Wereldpremière in Detroit

advertisement
Persinformatie
Woordenlijst technologie en innovaties
Adaptive Braking Light (ABL)
Het adaptief remlicht (Adaptive Braking Light, ABL) dat Opel in 2004
lanceerde, waarschuwt achteropkomende voertuigen voor een gevaarlijke
situatie. Wanneer men remt bij meer dan 50 km/u en met tussenkomst van
het ABS-systeem, gaat het remlicht knipperen met een frequentie van vijf
Hertz (vijf keer per seconde). Een studie heeft uitgewezen dat dit systeem de
reactietijd van achteropkomende bestuurders kan inkorten met 0,2 seconden,
waardoor men vaak waardevolle remafstand wint. Als de auto remt tot
volledige stilstand, blijven de remlichten nog drie seconden lang knipperen.
Adaptive Forward Lighting (AFL)
Opel heeft de zichtbaarheid en veiligheid van de bestuurders sinds 2003
aanzienlijk verbeterd met het AFL-systeem. Naargelang het Opel-model omvat
AFL de volgende systemen:

Dynamic Curve Light

Cornering Light

Adaptive Highway Light
Automatic Headlamp Beam Width Regulator
De automatische breedteregeling voor de lichtbundel (Automatic Headlamp
Beam Width Regulator) garandeert een ideale afstelling van de koplampen en
dito verlichting van de weg. Het systeem verzekert een stabiele verlichting,
ongeacht de belasting of bewegingen rond de overdwarse as, zoals bij het
accelereren of remmen en voorkomt de verblinding van naderende
bestuurders. De regeling gebeurt automatisch en past de draaihoek aan de
heersende belasting en rijomstandigheden aan.
Adaptive Highway Light (adaptieve snelwegverlichting)
Bij snelheden van meer dan 100 km/u (110 km/u in eerdere modellen) zorgt
de automatische breedteregeling van de lichtbundel (Automatic Headlamp
Beam Width Regulator) ervoor dat de koplampen de weg tot 140 meter verder
General Motors Nederland B.V.
Lage Mosten 49-63, 4822 NK Breda
Telefoon 076-5448100
Telefax 076-5448812
www.opel.nl
A member company of the GM Group
verlichten zonder andere bestuurders te verblinden. De bochtradius, die
wordt bepaald door de stuurhoeksensor, stelt de adaptieve snelwegverlichting
in staat om het onderscheid te maken tussen het wegprofiel van een snelweg
en dat van een normale weg, om te voorkomen dat tegenliggers worden
verblind.
Automatic Lighting Control (ALC)
De automatische koplampen (Automatic Lighting Control, ALC) zorgen ervoor
dat bestuurders nooit zonder verlichting een tunnel inrijden: op basis van
signalen afkomstig van drie sensoren in de voorruit kan ALC automatisch de
dimlichten ontsteken in het donker en doven in het daglicht. Via deze
sensoren kan het intelligente systeem herkennen of de auto zich onder een
brug of in een tunnel bevindt. De automatische activering van de dimlichten
wanneer de duisternis invalt, maakt de auto zichtbaarder voor andere
voertuigen. Een belangrijke veiligheidstroef.
Bi-halogeenkoplampen
Bi-halogeenkoplampen gebruiken slechts één lamp voor de dim- en
grootlichten. Een elektromagnetisch bediende spil trekt een verstelbaar
scherm in de lichtkegel om over te gaan van de grootlichten naar de
dimlichten. Deze plaatsbesparende technologie is bij uitstek geschikt voor
dynamische bochtverlichting.
Bi-xenonkoplampen
Bi-xenonkoplampen gebruiken slechts één xenonlamp per kant voor de
dimlicht- en grootlichtfunctie. Een scherm schakelt mechanisch over tussen
de twee lichtfuncties. Het lichtspectrum en de intensiteit blijven identiek in
beide modi, waardoor de ogen minder snel vermoeid raken.
Cornering Light (hoekverlichting)
De statische hoekverlichting wordt automatisch ingeschakeld samen met de
dimlichten. De functie wordt bepaald door de stand van de richtingaanwijzer,
de stuurhoek van de voorwielen en de snelheid van de auto. De
hoekverlichting wordt enkel geactiveerd bij snelheden lager dan 40 km/u om
irritatie bij snelwegbestuurders bijvoorbeeld te voorkomen en verlicht een
zone links of rechts van de auto in een hoek tot 90 graden met een vaste
2
reflector. De statische hoekverlichting vergemakkelijkt manoeuvres op slecht
verlichte plaatsen zoals donkere toegangswegen en maakt nachtelijke ritten
op smalle bergpassen veel veiliger.
3
Dynamic Curve Light (dynamische bochtverlichting)
De dynamische bochtverlichting komt de actieve veiligheid in het donker ten
goede en garandeert een negentig procent betere verlichting van bochten en
kruispunten. De meesturende bi-xenonlampen van de bochtverlichting
schijnen tot 15° rechts en links van de auto in de aankomende bochten. De
hoek van de bochtverlichting wordt bepaald door de snelheid en stuurhoek
van de auto zoals gemeten door sensoren. Die sensoren verzenden de
gegevens samen met informatie over de gierratio (draaisnelheid rond de
verticale as) naar de verwerkingseenheid van de bochtverlichting.
Follow-me-home verlichting
De innovatieve follow-me-home verlichting laat de voorlichten van de auto (in
de Opel Corsa bijvoorbeeld) of de voor- en achterlichten (Opel Vectra) nog 30
seconden branden nadat de bestuurdersdeur werd vergrendeld. Ze wordt
geactiveerd door even met de grootlichten te knipperen terwijl de
bestuurdersdeur open staat.
Fotochromatische achteruitkijkspiegel
De fotochromatische (automatisch verdonkerende) achteruitkijkspiegels zijn
gebaseerd op een elektrochroom element bestaande uit een elektrochemische
film en een elektrolyt. Om de film te verdonkeren, is er elektrische stroom
nodig. Die stroom zorgt ervoor dat de ionen in het elektrolyt elektrochemisch
reageren met de film, waardoor een schaduweffect ontstaat. De spanning die
daarvoor nodig is, wordt gecreëerd door twee fotovoltaïsche cellen die in de
spiegel geïntegreerd zijn. Eén sensor bepaalt het lichtniveau voor de auto, de
andere het lichtniveau achter de auto. Als de naar achter gerichte sensor de
lichtbundel van achteropkomende autos identificeert in het donker, reageert
het systeem door de gegevens van beide sensoren te vergelijken en schaduw
te creëren.
Gevoeligheid voor verblinding
Een hoge mate van weerspiegeling kan het netvlies zodanig overbelasten dat
het herkennen van objecten erdoor in het gedrang komt. Er bestaan speciale
toestellen om het donkertezicht en de gevoeligheid voor verblinding te testen.
Als er gebreken worden vastgesteld, dient de bestuurder zijn rijstijl aan te
4
passen en rustiger of helemaal niet te rijden bij zwaar regenweer (meer kans
op verblinding) of in het donker. Bij gezonde mensen daalt de
gezichtsscherpte in het donker en stijgt de gevoeligheid voor verblinding
naarmate ze ouder worden.
Koplampsproeier
Koplampsproeiers vormen een speciaal reinigingssysteem voor
autokoplampen en worden in bepaalde gevallen ook aangevuld met kleine
koplampwissers aangedreven door een elektrische motor. In de meeste auto’s
gaat het echter om hogedruksproeiers die een reinigingsvloeistof op de
koplampen spuiten. De wet schrijft voor dat alle voertuigen met
xenonkoplampen ook over een automatische niveauregeling voor de
koplampen en koplampsproeiers moeten beschikken.
‘Lead-Me-To-The-Car’ systeem
Het ‘lead-me-to-the-car’ systeem helpt Opel-bestuurders om veilig tot aan hun
auto te lopen in het donker. Door twee keer op de ontgrendelingstoets van de
afstandsbediening te duwen, activeert men de interieurverlichting, de
koplampen en de nummerplaatverlichting gedurende dertig seconden om de
bestuurder en passagiers naar de auto te leiden. De functie wordt uitgeschakeld
door de auto te starten of nogmaals op de ontgrendelingstoets te drukken.
Vergelijking tussen gloeilampen
Type
Eerste
Hoe het werkt
gebruik in
auto’s
Acetyleenlichten /
1896
carbidlampen
Er drupt water op het calciumcarbide in de
generator om een ontvlambaar carbidgas
(acetyleen) te creëren. Dit gas wordt via
koperen pijpen naar de lampkamer
gebracht en ontstoken met zeepsteen.
Elektrische
1913 (Bosch)
Een wolframdraad gloeit doordat er
gloeilamp
1924 (Bilux)
elektrische stroom doorgaat. Bilux-lampen
hebben twee van die draden.
Halogeenlamp
1965
De toevoeging van halogeen voorkomt dat
verdampte wolframatomen een donkere
laag vormen op het koelere binnenglas van
5
de lampen.
Xenonlamp
1991
Gasontladingslampen waarbij een
1999 (Bi-
lichtboog brandt tussen twee
xenon)
wolframelektroden in een gloeilamp gevuld
met xenongas. Er is een
hoogspanningsontsteking nodig om de
initiële impuls te creëren als de lamp
wordt ontstoken.
Led-lampen
2007
Elektrische spanning van lichtdiodes
(Complete
verlicht een kristal.
led-koplamp)
Zichtscherpte in het donker
Naarmate de lichtinval daalt, zorgt het aanpassingsproces in de ogen ervoor
dat bepaalde voorwerpen er in het donker onopvallend en grijzer uitzien. In
het donker kan het menselijke oog alleen grijstinten onderscheiden, geen
kleuren.
Ten opzichte van daglicht daalt de zichtscherpte met ongeveer vijftig procent
in het duister en met ongeveer negentig procent als het volledig donker is. Bij
bestuurders die overdag al niet optimaal zien, is dat ’s nachts nog minder.
Zelfs bestuurders met een normaal zicht hebben het vaak moeilijk om in het
duister en donker duidelijk te zien. Onopvallende verkeersobstakels, zoals
voetgangers in donkere kleding, worden vaak te laat opgemerkt. Hoewel
slechts een op de vier ritten in Duitsland ’s nacht wordt gereden, gebeurt
veertig procent van alle dodelijke ongevallen in het donker. Het donker is ook
verantwoordelijk voor zestig procent van alle dodelijke ongevallen met
voetgangers. Gezichtsproblemen worden nog verergerd door een hoge
gevoeligheid voor verblinding.
Zichtscherpte
Zichtscherpte is het maximale vermogen van de macula lutea (gele ovalen
vlek bij het midden van het netvlies) om twee punten met een hoog
contrastverschil (zwart op wit) te onderscheiden. Er zijn verschillen in
zichtscherpte overdag, in het duister en in het donker.
6
De maximale zichtscherpte bestaat alleen in de fovea, een punt vlakbij het
midden van het netvlies, verantwoordelijk voor het scherpste zicht. De fovea
heeft een diameter van 1,5 mm en telt 147.000 kegelvormige fotoreceptoren
(lichtgevoelige cellen) per vierkante millimeter. In het totaal zijn er zeven
miljoen fotoreceptoren (kleurreceptoren) en 120 miljoen staafcellen (zwartwitreceptoren). Aangezien de staafcellen gevoeliger zijn voor licht, leidt een
beperkte lichtinval tot een beperkt vermogen om kleuren te zien, waardoor
we alleen nog grijstinten kunnen onderscheiden. En aangezien er zich in de
macula alleen fotoreceptoren bevinden, wordt ook het scherptezicht
verzwakt. De macula is iets breder dan de fovea, die zich in het centrum van
de macula bevindt. Bij geringe lichtinval kunnen we alleen voorwerpen
herkennen doordat het netvlies in staat is om de lichtdensiteit te bepalen en
kleurverschillen tussen diverse delen van het voorwerp te registreren. Deze
verschillen moeten groot genoeg zijn om een variatie in de lichtintensiteit
waar te nemen. Het menselijke oog is in staat om 16 miljoen variaties van
lichtintensiteit te onderscheiden.
Voor meer informatie:
Jeroen Maas, Manager Public Affairs Opel
Telefoon: 076-5448125
E-mail: [email protected]
Tekst en foto’s zijn te downloaden op http://media.opel.com.
7
Download