Complementariteit van of binnen de therapeutische relatie Anton Hafkenscheid Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder Andere relatie, namelijk … Geen Geen Geen Geen Geen Therapeutische relatie complementair aan techniek? • EBP: Therapeutische relatie is voorwaardenscheppend, techniek is eigenlijk werkzame factor (actieve ingredient) • Contextuele benadering: techniek is secundair, therapeutische relatie is primair Safran, Muran & Proskurov (2009) ”Moreover, technical interventions do not exist in a vacuum; they are applied in a context of patient–therapist relationship. In other words, all techniques and interventions are relational acts, and the therapist as a person is a central agent of change”. Interpersoonlijke onderzoekers Jeremy Safran New School, New York Donald Kiesler (1933-2007) Virginia Commonwealth University, Richmond Interpersoonlijke interventies in proces Fase Patiëntgedrag Therapeutgedrag “Beste beentje voor zetten”: Impression management Volgen, ondergaan, ongewild bekrachtigen disfunctioneel gedrag 2 Wordt meer zichzelf : ageert prototypische disfunctionele thema’s uit Onthouden bekrachtiging disfunctioneel gedrag 3 Kijkt meer naar effect van disfunctioneel gedrag op de ander, probeert meer functioneel gedrag uit Metacommunicatie, bekrachtigen functioneel gedrag 1 Therapeutische relatie • Middel, geen doel • ‘Aspecifiek’: ‘voorwaardescheppend (vergelijkbaar met artspatiëntrelatie) • ‘Specifiek’: instrument voor verandering • Hoe moeilijker de pathologie, des te moeilijker het vestigen én het beëindigen van de relatie Therapeutische relatie als instrument • Onthouden reflexmatige bekrachtiging ‘ongewenst’ gedrag (‘asociale respons’) • Bekrachtiging ‘gewenst’ gedrag • Metacommunicatie Metacommuniceren vanuit drie perspectieven: Jij, Mij, Wij 1. Jij: “Ik hoor jouw sarcastische toon” [beter dan jij ‘m zelf hoort!] 2. Mij: “Ik merk dat je toon voor mij sarcastisch klinkt” [maar weet niet of jij dat zo bedoelt of ervaart] 3. Wij: “Ik hoor hoe sarcastisch wij met elkaar worden” [hoor jij dat ook?] Barsten: niet alleen ‘ruis’, ook muziek’ • Voorspel stagnaties • Voorspel onbegrip, misverstanden, frustratie • Normaliseer alliantiebarsten • Spreek af: “we gaan betekenis barsten exploreren” Therapeutische ovaal ≠ Therapeutisch ideaal LEIDEN BT BS Therapeut AFSTAND NABIJHEID OT OS VOLGEN Patiënt Therapeutisch ideaal: optimale adaptie aan context BT BS BT BS OT OS OT OS Boven en/of Tegen… Samen… …wanneer de context daar om vraagt. COMPLEMENTAIR: Stagnatie (-), bevestiging (+) LEIDEN BT BS AFSTAND NABIJHEID OT OS VOLGEN ANTI-COMPLEMENTAIR: Escalatie (-), ontwrichting (-), groei (+) LEIDEN BT BS AFSTAND NABIJHEID OT OS VOLGEN Terugtrekbarsten Autonomie (zelfsturing) Verbondenheid Terugtrekbarsten LEIDEN BT BS AFSTAND NABIJHEID OT OS VOLGEN Confrontatiebarsten Verbondenheid Autonomie (zelfsturing) Confrontatiebarsten LEIDEN BT BS AFSTAND NABIJHEID OT OS VOLGEN Maak z.s.m. een interpersoonlijke probleemdefinitie • In termen van de Interpersoonlijke Cirkel • Naar analogie CBASP • Gebruik de Inventory of Interpersonal Problems (IIP-C) • Formuleer interpersoonlijke doelen voor binnen de sessies (Voorbeeld: “Je neigt tot zelfopoffering. Probeer naar mij minder zelfopofferend te zijn”). Voorbeelditems IIP-C Octanten IIP-C B: Te overheersend: de neiging om anderen te willen veranderen of te willen beïnvloeden; moeite om anderen te accepteren zoals ze zijn. BT: Te zelfgericht: moeite om anderen te vertrouwen, moeite om zich om anderen te bekommeren. Neiging om afgunstig op anderen te zijn. T: Te afstandelijk: moeite met nabijheid; moeite om langdurige verbindingen met anderen aan te gaan. OT: Te geremd: moeite om contacten aan te gaan; moeite om initiatief te nemen in contacten; moeite om gevoelens te tonen. O: Te volgzaam: moeite om zich tegenover anderen te verweren; moeite met standvastigheid; moeite anderen te confronteren. OS: Te soepel: moeite om anderen te begrenzen; moeite om (verzoeken van) anderen te weigeren; de neiging zich te laten uitbuiten. S: Te zelfopofferend: eigen verlangens en wensen verwaarlozen; te ruimhartig zijn naar anderen; de neiging zich de nood van anderen snel aan te trekken. BS: Te opdringerig: moeite om problemen voor zichzelf te houden; te gemakkelijk persoonlijke dingen vertellen; te veel waarde hechten aan de erkenning door anderen. Voorbeeldprofiel IIP-C B: Te overheersend BT: Te zelfgericht BS: Te opdringerig S: Te zelfopofferend T: Te afstandelijk OT: Te geremd OS: Te soepel O: Te volgzaam “Hoe u zichzelf ziet is niet hoe ik u beleef!” BT BS BT BS OT OS OT OS IMI-C: THERAPEUT: Boven-Tegen (BT)! IIP-C: PATIËNT: Boven-Samen (BS)! Monitor mogelijke stagnaties, barsten… Beoordelingsschaal Beïnvloedingsboodschappen ALS IK BIJ HEM BEN GEEFT HIJ MIJ HET GEVOEL ... ...door haar/hem gecommandeerd te worden. ...verantwoordelijk te zijn voor de gang van zaken. ...alsof ik haar/zijn grenzen overschrijd. ...haar/zijn goede eigenschappen te willen benadrukken. 1: helemaal niet van toepassing 2: een beetje van toepassing 3: nogal van toepassing 4: sterk van toepassing Interpersoonlijk Raster Samenvattend Autonomie (zelfsturing) Conflict Leiden Verbondenheid Harmonie Volgen