OP AFSTAND Je Niet aanraken Een veilige Afstand Bewaren Mij Niet branden aan Het nu-vuur Luisteren Naar Een later Met steeds luider Stem Alvorens stilte -- ZONDER TITEL Zo tekende ik Zo Als vrijheid In vrijheid -- OPENST VERDER Geef me geen hand Ik mag je niet Waar blijf je? Je weet: ik kom te laat, maar nooit onverwacht Je weet: ik ga plotsklaps -- Verdien maar eerst Mijn respect Mijn sympathie Die krijg je niet Op grond van Een glimlach Een schouderklop Een compliment Aai me niet Paai me niet Ik sta niet aan je kant Ik ben de vijand Van wat je deed -- OBJECT EXPRESSIE Wankel De tafel Op vijf poten Klaarkomen, de doodschreeuw, Het einde raakt je met al zijn vingers aan, Je hoort de klok niet slaan. Je kijkt er niet eens op. Het getik gaat langs je heen. De laatste korrel in de zandloper. Oorverdovend. De meerderheid En Het verschil Van Een Geluiden van die dag: Het fluitje van de scheidsrechter. Het draaien van de sleutel en het gerinkel van de sleutelbos. Het gekraak van het bed waar je instapt. De doodschreeuw. Het afgaan van de stilte Aan Welke kant Ook Het misbaksel Het mismaaksel Van Een tafel De vreemdste Oertafel -- Geluiden van die dag. En die ene stem die voortaan altijd zal ontbreken, die alleen in dromen en herinneringen klinkt. In die verdoemde hallucinatie die de werkelijkheid is. Gewoon een normale gedachte op zaterdag. Wat zal ik deze keer eten? Je kiest voor omelet met champignons. Je vraagt je niet af: Waarmee zal ik dit keer mijn eetlust bederven? Die vraag laat je over aan het noodlot. -- VERANDERING VAN VOORNAAM VORMGEHEUGEN Willem Adriaans Wimpie Adriaans Willie Adriaans Wim Adriaans Het blauwe plastic Vouwt zich terug In zijn oude vorm Ja Maak dat Maar eens waar Met de naam Begint De verwachting Waarom kan men jou Niet noemen naar Je daden Je achteraf Een naam verlenen Begin naamloos Heet kind Noem je ouders Liefde -- De vertrouwde toestand Hij ontvouwt zich Bij wijze van weerstand Hij laat zich Slechts tijdelijk Nieuwe vormen opdringen Ook al schrijf ik Het blauwe plastic Deze eigenschappen toe Hij wil zijn Zoals hij zichzelf herinnert Wellicht Hoe hij zichzelf ziet -- ARTEFACTEN VAN HET VERLEDEN UNIVERSEEL PLANBUREAU Knipperbollen Nergens mee te vergelijken Je kunt je ze wel herinneren Ze stonden bij oversteekplaatsen Surrealistisch te wezen Alles Staat vast Meer dan een foto Bestaat er niet van Alles staat Vast Ik vraag me af Of ze er wel ooit geweest zijn Want Alles is Geregeld Waarom Schrijf ik nog Ze zijn nu nergens meer te bekennen Het nu laat beelden weg Krentenbollen zijn er nog steeds Caramelco echter behoort toe Aan mijn zevende levensjaar Vroeger bestaat niet meer Ik heb altijd de leeftijd gehad die ik nu heb Kan ik mijn jeugd opgraven De schedels van mijn overleden grootouders lichten Om te kijken of zich daar nog Een herinnering aan mij bevindt? -- Ook Deze regels Zie ze staan Ze zijn al Geschreven -- VER SPREKING VER SPREKING MET S Wit Is niet Genoeg Iets Of Iet Het is Te weinig Wat Maakt het uit Er spreekt Iets Niet Uit Sla Deze bladzij Maar Om Wat Is het wit Van plan Wat win je Bij Deze vraag Met mij Met De wereld? Wat heb je Aan Deze vraag Dit? -- Hij knaagt Aan het wit Van deze lege bladzij -- OBJECT 1 FILMPJE Voorwerp Stoel Welk Voorwerp Het gebaar Van Zitten Een Voorwerp Met Een Uitroepteken Niet Zomaar Gaan zitten En De gedachtenafdruk Of juist De afdruk Van gedachtenloosheid Een voorwerp Niet Elk Voorwerp -- Twee ovenwanten Op het zitvlak Opstaan En Totaal vergeten -- HIER INNERING DUPLICAAT Een stem Je laat hem Klinken Uit een mond A Je laat Hem klinken als Een stem Van iemand Met een naam Een land Woorden Uit een andere taal Je verstaat die niet Je luistert naar Het voorlopig kloppen van Een hart Je luistert naar iets levends En je luistert naar een herinnering Een stem die niet meer uit een mond komt En niet meer uit je hoofd te krijgen is Een stem Onbegrijpelijk Dat die ooit heeft kunnen klinken Dat jij ooit hebt mogen horen dat die klonk Toen er aan de woorden nog adem kleefde -- De letter In Zand En Het zand In Je ogen Als Woord -- OVERDONKER 1 OD2 Donker De morgen Zo vroeg De nacht Die Overgaat in Het is nog Geen zes Uur En De dag Heel langzaam Scheiden Zich Ik weet Niet Welke Temperatuur Licht En donker Het donker Heeft Ze gaan Geruisloos Uit Elkaar Het Overlijdend Donker -- Geruisloos Op Een lichte Huivering Na -- OD 3 OD 4 Het wordt Morgen Licht En Donker Nee Het is Morgen Het wordt Dag De nacht Wordt Achtergelaten De nacht Op Een bepaald Tijdstip Te vondeling Gelegd -- Mij Zo Voelen Mij Zo Gewaar Worden Gewaar Laten Worden Mij Zo laten Zien Zo open als donker Zo dicht als licht -- OD 5 ONNOEMELIJK Heeft Het licht Spijt van Licht zijn Verzwijg de omvang En Treurt Het donker Om Zijn duisternis Of Worden zij Door andere gevoelens bezwaard Ik kan het niet zien Licht en donker, zij Verbergen hun ogen, hun hart Voor mij Ik neem enkel De geleidelijkheid waar De geleidelijkheid De rust Waarmee zij In elkaar overgaan -- Het vaststellen van De omvang is Een belediging Laat de omvang Met rust Laat de omvang rusten In De ontkenning van Elke afmeting -- PROZA VAN DE CHAOTISCHE LUIAARD WENS De kasten staan open. Handdoeken hangen over de openstaande deuren. Er moet nog veel gestreken worden. Er is nog zoveel ongedaan, welhaast bijna misgedaan. Er wordt zoveel gelaten, zoveel nagelaten en daarvan krijg ik de erfenis. Zolang ik me niet door het huis beweeg, stoort het me niet en weet ik niet wat mij te wachten staat. Niet afmaken Ik ben ooit honger en dorst geweest. Een schreeuwende honger. Een huilende dorst. Ik ben ooit een onverdraaglijk geluid geweest, zoals ik nu een bijna ondraaglijke gedachte aan mezelf ben. Even me los geketend van verleden, van hoe ik was. Ooit moet ik naar een moment als dit hebben uitgezien. Liggend in bed met een pen in de hand en een leven dat niet hoeft geleefd. Ik laat geen spoor van vernielingen na. Ik laat geen indruk achter. Er zijn alleen deze woorden. Er is alleen dit handschrift in deze taal. Wat je afmaakt Moet ooit begonnen zijn Ergens Midden in Stappen Midden in een reis En Er Meteen weer uit Geen onvrede Met -Niet aangekomen zijn -- GEDACHTE NU Welke eisen stel ik aan wat ik schrijf. Aan welke eisen moet wat ik schrijf voldoen. Alleen het schrijven zelf is voor mij voldoende. Elk woord bevestigt mij. Het woord dat ik gebruik is het woord dat zich aan mijn horizon manifesteert. Elk woord is het woord van mijn leven, in mijn leven. Elk woord is als mijn leven. De expressie van leven.