werkt de begeleiding van
Lettinga goed, het is intensiever dan de gemiddelde hulp thuis. Zullen leerlingen echter voldoende
leerstrategieën hebben ontwikkeld voor de vervolgstudie? Kunnen zij het na de middelbare school
zelf?
Na de aanvraag voor onderzoek bij huiswerkinstituut Lettinga, is de volgende onderzoeksvraag naar
boven gekomen:
“Hoe kunnen de begeleiders bij Lettinga Studiebegeleiders voldoende adequate
leerstrategieën bij onderbouwleerlingen, VMBO tot en met VWO, aanleren?”
Deze vraag wordt onderzocht door eerst een aantal deelvragen te beantwoorden. De vragen zijn
toenemend praktisch, hierdoor zal naar mate het onderzoek vordert, het product een steeds
concretere vorm aannemen.
Waarom hebben bepaalde leerlingen in deze levensfase moeite met het ontwikkelen van
leerstrategieën? Voor deze vraag wordt de theorie geraadpleegd en zal vooral de
adolescentieontwikkeling centraal staan.
Zodra duidelijk is welke aspecten in de ontwikkeling van de mens leerproblemen kunnen
veroorzaken, volgt de vraag: Wat hebben leerlingen nodig om optimaal te kunnen functioneren? En
welke leerstrategieën, welke oplossingen, adviseren experts in de praktijk aan pubers?
Daarnaast heeft ieder bedrijf een eigen sfeer, een eigen traditie, zo ook bij Lettinga Begeleiders. Wat
is de praktijkervaring van begeleiders van Lettinga? Waar hebben leerlingen behoefte aan op het
gebied van leerstrategieën? Wat wordt er in de praktijk aan gedaan?
Hoofdstuk 2: Verkennend onderzoek
2.1
Inleiding verkennend onderzoek
In het verkennend onderzoek wordt de achtergrond rond het onderzoeksvraag verder onderzocht.
Dit gebeurt met behulp van literatuuronderzoek en praktijkonderzoek. Hoewel beide onderzoeken in
dit verslag netjes gescheiden zijn, zijn ze in de praktijk met elkaar verweven: Om een goed
onderbouwde interviewvragen te kunnen stellen zal achtergrond informatie uit de literatuur gehaald
moeten worden. Uit de interviewresultaten volgen vragen die met literatuuronderzoek beantwoord
kunnen worden enzovoort. Dit alles om de volgende hoofdvraag te kunnen beantwoorden:
“Hoe kunnen de begeleiders bij Lettinga Studiebegeleiders voldoende adequate
leerstrategieën bij onderbouwleerlingen, VMBO tot en met VWO, aanleren?”
De deelvragen die in het literatuur- en praktijkonderzoek verder uitgediept zullen worden zijn:
- Waarom hebben bepaalde leerlingen in deze levensfase moeite met het ontwikkelen van
leerstrategieën? Ook op latere leeftijd kan men tegen leerproblemen aanlopen, maar wat is zo
bijzonder aan deze leeftijd waardoor de leerlingen van Lettinga Studiebegeleiders hier tegenaan
lopen? Een bepaalde basiskennis van ontwikkelingspsychologie is nodig voordat begonnen kan
worden aan praktijkonderzoek. (literatuur)
- Wat doen de begeleiders op Lettinga aan leerstrategieën? Wat is hun ervaring ermee? Waar
hebben zij behoefte aan? Om de onderzoeksprobleem goed begrijpen is het nodig de huidige situatie
zo goed mogelijk in kaart te brengen, daarom zal in de praktijkonderzoek ruimte zijn voor de visie van
de begeleiders van leerlingen. Welke problemen zien zij? Waar zien zij ruimte voor verbetering. Hoe
meer zij worden betrokken in dit proces, hoe groter de kans dat het uiteindelijk product door de
begeleiders zal worden gebruikt. (praktijk)
Een combinatie van praktijkervaring en literatuur advies zorgt voor een goed product, vandaar dat
ook in de literatuur wordt gekeken mogelijke adviezen en oplossing van het probleem. Er zijn twee
vragen die verder ook in de literatuur aan bod zullen komen:
- Wat hebben adolescenten in de praktijk nodig om optimaal te leren? (literatuur)
- Welke leerstrategieën adviseren experts in de praktijk aan adolescenten? (literatuur)
Als laatste (niet minst belangrijk) worden ook de leerlingen betrokken in het proces, het eindproduct
is namelijk uiteindelijk bedoeld om hen verder te helpen.
- Waar hebben leerlingen behoefte aan op het gebied van leerstrategieën? (praktijk)
2.2
Praktijkverkenning
2.2.1 Inleiding
De literatuurverkenning en praktijkverkenning zijn in dit onderzoek gelijktijdig verlopen. Om een juist
beeld te krijgen van de begrippen en redenen achter de onderzoeksvraag is de verkenning begonnen
met een interview met Pieter Lettinga en een zoektocht naar leerstrategieën.
Terwijl de begrippen en onderzoeksvraag steeds duidelijker werden, kwamen de volgende vragen
naar voren: Hoe kunnen we tieners het best ondersteunen bij het aanleren van leerstrategieën?
Waar hebben zij behoefte aan? Welk product zou een aanwinst zijn voor de ‘toolbox’ van
begeleiders, zodat zij het efficiënt leergedrag van leerlingen beter kunnen begeleiden? Om deze
vragen te beantwoorden is een beter inzicht in de adolescentieontwikkeling nodig. Ook de inzichten
van leerlingen en begeleiders zijn nodig. Het eerste werd bereikt met een literatuur onderzoek,
vervolgens zijn een aantal leerlingen en begeleiders geïnterviewd.
De praktijkverkenning vindt plaats middels drie type interviews met de betrokken doelgroepen
binnen dit onderzoek. Het eerste interview is een individueel interview met leidinggevende en
opdrachtgever Pieter Lettinga. Het interview is oriënterend van aard en heeft als doel informatie te
verzamelen van een expert met vele jaren ervaring. Het interview bevat daarom veel openvragen,
waarop vervolgens weer doorgevraagd kan worden. Op het huiswerkinstituut zijn maximaal twintig
onderbouw leerlingen, drie van deze leerlingen zijn individueel geïnterviewd. Bij dit interviews is
gekozen voor een informerende inleiding waarbij algemene informatie wordt verzameld van de
leerling en waarbij de leerling wordt geïnformeerd over het onderzoek. De inleiding wordt gevolgd
door een vragenlijst waarbij de voorkennis op het gebied van leerstrategieën in kaart wordt
gebracht. In verband met de vele diverse leerstrategieën die waarschijnlijk niet allemaal bekend zijn
voor de leerling, is ervoor gekozen deze leerlingen samen met de leerling in te vullen. Het derde type
interview is afgenomen bij de begeleiders. Lettinga heeft twaalf begeleiders in dienst, zeven daarvan
waren aanwezig bij het groepsinterview. Net als bij het interview met de leerlingen is ook dit
interview verdeeld in meerdere gedeeltes. In het eerste gedeelte zijn de begeleiders met behulp van
een actieve werkvorm op de hoogte gebracht van het onderzoek dat tot dusver is uitgevoerd. Daarna
hebben de begeleiders individueel een vragenlijst ingevuld waardoor zij de mogelijkheid krijgen om
in rust zelf na te denken over het onderzoek. Aan het eind zijn de vragen in de groep besproken,
zodat antwoorden door elkaar aangevuld kunnen worden.
2.2.2 Plan van aanpak en middelen
Het eerste oriënterende interview vindt plaats met Pieter Lettinga. In bijlage 2A/B deel I vindt u de
uitwerking van het interview. Het interview is voorbereid door verschillende literatuur te bestuderen.
Het boek De Huiswerkcoach (2012) geschreven door Arnold Brouwer, eigenaar van een
huiswerkinstituut, bleek qua onderwerp en situatie goed aan te sluiten bij het onderzoek. Dit
interview heeft twee hoofddoelen. Allereerst heeft het een oriënterende functie: Waar wordt het
probleem ervaren? Waarom ontstaan volgens Pieter Lettinga deze leerproblemen bij leerlingen?
Vervolgens kan Pieters ervaring van pas komen voor het tweede doel: Waar zou het
huiswerkinstituut in zijn geheel het meest bij gebaad zijn? Waar hebben leerlingen het meeste
behoefte aan en wat is mogelijk binnen het huiswerkinstituut? Omdat Pieter in dit geval functioneert
als informatiebron, is gekozen voor een interview vorm met openvragen, zodat eventueel
onduidelijke vragen toegelicht kunnen worden en zodat doorgevraagd kan worden op bepaalde
antwoorden voor een optimale informatie winning.
Om miscommunicatie te voorkomen en om zoveel mogelijk duidelijkheid te creëren in de
vraagstelling, is bewust gekozen voor een interview met openvragen in plaats van enquête. Hierdoor
kunnen onduidelijkheden verduidelijkt worden en kan eventueel op antwoorden doorgevraagd
worden. Om de validiteit van het onderzoek te bevorderen, is ervoor gekozen het interview letterlijk
uit te typen om zo bewust te worden van woordkeuze en intonatie van de leidinggevende. Verder
helpt dit ook de eigen invulling van de interviewer te voorkomen. In het interview wordt gevraagd
naar de achtergrond van Pieter en zijn persoonlijke aanleiding voor het oprichten van het instituut?
Daarna wordt ingegaan op het onderzoek: Waar ziet Pieter Lettinga momenteel vooral het
probleem? Wat is volgens hem de aanleiding van het probleem? Herkent hij zich in de verkennende
literatuur? Om de betrouwbaarheid te bevorderen is de uitwerking van het interview naar Pieter
gestuurd voor eventuele opmerkingen en toevoegingen.
Het interview met de begeleiders bestaat uit drie delen: Het eerste gedeelte heeft als doel
informeren over het onderzoek, daarmee interesse opwekken en gelijke vocabulaire opbouwen. Het
tweede deel is een individueel enquête, waar de begeleiders worden gedwongen om zelf na te
denken en daarbij heeft het al doel een overzicht te inventariseren van de voorkennis van de
begeleiders. Het derde deel is een groepsinterview, waarbij de resultaten van het tweede deel
worden besproken. Hierdoor krijgen de begeleiders de mogelijkheid elkaars antwoorden aan te
vullen en krijgt de gespreksleider de mogelijkheid op bepaalde antwoorden door te vragen. Hierna
wordt dieper ingegaan op de verschillende delen binnen het interview met de begeleiders.
Het interview met de begeleiders vindt plaats tijdens een vergadering. Om de kans op een zo groot
mogelijke opkomst te vergroten, sluit de vergadering op de werkdag aan. Uiteindelijk hebben vier
begeleiders en drie leidinggevenden (in het verslag worden zij ook wel begeleiders genoemd)
deelgenomen aan het interview: vier vrouwen en drie mannen. Dit is 50% van het totale aantal
begeleiders. De vier begeleiders zijn student en hebben niet veel ervaring, behalve dan hun
persoonlijke schoolcarrière en hetgeen zij tijdens hun studie of stage hebben geleerd. De drie
leidinggevenden hebben ieder meer dan twintig jaar ervaring in het onderwijs of als coördinator.
Voor het groepsinterview kan beginnen, moet er eerst interesse worden gewekt bij de begeleiders
en moet de vergaderde informatie en termen met hen worden gedeeld. Het interview begint daarom
met een presentatie van het onderzoek dat tot dusver is uitgevoerd. Daarna kunnen de begeleiders
de samengevatte literatuur lezen. De verschillende boeken worden door de ruimte verspreid in vier
hoeken, met in elk hoek een boek en mindmap (samenvatting) van de relevante inhoud. Begeleiders
krijgen tien minuten de tijd om rond te lopen en literatuur te lezen die zij interessant vinden. Hierna
worden de verschillende literatuur en belangrijke termen kort in groepsvorm besproken. Nadat de
begeleiders op de hoogte zijn van het onderzoek en hun voorkennis was opgefrist, kunnen ook zij
ook meedenken over het onderzoek. De begeleiders krijgen een individuele enquête (bijlage 2A/B
deel III) met open vragen. Om de betrouwbaarheid van de resultaten te bevorderen worden de
vragen vooraf stuk voor stuk toegelicht. Verder wordt verteld dat de vragen en antwoorden worden
gebruikt tijdens het groepsgesprek dat daarop volgt. Begeleiders krijgen hierdoor de mogelijkheid om
eerst individueel over de vragen na te denken alvorens wij het in de groep gaan bespreken. Deze
vragenlijst zou gezien kunnen worden als een pauzemoment voor het groepsinterview: Begeleiders
kunnen nadenken over de informatie die ze tot nu toe hebben gekregen en denken na over het
verband tussen de informatie en de praktijksituatie. Dit interview heeft wederom als doel
verkenning, maar ook wordt al voorzichtig gebrainstormd over een mogelijke productvorm. In de
vragenlijst komen de volgende aspecten aan bod: Kunnen zij zich vinden in de informatie over
Lettinga die tot nu toe is gedeeld? Omdat de begeleiders allemaal experts zijn in hun eigen
vakgebied; Welke leerstrategieën zouden zij aanraden voor hun eigen vak? Op die manier ontstaat er
een beeld van de spreiding van leerstrategieën per vak. Begeleiders zijn zelf ook leerling (geweest);
de leerstrategieën die een taalexpert vroeger bij exacte vakken heeft gebruikt, kan ook interessant
zijn. Aan welk product hebben zij behoefte bij het aanleren van leerstrategieën? Door de begeleiders
te betrekken in de vormgeving van het product wordt de validiteit van het onderzoek bevorderd.
Begeleiders worden bewust van het probleem en denken gezamenlijk na over een oplossing,
hierdoor is er een grotere kans dat de begeleiders het product in de toekomst gaan gebruiken of het
aan de leerlingen aanraden.
Er worden drie leerlingen van de onderbouw geïnterviewd: Leerlingen uit de eerste, tweede en
derde klas. Gezien de omvang van dit onderzoek is ervoor gekozen geen onderscheid te maken
tussen de verschillende schoolniveaus. De leerlingen worden individueel geïnterviewd. Het eerste
deel van het interview (voor het gehele interview zie bijlage 2A/B deel V) bestaat uit een aantal open
vragen, deze zijn oriënterend van aard. Het eerste deel heeft als doel de basisinformatie over de
leerling te verzamelen en de leerling mentaal voor te bereiden op het tweede deel. In het eerste deel
wordt gevraagd naar de academische interesses van de leerling. Aan welke soort vakken hebben zij
de voorkeur? Waar hebben ze moeite mee en waarom? Wat is hun hulpvraag bij Lettinga? Deze
laatste vraag geeft meer inzicht in de motivatie van de leerling, want niet elke leerling bij Lettinga
heeft een probleem met betrekking tot leerstrategieën. Vervolgens wordt tijd genomen voor het
verduidelijken van de ‘oplossingen’ die Lettinga tot nu toe aanbiedt. Het tweede deel bestaat uit
meerdere gesloten vragen waarin de kennis van de leerling over leerstrategieën wordt getoetst. Bij
het interview met begeleiders kan men uitgaan van enige neutrale opgedane voorkennis vanuit de
studie. Bij leerlingen bestaat de kennis over leerstrategieën met name uit eigen ervaring. Vandaar
dat het tweede deel van het interview met leerlingen bestaat uit een lijst van leerstrategieën, waar
zij zelf kunnen aangeven of zij het al kennen/gebruiken/zouden willen gebruiken. De interviewer licht
onbekende termen toe en de leerlingen worden aangemoedigd vragen te stellen. Hierdoor ontstaat
een oriënterend beeld over de voorkennis van leerlingen.
Er zijn meerdere dingen gedaan om de validiteit binnen het onderzoek te bevorderen. Zo is zijn
meerdere doelgroepen betrokken in deze verkennende fase om zoveel mogelijk kanten te
benaderen. Maar zoals Van Der Donk en Van Lanen (2012) al schrijven in het boek Praktijkonderzoek
in de school “Omdat je de beïnvloedende factoren in een schoolsituatie niet zoals bij natuurkundig
onderzoek redelijk tot goed in de hand kunt houden, kunnen de onderzoeksresultaten eigenlijk nooit
echt valide worden genoemd.” De samenstelling op het huiswerkinstituut veranderd voortdurend.
Huiswerkbegeleiders en leerlingen zijn gemiddeld twee jaar aanwezig op het instituut. Het
huiswerkinstituut is vele malen kleiner dan een gemiddelde school. Het is een steeds veranderende
samenstelling waardoor factoren die het ene jaar het onderzoeksvraag beïnvloeden het volgende
jaar weer anders kunnen zijn.
2.2.3 Resultaten en conclusies
Door de twee deelvragen voor het praktijkonderzoek is er onderzocht vanuit twee perspectieven.
Het perspectief van de begeleiders en van de leerling.
Bij de interview met de leerling (bijlage VI) wordt onderscheid gemaakt tussen leerstrategieën die
worden gebruikt bij het maakwerk en leerstrategieën die worden gebruikt bij het leerwerk. Alle
geïnterviewde leerlingen blijken bij het maakwerk regelmatig leerstrategieën te hebben gebruikt.
Leerstrategieën voor bij het leerwerk blijken minder vaak te worden gebruikt. Vooral een
leerstrategie dat meer activiteit vereist zoals kaartjes maken (categoriseren), plaatjes maken bij de
woorden (visualiseren), maar ook een mindmap wordt als ‘niet nodig’ ervaren. Alle drie
geïnterviewde leerlingen geven aan de genoemde leerstrategieën voor bij het maakwerk vooral te
gebruiken, omdat vakdocenten bij het opgeven van huiswerk expliciet vragen naar een bepaalde
leerstrategieën. Geen van de geïnterviewde leerlingen bedenkt zelf bewust alternatieve
leerstrategieën. Een van de drie leerlingen vertelt dat begeleiders van het huiswerkinstituut wel
leerstrategieën aanbiedt als de leerling hierna vraagt. De door begeleiders aangeboden
leerstrategieën zijn snel en eenvoudig van aard. Een voorbeeld van een snelle leerstrategie is het
overschrijven van lastige Franse woorden. Uit het groepsinterview met de begeleiders, blijkt dat dit
door 100% van de aanwezige begeleiders wordt herkent (bijlage IV). Begeleiders hebben beperkt tijd
voor het uitleggen van leerstrategieën en geen tijd voor het volgen van de uitvoering. Dit blijkt ook
uit het interview met de leidinggevende van het huiswerkinstituut (bijlage II). Tijdsdruk zal daarom in
het verder onderzoek een rol gaan spelen.
Tijdens het groepsgesprek met de begeleiders wordt nog dieper ingegaan op het aanbieden van
leerstrategieën. Een van de begeleiders geeft aan dat het lastig is om de uitvoering van
leerstrategieën te volgen. Begeleiders zijn niet elke dag aanwezig en het schrijven van een concrete
overdracht is ook tijdrovend. Andere begeleiders beamen dit probleem. Een begeleider benoemd het
achtergrond verschil van begeleiders, waardoor de uitleg en uitvoering van een leerstrategie voor
iedere begeleider kan verschillen. Dit blijkt ook uit de antwoorden van de enquête. In de derde en
vierde vraag van de enquête wordt begeleiders gevraagd leerstrategieën te benoemen die zij aan
leerlingen zouden adviseren. De antwoorden zijn zeer divers. De leerstrategieën worden verschillend
uitgelegd en krijgen verschillende namen. Hierdoor zal in de toekomst de uitleg van leerstrategieën
voor de leerlingen waarschijnlijk ook niet consistent zijn. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de
uitleg van leerstrategieën eenduidig zal moeten worden (dit zal op papier moeten staan). Daarnaast
zijn er afspraken nodig voor de overdracht tussen begeleiders.
In het gesprek met leidinggevende Pieter Lettinga (bijlage II) worden de leerstrategieën uit het boek
van A. Brouwer (ook eigenaar van een huiswerkinstituut) ‘De huiswerkcoach’ (2012) besproken. De
genoemde leerstrategieën worden door Pieter Lettinga herkent. Hij voegt hier ook aan toe dat met
name de onderbouw leerlingen, leerlingen die vanaf de basisschool niet zelf hebben geleerd om
leerstrategieën eigen te maken, behoefte hebben aan dit project. Het toekomstig product zal daarom
vooral voor de onderbouw leerlingen ontwikkeld worden.
Alle interviews bij elkaar genomen, zou men bij Lettinga baat kunnen hebben aan een concrete
databank met leerstrategieën. Iets dat tijdbesparend werkt. Tijdens het interview met de begeleiders
werd een database geopperd in de vorm van een kaartenbak. De leerlingen lijken hier niet
enthousiast op te reageren tijdens het interview. Toch wordt de databank serieus in overweging
genomen, met name omdat ook uit de literatuur zal blijken dat leerlingen sturing nodig hebben en
mogelijk alleen door prikkel wel geïnteresseerd kunnen raken. Leerlingen willen zo min mogelijk tijd
besteden aan het huiswerk, maar toch is gebleken dat hun huidige leerstrategie niet altijd voldoende
is.
2.3
Literatuurverkenning
2.3.1 Inleiding
Een leerling dat problemen ervaart op het gebied van huiswerk, kan onder andere op een
huiswerkinstituut worden geholpen. Hoe werkt het brein van een leerling, met elke ontwikkeling is
dat brein bezig? De leerlingen op het huiswerkinstituut zijn tussen de twaalf en negentien jaar oud
en zitten dan in de adolescentiefase, daarom worden ze in het verdere verslag ook wel eens
adolescenten genoemd. Wat zijn de oorzaken van de problemen die een leerling ervaart het leren?
Wat maakt dat juist op deze leeftijd zo lastig? In het boek van Evelien Crone (2008) wordt dit
uitgebreid beschreven. Danny Kostons heeft in zijn proefschrift (2010) onderzoek gedaan naar de
ideale leeromstandigheden voor een tiener. Waardoor we uiteindelijk terecht komen bij de uiterst
praktische boeken ‘De huiswerkcoach’ (2012), ‘Zó is leren leuk!’ (2009) en ‘Slimmer leren met RTTI’
(2015), die adolescenten praktische huiswerktips geven voor veel situaties.
2.3.2 Hersenontwikkeling bij adolescenten
Figuur 1 RuG (2016) geeft een weergave van de
verschillende delen van de hersenen. Er verandert veel
tijdens de adolescentiefase. Niet alleen zichtbare
lichamelijke veranderingen vinden plaats, ook in het
brein vindt reorganisatie plaats. Deze ontwikkelingen
hebben invloed op het leervermogen van de leerling op
het huiswerkinstituut. In haar boek ‘Het puberend
brein’ schrijft Eveline Crone (2008) over deze
ontwikkelingen in het brein en het impact op het leven
van de adolescent en zijn omgeving.
Figuur 1: Hersenfuncties
De hersenen bestaan uit verschillende gebieden met ieder zijn eigen functie. De gebieden
ontwikkelen ieder op zijn eigen moment en tempo. In een notendop worden onze grote hersenen
opgedeeld in vier gebieden: Het blauwe gebied is de frontale cortex, deze bevindt zich aan de
voorkant van ons hoofd. Verder zijn er nog de pariëtale cortex (oranje), de temporale cortex (groen)
en de occipitale cortex (rood).
Al voor de geboorte beginnen al deze gebieden al te ontwikkelen. In de eerste levensjaren ligt de
nadruk voornamelijk op de motorische en sensorische gebieden. Tijdens onze adolescentie verschuift
de nadruk naar de frontale cortex. Onze frontale cortex is verantwoordelijk voor de associatie,
intelligentie en doelgericht gedrag.
Verschillende gebieden binnen de frontale cortex ontwikkelen zich ieder op zijn eigen tempo. Elke
leerling, elk brein, ontwikkelt zich op zijn eigen manier. Crone (2009) vergelijkt het adolescentenbrein
met een druk verkeerspunt onder constructie. De hersengebieden die belangrijk zijn voor creativiteit,
vindingrijkheid, muzikaliteit, sport en maatschappelijke betrokkenheid ontwikkelen pas aan het eind
van de adolescentie. Het voordeel van adolescentie is dus dat een creatief brein onder constructie
verbindingen kan leggen waar een volwassene meer tijd voor nodig heeft. Daar tegenover staat dat
een brein onder constructie niet zoveel werkgeheugen-capaciteit heeft omdat het druk bezig is te
ontwikkelen. Het adolescenten brein kan verbindingen leggen, creatief en out-of-the-box denken,
waar een volwassene niet zo snel aan zou denken. Daarentegen heeft een adolescenten brein wel
moeite met taken met verschillende lagen. Neem bijvoorbeeld een verslag waar veel vrijheid wordt
gegeven. De leerling moet niet alleen een opdracht uitvoeren, maar ook zichzelf reguleren, feedback
geven en op afstand naar zichzelf en de opdracht kijken. Twee taken die gelijktijdig uitgevoerd
moeten worden, vergt veel werkgeheugen-capaciteit en daar heeft een brein in ontwikkeling moeite
mee. Crone geeft aan dat een brein in ontwikkeling wel kan leren. Door een adolescent te helpen bij
doelgericht plannen, wordt dat deel van het brein geholpen zich sneller te ontwikkelen.
Hersenontwikkeling in context met het leren
Crone geeft in haar boek aan waarom adolescenten moeite kunnen hebben bij het studeren. Kostons
(2010) herkent dit probleem en schrijft in zijn proefschrift over de complexiteit van de ontwikkelende
hersenen van adolescenten in combinatie met zelfregulerend leren. In het kader van leven lang leren
wordt in het voortgezet onderwijs regelmatig zelfregulerend leren toegepast. Naast de aangeboden
stof om te leren, worden leerlingen ook verplicht om hierop te reflecteren en zijn of haar eigen
leerhouding te verbeteren. Kostons heeft onderzoek gedaan naar de praktische kant van het
zelfregulerend leren van leerlingen in het voortgezet onderwijs.
Er is voor de mens in zijn complexiteit veel mogelijk. Toch hebben we maar een beperkte
werkgeheugencapaciteit waar wij aanspraak op kunnen maken, met name bij adolescenten is dat
nog in ontwikkeling. Bij complexe opdrachten heeft de adolescent niet voldoende
werkgeheugencapaciteit om én de opdracht uit te voeren én zichzelf te monitoren/beoordelen in de
effectieve voortgang. Kostons biedt in zijn proefschrift een aantal middelen om leerlingen te
begeleiden bij het omgaan met leren.
De oplossing is volgens Kostons best eenvoudig: Geef de leerling een duidelijk voorbeeld. Door het
brein in ontwikkeling kan een adolescent de essentie snel kwijt raken. Door de leerling een voorbeeld
te geven, kan het leren binnen welke kaders hij/zij de opdracht behoort uit te voeren. Juist doordat
de (flexibele en creatieve) hersenen van adolescenten in ontwikkeling zijn, zoals Eveline Crone al had
genoemd, hebben adolescenten behoefte aan duidelijke kaders en doelen.
De voorbeelden hoeven niet van complex niveau te zijn, maar geven een sturing in de hoofdzaken en
bijzaken. Zodra voor de leerling duidelijk is aangegeven hoe zij keuzes kunnen maken, kunnen zij
deze ook toepassen op complexere niveaus. Vaak worden deze kaders door docenten als
vanzelfsprekend gezien, maar de leerling met zijn flexibele brein heeft kaders nodig.
Een voorbeeld uit de recente praktijk is een nieuwe ontwikkeling in het wiskunde onderwijs dat
Wiskundig Denken heet. Deze ontwikkeling is zo recent dat het pas in de volgende uitgave, twaalfde
editie, van de wiskunde methode Getal & Ruimte (2017) zal worden verwerkt. Een typisch
voorbeeld1 waarbij wiskunde docenten worden aangemoedigd om leerlingen te helpen bij het
zelfregulerend leren. Leerlingen leren zelf regels ontdekken. In het filmpje wordt een alternatieve
lesinstructie voorgesteld voor het onderwerp ‘verschuiven en vermenigvuldigen van grafieken’. In
1
https://youtu.be/QIwrNmYBKnI Wiskundig Denken op Farel College
plaats van de regel van te voren aan leerlingen uit te leggen en hen daarna de regel te laten
toepassen, zullen de leerlingen deze regel zelf met behulp van een activiteit ontdekken. Een prima
voorbeeld van het leren leren en leven lang leren. Hoe gaat een leerling om met problemen? Het is
een activerende activiteit, maar tegelijk is het een complexe opdracht voor een adolescent. Het moet
de activiteit uitvoeren, samenwerken, conclusie trekken en zelf monitoren. Al deze handelingen
samen vergen veel hersencapaciteit. Wat de docent in het filmpje doet, is in de opdracht zo duidelijk
mogelijke kaders geven. De opdracht is uitgewerkt op papier, leerlingen hoeven alleen getallen in te
vullen en in de voorgetekende grafiek te tekenen. Dit is een voorbeeld van een complexe opdracht
met duidelijke kaders, zodat de adolescent optimaal kan leren.
Experts over duidelijke doelen, huiswerkvoorbeelden en effectief leren
Door Crone (2008) is nu duidelijk waarom sommige leerlingen moeite kunnen hebben bij het leren.
Verder is door het proefschrift van Kostons duidelijk dat leerlingen bij complexe opdrachten begeleid
moeten worden door kaders aan te geven. Vervolgens is tijdens dit literatuuronderzoek gekeken
naar de invulling hiervan door experts die adolescenten en hun begeleiders willen helpen bij het
leren huiswerk maken. Er is hierbij gekeken naar een drietal boeken. Het boek De Huiswerkcoach
(2012) is geschreven door Brouwer, eigenaar van een huiswerkinstituut in Utrecht. Daarnaast is
gebruik gemaakt van het boek ‘Zo is leren leuk’ (2009) een boek dat ook wordt gebruikt door
orthopedagogen bij het begeleiden van leerlingen met leerproblemen. Als laatste is gebruik gemaakt
van het boek ‘Slimmer leren met RTTI’ (2015). De RTTI methode wordt door drie van de zeven
middelbare scholen uit de omgeving van Zwolle gebruikt.
De RTTI methode, verdeeld het leren in vier fasen: Reproductie, Trainen (T1), Transfer (T2) en Inzicht.
Deze methode wordt niet alleen bij het leren gebruikt maar wordt ook bijvoorbeeld gebruikt bij het
voorbereiden van lessen en het maken van toetsen. Speciaal voor adolescenten is het boek Slimmer
leren met RTTI (2015) geschreven. De RTTI methode splitst het huiswerk maken in vier onderdelen.
Aan het begin van elk te leren onderwerp wordt eerst gevraagd het geleerde te reproduceren,
herhalen. Hierbij leert men de leerstof uit het hoofd. Leerstrategieën die hierbij worden aangeboden
zijn: ezelsbruggetjes, overhoorkaartjes en dergelijke. Trainen (ook wel Toepassing 1) is de volgende
fase. Men leert de geleerde stof in variërende situaties toepassen. De vragen lijken op de oefeningen
die in de les zijn gedaan. Voorbeelden van bijbehorende leerstrategieën zijn mindmaps maken,
signaalwoorden spotten en volgorde veranderen waardoor het belang van volgorde en samenhang
duidelijk wordt. In de fase transfer (Toepassing 2) wordt de leerling uitgedaagd de geleerde stof in
een onbekende situatie op te lossen, vaak in combinatie met eerdere geleerde stof. Bijpassende
leerstrategieën zijn bijvoorbeeld samenvattingen met korte krachtige woorden waardoor men
gedwongen wordt de hoofdzaak uit te filteren en de samenhang te onderzoeken. In de laatste fase,
inzicht, gaan de vragen verder dan de geleerde stof. Leerlingen moeten verder denken, zelf
oplossingen bedenken, hier wordt eigenlijk een stukje denk creativiteit en flexibiliteit verwacht van
de leerling. In de leerstrategieën die hier bij passen wordt de leerling aangemoedigd om in het
probleem vat te bijten en het probleem van meerdere posities te benaderen om het op te lossen.
Arnoud Brouwers, eigenaar van een ander huiswerkinstituut en schrijver van het boek De
huiswerkcoach (2012), onderschrijft onder andere het belang van het hele leerproces. Niet alleen het
maak- en leerwerk, maar alle stappen in het eigen maken van de stof zijn van belang. Brouwers
verdeelt dit leerproces in acht stappen:
1. Kennismaking met het onderwerp 2. Uitleg over het onderwerp 3. Oefeningen maken bij of over
het onderwerp 4. Oefeningen bewust nakijken 5. Stof en oefeningen leren 6. Stof toetsen 7. Cijfer
geven 8. Toets bespreken
Al die acht stappen hebben een functie binnen het eigen maken van de stof. In feite maakt de
leerling meerdere malen de stof eigen en wordt hij meerdere malen gecorrigeerd.
In het bovenstaande is beschreven hoe een adolescent effectief het huiswerk kan leren en maken.
Daarnaast kunnen thuisomstandigheden ook meespelen. Is er een rustige omgeving met voldoende
licht? Zijn er ouders die mogelijk een beetje extra structuur, stok achter de deur, kunnen bieden?
Heeft de leerling besef en controle over social media gebruik tijdens huiswerk? Kan een leerling
omgaan met een agenda? Brouwers schrijft hierover in zijn boek, kort en in duidelijke taal. Een ander
goed boek dat hier ook veel tips en handvaten in geeft is het boek van Wolfgang Endres e.a. ‘Zo is
leren leuk!’ (2009). In het boek van Wolfgang worden deze ‘leerproblemen’ of leerstrategieën stuk
voor stuk in behapbare stukjes van tien minuten per onderwerp aangeboden. Niet alleen
leerstrategieën en thuisomstandigheden komen aan bod, maar ook omgang met (examen)stress,
‘black-outs’, motivatie, concentratie en vrije tijd komen aan bod.
Een combinatie van deze drie boeken geeft een mooi variatie van leerstrategieën dat de leerlingen
kan helpen bij het leren van aanleren van de te leren stof. Deze boeken zullen dan ook gebruikt
worden bij het ontwikkelen van het product.
2.3.3 Conclusie
Leerlingen hebben moeite met leren en het ontwikkelen van leerstrategieën omdat de hersenen juist
in deze fase aan het ontwikkelen is. Crone (2009) legt in haar boek uit dat deze ontwikkeling ervoor
zorgt dat sommige leerlingen moeite krijgen met complexe opdrachten. De werkgeheugencapaciteit
is verminderd en de hersenen zijn extra flexibel, hierdoor kunnen leerlingen moeite krijgen bij het
zelf reguleren van complexe taken. Danny Kostons (2010) geeft in zijn proefschrift aan dat leerlingen
ondanks de verminderde werkgeheugencapaciteit de taken wel aankunnen als zij duidelijke kaders
en instructies krijgen. Deze instructies kunnen gaan over de leeromgeving, leeromstandigheid en
manier van leren. Concreet betekent dit dat een adolescent baat kan hebben bij een optimale ruimte
om in te leren, leren zonder veelvuldig onderbreking van de spanningsboog (social media, ruis van
familie), ondersteuning van ouders, geordende agenda, planning en inzicht in effectieve
leerstrategieën. Deze kaders zullen in het vervolg van het onderzoek ook van belang zijn.
De boeken geschreven door experts uit de praktijk bieden veel leerstrategieën aan die leerlingen
kunnen helpen bij het bepalen van kaders. Het boeken zijn geschreven vanuit verschillende
perspectieven. De huiswerkcoach (2012) geschreven door Arnold Brouwer is vooral geschreven voor
de begeleider of ouder. Slimmer leren met RTTI (2015) en Zó is leren leuk (2009) staan vol
leerstrategieën over verschillende fasen tijdens het leren, maar ook over de leeromgeving. De
combinatie van deze boeken is een goede basis met praktische voorbeelden (database) voor een
toekomstig product.
Hoofdstuk 3: Het beroepsproduct
3.1
Conclusie verkenning
In de praktijk- en literatuurverkenning is onderzoek gedaan naar de mate waarop leerstrategieën
worden toegepast bij onderbouw leerlingen op Lettinga Studiebegeleiders. Crone schrijft in haar
boek Het puberende brein (2009) over de hersenontwikkeling van adolescenten en de manier
waarop dat tot uiting kan komen in de praktijk. Doordat verschillende gebieden in het frontale cortex
op verschillende tempo ontwikkelen, heeft het brein een verminderde werkgeheugencapaciteit. In
de praktijk betekent dit dat leerlingen moeite kunnen hebben met plannen, reflecteren op het leren
en andere complexe opdrachten. Kostons (2010) borduurt hierop door. In zijn artikel over het
zelfstandig leren van leerlingen schrijft hij dat leerlingen bij het maken en leren van huiswerk,
behoefte hebben aan korte en duidelijke leerstrategieën. Uit het interview met de leerlingen (bijlage
2A/B deel VI) blijkt dat zij weldegelijk gebruik maken van leerstrategieën, maar hier niet optimaal
gebruik van maken. De geïnterviewde leerlingen zien dit over het algemeen niet als een probleem.
Uit het interview met begeleiders en leidinggevende (bijlage 2A/B deel IV) blijkt dat zij denken hier
winst valt te behalen. Begeleiders herkennen de onderzoeksvraag en zouden graag meer handvaten
willen bij leerlingbegeleiding op het gebied van leren leren. Een product was zij noemen is een
database met leerstrategieën dat leerlingen en begeleiders kunnen raadplegen. Er zijn voldoende
boeken van experts die hierop aansluiten, boeken die leerlingen helpen bij het aanleren van
leerstrategieën. Voorbeelden hiervan zijn: De huiswerkcoach (2012) van A. Brouwers, Zo is leren leuk
(2009) van Wolfgang Endres en Slimmer leren met RTTI (2015) geschreven door M. Drost en P.
Verra. In de ontwikkeling van het product zal waarschijnlijk gebruik gemaakt worden van deze
boeken.
3.2
Ontwerpeisen
De originele opdracht van dit onderzoek is het effectief aanleren van leerstrategieën bij onderbouw
leerlingen op Lettinga Studiebegeleiding.
Het product zal aan de volgende eisen voor de leerling moeten voldoen:
1. De doelgroep van het product zijn de onderbouwleerlingen van Lettinga Studiebegeleiding. Uit het
oriënterend interview met Pieter blijkt dat deze onderbouwleerlingen van nature opzoek gaan naar
effectieve leerstrategieën. De taal en de opdrachten van dit product zullen gericht moeten zijn op
deze doelgroep.
2. Elk brein ontwikkelt zich op zijn eigen manier (Crone, 2009). Uit het feit dat elk brein op zijn eigen
manier ontwikkeld, kan afgeleid worden dat elke individuele leerling zijn eigen leerstrategieën nodig
heeft. Mogelijk kan ook gewerkt worden in kleine groepen, als er binnen die groep ruimte is om de
individuele leerling te helpen.
Het product zal aan de volgende eis voor de begeleiders moeten voldoen:
3. Doordat het aanleren van een leerstrategie waarschijnlijk niet in één dag zal plaatsvinden en
doordat begeleiders niet dagelijks aanwezig zijn, zal een leerling worden begeleid door meerdere
begeleiders. Alle begeleiders kunnen gevraagd worden een leerling begeleiden op het gebied van
leerstrategieën. Het product moet daarom bruikbaar en beschikbaar zijn voor alle begeleiders.
Er is maar één organisatorisch eis waar het product aan moet voldoen:
4. Uit de groepsinterview met de begeleiders blijkt dat ze behoefte hebben aan een product waarbij
rekening wordt gehouden met de tijdsdruk. Er is vaak niet veel tijd voor het uitleggen van een
leerstrategie. Daarnaast zal een leerling door meerdere begeleiders worden geholpen, een duidelijke
overdracht kost tijd.
Het product zal aan de volgende eisen voor de pedagogische, (vak)didactische en inhoudelijke
eigenschappen moeten voldoen:
5. Uit het interview met de leerlingen, blijkt dat niet alle leerlingen het nut inzien van leerstrategieën.
Uit het interview met de begeleiders en met Pieter blijkt dat zij dit probleem wel signaleren. Blijkbaar
zien sommige leerlingen zelf niet, dat zij leerstrategieën nodig hebben. Leerlingen hebben blijkbaar
niet voldoende informatie om het probleem zelf te herkennen. Het product zal voor een deel
leerlingen moeten informeren: Informeren over het ontwikkelende brein, informeren over mogelijke
problemen die kunnen ontstaan, informeren over mogelijke oplossingen.
6. Aanleren van leerstrategieën is een extra activiteit naast het leren van de te leren stof. Door
leerlingen leerstrategieën aan te bieden, wordt van hen dus een complexiteit verwacht. Uit het
artikel van Kostons (2010) blijkt dat adolescenten bij het uitvoeren van een complexe activiteit
behoefte hebben aan duidelijke voorbeelden. De leerstrategieën moeten daarom to-the-point zijn
geschreven met duidelijke voorbeelden.
7. Uit het oriënterend interview met de begeleiders blijkt dat alle begeleiders docenten zijn of bezig
zijn met een docenten opleiding. De begeleiders zijn bekend met de term leerstrategie, maar uit het
interview blijkt de invulling hiervan te verschillen per begeleider. Het product moet daarom concreet
toepasbaar zijn, zodat de leerling geen last krijgt van de verschillende interpretaties van begeleiders.
8. Uit het feit dat elk brein op zijn eigen manier ontwikkeld (Crone, 2009), kan afgeleid worden dat
het product voldoende groot (meer dan vijftig leerstrategieën) moet zijn. Hoe meer leerstrategieën,
hoe meer leerlingen een leerstrategie kunnen vinden die hen helpt.
9. Het laatste een punt volgt niet direct uit het oriënterend onderzoek, maar het hoort wel bij deze
tijdsgeest. Het feit dat merendeel van de begeleiders bestaat uit studenten kan positief worden
ingevuld. Juist deze studenten voeren regelmatig voor hun studie onderzoeken uit en komen met
nieuwe ideeën. Het onderwijsraad (2011) geeft aan dat vernieuwing in het onderwijs juist belangrijk
is. Om Lettinga Studiebegeleiders de mogelijkheid te geven te blijven ontwikkelen zal de digitale
versie bereikbaar zijn voor andere toekomstige begeleiders die willen onderzoeken en ontwikkelen.
Concrete papieren materiaal zal de mogelijkheid bevatten om aan te vullen.
3.3
Vormgeving product
Het product bestaat uit drie onderdelen:
1. Een serie informerende workshops voor leerlingen met handleiding voor begeleiders (bijlage IX).
2. Een database leerstrategieën in de vorm van twee boeken geschreven door ervaringsdeskundigen
(bijlage VIII).
- Slimmer leren met RTTI (2015)
- Zó is leren leuk! (2009)
3. Een handleiding geschreven voor begeleiders die het database gaan gebruiken en begeleiding
onderling zullen overdragen (bijlage VII).
De producten zijn te vinden op de dropbox voor begeleiders en in de boekenkast. (ontwerpeis 3, 9)
De basis van dit product is de leerstrategieën database. Deze database is geschikt voor de
onderbouwleerlingen, want juist deze leerlingen zijn van nature bezig met het aanleren van
leerstrategieën. Door de database kunnen begeleiders en leerlingen snel en concreet opzoek gaan
naar een passend leerstrategie. Doordat de leerstrategieën op papier staan kan er geen verwarring
ontstaan over de uitvoering van de leerstrategie. Daarnaast is ervoor gekozen gebruik te maken van
meerdere boeken zodat er een grotere kans is dat de leerling een leerstrategie kan vinden die bij
hem of haar past. (ontwerpeis 7, 8)
De begeleiders gaven tijdens de groepsinterview aan dat zij niet veel tijd hebben voor de uitleg en
overdracht van leerstrategieën. Daarom is besloten naast de database ook een handleiding te
schrijven met concrete afspraken. (ontwerpeis 4)
De begeleiders geven aan dat sommige leerlingen baat kunnen hebben bij andere leerstrategieën.
Uit het interview met leerlingen blijkt dat zij dit probleem niet herkennen. Daarom is ervoor gekozen
de omgeving van dit database te optimaliseren door de leerlingen te informeren over het product
door middel van een serie workshops. (ontwerpeis 5)
De workshops hebben leerstrategieën als hoofdonderwerp, maar daarnaast is besloten ook andere
onderwerpen te behandelen. Hieronder volgen de onderwerpen van de workshops:
Workshop 1: Hersenontwikkeling, leerstrategieën en opbouwende stappen in het leerproces
Workshop 2: RTTI leerstrategieën (deel I) - Kennismaking met reproductie
Workshop 3: Leeromgeving en huiswerkindeling
Workshop 4: RTTI leerstrategieën (deel II) – Kennismaking met toepassing 1, 2 en inzicht
Workshop 5: Efficiënte toets voorbereiding en evaluatie van de database boeken.
De workshopserie met de handleiding staat op dropbox zodat deze voor een volgend gebruik
aangepast kan worden.
Sinds dat leerstrategieën afhankelijk zijn van de ontwikkeling van de individuele leerling, is ervoor
gekozen deze workshop in kleine groepen uit te voeren. Verder zullen elke keer, als in de toekomst
weer workshops gegeven worden, de workshops aangepast moeten worden aan de deelnemers. De
serie workshops met handleiding staat daarom ook op dropbox, zodat andere begeleiders het
volgend jaar kunnen gebruiken(ontwerpeis 2) De workshops vinden elke maandag plaats. Tijdens de
eerste workshop bleek dat veel van de deelnemers al over RTTI hadden gehoord tijdens de mentorles
van de middelbare school. Andere deelnemers kwamen van een andere middelbare school en
hadden nog niet gehoord van RTTI. Daarom is besloten niet frontaal les te geven over de RTTI
methode, maar door middel van een actieve werkvorm de leerlingen te laten proeven van de
leerstrategieën. Daarbij was het belangrijk de volgende les daarop terug te komen. In deze lessen
staat de perfecte leerstrategie op zich niet centraal, maar de zoektocht naar een fijne leerstrategie:
‘Blijf proberen, blijf kijken naar wat bij jou werkt’. Daarnaast ligt de nadruk op individuele
ontwikkeling/voorkeur. Aan het eind bleek dat de leerlingen de boeken nog steeds niet goed hadden
bestudeerd. Vandaar dat de laatste workshop een combinatie is van boek evaluatie en inhoud,
hierdoor worden de leerlingen gedwongen de boeken nader te bekijken. Een gedeelte van de groep
bleek minder interesse te hebben in leerstrategieën en meer interesse in leeromgeving. Vandaar dat
ook meer tijd is besteed aan deze onderwerpen. De ontwikkeling van het product is een levend
proces. Een volgende serie van workshops kan er weer anders uitzien.
Tijdens de uitvoering van de workshops, kregen de leerlingen ook huiswerk, waarbij ze de
leerstrategieën moesten uitvoeren. Hieruit bleek hoe lastig het is om deze leerstrategie effectief te
laten uitvoeren. Er kwamen een aantal aandachtspunten aan het licht die vervolgens weer verwerkt
konden worden in de handleiding voor begeleiders. Zo bleek de extra handeling van het raadplegen
van de database vaak een drempel. Niet alleen het erbij pakken van het database, maar ook het
doorlezen van de leerstrategie, bleek een drempel. Daarom is besloten om in de handleiding hier
extra aandacht aan te besteden. Begeleiders zullen bij het aanraden van een strategie, deze strategie
met de leerling doornemen en een papieren kopie daarvan in de huiswerkmap plaatsen. Hierdoor is
de drempel voor de leerling lager. Daarnaast blijkt ook de communicatie tussen begeleiders lastig,
wat ook wordt besproken in de handleiding.
Een interessante ontwikkeling tijdens de workshopserie bleek de evaluatie van het database, de drie
boeken. Deze evaluatie vond plaats tijdens de laatste workshop. Leerlingen hebben twee
onderwerpen bestudeerd in alle drie de boeken. Uit deze ervaring bleek dat de leerlingen (100%)
aangaven het boek De Huiswerkcoach niet te zullen gebruiken vanwege de verhalende opbouw en
schrijftaal. Dit sluit ook aan op de bevindingen tijdens het literatuur onderzoek waarbij Kostons
(2010) aangeeft dat leerlingen behoefte hebben aan een duidelijk/kort-maar-krachtig product. Toen
de leerlingen de boeken mochten becijferen, gaven zij dit boek dan ook een onvoldoende. Na overleg
met de leidinggevende is besloten na aanleiding van dit resultaat dit boek uit het database te halen.
(ontwerpeis 6)
Hoofdstuk 4: Evaluatie en presentatie
4.1
Presentatie
De presentatie en evaluatie heeft op één moment plaats gevonden; 18 februari 2016. Op deze datum
zouden alle begeleiders en leiding samenkomen voor een leerlingbespreking. Een goed moment voor
de presentatie en evaluatie van het product, omdat veel begeleiders dan aanwezig zijn. Uiteindelijk
waren zestien van de twintig begeleiders aanwezig. Maar er waren ook een aantal beperkingen.
Een van de beperkingen tijdens de presentatie was het driejarig tijdsbestek tussen het verkennend
onderzoek en de presentatie. De samenstelling van begeleiders verandert elk jaar. De meeste
begeleiders zijn docenten in opleiding, voor veel van hen wordt Lettinga als bijbaan gezien. De
samenstelling van de begeleiders was na drie jaar grotendeels veranderd. In totaal waren er drie
begeleiders die bij beide bijeenkomsten aanwezig waren. Begeleiders die tijdens het eerste interview
met ideeën kwamen, waren niet meer aanwezig bij de tweede bijeenkomst. Waardoor mogelijk de
eisen ook niet meer aansloten. Daarom is ervoor gekozen om ook bij het tweede moment
grotendeels te informeren over de aanleiding, achtergrond, literatuur, voorgaande interviews etc.
Hoewel bewust is overlegd met de leidinggevende over het moment van presentatie: Tijdens de
leerlingbespreking, zodat een groot deel van de begeleiders aanwezig is tijdens de presentatie.
Desondanks bleek ook het moment van presentatie achteraf niet ideaal gekozen. Tijdens de
leerlingbesprekingen worden er vijfenveertig leerlingen besproken in twee uur. Omdat de
bijeenkomst gelijk aansluit op de werkdag, wordt er gegeten tijden het eerste gedeelte van de
bespreking. Daarom is besloten niet te beginnen met het onderzoek, maar de presentatie en
evaluatie te gebruiken als korte onderbreking halverwege de leerling bespreking. Er was daarom ook
niet veel tijd voor de evaluatie. De combinatie van een groot tijdsbestek tussen verkennend
onderzoek en presentatie en de beperkte tijd waarin de presentatie gehouden kan worden heeft
ervoor gezorgd dat de presentatie vooral informerend van aard was met een korte evaluatie. De
presentatie was vooral prikkelend voor de begeleiders, zodat zij het product zelf zouden willen
gebruiken in de begeleiding van de leerlingen.
4.2 Evaluatie
4.2.1 Inleiding van de evaluatie
Dit is een evaluatie van een bijna drie jaar durend onderzoek. Lettinga is niet een doorsnee locatie
voor onderzoek. Dit blijkt ook uit de evaluatie; er is een snelle roulatie werknemers, extra
werkzaamheden/onbetaalde tijd worden door studenten niet graag opgepakt. Niet alleen in de
vormgeving van het product moest hier rekening mee worden gehouden, maar ook bij de evaluatie
bleek dat een belangrijk punt om rekening mee te houden.
4.2.2 Aanpak en middelen
Zoals hierboven al is geschreven, vonden de presentatie en evaluatie plaats op één moment. Bij het
groepsinterview met de begeleiders in het verkennend onderzoek was de informatie onder andere
verzameld door middel van een vragenlijst. Achteraf bleek dat niet ideaal, want de begeleiders
bleken niet dezelfde termen te gebruiken. Bij de evaluatie met begeleiders is daarom gekozen voor
een groepsinterview met een gespreksleiddraad (zie bijlage 4A).
Omdat er niet veel tijd was voor de presentatie en evaluatie én omdat informeren een groot deel van
de tijd in beslag zou nemen, was het groepsinterview kort en krachtig. Het interview bevatte open
vragen over de producteisen en het onderzoeksvraag met mogelijkheid voor eventuele opmerkingen.
Het gesprek is opgenomen met de mobiel en vervolgens verwerkt als bijlage 4B in dit verslag.
4.2.3 Resultaten
Door het moment van de presentatie, tijdens de leerlingbespreking, zagen veel begeleiders het nut
van het product. Bij veel leerlingen wordt opgemerkt dat zij baat kunnen hebben bij betere
leerstrategieën. Toch wordt tijd alsnog als een probleem gezien; Wanneer hebben ze bijvoorbeeld
tijd voor het bekijken van de leerstrategieën database? Er is nu een handleiding voor het opvolgen
van afspraken met leerlingen, maar het aanraden van een relevant leerstrategie zal ook tijd kosten.
De leidinggevende gaf als mogelijke oplossing een keuze-diagram van het database, waarin
leerlingen en begeleiders, met behulp van ja/nee-vragen, uitkomen op een aantal geschikte
leerstrategieën (bijlage 4B). Hoewel de leerlingbesprekingen het meest logische moment is om dit te
bespreken, is dit toch een druk moment, mogelijk kan er een herinnering worden gestuurd op een
rustiger moment, na de toetsweek bijvoorbeeld. Dan hebben begeleiders meer tijd om leerlingen
hiermee te helpen en kunnen zij rustig de handleiding doorlezen. De toekomst van de workshop is
niet duidelijk. Dat hangt af van de leerling samenstelling op Lettinga. Het hangt af van de problemen
waar leerlingen tegenaan lopen. Het hangt af van de effectiviteit van het database en de mate
waarop begeleiders het database in de toekomst daadwerkelijk gaan gebruiken. Als het database
regelmatig gebruikt gaat worden, wordt de workshopserie mogelijk overbodig. De leidinggevende is
enthousiast en hoopt een kortere variant vaker uit te voeren. Korte workshops zullen vaker worden
ingezet. Waarbij workshops bijvoorbeeld worden gegeven over leerstrategieën, over vakgebonden
basisvaardigheden en dergelijke.
4.2.4 Conclusie
Op dit moment ligt op Lettinga een bruikbaar product: Er is een leerstrategieën database zodat
leerlingen effectief geholpen kunnen worden. Er is een handleiding bij het database geschreven
zodat begeleiders leerlingen effectief kunnen begeleiden en onderling kunnen overdragen. En er ligt
een voorbeeld workshopserie klaar voor collega’s waar een toekomstig workshop op
voortgeborduurd kan worden. De onderzoeksraag “Hoe kunnen de begeleiders bij Lettinga
Studiebegeleiders voldoende adequate leerstrategieën bij onderbouwleerlingen, VMBO tot en met
VWO, aanleren?” is volgens de begeleiders hier voldoende mee beantwoord. Wel blijkt men
behoefte te hebben aan een extra handleiding bij het database daardoor de begeleiders sneller door
het database kunnen navigeren. Dit zal in de toekomst ontwikkeld worden. Concrete plannen om de
laatste punten af te maken, liggen klaar: Er is al een eerste opzet gemaakt van een keuzediagram
waardoor begeleiders sneller door het database kunnen navigeren en begeleiders zullen aan de
leerstrategieën database herinnerd worden zodra de toetsweek voorbij is.
Literatuurlijst volgens APA-normen
Boeken
Brouwer, A. (2012). De huiswerkcoach: Help je kind met huiswerk. Baarn: Forte Uitgevers BV.
Crone, E. (2009). Het puberende brein: Over de ontwikkeling van de hersenen in de unieke periode
van de adolescentie (9e dr.). Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker.
Donk, C. van der., Lanen, B. van. (2009). Praktijkonderwijs in de school. Bussum: Uitgeverij Coutinho.
Drost, M., Verra, P. (2015). Slimmer leren met RTTI: 50 tips voor hoge cijfers (3e dr.). Bodegraven:
docentplus en RTTI-online.
Wolfgang Endres e.a. (2009). Zó is leren leuk! Handige tips voor elke dag bij het maken van je
huiswerk (5e dr.). Katwijk: Panta Rhei Uitgeverij.
Artikel
Kostons, D. (2010). On the role of self-assessment and task-selection skills in self-regulated learning
(diss. Heerlen). Heerlen: Open University.
Internet
Onderwijsraad (2011). Ruim baan voor stapsgewijze verbeteringen. Publicaties. Geraadpleegd op 10
mei 2016 via https://www.onderwijsraad.nl/publicaties/2011/ruim-baan-voor-stapsgewijzeverbeteringen/item234.
RuG (2016). Hersenen en gedrag. Geraadpleegd op 24 juni 2016
http://www.nxdomain.nl/~anja/brains/index.html
Bijlagen
Bijlage 2A/B Onderzoeksinstrumenten praktijkverkenning ............................................................................ 24
I. Interview met Pieter Lettinga (Leidinggevende)........................................................................................... 24
II. Presentatie-opzet voor begeleiders voorafgaand het verkennend interview .............................................. 26
III. Verkennend interview met begeleiders ...................................................................................................... 27
IV. Verwerking verkennend interview met begeleiders ................................................................................... 28
VI. Verwerking van kennend interview met leerlingen .................................................................................... 31
Bijlage 3 Producten ........................................................................................................................................ 32
VII: Database handleiding voor begeleiders ..................................................................................................... 33
VIII: Inhoudsopgave leerstrategieën database ................................................................................................. 34
IX: Workshopserie Breintrix .............................................................................................................................. 36
Bijlage 4A Evaluatie voorbereiding ................................................................................................................. 48
Bijlage 4B Evaluatie verwerking ..................................................................................................................... 50
Bijlage 2A/B Onderzoeksinstrumenten praktijkverkenning
I. Interview met Pieter Lettinga (Leidinggevende)
Interviewleidraad:
Intro gesprek:
- Duur: 20 min
- Doel: Duidelijk beeld van Lettinga begeleiders
nu en duidelijk beeld van doel van
onderzoeksaanvraag
- Toestemming vragen voor opname van gesprek
Wat is jullie achtergrond met betrekking tot onderwijs en leerstrategieën?
Wat is het doel van huiswerkbegeleiding?
Moeten alle leerlingen leerstrategieën aanleren? Of is het meer gericht per individu?
Bij een gemiddelde onderbouw leerling, hoe helpt u een leerling bij het beter leren leren.
- Tijdens de eerste maanden leren lln rithme vinden, met regelmatige pauzes, is er een moment
waarbij je zegt, dan is de ‘begin fase’ voorbij? Wat moeten de leerlingen geleerd hebben?
- Hoe wordt de leerling na de eerste fase geholpen bij het aanleren van nieuwe strategieën? Wordt
daar iets aan gedaan?
- Waarin verschilt jullie aanpak ten opzichte van 1e en 3e klas leerlingen mbt aanleren van
leerstrategieën? Zijn er verschillen?
- Kun je voorbeelden van factoren geven die bepalen welk leerstrategie je welke leerling aanleert?
(leerstijl, leeftijd, achtergrond, motivatie etc)
Wat wordt er van de begeleiders verwacht op dit gebied?
- In hoeverre heeft de begeleider invloed op het aanleren van leerstrategieën?
- Wat zijn jullie wensen qua achtergrond van begeleiders?
Hoe zou je graag de toekomst willen zien m.b.t. leerstrategieën?
- Welke ruimte is er voor verbetering zie je?
- Wat zijn jullie ideeën hierbij?
<Einde van het interview. >
Afsluiting:
Bedankt voor uw tijd, ik zal het interview schriftelijk
verwerken en dan krijgt u een kopie opgestuurd
voor eventuele aanpassingen.
Heeft u verder nog wat vragen/toevoegingen?
Samenvatting verkennend interview met Pieter Lettinga
16-1-2013, Duur: 25 minuten. Opgenomen met de mobiel
Achtergrond: Pieter heeft jaren lang in het onderwijs gewerkt als geschiedenis docent voordat hij
rond 1985 Lettinga Studiebegeleiders op richtte. Margreeth zorgt voor het systematische werk op
Lettinga; ze houdt de agenda’s en cijfers van de leerlingen bij, ze zorgt ervoor dat alles zo
gestructureerd mogelijk verloopt. Gerda is de ‘exacte’-expert bij Lettinga, zij heeft voordat ze bij
Lettinga kwam op verschillende middelbare scholen lesgegeven.
Doel: Lettinga is opgericht door Pieter. Er was destijds maar één andere huiswerk instituut in
Zwolle en ‘eigen baas zijn’ naast het lesgeven (Pieter geeft nog steeds les op Deltion) sprak aan.
Verder wist hij uit eigen ervaring ook hoe lastig het is om huiswerk bij te houden, sommige
leerlingen hebben een extra steuntje in de rug nodig.
Alle leerlingen leerstrategieën aanleren? Welke wel welke niet? Bij binnenkomst krijgen
leerlingen altijd een intake gesprek, daar wordt ook gevraagd naar het probleem. Ieder leerling
heeft zijn eigen probleem, sommige leerlingen hebben al goede strategieën, die hoeven dus geen
nieuwe aan te leren. Er zijn natuurlijk wel een aantal leerstrategieën die we van elke leerling
verwachten, dat zorgt voor de structuur bij Lettinga. Structureel pauze houden, rustige
leeromgeving en dergelijke.
Hoe helpt u een onderbouw leerling beter leren leren. Structureel. Er is geen vaste ‘eerste fase’,
we zouden daarin wel iets protocollair vast kunnen zetten; Er wordt wel om de zoveel tijd een
mail ‘verslag’ gestuurd naar de leerling en zijn ouders over de voortgang. Het doel van die
verslagen is de ouders op de hoogte te brengen, maar ook de leerlingen het doel voor ogen houden.
Hoe wordt de leerling na de ‘eerste fase’ geholpen bij het aanleren van nieuwe strategieën? Als
het goed gaat (heeft de leerlingen niks anders nodig) dan kunnen ze stoppen. Soms proberen de
leerlingen het gedeeltelijk thuis, dus dan helpen we bij huiswerkplanning en bepalen ze zelf
welke leerstrategieën ze overnemen van hun tijd bij Lettinga. Dan krijgen we gelijk een goed
beeld hoe het thuis gaat.
Verschil aanpak 1e ten opzichte van 3e klas leerlingen m.b.t. aanleren van leerstrategieën?
In de praktijk is het vaak verschillend. Leerlingen uit de brugklas staat niet vast of ze het niveau
(havo/vwo) aan kunnen en die zijn nog onbeholpen in het kiezen van de juiste leerstrategie bij het
huiswerk maken/leerwerk. Als ze in de 3e klas zitten, is er een grotere kans dat ze al wel op het
juiste niveau zitten, ze kunnen door hulp bij het huiswerk hun cijfer omhoog halen.
Wat wordt er van de begeleiders verwacht op dit gebied? Begeleider overhoort en legt uit. Dat is
dan niet direct de leerstrategie. Er zijn wel wat begeleiders die daar ideeën over hebben en
leerlingen daarbij helpen. De verantwoordelijkheid ligt bij Pieter en Margreeth. Het hoeft niet
altijd aan de leerstrategie te liggen, soms heeft een leerling geen zin of hij heeft zijn dag niet.
Belangrijke kenmerken van begeleiders We kijken als eerste altijd naar de vooropleiding,
beheerst men de stof voldoende om te kunnen uitleggen? Qua didactische gaven heb je meestal
wel een idee, maar het is moeilijk voorspelbaar. Het kunnen uitleggen blijkt meestal al in de
eerste weken.
Toekomst leerstrategieën Zoals we het nu doen is op basis van ervaring. De trend in de
samenleving is om het meer te protocolleren. Op elk moment van het proces te kunnen zien wat
er gebeurt en te zien of het wel/niet goed gaat. Daar valt wel meer te winnen.
II. Presentatie-opzet voor begeleiders voorafgaand het verkennend interview
Voor het interview met de begeleiders: zie bijlage III (Interviewleidraad) en IV (verwerking)
Besproken onderwerpen in de presentatie:
1. Praktijkonderzoek in de school aan de hand van het gelijknamige boek van Van der Donk (2009)
2. Onderzoeksvraag “Hoe kunnen de begeleiders bij Lettinga Studiebegeleiders voldoende adequate
leerstrategieën bij onderbouwleerlingen, VMBO tot en met VWO, aanleren?” (zijn de eigen
leerinzichten van leerlingen voldoende, wat zijn de alternatieve leeropties, zelfstandig leren leren
voor de bovenbouw)
3. Onderzoek in zeven stappen: Orienteren, richten, plannen, ontwerpen, analyse, conclusie,
rapporteren. Orienteren gaat d.m.v. een literatuurverkenning en praktijkverkenning (dit
interview).
4. Samenvatting van de literatuurverkenning door de zaal verspreid – actieve werkvorm
5. Nabespreking van actieve werkvorm. Opmerking: Niet iedereen heeft een leerstrategie nodig.
6. Samenvatting verkennend interview met leidinggevende Pieter Lettinga.
7. Uitvoering van verkennend interview met begeleiders (zie bijlage III en IV)
Zoals u hierboven al hebt kunnen lezen, heb ik eerst mijn collega’s op de hoogte gesteld van mijn
voortgang van het onderzoek. Waar ben ik mee bezig. Maar ook informatie verstrekken door hen te
laten snuffelen aan mijn literatuur verkenning. Dit was een basis die ik nodig had om hen vervolgens
te kunnen interviewen.
Bij het vierde punt wordt een actieve werkvorm genoemd. Ik had over de ruimte 3 stations gemaakt
met mindmaps van de verschillende literatuurbronnen die ik heb gebruikt. Met de boeken erbij.
Het interview gedeelte vond individueel plaats, zie bijlage III.
Vervolgens zijn de resultaten in een groepsinterview besproken, waar mogelijk een gesprek uit voort
kan vloeien
III. Verkennend interview met begeleiders
We zijn eerst begonnen met het doornemen van de vragen (omdat mijn eigen zwakke punt ‘taal’ is,
wilde ik het daardoor een beetje opvangen, zodat precies duidelijk is wat ik bedoel met elke vraag).
Daarna kreeg men 5 minuten voor het invullen van de vragen. Vervolgens hebben we het met elkaar
besproken.
Het Interview bevatte de volgende vragen:
1. Wat is je achtergrond m.b.t. leerstrategieën?
Ervaring Ja/Nee,
Opleiding Ja/Nee,
2. Hoe zie jij je taak als begeleider binnen Lettinga Studiebegeleiders?
3. Welke leerstrategieën hebben je persoonlijke voorkeur (eigen vak)?
4. Welke leerstrategieën zouden voor je vak gebruikt kunnen worden?
Leerstrategie
Welk onderdeel van het vak?
5. Mis je leerstrategieën in de voorbeelden die genoemd zijn? Welke?
Als begeleider hier bij Lettinga, zijn er punten waar jij behoefte aan hebt zodat jij als begeleider
optimaal kunt begeleiden? (begeleiden: leerling helpen huiswerk maken/leren)
Opmerkingen/toevoegingen/vragen:
IV. Verwerking verkennend interview met begeleiders
Aanwezig tijdens het interview waren: Margreeth, Pieter, Gerda en 4 Begeleiders
Duur 30 minuten, in de Zaal tijdens een begeleiders vergadering.
Alle begeleiders hebben ervaring in het onderwijs, de meeste hebben stagegelopen en zijn bezig met
de docenten opleiding, anderen hebben jaren voor de klas gestaan en doen dit voor de plezier
ernaast.
Als reactie op de voorafgaande presentatie wordt ingegaan op het interview met leidinggevende
Pieter Lettinga. Leerlingen helpen leerstrategieën aanleren, kost te veel tijd. Korte leerstrategieën
kunnen aangeleerd worden, maar uitgebreid leerstrategieën bespreken is binnen dit werk niet
mogelijk. Alle begeleiders bevestigen dit. Vooral tijd is een probleem.
De taken die zij naar eigen zeggen uitvoeren, komen overeen met de taken die Pieter had
omschreven: Leerlingen vooruithelpen in bepaalde vakken, eigen inzicht geven, leerling motiveren,
prettige leerklimaat bewaren, huiswerk uitleggen, controleren, overhoren, aftekenen en toetsten
maken. Het aanleren van leerstrategieën worden niet genoemd.
Bij de concrete vraag naar leerstrategieën, worden diverse uiteenlopende hulpmiddelen genoemd.
Voorbeelden van antwoorden zijn: ‘Verbanden laten zien’ en ‘oefenen/oefenen/oefenen’. Deze
punten zijn waar, maar een leerstrategie gaat verder. Met behulp van welke strategie zullen ze de
verbanden zien? Markeerstift gebruiken? Samenvattting maken? Verbindingslijnen maken? Blijkbaar
had deze vraag gesloten moeten zijn met mogelijkheid voor aanvulling.
<latere aanvulling 9-1-2016; er had achteraf nog een enquête ingevuld kunnen worden, om deze
vraag op te vangen. Uiteindelijk bleek dit niet nodig, omdat ik niet meer zelf een database ga maken,
maar er boeken worden gebruikt als database> Interessante punten die genoemd worden zijn
‘overzicht van de basiskennis’ en ‘kaarten spelletjes’, deze punten ben ik nog niet in de boeken tegen
gekomen en zouden in het database verwerkt kunnen worden.
Voor de toekomst van het product kwam een interessant gesprek op gang, de volgende
aandachtspunten kwamen tijdens het gesprek naar voren:
- Leerstrategieën kunnen een bijtaak worden van de begeleider, als een leerling ergens
tegenaan loopt
- Leerling vaker zelf laten uitleggen (inductief leren), zodat je als begeleider kunt
bijschaven.
- Leerstrategie: Leerling meer praktijk voorbeelden geven, om het eigen te maken.
- !!! Kaartenbak !!! goed plan
- Gemaakte toetsen (door begeleiders), door dezelfde begeleider laten nakijken. (indien
mogelijk)
- Inzicht in de resultaten/voorgang van de leerlingen zodat we daarop in kunnen spelen /
Cijfers van Margreeth
- Meer communicatie tussen begeleiders; avonden zoals deze.
- De leerlijn van lln bijhouden bij Lettinga, ergens waar opmerkingen/opvallende dingen
gedeeld kunnen worden.
V. Verkennend interviewleiddraad met leerlingen
Interview afgenomen bij 3 leerlingen.
Intro gesprek:
Duur: gemiddeld 20 minuten. Bijleslokaal.
- Duur: 15-20 min
Gesprekken zijn opgenomen.
- Doel: Duidelijk beeld van hoe leerlingen het
leren van leerstrategieën zien en de rol van
Lettinga hierin; Nu/toekomst
- Toestemming vragen voor opname van gesprek
Achtergrond:
Op welke school zit je? Welk niveau leer je? Welke vakken vind je leuk, welke vind je lastig?
Waarom ben je naar Lettinga toe gekomen, wat was het probleem? Is dat nog steeds een probleem?
<doorvragen!>
Huidige situatie lettinga, optimaal huiswerk maken & leren:
Hoe helpt Lettinga je, bij het maken van huiswerk/leerwerk? Wat is het verschil met hoe je dat thuis
deed?
Zijn er ook begeleiders/Pieter&Margreeth die je tips hebben gegeven, die je hebben geholpen bij het
maken van huiswerk?
Als je tijdens het huiswerk maken/leren op Lettinga ergens tegenaan loopt, niet verder komt, hoe los
je dat op?
Zijn er hulpmiddelen die je hier mist bij Lettinga? Zijn er dingen die de begeleiders zouden kunnen
doen, zodat je beter kunt leren?
(zie volgende pagina voor vervolg interview: concrete leerstrategieën)
<we nemen een lijst met leerstrategieën door, ik geef wat voorbeelden, voordelen/nadelen, voordat
ze de lijst invullen, de originele interview bevat achter elke leerstrategie drie vakken die ingevuld
kunnen worden:
‘Deze leerstrategie gebruik ik nu bij …. Vul vak in’.
‘Deze leerstrategie wil ik in de toekomst proberen’
‘Deze leerstrategie past niet bij mij’>
Huiswerk maken:
Eerst Leerwerk, dan Maakwerk (in het begin heb ik meer concentratie)
Geen muziek luisteren
Soortgelijke vakken afwisselen (dus geen 2 talen achter elkaar)
Regelmatig pauze houden (dit is beter voor concentratie)
Vraag in antwoord herhalen
Werkstukken:
Coaching van begeleiders / ouder (*uitleg interviewer)
Presentaties:
Heel verhaal uitschrijven, kernwoorden arceren, alleen kernwoorden
Oefenen, oefenen, oefenen
Hoe om te gaan met publiek
Leerwerk:
Samenvatting:
Eigen woorden gebruiken bij samenvatting
Bedenken wat in de toets gevraagd kan worden
Goed bedenken wat kennis(basis) en wat inzicht (een stapje verder)
Na het maken van een samenvatting, inslijpen
Zelf een toets maken
Dit met een begeleider bespreken
Onderscheid maken tussen kennis en inzicht vragen
Mindmappen (verbanden)
Kaartjes (niet alleen voor woordjes leren)
Creatief zijn met plaatjes naast de woorden
Klein spiekbriefje (niet voor tijdens de toets! )
Gebruiken voor jaartallen/formules/definities
Veel OEFENEN!
Afsluiting:
Bedankt voor je tijd, ik zal het interview schriftelijk
verwerken en dan krijg je een kopie opgestuurd
voor eventuele aanpassingen.
Heb je verder nog wat vragen/toevoegingen?
VI. Verwerking van kennend interview met leerlingen
Alle drie leerlingen hebben een VWO achtergrond, ze komen uit de eerste, tweede en derde klas. De
interesse/aanleg van de leerlingen is verschillend. Twee hebben een voorkeur voor verhalende
vakken, geschiedenis, aardrijkskunde, scheikunde (dit vak wordt door de leerling ook als verhalend
vak gezien), de derde leerling houdt meer van exacte vakken. Uit de antwoorden komt sterk naar
voren dat ze graag willen relateren aan het vak. Lastige vakken zijn de vakken die niet aansluiten aan
hun wereld.
Ook de probleemvraag is verschillend. De een komt uit een ongestructureerde achtergrond en heeft
structuur nodig, de ander weet niet hoe hij moet leren, weer een ander heeft
concentratieproblemen.
Ze geven allemaal aan dat Lettinga hen helpt gemotiveerd/doelgericht aan het werk te gaan, ze
worden minder snel afgeleid. Er is een stok achter de deur.
Leerlingen geven aan dat er indien nodig tips (leerstrategieën) worden gegeven over het
maken/leren van huiswerk, na doorvragen blijkt dat deze tips vooral snelle tips zijn, zoals het maken
van een goede planning, woordjes en zinnen opschrijven etc). Maar er wordt ook gezegd dat er niet
altijd ruimte is voor deze vragen, het ligt aan de drukte van de dag, huiswerk/leerwerk aftekenen
heeft voorrang op het aanleren van leerstrategieën.
Bij hulpmiddelen die gemist worden, wordt een computer genoemd. Met name woordjes leren op
WRTS gaat lastig omdat de computers vaak bezet zijn.
Verwerking huiswerk/leerwerk enquête:
Nu dat het interview een concretere vorm krijgt, wordt de houding van de leerling ten opzichte van
nieuwe leerstrategieën duidelijker. De leerstrategieën bij het maakwerk worden veelal wel herkend.
Het verschilt vaak per school en per vak/docent. De leerstrategieën worden niet door elk vak
gebruikt, maar ze hebben de meeste leerstrategieën wel bij één vak gebruikt. Dat dezelfde
leerstrategie ook voor een ander vak kan worden gebruikt wordt als vernieuwend ervaren. Bij de
vraag of zij dat mogelijk in de toekomst gaan doen wordt er bij de maakwerk strategieën standaard
‘nee’ beantwoord.
Bij de leerwerk strategieën wordt er vaker ‘ja’ beantwoord op mogelijk toekomstig gebruik.
Standaard leerstrategieën zoals samenvatting maken, bedenken wat in de toets gevraagd kan
worden, inslijpen van samenvatting, onderscheid maken tussen kerninformatie en bijzaken, worden
gebruikt of zal in de toekomst worden gebruikt. Creatievere strategieën, zoals een mindmap maken,
met kaartjes werken, creatief met plaatjes werken worden minder open ontvangen. Vaak wordt er
regelmatig de opmerking ‘niet nodig’ of iets dergelijks geschreven.
Bijlage 3 Producten
De producten bestaan uit meerdere elementen:
Bijlage VII: Een database handleiding voor begeleiders
Bijlage VIII: Een database, tweetal boeken die gebruikt kunnen worden op huiswerkinstituut Lettinga.
De boeken kunnen niet als bijlage worden toegevoegd. Wel is een kopie van de inhoudspagina van
beide boeken toegevoegd.
Bijlage IX: Een voorbeeld van een serie workshops.
VII: Database handleiding voor begeleiders
De meeste leerlingen bij Lettinga kunnen het prima redden zonder deze database. Maar mocht je
een leerling tegenkomen met leerproblemen, dan is hier een handleiding. Deze handleiding is vooral
bedoeld als hulpmiddel, zodat de communicatie tussen begeleider – leerling en begeleider –
begeleider zo effectief mogelijk kan plaatsvinden.
Een nieuwe leerstrategie blijft trial-and-error, fouten mogen gemaakt worden. Maak dit duidelijk
naar de leerling toe. Soms heeft een leerstrategie meer tijd nodig, soms is het verstandig een andere
leerstrategie te proberen. Probeer als begeleider hier positief en ondersteunend in te staan en
moedig aan. Het vinden van een effectieve leermethode is een proces.
Situatie 1: Leerling kaart zelf het probleem aan en vraag om advies:
1. Bied de leerling het keuze diagram aan. Laat hem of haar zelf een strategie of tip uitzoeken die
hem of haar aanspreekt.
2. Maak een kopie van deze leerstrategie en stop deze in de huiswerk map, zodat hij/zij deze
gemakkelijk terug kan vinden.
3. Om de drempel tot uitvoering te verlagen kun je altijd aanbieden deze leerstrategie met hem/haar
door te lezen en geef indien mogelijk vakspecifieke tips bij de stappen, zodat de leerling de uitvoering
van de strategie echt kan visualiseren.
4. Zorg ervoor dat deze vraag wordt opgevolgd, door jou of jouw collega. Dat zal de leerling zeker ook
waarderen. Spreek met de leerling een moment af wanneer je dit bespreekt; een tijdstip op dezelfde
dag, een volgende dag bij een collega of een volgende dag wanneer jij er weer bent. Schrijf dit ook op
in het huiswerkmap aan de leer-kant (linker kant van de map), zodat dit niet vergeten wordt. Als een
collega het de volgende overneemt, meld in ieder geval het volgende:
- Het boek; Zó is leren leuk (ZILL) of RTTI
- De pagina waar de leerstrategie terug gevonden kan worden (indien de leerling het kwijtraakt)
- Mogelijke mondelinge afspraken met de leerling
Situatie 2: Leerling met huiswerkprobleem en heeft moeite met zelfreflectie:
1. Bekijk samen met de leerling het keuze diagram en doorloop de stappen.
2. Maak een kopie van deze leerstrategie en stop deze in de huiswerk map, zodat hij/zij deze
gemakkelijk terug kan vinden.
3. Om de drempel tot uitvoering te verlagen lees met de leerling de leerstrategie door en geef indien
mogelijk vakspecifieke tips, zodat de leerling de uitvoering van de strategie echt kan visualiseren.
4. Zorg ervoor dat deze vraag wordt opgevolgd, door jou of jouw collega. Dat zal de leerling zeker ook
waarderen. Spreek met de leerling een moment af wanneer je dit bespreekt; een tijdstip op dezelfde
dag, een volgende dag bij een collega of een volgende dag wanneer jij er weer bent. Schrijf dit ook op
in het huiswerkmap aan de leer-kant (linker kant van de map), zodat dit niet vergeten wordt. Als een
collega het de volgende overneemt, meld in ieder geval het volgende:
- Het boek; Zó is leren leuk (ZILL) of RTTI
- De pagina waar de leerstrategie terug gevonden kan worden (indien de leerling het kwijtraakt)
- Mogelijke mondelinge afspraken met de leerling
VIII: Inhoudsopgave leerstrategieën database
IX: Workshopserie Breintrix
Voor je ligt een handleiding voor het geven van de workshopserie over leerstrategieën. Deze
workshopserie is geschreven voor onderbouw leerlingen van de middelbare school, om de kennis van
leerlingen uit te breiden, zodat ze effectief kunnen leren leren.
Elke workshop begint met een overzicht van workshopdoelen en materialen. Daarna komt de
daadwerkelijke workshop, meestal per Powerpoint dia beschreven. De schrijfstijl is bewust naar de
tiener geschreven. Om elke tiener bewust te maken van zijn/haar ontwikkeling, zou je whiteboard/
krijtbordjes kunnen uitdelen, waar ze hun eigen antwoorden op kunnen schrijven. Elke groep tieners
is anders, deze handleiding is daarom niet bedoeld om letterlijk uit te voeren, maar als product om
aan te passen.
In deze serie is gebruik gemaakt van drietal boeken:
Zó is leren leuk! Geschreven door Wolgang Endres. Dit boek werd aangeraden door een kennis, een
orthopedagoog. Het boek is een beetje kinderlijk geschreven. De eerste workshop bevatte relatief
veel leerlingen uit de derde klas, die konden zich daaraan irriteren. De onderwerpen daarentegen zijn
zeer goed gekozen en worden naar mijn mening goed behandeld. Het boek behandeld niet alleen
leerstrategieën, dit boek geeft concentratieoefeningen, tips hoe je met schoolstress/black-outs kunt
omgaan, vrije tijd, pauzes, je kunt het niet bedenken en het staat in dit boek.
Het tweede boek Slimmer leren met RTTI is geschreven door Drost & Verra. Tijdens een zomer
werken bij Van Dijk Boekenhuis stuitte ik op dit boek, de inhoud bleek achteraf een gouden greep
voor dit onderzoek. Sommige middelbare scholen blijken hier ook mee te werken. Het boek begint
met duidelijke uitleg over het functioneren van de hersenen. Vervolgens geeft het in dat context een
aantal huiswerk tips, waarna naar mijn mening de kern van het boek komt: een rijk aanbod van
leerstrategieën geordend op de RTTI methode. Als kers op de taart eindigt het boek met een
leeranalyse: hoe maak je een hoofdstuk eigen. Bewustwording van voorbereiding, opletten tijdens de
les met concrete vragen, voorbereiding voor de toets met uitgebreide fouten analyse en analyse na
de toets met een verbeterplan.
De Huiswerk Coach van Arnold Brouwer, Arnold Brouwer is ook eigenaar van een huiswerkinstituut.
Hij schrijft zijn boek aan ouders van tieners die moeite hebben met huiswerk. Het is in duidelijke taal
geschreven en to-the-point. Leerlingen bleken bij de evaluatie niet enthousiast over dit boek.
Deze workshops zijn geschreven rond een drukke tijd in het jaar met sinterklaas, kerst, jaarwisseling
de inhoud heb ik daarop aangepast. Breintrix 2 en 4 zijn actieve werkvormen met leerstrategieën, die
zijn goed bruikbaar rond de tijd dat de concentratieboog wat minder lang is. Breintrix 1 en 3 zijn wat
meer theoretisch van aard. Het eerste workshop was beschreven met een beamer in gedachten,
waardoor het op een les begon te lijken, achteraf bleek deze setting niet optimaal, dus heeft
Breintrix 3 meer de vorm van een gesprek. Breintrix 5 heeft in het originele plan het onderwerp
leerproblemen, voorbereiden voor de toets. Maar niet elke groep kan zich herkennen in
leerproblemen, ook bleek aan het eind van de serie dat leerlingen de boeken nog niet hadden
bekeken. Uiteindelijk heeft Breintrix 5 een andere inhoud gekregen, waarbij leerlingen de boeken
gaan analyseren, bestuderen.
Tip voor gebruik: Houdt andere begeleiders op de hoogte van de serie. Schrijf bijvoorbeeld een korte
samenvatting bij het werkrooster, dan kunnen begeleiders hier ook op in springen.
Overzicht van relevante onderwerpen per boek
Onderwerpen
Hersen
ontwikkeling
Huiswerk-omgeving
De huiswerkcoach –
Arnold Brouwer
11-19: verhaaltje
22-49: leeromgeving en
agenda
Huiswerk indelen
per dag
Reproductie
Toepassing 1
Toepassing 2
Inzicht
Leerstrategiën
Toets voorbereiden
Werkstuk/verslag
Presentatie
Leerplan
Leerproblemen
Voor ouders en
begeleiders
Slimmer leren met RTTI –
Drost & Verra
6-11: cortex, nieuwe verbindingen, lange
termijn
71-108
56-59
59-62
53-56: alle stappen in het
proces zijn belangrijk
12-19: concentratie volgorde; prioriteit,
concentratie,
30-35
36-44
45-52
52-67
27-29: personifiëren van leer strategieën,
afwisseling is goed.
20,21: toets is niet persoonlijk
Zo is leren leuk! –
Wolfgang Endres
Tip
Datum Workshop
Tip 1, 6 – 9, 36, 38- 41, 47 - 51
7 December 2015 (3)
Tip 2 – 5, 10, 24, 25
7 December 2015 (3)
Tip 16 – 22, 52
30 November 2015 (2)
14 December 2015 (4)
14 December 2015 (4)
14 December2015 (4)
16, 30 November en 14
December
4 Januari 2016 (5)
4 Januari 2016 (5)
4 Januari 2016 (5)
16 November 2015 (1)
Tip 11 - 15
Tip 23, 27, 29
Tip 37, 46
68-73: alle stappen, voorbereiding,
oefenen, toets, nakijken etc.
16 November 2015 (1)
Tip 26, 28, 30 – 35, 42 – 45, 53, 54
111-120
Datum workshop
Aan het begin van de tweede periode (eind oktober/begin november) komen relatief veel nieuwe leerlingen binnen, die tijdens de eerste periode flink
onderuit zijn gegaan. Ik zou daarom adviseren de workshop rond deze tijd aan te bieden. Hierdoor worden de leerlingen gelijk bewust van leerstrategieën.
Workshop 1 (16 nov 2015):
Workshop 2 (30 nov 2015):
Workshop 3 (7 dec 2015):
Workshop 4 (14 dec 2015):
Workshop 5 (4 jan 2016):
Kennismaking met onderwerp - hoe werken hersenen - voorkennis leerstrategieën testen - leerplan
Uitleg RTTI; Reproductie leerstrategieën behandelen (huiswerk)
Huiswerk omgeving - huiswerk indeling (huiswerk workshop 2 bespreken)
Herhaling RTTI; Toepassing 1 en 2, Inzicht leerstrategieën behandelen (huiswerk)
Toetsvoorbereiden - kennismaken met inhoud van leerstrategie literatuur (huiswerk workshop 4 bespreken)
Workshop Breintrix 1
Workshop onderwerpen:
- Doel van de workshopserie uitleggen
- Plan van aanpak workshopserie; Hoelang? Hoevaak? Voor wie? Waarom? Waarover?
- Vandaag: Hoe werkt het brein?
- Vandaag: Theorie leren op school in 7 stappen
Benodigdheden:
- Beamer
- Powerpoint presentatie ‘Breintrix 1’
- Één lolly per leerling
Lokaal opstelling: zes tot acht stoelen in een halve cirkel kijkend naar muur, powerpoint presentatie
Dia 1:
Begin dia; er hoeft niks verteld te worden, tieners lopen de ruimte in en gaan zitten.
Dia 2 (3 min):
<Kort welkomswoord> We beginnen met een concentratie oefening: Tel voor jezelf
het aantal ‘e’s in het gedicht ‘huiswerk’, inclusief de titel.
<Antwoord: 60>
Dia 3 (3 min):
Vanaf nu zal er de komende 5 weken elke maandag om half vijf een workshop zijn.
Deze workshop zal een kwartier duren en gaat over leerstrategieën. Vandaag gaat
het over het orgaan dat je het meest gebruikt tijdens het leren…? <antwoord
pauze> Je hersenen.
Ik doe in opdracht van Pieter Lettinga (nu Erwin) onderzoek over leerstrategieën op
Lettinga. Er is op dit moment niet veel tijd voor leerstrategieën, terwijl je met een
goede leerstrategie tijd kunt winnen, hogere cijfers kunt halen. Niet iedereen heeft
het nodig van leerstrategie te veranderen, wel is het voor iedereen interessante stof die in de
toekomst gebruikt kan worden.
In de eerste paar jaar op de middelbare school probeer je verschillende leerstrategieën uit; Je moet
nu immers zelfstandig leren leren. Als je onvoldoendes haalt voor een vak, hoeft dat niet aan het vak
te liggen, maar kan het ook helpen te veranderen van leerstrategie of naar de leeromstandigheid te
kijken. Deze workshop is daarom voor de onderbouw leerlingen.
Kun je voorbeelden van leerstrategieën noemen of leeromstandigheden? Wat bedoel ik hiermee,
denk je? <Leid dit gesprek. Bij het bespreken van leeromstandigheden, kun je ook het belang van
voeding benoemen tijdens het leren; lolly’s uitdelen, voor- en nadelen uitleggen>
Dia 4: (5 min)
Eveline Crone is in Nederland één van de top onderzoekers op het gebied van
hersenontwikkeling. Zo zien onze hersenen eruit. Elk deel van onze hersenen heeft
een andere functie.
<klik, leeftijd-hersenontwikkeling-diagram komt in beeld> Hier zie je een diagram
over de gemiddelde ontwikkeling van onze hersenen. Wat zie je hier precies denk
je? Wat betekenen die verschillende lijnen? <pauze voor antwoord mogelijkheid>
Deze lijnen zijn de verschillende delen van onze hersenen die ontwikkelen. Ze beginnen allemaal voor
onze geboorte te ontwikkelen, voordat je geboren wordt, in de buik van je moeder. Maar je ziet dat
de ene lijn zijn piek heeft rond je de peuter jaren en de andere is rond de adolescentie.
Zo ontwikkel je eerst je grove motoriek, bewegingen; lopen, zwaaien. Daarna ontwikkel je meestal je
taal. Dan leer je weer grove motoriek zoals fietsen, kleine motoriek, kleine bewegingen zoals
schrijven, veters strikken etc.
<4x klik, tekstballonnen komen in beeld> Ons brein wordt grofweg in vier verschillende gebieden
opgedeeld. Achterhoofdkwab, wandbeenkwab, slaapbeenkwab en voorhoofdskwab. <Verschillende
gebieden aanwijzen en extra inzicht geven in verschillende elementen die je door de jaren leert>
zicht, spraak, taal associatie, motoriek, voorwerp- en gezichtsherkenning, gevoel van temperatuur.
De voorhoofdskwab, ook wel frontale cortex, ontwikkelt zich rond de adolescentie; leren plannen,
logisch nadenken, problemen oplossen. Deze ontwikkeling gebeurt wederom niet allemaal tegelijk,
de ene leert vroeg plannen, de ander leert vroeg probleem oplossen. Je kunt deze ontwikkeling
versnellen door er mee bezig te zijn. Dat is ook één van de redenen waarom wij jullie deze workshop
willen aanbieden.
Dia 5 (4 min):
Deze hersenontwikkeling vind plaats tijdens het slapen, tijdens het afspreken met
vrienden, hobby’s, op school. School is een uiterst geschikte manier om de
capaciteit van je hersenen uit te breiden. Ook hier op Lettinga. Een voorbeeld van
school en Lettinga is bijvoorbeeld het meerdere malen aanbieden van nieuwe stof:
<De zeven stappen op de dia doornemen> Je ziet hier dat de stof drie maal wordt
aangeboden, de mate van intensiviteit bepaal jij en dat heeft weer een invloed op
het resultaat, de ontwikkeling. Stappen 1 en 2 horen bij elkaar, net als 3 en 4, net als 5, 6 en 7. Bij
stappen 1 en 2 maak je kennis met de stof, de leraar laat je oefenen, stuurt bij, laat lastige
uitzonderingen zien. Stap 3 en 4 ga je weer oefenen, nu zelfstandig, wederom wordt je bij gestuurd
als je opgaven nakijkt. Dit geldt ook voor de laatste drie stappen. Elke keer maak je steeds intensiever
de stof eigen en elke keer wordt je bijgestuurd, fouten ontdekken en weer bijsturen, totdat je de stof
eigen bent, hopelijk voor de toets.
Niet alleen het leren van de stof is een ontwikkeling voor je hersenen, maar ook het steeds bijsturen,
het leren van je fouten, het leren leren is een ontwikkeling voor je hersenen.
Dit was het voor vandaag. De volgende keer gaan we het hebben over verschillende trucs die je kunt
gebruiken bij het leren, bij het ontwikkelen van je hersenen. Ieder stel hersenen ontwikkelt zich
anders, het is aan jou om ‘eerlijk’ te ontdekken hoe jou hersenen het beste ontwikkelen. Daar gaan
we volgende week naar kijken.
Verbeteringspunt voor een volgende keer: Vooraf had de workshop beter aangekondigd moeten
worden; welke doelgroep, verplichte deelname, uitzonderingsgevallen. De beamer bleek te dicht bij
de muur te staan waardoor de letters klein waren, verlengsnoer nodig.
Workshop Breintrix 2
Workshop onderwerpen:
- RTTI, met name Reproductie
- Kennismaken met Reproductie leerstrategieën
Benodigdheden:
- Beamer en Powerpoint presentatie ‘Breintrix 2’
- Het boek ‘Slimmer leren met RTTI’ geschreven door Drost en Verra
- 8 tot 12 Reproductie leerstrategieën per stuk gekopieerd, geknipt en geplakt op vrolijke achtergrond
- Optioneel: gezond voedsel voor het brein.
Lokaal opstelling: zes tot acht stoelen in een halve cirkel kijkend naar muur, powerpoint presentatie, 8
tot 12 reproductie leerstrategieën over de ruimte verdeeld. (zie foto op tweede pagina)
Dia 1:
Begin dia; er hoeft niks verteld te worden, tieners lopen de ruimte in en gaan zitten.
Dia 2 (1 min):
Plan van aanpak bespreken. Het boek van Drost en Verra laten zien.
Dia 3 (4 min):
Wie weet waar de afkorting RTTI voor staat en wat houden de vier niveaus in?
Waar staat de R voor?
<stel per letter de vraag, zodat de opbouw van de letters duidelijk wordt. Stuur de
gesprekken, zodat in ieder geval het onderstaande aan bod is geweest, laat ze bij
elk begrip een concreet voorbeeld noemen>
Reproductie: Woordjes leren, jaartallen, opsommingen, begrippen begrijpen en
kennen, voor elk vak is dit weer anders. Vaak leer je dit als eerste bij een nieuwe
hoofdstuk. Later tijdens de workshop gaat het over reproductie.
Toepassen 1: Een opgave oplossen zoals je het tijdens de les hebt geoefend. Gegevens opzoeken en
gebruiken bij een vraag, stappenplan toepassen, definitie gebruiken etc. Er zitten kleine variaties in
de omstandigheid van een vraag, maar je zult snel de methode herkennen die je moet toepassen.
Toepassen 2: Opgave oplossen in een nieuwe omstandigheid/situatie. Voorspellingen maken,
verbanden leggen, in eigen woorden vertellen.
Inzicht: Zelf oplossingen bedenken, voorgaande theorie combineren, verklaren en uitleggen,
ontwerpen.
Dia 4: (3 min):
Voor de eerste kennismaking met leerstrategieën gaan we het alleen hebben over
reproductie leerstrategieën. Hierin is iedereen verschillend; de één is visueel, de
ander heeft een duidelijk overzicht nodig. Ook kan de strategie per vak verschillen.
Het is belangrijk dat je blijft proberen. Lees de volgende vijf zinnen. Is er één die er
voor jou eruit springt? <mogelijkheid voor antwoorden, kort houden>
Ik heb het voorbeeld ‘woordjes leren’ vier verschillende leerstrategieën erbij
geschreven.
Dia 5 (7 min):
Ik heb in dit lokaal nog meer leerstrategieën opgehangen. Allemaal leerstrategieën
die je kunt gebruiken bij reproductie.
<samen dia doornemen>
Aan het eind van de workshop één van de drie leerstrategie meegeven voor in de
huiswerkmap en concreet aan een vak koppelen, in de map schrijven bij het specifieke vak.
Verbeteringspunt voor een volgende keer: De volgende keer bij het opgeven van huiswerk is het
handig als leerlingen hun huiswerkmappen meenemen, zodat de leerstrategie gelijk toegevoegd kan
worden. Nu moest ik achteraf bij iedereen langs om te kijken of het in de map was gedaan en bij het
vak was geschreven.
Ik merk dat het staan voor de groep met een beamer afstand creëert, terwijl ik eerder het gesprek wil
aangaan. Ik wil niet de docent zijn en mijn verhaal vertellen, maar nuttige informatie in een gesprek
overbrengen, dit kan ook prima gezien de grote van de groep.
Workshop Breintrix 3
Workshop onderwerpen:
- Huiswerk variatie, omstandigheden, prioriteit, omgeving, agenda
Benodigdheden:
- Laptop en Powerpoint presentatie ‘Breintrix 3’
- Alle drie boeken
- Optioneel: gezond voedsel voor het brein.
Lokaal opstelling: zes tot acht stoelen rond een ronde tafel, zodat iedereen de laptopscherm kan zien.
Dia 1:
Begin dia; er hoeft niks verteld te worden, tieners lopen de ruimte in en gaan zitten.
Dia 2 (2 min):
<Huiswerk van vorige week bespreken, sommige leerlingen zal de leerstrategie
prima zijn gegaan, bij anderen heeft de leerstrategie niet geholpen> Het aanleren
van leerstrategieën blijft vallen en opstaan, de truc is niet opgeven met
uitproberen. Blijf creatief denken, blijf luisteren naar je brein, wanneer functioneert
het optimaal. De workshops geven je verschillende handvaten en het is aan jou om
uit te proberen wat voor jou werkt.
<Plan van aanpak bespreken.> Als je naar de steekwoorden/onderwerpen van
vandaag kijkt, wat doe jij nu al? Welke huiswerktips worden volgens jou al hier bij Lettinga
uitgevoerd? <antwoord mogelijkheden: agenda gebruik, pauzes etc>
Dia 3 (4 min):
Ok, hier is een diagram en de inhoud staat achter de rode vlakken. <Volgorde
PowerPointpresentatie: groen, rood, geel, oranje. Wil je de volgorde in de
presentatie veranderen, dit kan door naar het tabblad ‘animatie’ te gaan 
‘deelvenster animatie’.>
De volgorde van je huiswerk kan door meerdere aspecten worden bepaald; hoeveel
haast heeft het huiswerk? Hoe belangrijk is het? Maar zoals je ziet, kan
bandplakken ook belangrijk zijn, het leven bestaat niet alleen uit school. Het is mooi als je een goed
balans kunt vinden tussen belangrijk en haast.
De volgorde van je huiswerk kan ook worden bepaald door je concentratie. Sowieso zijn pauzes
belangrijk, in de huiswerk momenten tussen pauzes door kan je concentratie variëren. <Tweede
diagram bespreken>. Herken je dit? Wat vind je van het laatste kopje ‘mini
samenvatting maken’?
Dia 4: (6 min):
Hier bij Lettinga hebben we al een uitgebreide agenda. Op de linkerpagina het
leerwerk in stukjes gedeeld en rechterpagina je normale schoolagenda. Hoe hield jij
je agenda bij voordat je bij Lettinga kwam? Wat vind je van deze verandering? Wat
zijn jouw tips en tops?
<klik, agenda verdwijnt uit beeld, grafiek komt in beeld>
Wat stelt deze grafiek voor? <je concentratie met betrekking tot verstreken tijd> In het begin heb je
minder concentratie, na 5 tot 10 minuten zit je lekker in concentratie. Vandaar dat we in de gang van
Lettinga met de individuele hokjes niet willen dat je elkaar te veel stoort. Als je eenmaal uit je
concentratie bent gehaald, duurt het even voordat je weer lekker aan het werkt bent.
Die agenda en deze grafiek hebben we niet voor niets in één PowerPoint dia staan, we hebben het al
over volgorde van huiswerk gehad; belangrijk, haast, concentratie, pauze. <klik, grafiek wordt
ingevuld met de letters m en s, respectievelijk mondeling en schriftelijk> In plaats van letterlijk pauze
te houden, kun je je leerwerk en huiswerk ook afwisselen. Je kunt schriftelijk en mondeling
afwisselen. Als je aan het begin van je huiswerk kijkt, kan het de moeite waard zijn te kijken naar het
soort huiswerk en af te wisselen, hierdoor geef je bepaalde hersendelen even pauze, zonder dat je je
huiswerk stilstaat.
<klik>
Er is ooit een keer onderzoek uitgevoerd over het nut van pauzes. Leerlingen werken in drie groepen
verdeeld; De eerste groep kreeg 30 minuten de tijd om sommen te maken zonder pauze. De tweede
groep kreeg ook 30 minuten om sommen te maken, maar tussendoor wordt een 5 minuten pauze
ingelast, dus eigenlijk werkten ze 25 minuten met 5 minuten pauze. De derde groep kreeg ook 30
minuten lang sommen met vijf keer één minuut pauze. Hier zie je de resultaten. Probeer je zelf voor
te stellen, als je huiswerk maakt; 30 minuten aan één sommen maken of af en toe een wekker die af
gaat, even kort iets anders tussendoor en dan weer ertegenaan.
Gaan we gelijk even de minisamenvatting toepassen: Wat kun je allemaal proberen qua huiswerk
volgorde?
Dia 5 (1 min):
Dit hebben jullie vast al wel eens met biologie geleerd, wat heeft allemaal invloed
op je concentratie? <achtergrond informatie voor presentator: Slimmer leren met
RTTI pagina 18 en 19>
Dia 6 (2 min):
Als laatste vandaag hebben we het over de omgeving waar je leert. In het boek
hebben ze de leeromgeving in twee tips verdeeld, tip 6 en 7. Zijn deze tips
tegenstrijdig? Een vaste werkplek, een gezellige werkplek. Natuurlijk ligt het aan
wat je leert, hoe jij je voelt (zie vorige dia, concentratie), maar een lap tekst leren in
de woonkamer waar je broertje op de playstation speelt is waarschijnlijk niet
verstandig. Maar een rustige plek met voldoende zon en licht, die jij gezellig kunt
maken, waar je muziek aan of uit kunt zetten, waar jij je thuis voelt, dat helpt zeker.
De volgende keer gaan we weer met leerstrategieën bezig, voor degene die huiswerk niet hadden
gedaan, je krijgt een herkansing. Als je de boeken wilt inkijken, je kunt ze vinden bij de ingang.
Verbeteringspunt voor een volgende keer: Deze workshop bevat veel tekst, veel vragen aan de
tieners. Probeer je eigen woorden duidelijk en kort te houden. Anders kan een kwartier lang lijken.
Workshop Breintrix 4
Workshop onderwerpen:
- RTTI, met name Toepassing 1 en 2 en Inzicht
Benodigdheden:
- Laptop en Powerpoint presentatie ‘Breintrix 4’
- ‘Slimmer leren met RTTI’ geschreven door Drost en Verra
- 3 x 4 leerstrategieën; vier leerstrategieën per (R)TTI niveau, Reproductie leerstrategieën zijn al in
Breintrix 2 behandeld. Per stuk gekopieerd, geknipt en geplakt op vrolijke achtergrond met
verschillende kleuren. De letters (R)TTI mogen niet herkenbaar zijn per leerstrategie. (zie
PowerPointpresentatie dia 4)
- Optioneel: gezond voedsel voor het brein.
Lokaal opstelling: zes tot acht stoelen in een halve cirkel om een tafel waar een laptop op staat. Twaalf
leerstrategieën over de ruimte verdeeld.
Dia 1:
Begin dia; er hoeft niks verteld te worden, tieners lopen de ruimte in en gaan zitten.
Dia 2 (1 min):
<Plan van aanpak doornemen> Vandaag gaat redelijk veel op workshop 2 lijken. Ik
heb wel wat varianten aangebracht, dus let goed op.
Dia 3 (3 min):
Ik ben benieuwd, het gaat over RTTI, als je goed hebt opgelet bij de vorige dia, dan
weet je het vast, maar waar stonden die letters ook alweer voor?
Reproductie is voor het letterlijk uit je hoofd leren van feiten, woorden etc
<Toepassing 1, 2 en Inzicht is duidelijk uitgelegd in de dia presentatie. Extra uitleg
voor Toepassen 1, 2 en Inzicht komen in en uit beeld met een klik>
Dia 4: (11 min):
<éénmaal klikken, zodat alleen de eerste opdracht in beeld is> Jullie krijgen 5
minuten de tijd om in stilte de leerstrategieën in deze ruimte te lezen, de opdracht
komt later.
<Na 5 minuten> Er zijn vier leerstrategieën voor elk niveau. Vier voor Toepassen 1,
vier leerstrategieën voor Toepassen 2 en vier voor Inzicht. Er zit een regelmaat in
hoe ze in het lokaal hangen. Welke vier horen bij welk niveau? Je mag rustig
overleggen. <Het is nu de bedoeling dat de tieners gaan nadenken over welke
leerstrategie ze zouden willen gebruiken bij welk niveau. Door gebruik te maken
van meerdere achtergrondkleuren wordt er snel daarnaar gekeken naar regelmaat. Vaak is een
wordt niet gelijk gedacht aan de meest voor de hand liggende oplossing, zoals alle Inzicht
leerstrategieën hangen vooraan, Toepassing 1 hangt rechts en Inzicht hangt rechts. Na drie minuten,
bij het geven van het antwoord, geef aan dat je bij Inzichtvragen het probleem van meerdere kanten
moet bekijken, de leerstrategie is daar ook uitgebreider, geeft meerdere mogelijkheden om naar het
probleem te kijken>
Wederom gaan we weer een leerstrategie uitproberen, kies er één uit, doe het in je huiswerkmap en
plan het bij een vak in.
De volgende keer gaan we het hebben over toets voorbereiding. Verder gaan we de boeken wat
beter bekijken. Als je zelf iets nieuws wilt proberen, kun je het eenvoudiger terug vinden in de
boeken.
De gezichten zijn bewust voor dit verslag niet
herkenbaar gemaakt.
Verbeteringspunt voor een volgende keer: Bedenk van te voren hoe je aanwijzingen geeft bij dia 4.
Geef bijvoorbeeld een aanwijzing ‘Lees de leerstrategie goed, welke leerstrategie zou jij voor welk
niveau gebruiken?’, ‘Let niet op kleuren, het is eigenlijk heel simpel, de niveaus staan bij elkaar in
groepjes, maar welk niveau hangt waar?’
Workshop Breintrix 5
Workshop onderwerpen:
- Toets voorbereiding
- Kennismaking met boeken
Benodigdheden:
- Alle drie boeken met post-its en gekleurde paginawijzers.
- Optioneel: gezond voedsel voor het brein.
Lokaal opstelling: Stoelen in drie tweetallen over de ruimte verspreid.
<Let op: deze workshop maximaal 6 deelnemers per keer>
<Ditmaal wordt er geen gebruik gemaakt van een PowerPointpresentatie>
Voorbereiding:
Deze workshop bestaat uit een set van drie
opdrachten, die tweemaal wordt uitgevoerd.
De tieners vormen drie paren, verspreiden zich
door de ruimte en nemen per paar een boek
mee.
Opdracht 1 (3 min):
De tieners maken kennis met het boek en
zoeken met behulp van de inhoudsopgave het
onderwerp toets voorbereiden op. Als ze het
hebben gevonden, zullen we daar ter
bevestiging een groene paginawijzer vinden.
Slimmer leren met RTTI gaat relatief kort op dit
onderwerp in, maar geeft interessante inzichten
zoals ‘Probeer je gedachten te houden bij de toets en niet bij jezelf’ en ‘verander de gedachten over
jezelf in positieve zin, door bijvoorbeeld te zeggen: Deze keer ga ik proberen een hoger cijfer te halen
dan de vorige keer’.
Het boek Zo is leren leuk! Heeft twee tips over dit onderwerp. Alleen door de inhoudsopgave te
bekijken, zien ze welke onderwerpen allemaal aan bod komen in dit boek, het bevat meer dan vijftig
onderwerpen, ook wel ‘tips’ genoemd.
De huiswerkcoach heeft een hoofdstuk over dit onderwerp, vijftig pagina’s. In het boek heb ik
geschreven dat ze alleen de roodgedrukte samenvatting hoeven te lezen.
In het begin van deze opdracht zal je eerst de tieners van De Huiswerkcoach aan het werk helpen,
zodat ze niet alles gaan lezen. Daarna zullen de Slimmer leren met RTTI tieners al snel hun
onderwerp hebben gelezen en kun je het gesprek aangaan, wat vinden ze van de gedachte dat je een
toets niet persoonlijk moet nemen. Als laatste kort de leerlingen met Zó is leren leuk vragen wat zij
de tips vinden, als zij aangeven dat het te kinderlijk is, vragen voor welke leeftijd het wel geschikt is?
Basisschool? Eerste klas? Is het iets voor hun broertje of zusje?
Opdracht 2 (3 min):
Zoals jullie al weten, geven we deze workshop aan jullie, omdat dit het moment is om leerstrategieën
te ontwikkelen. Tijdens het voorbereiden mocht ik meerdere boeken lezen en dan valt automatisch
wat dingen op; Dingen die voor docenten interessant kunnen zijn, dingen die voor leerlingen
interessant zijn. Deze onderwerpen heb ik met roze paginawijzers aangegeven, ze zijn een beetje
verstopt in het boek. Aan jullie om het boek door te bladeren en die roze paginawijzers te zoeken. Ik
ben benieuwd wat jullie ervan vinden.
<Bij De huiswerkcoach is dit het laatste hoofdstuk aan ouders die worden aangemoedigd hun tiener
positief te ondersteunen. Bij Zó is leren leuk zijn dat twee hoofdstukken over hobby’s, activiteiten
buiten school. Bij Slimmer leren met RTTI zijn dit de laatste pagina’s waarbij op gestructureerde,
concrete wijze de leerling wordt aangemoedigd het geleerde te reflecteren en een tweetal pagina’s
onderdelen in het leven die je concentratie kunnen beïnvloeden.
Wederom mogelijkheid om het gesprek aan te gaan met de tieners over de inhoud, mogelijk ook
helpen bij het vinden van de paginawijzers.>
Opdracht 3: (1 min):
Als laatste ben ik benieuwd naar jullie mening over het boek, ik heb al met jullie in groepjes hierover
gepraat. We zijn aan het nadenken deze boeken te gebruiken bij Lettinga. Ik heb zo mijn mening over
de boeken, maar ik ben ook benieuwd naar jullie mening. Wat voor cijfer geef jij het boek? Op de
post-it voorop het boek, zie je een tabel; schrijf bovenin de eerste letter van je naam en daaronder
het cijfer dat jij geeft.
Het boek wordt doorgegeven aan de volgende groep en de drie opdrachten worden nogmaals
uitgevoerd. (7 min)
Voor deze workshop waren er geen verbeterpunten, het is interessant om de mening van tieners te
horen over het boek. De doelen worden ruim bereikt. Ze lezen relatief kort in de boeken, maar krijgen
wel een duidelijk beeld van de schrijftaal en persoonlijke voorkeur. Als ze zelf met de boeken aan de
slag willen, is dat mogelijk.
Bijlage 4A Evaluatie voorbereiding
Planning product ontwikkeling
Eind 2015 – begin 2016: Ontwikkeling workshops.
Elke maandag vier tot zes uur werk aan de ontwikkeling van de workshops.
Van kwart voor vijf tot vijf uur komen er zes tot acht leerlingen voor de daadwerkelijke workshop.
Het is een levend product en wordt elke week aangepast aan de hulpvraag van de deelnemers.
Januari 2016: Verwerking van de workshops.
Er wordt een draaiboek gemaakt, zodat het eventueel ook door een collega kan worden uitgevoerd.
Sinds dat elke groep leerlingen verschillende hulpvragen heeft, zal niet letterlijk dezelfde workshop
gebruikt kunnen worden, maar het kan wel gebruikt worden ter inspiratie/om aan te passen. Hierbij
wordt ook ervaring en reflectie op de gegeven workshop in verwerkt.
Februari 2016. Verwerking product verslag/evaluatie.
Verslag schrijven, evaluatie voorbereiden in overleg met leidinggevende.
Evaluatie voorbereiding Leerstrategieën Lettinga
Wanneer: 18 feb 2016, tijdens de leerlingbesprekingen, 15 min.
Doel: Informeren, presenteren en evalueren
Doelgroep: Begeleiders en leidinggevende
Hulpmiddelen: Beroepsproducten en gespreks- en evaluatie leidraad
Informeren/presenteren (10 min)
Geschiedenis:
Januari 2013 opdracht van Pieter Lettinga: ‘Zou je iets kunnen doen op het gebied van
leerstrategieën, het zou effectiever kunnen.’ 
- Pieter is geïnterviewd
- Informatie avond en groepsinterview met begeleiders (resultaten kort herhalen)
- Interviews met leerlingen
- Literatuur onderzoek
Beroepsproduct: kaartenbak, handleiding daarbij geschreven en serie workshops voor leerlingen
over leerstrategieën.
Resultaten groepsinterview met begeleiders: Te weinig tijd, leerstrategieën op te volgen. Elke
begeleider heeft zo zijn eigen inzichten, dat maakt afspraken maken met leerlingen lastig.
Resultaten interview met leerlingen: bleek dat zij niet heel erg geïnteresseerd waren, ze komen hier
vooral om huiswerk te maken, liever geen extra activiteit. Dat is ook wel begrijpelijk. Wat moet je
hiermee, als begeleiders toch iets anders signaleren?
Resultaten literatuurverkenning: Hersenen zijn in ontwikkeling, dat kán leren moeilijker maken. Met
name extra activiteiten, naast het leren kan extra werkgeheugen capaciteit vergen. Leerstrategieën is
een extra activiteit, niet alleen huiswerk maken, maar ook het leren observeren en evalueren.
Leerstrategieën moeten dus duidelijk, kort en concreet zijn, zodat het zo min mogelijk extra energie
kost.
Tussenjaren: Erwin neemt het bedrijf over.
De kaartenbak is niet relevant, de leerstrategie boeken zijn voldoende duidelijk. Erwin heeft meer
behoefte aan bewustwording van leerlingen; Er komt een workshop voor leerlingen. En een
handleiding voor begeleiders.
Deze workshops hebben intussen plaatsgevonden. Hieruit bleek dat de leerlingen vooral twee
boeken relevant vonden: Zó is leren leuk en RTTI. Ook bleek dat niet alleen leerstrategieën
interessant zijn. Tips over leeromgeving, inzicht in concentratieproblemen hebben we ook tijdens de
workshops besproken.
Voor de begeleiders willen we graag werken aan het tijdbesparende element:
Als je merkt dat een leerling vast loopt met huiswerk in jouw vakgebied, blader dan met de leerling
door de twee boeken.
<nu even met de begeleiders een aantal tips/leerstrategieën uit de boeken bespreken, zodat zij een
gevoel krijgen bij de boeken, hierdoor zullen zij dit eerder leerlingen aanraden>
Er is een handleiding hiervoor geschreven, dat staat op het Lettinga Dropbox.
Hierin heb ik een verschil gemaakt tussen leerlingen die zelf met een initiatief komen (met motivatie)
en leerlingen waar wij een probleem signaleren (met minder motivatie). Daarin staat ook dat je het
beste de strategie met leerlingen gaat doorlezen (zodat de drempel minder hoog wordt) en hoe je
het beste met je collega’s dit kunt communiceren (zodat de afspraken met leerlingen worden
opgevolgd).
Gespreksleiddraad evaluatie (5 min)
MET RECORDER OPNEMEN
Wat zijn jullie eerste reacties, kunnen jullie hier iets mee?
Zie jij jezelf dit product gebruiken met een leerling?
De originele onderzoeksvraag was “Hoe kan men bij Lettinga Studiebegeleiders voldoende
leerstrategieën bij onderbouwleerlingen, VMBO tot en met VWO, aanleren?”. Heb je het gevoel dat
hierin nog iets mist?
Er waren een aantal eisen aan het product, ik zal een selectie van de punten kort noemen en
vervolgens ga ik ze nog een keer één voor één langs en dan zou ik graag aan de hand van handen in
de lucht willen zien of die eis volgens zou is behaald. Als je een opmerking hebt of nog iets mist,
steek dan niet je hand op en dan bespreken we daarna die eisen.
1. Het database specifiek en voldoende omvang hebben. (minstens 50 leerstrategieën)
2. Het database/leerstrategie handleiding moet niet te veel tijd kosten voor begeleiders.
3. De uitleg van de leerstrategieën moet kort en duidelijk zijn, zodat de leerling niet veel tijd en
werkgeheugen capaciteit kwijt is aan het eigen maken van de leerstrategie.
4. De workshop moet de leerling informeren over studieproblemen en oplossingen. Zodat zij ook op
eigen initiatief kunnen werken aan hun leerstrategieën.
Bijlage 4B Evaluatie verwerking
De eerste reacties op de producten zijn voorzichtig positief. Omdat het gesprek plaatsvindt tijdens de
leerlingbespreking zien veel begeleiders het nut van dit nieuwe product. Wel wordt nog steeds tijd
als beperkend element gezien.
Begeleiders zien dat bepaalde leerlingen baat kunnen hebben bij het gebruik van leerstrategieën.
Met name leerstrategieën over de leeromgeving en pauzegebruik zijn makkelijk te gebruiken als
leerlingen hier vragen over hebben. Het uitgebreid gebruik maken van de handleiding (leerstrategie
uitzoeken, doorlezen met leerling en afspraken maken) wordt nog steeds als obstakel gezien. Het
lezen van de boeken zal tijd kosten die er op dit moment niet is, de boeken moeten wel gelezen zijn
door begeleiders voordat iets aangeraden kan worden aan leerlingen. Mogelijk komt men hier aan
toe na komend toetsweek? Leidinggevende zal een mailtje uitsturen.
Op de vraag of mogelijk iets mist, beantwoord de leidinggevende dat er mogelijk iets gemaakt kan
worden bij de boeken, wat het gemakkelijker maakt om uit verschillende leerstrategieën te kiezen,
een keuze –diagram. <Toevoeging na aanleiding van een leerlingbespreking 12 oktober 2016>
Leidinggevende geeft aan dat volgend jaar workshops met regelmaat zullen worden ingezet. Niet
alleen voor leerstrategieën, maar ook voor vakspecifieke basiscursussen o.i.d.
Producteisen:
Het product heeft voldoende omvang: Ruim 50 tips in het boek ‘Zó is leren leuk!’ en ruim 30 tips in
het boek ‘slimmer leren met RTTI’.
De handleiding is mondeling besproken met begeleiders, ze kunnen zich hierin vinden, er zijn geen
opmerkingen. De korte en duidelijke uitleg moet uit ervaring blijken, er worden geen problemen
voorzien.
Van de workshop hebben de begeleiders wel gehoord, maar ze merken geen zichtbaar verschil met
voorheen. Mogelijk zal meer blijken als het database wordt gebruikt. Bij een volgend workshop serie
kan het handig zijn als begeleiders op de hoogte worden gehouden van de thema’s die besproken
worden en afspraken die gemaakt worden. Dit kan door kort een samenvatting te schrijven en mee
te sturen met het werkrooster dat elke week verstuurd wordt.
Download