Plan van Aanpak Waterschapsbrede database en e

advertisement
Plan van Aanpak van de thema’s
o Waterschapsbrede database
o Actieve digitale dienstverlening
o Passieve digitale dienstverlening
Opstellers:
Marcus Schaefers
Marije la Roij
Versie: 1.0
Status: Concept
Datum: 05-12-2007
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
Project Besluitvormingsblad
(opdrachtgever en –nemer)
Programmanaam
: Waterschapsbrede database en actieve en passieve
digitale dienstverlening
Budgetnummer
: [Tekst]
1. Programmamanager
: Marcus Schaefers
Handtekening
Datum
2. Programmamanager
Handtekening
Datum
3. Regiecoördinator
Handtekening
Datum
4. Regiecoördinator
Handtekening
Datum
5. Regiecoördinator
Handtekening
Datum
6. Opdrachtnemer
Handtekening
Datum
7. Opdrachtgever
Handtekening
Datum
:
:
: Marije la Roij
:
:
: Bart van der Veer
:
:
: Pieter Baeten
:
:
: Alous Spaanderman
:
:
: Irma Kenter
:
:
: Frits Spaak
:
:
Middels het ondertekenen van dit Programmaplan verklaart opdrachtgever zich akkoord met
de wijze van uitvoering van het programma zoals hierin beschreven.
Datum: 5 december 2007
pagina 2 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
Inhoud
1
MANAGEMENT SAMENVATTING
5
2
INLEIDING
7
3
TOEGEVOEGDE WAARDE VAN HET PROGRAMMA
8
4
DE UITDAGING
9
5
PROGRAMMA UITWERKING WATERSCHAPSBREDE DATABASE
5.1
5.2
5.3
5.4
5.4.1
5.4.2
5.4.3
5.4.4
5.4.5
5.5
5.6
5.6.1
5.6.2
6
INLEIDING
PROGRAMMADOELSTELLING
OVERZICHT VAN SAMENSTELLING VAN DE THEMA’S
STAND VAN ZAKEN
WATERSCHAPSBREDE DATABASE
ENTERPRISE SERVICEBUS
BASISREGISTRATIES
IMPLEMENTATIE
INSPIRE
UIT SCOPE VAN HET PROGRAMMA
PLANNING EN AANPAK PROJECTEN
PLANNING
FASERING EN AANPAK IMPLEMENTATIE
10
10
10
10
10
10
11
12
12
13
13
13
13
14
PROGRAMMA UITWERKING DIGITALE DIENSTVERLENING
15
6.1
INLEIDING
6.2
PROGRAMMADOELSTELLING
6.3
OVERZICHT VAN SAMENSTELLING VAN DE THEMA’S
6.3.1
ACTIEVE DIGITALE DIENSTVERLENING
6.3.2
PASSIEVE DIGITALE DIENSTVERLENING
6.4
STAND VAN ZAKEN
6.4.1
ELEKTRONISCHE FORMULIEREN BIJ HET ICTU/ WATERSCHAPSHUIS
6.4.2
PERSOONLIJKE INTERNET PAGINA VOOR BELASTING
6.4.3
DIGITALE DIENSTVERLENING V&H
6.4.4
FORMULIEREN VOOR BEZWAAR/KLACHT
6.4.5
DIGID
6.4.6
CONTENT MANAGEMENT SYSTEEM (CMS)
6.4.7
DECENTRALE REGELGEVING
6.4.8
SAMENWERKENDE CATALOGI
6.4.9
GRONDROEDERSREGELING
6.4.10
DURP
6.4.11
AARHUS
6.4.12
DIENSTVERLENING VAN HET WATERSCHAPSHUIS
6.5
UIT SCOPE VAN HET PROGRAMMA
6.6
PLANNING PROJECTEN
15
15
15
15
15
16
16
16
17
17
17
18
18
19
19
20
21
22
22
23
7
VAARDIGHEDEN EN OPLEIDINGEN
24
8
AANPAK IN EEN PROJECT BINNEN HET PROGRAMMA
25
AANPAK
COMPETENTIES VAN DE VERSCHILLENDE PROJECTLEIDERS
25
25
8.1
8.2
Datum: 5 december 2007
pagina 3 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
9
PROGRAMMAORGANISATIE
9.1
9.2
9.3
10
STUURGROEPSAMENSTELLING
PROJECTLEIDER EN PROJECTGROEP
SAMENWERKING MET DERDE PARTIJEN
26
26
26
RISICO’S EN RANDVOORWAARDEN OP PROGRAMMANIVEAU
10.1
10.2
10.3
10.4
10.5
11
26
27
RISICO’S
BACKOFFICE ALS SPECIFIEK RISICO
ALGEMENE RANDVOORWAARDEN
RANDVOORWAARDEN VOOR HET PROGRAMMA
RANDVOORWAARDELIJKE PROJECTEN
27
27
27
28
28
MENSEN EN MIDDELEN
29
29
29
29
31
31
31
11.1
MENSEN
11.1.1
INZET VOOR WATERSCHAPSBREDE DATABASE EN ENTERPRISE SERVICE BUS
11.1.2
INZET VOOR HET THEMA ACTIEVE EN PASSIEVE DIGITALE DIENSTVERLENING
11.2
MIDDELEN
11.2.1
WATERSCHAPSBREDE DATABASE
11.2.2
ELEKTRONISCHE DIENSTVERLENING
Bijlagen:
1. Stand van zaken e-formulieren volgens het Waterschapshuis
2. Stand van zaken e-formulieren Vergunningverlening & Handhaving
3. Toelichting RO- online
4. Toelichting bij projecten die buiten de scope vallen van digitale dienstverlening
5. Taken en verantwoordelijkheden stuurgroep
6. Toelichting berekening contributie waterschapsbrede database en ESB
Datum: 5 december 2007
pagina 4 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
1 Management samenvatting
Invoering van de drie thema’s Waterschapsbrede database, Actieve digitale dienstverlening
en Passieve digitale dienstverlening binnen het Hoogheemraadschap van Delfland zal als
programma worden uitgevoerd. De reden om de projecten onder te brengen in één
programma is beschreven in het programmaplan.
Het programma levert voor Delfland het volgende op:
• Het verbeteren van dienstverlening aan burgers en bedrijven en het bereiken van
de geplande administratieve lastenverlichting door de inzet van ICT-oplossingen;
• Voldoen aan de doelstellingen Andere Overheid. Binnen het Programma Andere
Overheid zijn de volgende speerpunten gedefinieerd:
9 Burgers en bedrijven hoeven bepaalde gegevens nog maar één keer aan te
leveren bij de overheid;
9 Er komt een elektronisch systeem waarmee burgers en bedrijven zich eenduidig
bekend kunnen maken bij de overheid;
9 Voor haar communicatie, zowel intern als met de buitenwereld, gaat de overheid
open standaarden gebruiken, waardoor de leveranciersonafhankelijkheid wordt
vergroot;
9 Het streven dat in 2007 65% van de publieke dienstverlening van rijk,
provincies en gemeenten plaats kan vinden via het internet.
• Voldoen aan de eigen doelstellingen voor informatiemanagement uit het
Waterbeheersplan. Door de oprichting van het Waterschapshuis is het mogelijk om
dit gezamenlijk met andere waterschappen vorm te geven;
• Voldoen aan de eigen doelstelling voor informatiemanagement uit het
Informatieplan 2007-2008 met als belangrijkste beleidsuitgangspunt eenmalige
opslag en meervoudig gebruik.
Waterschapsbrede database
Het programma waterschapsbrede database bestaat uit de volgende componenten:
• Invoering van de waterschapsbrede database met Enterprise Service Bus1;
• Invoering van basisregistraties.
Het eerste project binnen dit thema voorziet in de implementatie van de waterschapsbrede
database, de enterprise servicebus, de koppeling met het nieuwe belastingsysteem en de
aansluiting op het huidige stelsel van basisregistraties. Het stelsel van basisregistraties
wordt momenteel herzien en ook de aanlevering ervan. Dit heeft gevolgen voor de
waterschapsbrede database. Aanpassingen ervan worden middels projecten uitgevoerd die
ook onder dit programma vallen. Het project nieuw Belastingsysteem maakt overigens geen
deel uit van dit programma en valt onder de verantwoordelijkheid van sector FZ.
De doelstelling van het programma waterschapbrede database is:
In 2009 de invoering van de waterschapsbrede database, o.a. afgeleid van het programma
van de ICTU/Waterschapshuis en het Programma Andere Overheid, binnen het
Hoogheemraadschap Delfland gereed te hebben. Daarna worden de basisregistraties
ingevoerd. Uitgangspunt hierbij is dat de waterschapsbrede database gegevens bevat die
door meerdere bedrijfsprocessen gebruikt worden en daarmee ook de basis vormen voor de
digitale dienstverlening, het andere thema binnen het programma. Daarmee word voldaan
aan het belangrijkste beleidsuitgangspunt uit deel 1 van het Informatieplan 2007-2008:
eenmalige opslag van gegevens en meervoudig gebruik.
Het project Waterschapsbrede database heeft relaties met de volgende andere projecten:
elektronische dienstverlening, implementatie IRIS, project Z-info (zuiveringsinformatie) en
de aanpassing van het huidige belastingsysteem. De resultaten van deze projecten, gaan
allemaal gebruik maken van de gegevens in de waterschapsbrede database. Deze projecten
1
Koppelingsmechanisme tussen informatiesystemen, waterschapsbrede database en externe leveranciers
van basisregistraties
Datum: 5 december 2007
pagina 5 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
behoren niet tot het programma maar de levering van kennis en ervaring uit dit
programma aan die projecten is randvoorwaardelijk voor het slagen van die projecten.
Nieuw Belastingsysteem
De waterschapsbrede database en de ESB zijn twee van de drie percelen in een Europese
aanbesteding. Het derde perceel is een nieuw belastingsysteem. Delfland heeft bestuurlijk
besloten het nieuwe belastingsysteem niet af te nemen van het Waterschapshuis en verder
te gaan met het huidig. Dat houdt in dat het gebruik moet gaan maken van de authentieke
basisregistraties die opgeslagen zijn in de waterschapsbrede database. De aanpassing van
het belastingsysteem valt overigens buiten de scope van dit programma.
Digitale dienstverlening
De doelstelling van het programma digitale dienstverlening is:
In 2009 de invoering van actieve en passieve digitale dienstverlening, o.a. afgeleid van het
programma van de ICTU/Waterschapshuis en het Programma Andere Overheid,
binnen het Hoogheemraadschap Delfland gereed te hebben.
De doelstelling per thema is hiervan afgeleid.
Hieronder wordt kort de samenstelling van de actieve en passieve digitale dienstverlening
weergegeven.
-
Actieve digitale dienstverlening:
• Invoering van e-formulieren met eventueel integratie van DigiD binnen de huidige
procesketen van Delfland;
• Invoering van een nieuw CMS (WaterschapsNet);
• Invoering van het Waterschapsloket: Dit is inmiddels gerealiseerd;
• Invoering van Samenwerkende catalogi (“no wrong door”, waar een burger of
bedrijf ook informatie/dienstverlening zoekt, hij wordt altijd doorverwezen naar de
overheid die de betreffende informatie/dienstverlening kan leveren);
• Invoering van extranet/uitwisseling van bestanden;
• Decentrale regelgeving: Doel van het project is het realiseren van ‘raadpleging van
alle regelgeving van lokale overheden in onderlinge samenhang voor eind 2007’;
• Publicatie van vergunningen op internet
-
Passieve digitale dienstverlening:
• DURP: Het digitaal beschikbaar stellen van ruimtelijke plannen voor andere
overheden
• Aarhus: Het Aarhus-verdrag gaat over de toegang tot milieu-informatie, participatie
bij besluitvormingsprocessen over milieuzaken en toegang tot de rechter bij
milieuzaken.
• Grondroedersregeling: het voorkomen van graafincidenten en daarmee het borgen
van publieke belangen als leveringszekerheid van essentiële diensten en veiligheid
voor mens en omgeving. Het doel is te bereiken door informatie-uitwisseling en
zorgvuldig graven wettelijk te verplichten.
• Decentrale regelgeving: Doel van het project is het realiseren van ‘raadpleging van
alle regelgeving van lokale overheden in onderlinge samenhang voor eind 2007’.
Het verzamelen van de juiste versie van de regelingen en het definiëren van
metadata valt onder passieve digitale dienstverlening.
Onder e-formulieren vallen veel verschillende formulieren. Het project invoering
e-formulieren zal gesplitst worden in de verschillende projecten omdat er verschillende
primaire processen geraakt worden die een verschillende dynamiek kennen.
Vaardigheden en opleidingen
In dit programma zal per project veel aandacht besteed worden aan de benodigde
vaardigheden om met deze nieuwe middelen om te gaan.
In dit plan van aanpak zijn alle thema’s verder uitgewerkt qua inhoud, planning en
middelen. Met dit plan wordt goedkeuring gevraagd om de projecten binnen de thema’s te
starten en uit te voeren volgens dit plan.
Datum: 5 december 2007
pagina 6 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
2 Inleiding
Invoering van de drie thema’s Waterschapsbrede database, Actieve digitale dienstverlening
en Passieve digitale dienstverlening binnen het Hoogheemraadschap van Delfland zal als
programma worden uitgevoerd. De reden om de projecten onder te brengen in één
programma is beschreven in het programmaplan.
De gekozen strategie van het programmaplan beoogt de bundeling van alle, voor de
totstandkoming van digitale dienstverlening en waterschapsbrede database relevante
projecten. Digitale dienstverlening is gesplitst in 2 thema’s: actieve digitale dienstverlening
en passieve digitale dienstverlening.
Dit plan van aanpak beschrijft dus niet de aanpak van de diverse projecten, die deel gaan
uitmaken van het programma, maar de kaders waarbinnen deze projecten moeten worden
uitgevoerd.
Hoewel de invoering van de waterschapsbrede database en actieve en passieve digitale
dienstverlening in één programma genoemd staan worden ze in drie thema’s uitgevoerd.
Dit heeft te maken met de aanpak. Punten waarop de beide genoemde onderwerpen
verschillen en dus ook anders uitgevoerd dienen te worden liggen in het feit dat:
• Het bij de invoering van de waterschapsbrede database om vastlegging van
gegevens gaat die door meerdere bedrijfsprocessen gebruikt worden. De
authentieke basisregistraties maken daar deel van uit. In eerste instantie zijn
voornamelijk de teams Geo-informatie en Belastingen hierbij betrokken.
• Het gaat bij actieve digitale dienstverlening om ontsluiting van gegevens. Dit gaat
vooral het Bureau Communicatie, BBJO, V&H en Belastingen aan.
• Het gaat bij passieve digitale dienstverlening om digitaal gegevens beschikbaar te
stellen voor andere overheden. Dit raakt in het bijzonder Waterbeheer en
Afvalzuivering & Werken.
Gerelateerde documenten voor dit plan van aanpak:
• Programmaplan versie 1.0, februari 2007
• Informatieplan 2007-2008, deel 1, versie 1.0, februari 2007
• Informatieplan 2007-2008, deel 2, versie 1.0, augustus 2007
Datum: 5 december 2007
pagina 7 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
3 Toegevoegde waarde van het programma
Het programma levert voor Delfland het volgende op:
• Het verbeteren van dienstverlening aan burgers en bedrijven en het bereiken van
de geplande administratieve lastenverlichting door de inzet van ICT-oplossingen;
• Voldoen aan de doelstellingen Andere Overheid. Binnen het Programma Andere
Overheid zijn de volgende speerpunten gedefinieerd:
9 Burgers en bedrijven hoeven bepaalde gegevens nog maar één keer aan te
leveren bij de overheid;
9 Er komt een elektronisch systeem waarmee burgers en bedrijven zich eenduidig
bekend kunnen maken bij de overheid;
9 Voor haar communicatie, zowel intern als met de buitenwereld, gaat de overheid
open standaarden gebruiken, waardoor de leveranciersonafhankelijkheid wordt
vergroot;
9 Het streven dat in 2007 65% van de publieke dienstverlening van de overheden
plaats kan vinden via het internet.
• Voldoen aan de eigen doelstellingen voor informatiemanagement uit het
Waterbeheersplan. Door de oprichting van het Waterschapshuis is het mogelijk om
dit gezamenlijk met andere waterschappen vorm te geven;
• Voldoen aan de eigen doelstelling voor informatiemanagement uit het
Informatieplan 2007-2008 met als belangrijkste beleidsuitgangspunt eenmalige
opslag en meervoudig gebruik.
Datum: 5 december 2007
pagina 8 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
4 De uitdaging
De implementatie van elektronische dienstverlening is niet alleen de implementatie van
technologie. Mede onder invloed van de technologie zullen de werkprocessen binnen
Delfland veranderen. Daarnaast zullen de verwachtingen van burgers en bedrijven over het
functioneren van het waterschap veranderen.
Waarom is bijvoorbeeld een bedrijf wel 24/7 bereikbaar en een waterschap niet? De
filosofie van 24/7 bereikbaarheid vraagt een kanteling in de organisatie van aanbodgerichte
naar een vraaggestuurde oriëntatie.
Het waterschap krijgt te maken met burgers en bedrijven die goed geïnformeerd zijn en
waarvoor internet een belangrijke bron is. De informatie zal daar dus compleet, actueel en
toegankelijk beschikbaar moeten zijn.
Daarnaast is er ketenintegratie tussen overheden waarbij de ene organisatie als het ware
de frontoffice is voor de ander. Omdat gemeenten het dichts bij de burger staan wordt wel
geopperd dat zij hét aanspreekpunt kunnen worden voor provincies, waterschappen en de
rijksoverheid. Dit wordt nu verder uitgewerkt in een Contactcenter Overheid.
De visie hierbij is:
o burger en bedrijf centraal
o gemeenten eerste ingang overheid (via “Overheid heeft Antwoord©”. 2)
o multichannel-loketten (telefoon, balie, internet, etc) en kanaalsturing
o overheidslagen werken samen
o eenmalige gegevensverstrekking
Daarnaast is er ook nog www.overheid.nl en het bedrijven- en burgerloket. Hoe deze
loketten allemaal aan elkaar hangen of gericht zijn op bepaalde aspecten is nog niet
duidelijk.
Door het gebruik van e-formulieren en de basisadministraties zal nagedacht moeten
worden over één ingangsloket voor berichtenverkeer bij Delfland.
Het Contactcenter Overheid vraagt om het nadenken over één klantendossier bij Delfland.
Op dit moment zijn er bij Delfland dossiers van klanten verspreid in de organisatie
aanwezig. Binnen het huidige DMS zijn er mogelijkheden om dit te realiseren. Het
nadenken en eventueel realiseren van één klantendossier valt buiten de scope van dit
programma.
2
De ICTU programma’s ‘Advies Overheid.nl’ en ‘Contactcenter Overheid’ (CCO) hebben vanaf 1 juli j.l. hun
krachten gebundeld binnen één nieuw programma, met als naam “Overheid heeft Antwoord©”. Advies
Overheid.nl richt zich op het stimuleren en ondersteunen van overheden bij het beschikbaar en vindbaar
maken van overheidsinformatie op het internet. Het CCO werkt samen met de rijksoverheid, gemeenten en
uitvoeringsorganisaties aan één loket via klantcontactcentra bij gemeenten.
Datum: 5 december 2007
pagina 9 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
5 Programma uitwerking waterschapsbrede database
5.1
Inleiding
Het programma bestaat uit de volgende componenten:
• Invoering van de waterschapsbrede database met Enterprise Service Bus3;
• Koppeling met het nieuwe belastingsysteem;
• Invoering van basisregistraties.
De componenten bestaan uit verschillende projecten. In dit hoofdstuk worden de projecten
in kaart gebracht en de onderlinge afhankelijkheden.
5.2
Programmadoelstelling
De doelstelling van het programma is:
In 2008 de invoering van de waterschapsbrede database, o.a. afgeleid van het programma
van de ICTU/Waterschapshuis en het Programma Andere Overheid, binnen het
Hoogheemraadschap Delfland gereed te hebben. De basisregistraties worden daarna
ingevoerd.
Uitgangspunt hierbij is dat de waterschapsbrede database gegevens bevat die door
meerdere bedrijfsprocessen gebruikt worden. Daarmee word voldaan aan het belangrijkste
beleidsuitgangspunt uit deel 1 van het Informatieplan 2007-2008: eenmalige opslag van
gegevens en meervoudig gebruik.
De invoering van de waterschapsbrede database en de basisregistraties is daarbij
randvoorwaardelijk voor het project Nieuw Belasting Systeem dat gebruik gaat maken van
de waterschapsbrede database.
5.3
Overzicht van samenstelling van de thema’s
Hieronder volgt een korte opsomming van de projecten die onder dit programmaplan
vallen:
o de ‘Waterschapsdatabase’ en de Enterprise Service Bus (ESB);
o invoering per basisregistratie.
De volgende projecten vallen niet onder dit programmaplan maar hebben er wel een zware
mee:
o koppeling met het nieuwe belastingsysteem;
o koppeling met andere systemen (bijv. IRIS en het nieuw te ontwikkelen
zuiveringsinformatiesysteem)
o koppeling met informatiesystemen die in de toekomst geïmplementeerd worden.
De projecten vallen onder de verantwoordelijkheid van de lijn. Input vanuit dit programma
is echter wel van wezenlijk belang voor het slagen van die projecten.
5.4
Stand van zaken
In dit hoofdstuk wordt de stand van zaken van Delfland en het Waterschapshuis
weergegeven van de verschillende onderwerpen.
5.4.1 Waterschapsbrede database
De Waterschapsdatabase (WDB) is een instrument waarmee de waterschappen de basis
leggen voor interne en externe informatievoorziening volgens een gedefinieerde informatie
architectuur en daaraan gekoppelde technische architectuur.
Met de WDB wordt een eenduidige architectuur gerealiseerd voor afname en levering van
de gegevens die voor meerdere processen binnen en buiten het Waterschap van belang
3
Koppelingsmechanisme tussen informatiesystemen en waterschapsbrede database
Datum: 5 december 2007
pagina 10 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
zijn. De WDB is een basisvoorziening voor alle 26 Nederlandse waterschappen voor interne
en externe ontsluiting van gegevens uit de landelijke basisregistraties en zogenaamde
kernregistraties van de waterschappen. De WDB is in eerste instantie bedoeld als de
voorziening van brongegevens voor de bedrijfsprocessen Heffen en Innen van het,
gelijktijdig aanbestede, nieuwe Belastingsysteem. De WDB bevat die gegevens die voor
meerdere doeleinden, systemen en /of bedrijfsprocessen kunnen worden gebruikt. Door de
gegevens in hun historische context te plaatsen wordt één grondslag voor gegevens
gecreëerd, waarop de waterschappen, hun klanten en leveranciers kunnen acteren en
vertrouwen.
Door de WDB worden naast de diensten voor het Belastingsysteem ook diensten geleverd
voor de wettelijke terugmeldingsplicht, die is vastgelegd in de wet op de Basisregistratie.
Indien nodig kunnen soortgelijke diensten worden gedefinieerd voor het verbeteren van
gegevens in de (interne) kernregistraties.
Samengevat realiseert de WDB de volgende functies:
- eenduidige afname van de landelijke Authentieke Basisregistraties, opslag en
aanlevering ten behoeve van de processen in het Waterschap
- eenduidige afname van binnen een Waterschap aanwezige Kernregistraties, opslag en
aanlevering ten behoeve van de processen in het Waterschap
- kwaliteitsborging van gegevens
- controle en opschoning van gegevens bij ontvangst in het voorportaal
- afhandelen van uitval van gegevens
- verrijking van gegevens
- implementatie van de wettelijke terugmeldingsplicht die is vastgelegd in de wet op de
Basisregistraties
5.4.2 Enterprise servicebus
De waterschappen zullen nu en in de toekomst meer en meer interne en externe applicaties
koppelen om gegevens uit te wisselen en functionaliteit te hergebruiken. De formaten van
de gegevens en de communicatie protocollen zijn echter in veel gevallen niet compatibel.
Dit geldt zeker daar waar processen worden ondersteund door grote, gesloten,
monolithische applicaties.
Wat is een ESB?
Een ESB is een platform waarmee berichten tussen applicaties kunnen worden uitgewisseld.
Zaken als de transformatie van gegevens en de routering worden door de ESB uitgevoerd,
waarmee de ESB de regie heeft over de integratie. De applicaties die ‘aan de bus hangen’
hoeven hier geen zorg meer voor te dragen.
Een ESB ondersteunt een groot aantal berichtformaten en protocollen, waardoor er een
zeer flexibele architectuur ontstaat, waarmee applicatie-integratie vanuit veel verschillende
platformen en direct of indirect kan plaatsvinden. Door berichten eenduidig te definiëren
kan functionaliteit (lees: diensten) stap voor stap meer en meer worden hergebruikt.
Door middel van zogenaamde ‘adapters’ kunnen alle applicaties, op verschillende
platformen en locaties, en systemen transparant aan de bus worden gekoppeld. Deze
adapters zijn ‘omzetters’ c.q. vertalers van communicatietechnologieën (technisch) en
berichtinhoud (functioneel).
Als Het Waterschapshuis van meet af aan eenduidig de diensten, daaraan gekoppelde
berichtinhoud en gebruikte technologie vaststelt zijn er voor de interne
berichtenuitwisseling geen adapters nodig.
Daarnaast biedt een ESB standaard functionaliteit voor het integraal management van de
ICT inrichting, zoals monitoring en logging.
Aansluiting op de Overheids Service Bus?
De aansluiting op een eventuele Overheid Service Bus (OSB), zoals genoemd in de
Nerderlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA), is met deze voorgestelde
architectuur eenvoudig te realiseren. Zolang een fysieke OSB ontbreekt, kunnen
Datum: 5 december 2007
pagina 11 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
verschillende organisaties hun ESB’s direct aan elkaar koppelen. In principe ontstaat zo een
virtuele OSB. In onderstaande figuur is dit gevisualiseerd.
Figuur 1. Concept applicatiearchitectuur NORA
De verwachting is dat op de korte termijn vaak pragmatische oplossingen worden
toegepast. Gegevensuitwisseling vindt ook nu plaats via verschillende kanalen, bijvoorbeeld
via CD’s. Echter, met het leggen van de focus op de inhoud van de berichten (gegevens),
de definitie van de gegevens (metagegevens) en de definitie van de diensten
(dienstencatalogus) wordt de belangrijkste stap gezet in de gewenste richting.
De stap naar uitwisseling van gegevens met externe partijen via de ESB is dan slechts een
technische invuloefening. Het voordeel van de ESB is dat waar nodig gebruik kan worden
gemaakt van genoemde adapters, specifieke software en /of geautomatiseerde ontvangsten leveringsprocedures, bijvoorbeeld voor de gegevensuitwisseling met oude monolithische
informatiesystemen.
5.4.3 Basisregistraties
De aangewezen landelijke Basisregistraties leveren basisgegevens voor veel processen
binnen het Waterschap. Binnen de overheid is weliswaar afgesproken dat er bij de
gegevensvoorziening gebruik zal worden gemaakt van berichtenverkeer, maar op één
basisregistratie na (GBA) heeft nog geen enkele Basisregistratie een daadwerkelijk
bruikbare diensten- /berichtencatalogus geïmplementeerd. Door gebruik te maken van een
ESB wordt dit afgevangen. Bedoeling is dat de ‘interne’ dienstverlening op de ESB van de
WDB zodanig wordt opgezet dat door middel van adapters de gegevensleveringen door de
Basisregistraties worden afgeschermd van de applicaties op de ESB. Wanneer in de
toekomst de Basisregistraties (waarschijnlijk één voor één) wél een diensten/berichtenstandaard definiëren, dan is de aansluiting te realiseren door alleen de adapters
op de ESB aan te passen. De applicaties merken dan niets van deze verandering: deze
gaan uit van de intern gedefinieerde berichten.
5.4.4 Implementatie
In de Europese aanbesteding is opgenomen dat de leverancier een implementatieplan
oplevert. De implementatie zelf is er niet in opgenomen. De reden daarvoor is dat het ten
tijde van de aanbesteding nog onduidelijk was welke waterschappen, wanneer en wat
zouden implementeren. De waterschappen dienen dus zelf een implementatiepartner aan te
trekken. Het Waterschapshuis zal hier wel een voorstel voor doen.
Datum: 5 december 2007
pagina 12 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
5.4.5 INSPIRE
15 Mei treedt de nieuwe Europese richtlijn Inspire (Infrastructure for Spatial Information in
Europe) in werking. Inspire verplicht de overheden in de lidstaten bepaalde ruimtelijke en
milieu informatie te harmoniseren en beschikbaar te stellen.
Afhankelijk van het soort informatie moet er al in 2010 de eerste informatie beschreven en
beschikbaar zijn. Inspire schrijft echter niet alleen voor wát er beschikbaar gesteld moet
worden, maar ook hóe. Kortom: standaardisatie van ruimtelijke en milieu - en dus water –
georiënteerde informatie speelt een belangrijke rol.
VROM heeft de intentie om benodigde informatie voor INSPIRE zoveel mogelijk te
verkrijgen via bestaande bronnen b.v. BAG voor adressen. Bij het ontwikkelen van de
waterschapsbrede database zal dus INSPIRE een grote rol spelen.
5.5
Uit scope van het programma
De volgende projecten vallen buiten de scope van het programma:
• de aanpassing van het huidige belastingsysteem, die valt onder de
verantwoordelijkheid van het sectorhoofd Facilitaire Zaken. Gezien de grote
afhankelijkheid van beide projecten is nauwe afstemming en samenwerking wel
noodzakelijk;
• de invoering van andere (nieuwe) informatiesystemen die aansluiten op de
waterschapsbrede database via de ESB, bijv. IRIS en de opvolger van ZUIS. Ook
hier is wel de input noodzakelijk vanuit dit programma vanwege de grote
afhankelijkheid van de de WDB.
5.6
Planning en aanpak projecten
5.6.1 Planning
De volgende planning is overgenomen uit het bestek van de Europese aanbesteding van
het nieuwe belastingsysteem, de waterschapsdatabase, de ESB en de basisregistraties die
van belang zijn voor belastingheffing.
Het project is ingedeeld in een aanbestedingsfase en aantal fasen met mijlpaln voor bouw
en implementatie die gedeeltelijk parallel lopen:
# Mijlpaal
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Datum
gepland
Verantwoordelijke Commentaar
partij
Start project
Oplevering projecplan
Oplevering 1e versie datamodel
Afronden blauwdrukfase
Oplevering acceptatietestcases
Goedkeuring acceptatietestcases
Oplevering acceptatietestplan & testdata
15-10-2007
15-11-2007
1-4-2008
1-4-2008
14-4-2008
1-5-2008
1-5-2008
LogicaCMG
LogicaCMG
LogicaCMG
LogicaCMG
HWH
HWH
HWH
Start systeemtest
Afronden systeemtest
Einde projectfase
Acceptatietest succesvol afgerond
Start Implementatietest
Implementatietest succesvol afgerond
Einde garantie standaard producten
Einde garantie maatwerk
1-5-2008
1-6-2008
1-8-2008
1-9-2008
1-12-2008
31-12-2008
31-3-2009
30-6-2009
LogicaCMG
LogicaCMG
LogicaCMG
HWH
HWH
HWH / LogicaCMG
LogicaCMG
LogicaCMG
n.a.v. testen kan deze nog veranderen
Goedkeuring definitief blauwdrukdoc
HWH participeert onder onze regie
Oplevering systeem ter acceptatie
Decharge voor projectfase
Decharge voor het project
Op bestuurlijk niveau is besloten dat Delfland het nieuwe belastingsysteem niet afneemt op
1-1-2009. Dit geeft Delfland de ruimte om de planning aan te passen zodat deze afgestemd
kan worden op de implementatie van de koppeling met IRIS. Over deze implementatie zijn
echter nog geen harde afspraken gemaakt in de stuurgroep IRIS van HWH. De verwachting
is dat dit medio 2009 zijn beslag moet krijgen.
Voor een meer gedetailleerde planning: zie bijlage 1
Datum: 5 december 2007
pagina 13 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
5.6.2 Fasering en aanpak implementatie
De implementatie van de waterschapsbrede database is verdeeld over een aantal
toetredingsgroepen. Delfland zit in de eerste toetredingsgroep waarbij het systeem op 1-12009 in productie gaat.
De implementatie van het nieuwe belastingsysteem en de waterschapsbrede database valt
onder de verantwoordelijkheid van de waterschappen zelf. Het Waterschapshuis heeft wel
de intentie om de waterschappen in de eerste toetredingsgroep een voorstel te doen om dit
gezamenlijk aan te pakken. De aanpak en projectorganisatie zijn uitgewerkt in hoofdstuk 7.
Datum: 5 december 2007
pagina 14 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
6 Programma uitwerking digitale dienstverlening
6.1
Inleiding
Het programma digitale dienstverlening bestaat uit 2 thema’s:
• Passieve digitale dienstverlening;
• Actieve digitale dienstverlening.
De thema’s bestaan uit verschillende projecten. In dit hoofdstuk worden de projecten in
kaart gebracht en de onderlinge afhankelijkheden.
6.2
Programmadoelstelling
De doelstelling van het programma is:
In 2009 de invoering van actieve en passieve digitale dienstverlening, o.a. afgeleid van het
programma van de ICTU/Waterschapshuis en het Programma Andere Overheid,
binnen het Hoogheemraadschap Delfland gereed te hebben.
De doelstelling per thema is hiervan afgeleid.
De verklaring Betere Dienstverlening, minder administratieve lasten met de elektronische
overheid, beschrijft naast de uitgangspunten ook het volgende:
Gemeenten, provincies en waterschappen zullen geen eigen voorzieningen ontwikkelen die
een dubbeling met de (gezamenlijk ontwikkelde en beheerde) basisvoorzieningen van de
elektronische overheid zouden betekenen.
6.3
Overzicht van samenstelling van de thema’s
Hieronder wordt kor
t de samenstelling van de actieve en passieve digitale dienstverlening weergegeven.
6.3.1 Actieve digitale dienstverlening
Hieronder volgt een kort opsomming van de projecten die onder actieve digitale
dienstverlening vallen:
• Invoering van e-formulieren met eventueel integratie van DigiD binnen de huidige
procesketen van Delfland;
• Invoering van een nieuw CMS (WaterschapsNet);
• Invoering van het Waterschapsloket: Dit is inmiddels gerealiseerd;
• Invoering van Samenwerkende catalogi (“no wrong door”, waar een burger of
bedrijf ook informatie/dienstverlening zoekt, hij wordt altijd doorverwezen naar de
overheid die de betreffende informatie/dienstverlening kan leveren);
• Invoering van extranet/uitwisseling van bestanden;
• Decentrale regelgeving: Doel van het project is het realiseren van ‘raadpleging van
alle regelgeving van lokale overheden in onderlinge samenhang voor eind 2007’;
Het project decentrale regelgeving is een onderdeel van het actieprogramma
“Andere Overheid”. Het publiceren van de regelingen van de regelingen valt onder
actieve digitale dienstverlening;
• Publicatie van vergunningen op internet. Dit wordt echter niet als project opgestart
maar meegenomen in het onderzoek naar digitale dienstverlening binnen V&H.
Onder e-formulieren vallen veel verschillende formulieren. Het project invoering eformulieren zal gesplitst worden in de verschillende projecten omdat er verschillende
primaire processen geraakt worden die een verschillende dynamiek kennen.
6.3.2 Passieve digitale dienstverlening
Hieronder volgt een korte opsomming van de projecten die onder passieve digitale
dienstverlening vallen:
• DURP: Het digitaal beschikbaar stellen van ruimtelijke plannen voor andere
overheden
Datum: 5 december 2007
pagina 15 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
•
•
•
6.4
Aarhus: Het Aarhus-verdrag gaat over de toegang tot milieu-informatie, participatie
bij besluitvormingsprocessen over milieuzaken en toegang tot de rechter bij
milieuzaken.
Grondroedersregeling: het voorkomen van graafincidenten en daarmee het borgen
van publieke belangen als leveringszekerheid van essentiële diensten en veiligheid
voor mens en omgeving. Het doel is te bereiken door informatie-uitwisseling en
zorgvuldig graven wettelijk te verplichten. De verwachting is dat in de tweede helft
van 2007 de wet in werking treedt en kan het elektronische systeem, Klic-online, in
2009 worden ingevoerd.
Decentrale regelgeving: Doel van het project is het realiseren van ‘raadpleging van
alle regelgeving van lokale overheden in onderlinge samenhang voor eind 2007’.
Het project decentrale regelgeving is een onderdeel van het actieprogramma
“Andere Overheid”. Het verzamelen van de juiste versie van de regelingen en het
definiëren van metadata valt onder passieve digitale dienstverlening.
Stand van zaken
In dit hoofdstuk wordt de stand van zaken van Delfland en het Waterschapshuis
weergegeven van de verschillende onderwerpen.
6.4.1 Elektronische formulieren bij het ICTU/ Waterschapshuis
Onder regie van het Het Waterschapshuis is of wordt momenteel gewerkt aan de volgende
E-formulieren (voor een uitgebreide weergave zie Bijlage 1):
1. Bezwaarschrift/verzoek om vermindering belastingheffing burger
2. Aanvraag kwijtschelding van belasting burger (beschikbaar)
3. Bezwaar besluit bestuursorgaan door burger
4. Meldingsplicht waterhuishouding door bedrijf (beschikbaar)
5. Aangifte verontreinigingsheffing bedrijven (beschikbaar)
6. Verstrekken/intrekken automatische incasso burger/bedrijf (beschikbaar)
7. Bezwaarschrift/verzoek om vermindering belastingheffing bedrijf (beschikbaar)
8. Melding bronneringen (WVO-vergunning) (in ontwikkeling)
9. Aanvraag WVO vergunning (in ontwikkeling maar status onduidelijk, wordt
waarschijnlijk onderdeel van de omgevingsvergunning)
10. Aanvraag Keurontheffing (in ontwikkeling)
11. Melding/klacht algemeen (beschikbaar)
12. Schade of overlast melden (beschikbaar)
Aandachtspunt/risico: het ICTU heeft een aantal formulieren ontwikkeld voor het
Waterschapshuis die draaien in service bij ICTU. Het Waterschapshuis en ICTU hebben
echter geen SLA afgesloten over de dienstverlening.
6.4.2 Persoonlijke internet pagina voor belasting
Getronics PinkRoccade heeft in opdracht van het waterschap Rivierenland, Waternet en
Delfland een adviesdocument opgesteld over de mogelijkheden en voorwaarden voor
integratie met Back-Office systemen voor e-formulieren. Het document gaat echter voor
een groot gedeelte over het ontwerp van de formulieren machtiging en kwijtschelding.
Verder wordt kort ingegaan op Persoonlijke Internet Pagina (PIP).
De kosten en benodigde inspanning zijn niet vermeld in het rapport van Getronics
PinkRoccade.
Bij navraag bij het Waterschapshuis blijkt dat het gaat om het ontwikkelen van een proof of
concept dat onafhankelijk moet kunnen draaien van het IBS systeem. Het Waterschapshuis
is alleen betrokken om de architectuur te bewaken en het hergebruik van de e-formulieren,
die zijn ontwikkeld door de ICTU, te bewaken. Het probleem bij deze formulieren is dat het
waterschap het bericht van de klant niet ontvangt als een XML bericht maar als een e-mail
met als bijlage een XML-bericht en PDF.
De status van het project is daarom onduidelijk. Delfland heeft de laatste half jaar niets
meer van het project gehoord.
Datum: 5 december 2007
pagina 16 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
Het ministerie van Binnenlandse Zaken is ook bezig met de ontwikkeling van een PIP. In de
loop van 2009 krijgen alle Nederlanders die dat willen een eigen internetsite van de
overheid. Via die internetpagina (MijnOverheid.nl) kan iedereen een aantal overheidstaken
vanaf de computer regelen.
6.4.3 Digitale dienstverlening V&H
Op dit moment is er één e-formulier beschikbaar voor klanten van Delfland. Het gaat om
een aanvraagformulier keurvergunning 2007. Dit kan via Word elektronisch ingevuld
worden. Het formulier kan niet digitaal naar Delfland verzonden worden, omdat er altijd
aanvullende stukken meegezonden moeten worden.
Het Waterschapshuis heeft aangegeven dat door allerlei ontwikkelingen, zie Bijlage 2, de
komende 1,5 jaar niet veel e-formulieren te verwachten zijn. Er komt in ieder geval
binnenkort wel een E-formulier voor keurontheffing waterkeringen.
Binnen Delfland wordt een onderzoek door V&H uitgevoerd om te kijken welke
ontwikkelingen er zijn op kort en middellange termijn, welke gevolgen dit voor V&H heeft
op alle gebieden. Aan de hand van deze informatie zal besloten worden hoe de digitale
dienstverlening van V&H eruit zal komen te zien.
6.4.4 Formulieren voor bezwaar/klacht
Er wordt nu geen gebruik gemaakt van e-formulieren voor bezwaar besluit bestuursorgaan
of voor een melding/klacht algemeen. Delfland ontvangt echter soms elektronische
bezwaren of klachten. Dit komt omdat bij de internetsite van de Ombudsman een
elektronisch formulier beschikbaar is. Dit formulier is zeer eenvoudig, er is zelfs geen
enkele controle op veldniveau. Als Delfland een dergelijke digitale klacht of bezwaar
ontvangt dan wordt alsnog een schriftelijk bezwaar/klacht gevraagd voorzien van een
handtekening.
Voor het e-formulier Bezwaar besluit bestuursorgaan wordt gekeken naar de mogelijkheden
en onmogelijkheden, gebruik bij andere waterschappen en andere overheden en eventuele
alternatieven.
6.4.5 DigiD
DigiD is in beheer bij de gemeenschappelijke beheerorganisatie GBO.Overheid, een
onderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
DigiD heeft drie gestandaardiseerde zekerheidsniveaus:
• Basis: een gebruikersnaam met wachtwoord.
• Midden: sms authenticatie. Burgers krijgen toegang tot diensten van
zekerheidsniveau midden, door zich bekend te maken aan de hand van een
inlogcode én een transactiecode. DigiD stuurt deze transactiecode per sms naar de
mobiele telefoon van de gebruiker. Voor DigiD voor bedrijven is dit niveau nog niet
beschikbaar. Dit niveau wordt geadviseerd voor persoonsgerelateerde diensten.
• Hoog: Het zekerheidsniveau hoog is gebaseerd op het zekerheidsniveau zoals wordt
voorgeschreven voor gekwalificeerde elektronische handtekeningen vanuit de Wet
elektronische handtekeningen. Dit niveau is nu nog niet beschikbaar.
Voor sommige van de elektronische formulieren zal het gebruik van deze elektronische
authenticatie mechanisme nodig zijn. De burger of het bedrijf zal een DigiD nodig hebben
om het formulier te kunnen gebruiken. De elektronische formulieren voorziening van het
ICTU zorgt voor een koppeling met de DigiD voorziening. Bij deze formulieren wordt
uitgegaan van een beveiligingsniveau basis van DigiD.
Vooralsnog kent Delfland geen andere diensten waarvoor een DigiD nodig is.
Om gebruik te maken van de formulieren van het ICTU met DigiD moet Delfland wel zelf
DigiD aanvragen. De ervaring van andere waterschappen leert dat dit is een langdurig
proces is van een gemiddelde doorlooptijd van 6 maanden. Het advies is dus om snel te
starten met de aanvraag.
Datum: 5 december 2007
pagina 17 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
Delfland moet per formulier bedenken of gebruik gemaakt wordt van DigiD. Dit is nodig
omdat bij de aanvraag van DigiD aangegeven moet worden voor welke formulieren het
gebruikt gaat worden.
Er zijn (nu) nog een aantal nadelen aan het gebruik van DigiD, namelijk:
•
Niveau basis wordt als een onvoldoende maatregel voor authenticatie gezien door
informatiebeveiligingsspecialisten. Het advies van de belastingdienst om het gebruik
van de DigiD van de buurman te gebruiken heeft hier geen positieve bijdrage aan
geleverd;
•
(Nog) niet iedereen kan DigiD aanvragen.
•
Niveau midden levert problemen op omdat niet iedereen sms kan of wil ontvangen.
6.4.6 Content Management Systeem (CMS)
Bij het Waterschapshuis hebben al veel waterschappen zich aangemeld voor CMS
WaterschapsNet, Het Waterschapshuis heeft aangegeven, dat er voor het vierde kwartaal
plaats is om de implementatie voor Delfland te verzorgen.
Het Waterschapsnet en de huidige website van Delfland zijn gebaseerd op dezelfde
techniek. De overgang wordt technisch gezien hierdoor vergemakkelijkt.
Er is in november 2006 een inventarisatie gemaakt van de huidige functionaliteit en die van
het Waterschapsnet. Uit de inventarisatie blijkt dat beide CMS systemen overlappende
functionaliteit bieden maar dat daarnaast beide functionaliteit bieden die het andere
systeem niet heeft.
Delfland moet de komende tijd beslissen welke extra functionaliteit van het Waterschapsnet
wordt geïmplementeerd en welke extra functionaliteit van het huidige systeem noodzakelijk
blijft voor de toekomst. Deze oude noodzakelijke functionaliteit kan dan als maatwerk
gerealiseerd worden. Een goede kosten-baten analyse is hiervoor wel noodzakelijk.
Het WaterschapsNet wordt zowel voor internet als intranet ingezet. Voor intranet zijn er
drie opties voor de technische architectuur:
1. Alle beheer via WaterschapsNet, intranet site draait lokaal bij het waterschap;
2. Alles bij WaterschapsNet (beheer en intranet site centraal)
3. Website WaterschapsNet, intranet eigen CMS/IPROX.
De opties zijn bekeken door een team van Bureau Communicatie, ICT services en Sector
EFZ. Belangrijke aandachtspunten bij de keuze waren: beveiliging, beheer en
beschikbaarheid. De keuze is optie 1 geworden.
Voor beschikbaarheid zijn echter nog steeds onduidelijkheden.
6.4.7 Decentrale regelgeving
Doel van het project is het realiseren van ‘raadpleging van alle regelgeving van lokale
overheden in onderlinge samenhang voor eind 2007’. Het project decentrale regelgeving is
een onderdeel van het actieprogramma “Andere Overheid”.
1 januari 2008 is de uiterste datum om te voldoen aan de verplichting van het actie
programma “Andere overheid”
Het project digitalisering decentrale regelgeving van het Waterschapshuis verplicht in
beginsel alleen tot het publiceren van algemeen verbindende voorschriften. Delfland zal
binnen het programma e-dienstverlening zich alleen richten op AVV.
Waterschappen worden ‘verplicht’ de op 1 juni 2006 geldende regelingen op internet te
plaatsen en actueel te houden. Verder teruggaan in de tijd is facultatief.
Voorstel is dat Delfland de op 1 juni 2006 geldende regelingen publiceert.
Dertien regelingen zijn door een externe leverancier gereed gemaakt voor publicatie.
Vooraf is er een training door het Waterschapshuis geregeld om ook het beheer in de
toekomst uit te kunnen voeren.
Bureau Communicatie zal nauw betrokken worden bij dit project omdat de informatie nu
ook al op het internet beschikbaar is. Daarnaast moeten alle eigenaren van de AVV’s
betrokken worden in het project en officieel hun goedkeuring geven voor de juiste tekst van
de regeling.
Datum: 5 december 2007
pagina 18 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
Beheer van de regelingenbank zal uitgevoerd worden door Bureau Communicatie. De
eigenaren van AVV ’s zijn verantwoordelijk voor de juiste regeling en metadata aan te
leveren.
6.4.8 Samenwerkende catalogi
Samenwerkende catalogi houdt in: “no wrong door”, waar een burger of bedrijf ook
informatie/dienstverlening zoekt, hij wordt altijd doorverwezen naar de overheid die de
betreffende informatie/dienstverlening kan leveren.
Om dit te realiseren zal een groot deel van de activiteiten door een externe partij
plaatsvinden namelijk:
• De productbeschrijving wordt centraal bijgehouden door Sdu E-grant
• Nieuwe generieke producten worden door Sdu E-Grant gemaakt. Wijzigingen van
generieke teksten worden door Sdu E-Grant uitgevoerd.
• Waterschappen hebben geen beheer van generieke teksten
• Waterschap moet alleen specifieke teksten bij houden.
Delfland heeft inmiddels al het Waterschapsloket geïmplementeerd. Het loket is inmiddels
zichtbaar via de Provincie Zuid-Holland. Hierover zijn de waterschappen echter niet
geïnformeerd. In principe wordt binnen Het Waterschapsloket de koppeling met
samenwerkende catalogi gerealiseerd. Dit wordt uitgevoerd door Ictu, alleen is men nog
niet zover. De bedoeling is dat er voor elk waterschap een proefomgeving komt.
Extranet, gegevensuitwisseling met derden
Dit onderwerp is naar voren gekomen in het themaoverleg met een afvaardiging van het
BMO. Er is behoefte aan een extranet voor VV-leden zodat ze o.a. de knipselkrant kunnen
ontvangen. VV-leden mogen niet op intranet. De knipselkrant kan niet gepubliceerd worden
op het internet vanwege hoge kosten i.v.m. auteursrechten.
Een extranet is een beveiligend onderdeel van een website. Het is enkel toegankelijk voor
bepaalde personen die kunnen inloggen om zich toegang te verschaffen. Het verschaffen
van toegang vraagt dus beheer.
Bij het Waterschap Regge en Dinkel wordt er een pilot uitgevoerd samen met Geon voor
Geo-services via webservices en open source. Webservices is een gangbare technologie bij
digitale dienstverlening om gegevens uit te wisselen. Afstemming met Regge en Dinkel is
zeer nuttig omdat team Geo-informatie van Delfland bezig is met het opzetten van een Geo
portaal.
Binnen projecten die samen met HHSK worden uitgevoerd is behoefte aan het samen
werken aan documenten, delen van informatie, etc. Voor het project GIDS wordt nu
gebruik gemaakt van Sharepoint. Er moet gekeken of Delfland, samen met HHSK, dit
breder in wil zetten voor een extranet.
Er zijn dus meerdere oplossingen mogelijk voor verschillende doelgroepen en doelen. Om
een structurele oplossing te bieden moet er een overzicht komen met doelen, doelgroepen
en gewenste oplossing. Daarna kan overgegaan worden tot realisatie van deze
oplossing(en) door ICT Services.
6.4.9 Grondroedersregeling
Er is een plan van aanpak van cluster AWW om Intwis LIS te vullen. Dit plan van aanpak is
besproken in de VV, i.v.m. de hoogte van budget. In dit plan is niet de vereiste
nauwkeurigheid van de registratie meegenomen, maar wel het labelen van de verwachte
kwaliteit van de registratie van een leiding. Voor regio Noord geldt dat Defluent ervoor
kiest de conversie uit te voeren op eigen systemen en via een eigen methodiek. Delfluent
is zelf verantwoordelijk voor de kosten. Tevens is afgesproken dat Delfluent de
ligginggegevens van de leidingen in regio Noord na conversie en latere mutaties digitaal
zullen aanleveren aan Delfland, zodat deze kunnen worden gerepresenteerd in het IntwisLIS systeem van Delfland.
Datum: 5 december 2007
pagina 19 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
Voor Operationeel waterbeheer geldt dat er geconstateerd is dat bij de sector Operationeel
Waterbeheer ook persleidingen worden beheerd. Het idee van Operationeel Waterbeheer is,
om ook hun leidingen in Intwis-LIS te registreren. Informatie over de ligging van deze
leidingen is niet goed toegankelijk. Er ligt nu een voorstel voor een eerste inventarisatie.
Gedacht wordt om de leidingen in deze volgorde in te gaan voeren:
- Brielse Meer leiding
- Circulatieleiding van het gemaal Westambacht
- Boezemgemalen
- Poldergemalen, gebiedsgerichte aanpak
De conversiewerkzaamheden die gepaard zullen gaan met deze leidingen vallen buiten
het bestek van het Plan van Aanpak van AWW. Binnen het programma digitale
dienstverlening wordt het project Grondroedersregeling AWW en WB als één project
gezien. De projectleider, Jeroen van Dongen is in overleg met Miranda Brokke
contactpersoon voor WB om te kijken welke werkzaamheden door en voor WB uitgevoerd
moeten worden. Daarna moet gekeken worden hoe deze werkzaamheden gecoördineerd
en uitgevoerd kunnen worden. Eventueel moet een vervolgopdracht gegeven worden voor
de externe projectleider.
6.4.10 DURP
DURP staat voor Digitale Uitwisseling Ruimtelijke Processen.
Met de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening in 2008 wordt het opstellen en
gebruiken van digitale ruimtelijke plannen verplicht.
Digitaal uitwisselbare en vergelijkbare ruimtelijke plannen zijn beter toegankelijk voor
burgers, bedrijven en mede-overheden. Om te zorgen dat digitale ruimtelijke plannen
geschikt zijn om te gebruiken in ruimtelijke ordeningsprocessen, moeten ze aan een aantal
eisen voldoen:
• De plannen moeten kunnen worden gebruikt door verschillende partijen. Plannen
moeten dus in verschillende software kunnen worden ingelezen, zonder dat de
informatie uit de plannen wordt gewijzigd
• De plannen moeten gecombineerd kunnen worden met andere ruimtelijke
informatie (b.v. luchtfoto’s, contourkaarten).
De eisen die aan ruimtelijke plannen moeten worden gesteld, zijn door de DURP-partners in
standaarden beschreven. Deze standaarden schrijven niets voor over de inhoud van het
plan. Het standaardiseren van de waterinformatie is een project van de InformatieDesk
standaarden Water (IDsW) en zal worden vormgegeven volgens het Informatie Model
Water (IMWA).
Bij Delfland is sinds 1 juni 2007 een Watertoetsportaal in gebruik genomen. Het
watertoetsportaal is een internetpagina waarop gemeenten het plan kunnen uploaden en
waarop zij een digitaal formulier kunnen invullen. Een ingevuld formulier zorgt er voor dat
de watertoetser het plan ontvangt en direct een beeld heeft van het plan. Automatisch
worden een aantal administratieve handelingen verricht. De gegevens worden opgeslagen
in een database waarmee de watertoetsers een ruimtelijk plan toetsen en zo nodig volgen.
Het automatisch invullen vereenvoudigt de administratieve werkzaamheden van de
watertoetsers. Met het portaal wordt actief voorgesorteerd op DURP en de nieuwe Wet
ruimtelijke ordening (Wro).
Qua informatiebeveiliging moet waarschijnlijk nog een stap genomen worden om via dit
portaal veilig te werken.
Voor het toetsen van rioolplannen wordt dezelfde oplossing toegepast als het
Watertoetsplannen met als extra beveiliging userid en password.
De nieuwe Wro (WetRuimtelijke Ordening) verankert de DURP-standaarden in de wet. Op 1
juli 2008 worden de digitale onderdelen van de nieuwe Wro ingevoerd. Gemeenten,
provincies, waterschappen en departementen moeten vanaf dat moment hun nieuwe
ruimtelijke plannen digitaal beschikbaar stellen aan iedereen die daar belangstelling voor
heeft. Daarom roept de overheid RO-Online in het leven. RO-Online, dat staat voor
Datum: 5 december 2007
pagina 20 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
Ruimtelijke Ordening Online, is een website van de overheid waarop burgers, bedrijven en
overheidsinstellingen ruimtelijke plannen kunnen raadplegen. De website gaat op 1 juli
2008 officieel de lucht in. RO-Online wordt dé toegangspoort voor ruimtelijke plannen in
Nederland. De site maakt gebruik van het feit dat gemeenten, provincies en het rijk
wettelijk verplicht zijn ruimtelijke plannen digitaal beschikbaar te stellen.
RO-Online realiseert de ambitie van het programma de ‘Andere Overheid’ voor de
ruimtelijke ordening. Dit betekent concreet dat burgers en professionals
bestemmingsplannen en andere ruimtelijke plannen van de overheid in samenhang kunnen
raadplegen.
Deze website zorgt ervoor dat ruimtelijke plannen via een digitale kaart op een eenduidige
manier bij de bron te raadplegen zijn. Het biedt dus één eenvoudige toegangspoort tot alle
460 bronhouders. Voor een toelichting op RO-online, zie Bijlage 3.
Voorstel is om binnen Delfland bovenstaande als volgt vorm te geven:
•
•
Blijf de ontwikkelingen volgen van RO-online zodat gekeken worden wat de
voorwaarden zijn en of Watertoetsportaal en/of Rioolplannen portaal overbodig wordt.
Blijf de ontwikkelingen volgen van de DURP standaarden zodat Delfland hier op tijd aan
kan voldoen
6.4.11 Aarhus
Het Verdrag van Aarhus (1998) regelt onder meer de rechten op toegang tot milieuinformatie voor het publiek. Dit verdrag is inmiddels in een Europese Richtlijn omgezet. Dit
leidt voor bestuursorganen tot een aantal extra verplichtingen ten aanzien van de
openbaarheid. Deze richtlijn moet op 14 februari 2005 in Nederland zijn geïmplementeerd;
vanaf deze datum moet de overheid volgens deze richtlijn werken. Via een tweetal
wetswijzigingen worden het Verdrag en de Richtlijn in Nederlandse regelgeving
geïmplementeerd. Dit leidt tot aanpassingen in o.a. de Wet Milieubeheer (Wm) en de Wet
openbaarheid van bestuur (Wob).
Voor bestuursorganen, waaronder de waterschappen, die milieu-informatie beheren en
gebruiken, betekent dit een verandering in de huidige werkwijze bij het actief openbaar
maken van milieu-informatie en bij het verstrekken van deze informatie op verzoek. Om de
waterschappen te helpen bij het verrichten van activiteiten om aan de eisen van de richtlijn
te voldoen is er een project uitgevoerd. Dit project voor de implementatie van het Verdrag
van Aarhus (PRIMA) bestaat uit twee fasen. In de eerste verkennende fase is nagegaan wat
er bij de overheden moet gebeuren om aan de richtlijn te voldoen. In de tweede fase
worden overheden geholpen met de implementatie van de richtlijn. Het rapport van PRIMA
fase 1 verwijst naar het Waterschapsloket en Decentrale Regelgeving. Er is verder geen
informatie te vinden voor fase 2.
Om duidelijkheid te krijgen wat actieve openbaarheid voor de organisatie betekent, kan
allereerst nagaan welke milieu-informatie vanuit Delfland binnen de organisatie of voor de
organisatie wordt gegenereerd en waar deze informatie zich bevindt. Informatie
verzamelen zal plaatsvinden op basis van wettelijke taken. Het soort informatie betreft ten
minste: wet- en regelgeving, beleidsmaatregelen, plannen en programma’s,
voortgangsverslagen, verslagen over de toestand van het milieu, monitoringsgegevens of
samenvattingen daarvan, vergunningen die belangrijke gevolgen hebben voor het milieu,
milieueffectbeoordelingen en risicobeoordelingen.
Kortweg komt actieve openbaarheid neer op:
•
•
•
het in kaart brengen en eventueel verbeteren van de gegevenshuishouding;
het garanderen van de toegankelijkheid en vindbaarheid van overheidsinformatie,
waarbij met name gebruik wordt gemaakt van ICT;
het actief openbaar maken - bij voorkeur via Internet - van in ieder geval de specifiek
genoemde overheidsbesluiten waarvan bekendmaking wettelijk voorgeschreven is. Ook
Datum: 5 december 2007
pagina 21 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
dient - afhankelijk van het ambitieniveau - invulling te worden gegeven aan de actieve
openbaarmaking - met name d.m.v. ICT - van andere informatie die relevant is voor de
bestuurstaak.
Voorstel is om binnen Delfland bovenstaande als volgt vormgegeven:
•
Maak een overzicht van groepen informatie, informatie, updatefrequentie, doelgroep,
ontsluiten via kaarten op internet (ja/nee), interactief, download (te gebruiken door
derden). Dit overzicht zal in samenwerking met bureau communicatie en andere
inhoudelijk betrokken afdelingen worden opgesteld. Trekker is Marije la Roij. De
inhoudelijk afdelingen zijn verantwoordelijk voor het op tijd opleveren van de
informatie.
6.4.12 Dienstverlening van het Waterschapshuis
Het Waterschapshuis heeft voor het CMS een SLA afgesloten met een externe partij voor
het hosten van internet en intranet. De garantie voor de beschikbaarheid van het CMS is
voor Delfland op dit moment onvoldoende. Er moet nog met het Waterschapshuis
afgestemd worden of hieraan aanvullende eisen gesteld kunnen worden.
Voor de e-formulieren is geen SLA afgesloten met het ICTU. Daardoor ontbreken b.v. ook
afspraken over de garanties van ontvangst van e-formulieren. Het ICTU hanteert wel
eenzijdig algemene leverings- en beheervoorwaarden.
In de projecten is nog weinig aandacht voor informatiebeveiliging.
Belangrijkste aandachtspunten zijn:
• Volgens de algemene voorwaarden houdt het ICTU zich aan de Wet Bescherming
Persoonsgegevens. Bij het versturen van de e-mails met bijlagen (pdf en xml
formulieren) naar de waterschappen is dit niet beveiligd;
• We krijgen geen inzicht in de technieken en processen om te maatregelen van
onweerlegbaarheid te toetsen. ICTU geeft aan dat GOVCERT een test heeft uitgevoerd.
Er zijn in deze test punten met een onvoldoende geconstateerd. Ze geven aan dat er
inmiddels maatregelen genomen zijn. Wat deze zijn is onbekend;
• De xml berichten die meegestuurd worden zijn niet beveiligd tegen verminking. Deze
berichten wil Delfland juist gebruiken om met de back office te koppelen. Alternatief is
gebruik maken van pdf. Dit geeft veel handwerk;
• Er zijn geen maatregelen bekend die waarborgen dat de e-mails die ICTU heeft
verstuurd met e-formulieren ook daadwerkelijk aankomen;
• Meervoudige verzending kan niet altijd voorkomen worden door het ICTU;
• ICTU maakt geen afspraken over performance. ICTU geeft als antwoord dat de snelheid
van inladen van een formulier afhankelijk is van het formulier zelf en hoe deze is
opgebouwd. Ze adviseren een participant. Dit is vreemd omdat het ICTU
verantwoordelijk is voor de bouw van de formulieren en de formulieren ook bij hen in
service draaien;
• Documentatie van de XML berichten is onvoldoende.
6.5
Uit scope van het programma
De volgende projecten, zie Bijlage 4 voor een toelichting, vallen buiten de scope van het
programma:
ENIK (elektronische identiteitskaart. De rede dat dit buiten de scope valt is dat
hierover nog veel onbekend is en er (nog) geen relaties liggen met de projecten uit
het programma.
•
Contactcenter Overheid met rede, dat hierover nog veel onbekend is en er op dit
moment (nog) geen relaties bekend zijn met de projecten uit het programma.
•
IDEAL: kassa functie voor internetbetalingen.
•
PIP: Persoonlijke Internet Pagina. BZK trekt dit project voor de hele overheid.
•
Digitalisering visrechten: binnen uitvoeringsprogramma VIS en het op orde brengen
van Ergo worden diverse verbeteracties uitgevoerd.
Datum: 5 december 2007
pagina 22 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
6.6
Planning projecten
Het is een globale planning die in projectplannen op haalbaarheid moet worden getoetst en
verder moet worden uitgewerkt.
Thema
Project
Start
Eind
actief
CMS
Waterschapsnet
Vooronderzoek
e-formulier:
BBJO
e-formulier:
Belasting. 2
formulieren
implementeren.
Plan van
aanpak om te
komen tot
digitale
dienstverlening
V&H
Content,
doelgroepen en
functionele
wensen en
eisen bepalen
voor geo
portaal
extranet
September 2007
14-3-2008
Oktober
2007
November
2007
Marije la Roij
September 2007
31-122007
Extern, Dennis van
den Akker
november
2007
1-1-2008
Albert van Bergen
Oktober
2007
pm
Marije la Roij
Inhoudelijk afdelingen
zijn verantwoordelijk voor
aanleveren informatie
September 2007
maart
2008
Extern, Dennis van
den Akker
passief
Decentrale
regelgeving
April 2007
1-1-2008
passief
Grondroedersregeling AWW
en WB
gestart
passief
DURP
pm
pm
Mariska Warmerdam
(BBJO voor
inventarisatie
regelingen)/
Marije la Roij
Jeroen van Dongen,
ingehuurd door
AWW.
Contactpersoon bij
WB is Miranda
Brokke
pm
Korte termijn oplossing
voor knipselkrant wordt
in 2007 gerealiseerd
Voor 90% gereed. Alleen
nog koppelen aan
internet en beheer
regelen
passief
Aarhus
Medio
2007 met
opstellen
overzicht
pm
actief
actief
actief
actief
actief
Datum: 5 december 2007
Projectleider/
trekker
Extern, Dennis van
den Akker
In 2008 bepalen na
afronden project
functionele wensen
bepalen voor geo
portaal
Opmerking
Nu geen acties verwacht
behalve volgen van
ontwikkelingen RO online
door de inhoudelijke
afdelingen binnen B&O
Meenemen in werkgroep
functionele wensen en
content bepalen voor geo
portaal. Trekker is Marije
la Roij. Inhoudelijk
afdelingen zijn
verantwoordelijk voor het
op tijd aanleveren van de
inventarisatie
pagina 23 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
7 Vaardigheden en opleidingen
De waterschapsbrede database en elektronische dienstverlening zijn voor veel
medewerkers van Delfland nieuwe concepten. Gegevens worden eenmalig opgeslagen, er
wordt nieuwe technologie geïntroduceerd, diensten worden steeds meer elektronisch
aangeboden, papier verdwijnt steeds meer, etc. Dit vergt nieuwe vaardigheden van de
medewerkers van Delfland, bijvoorbeeld op het gebied van het beheer van gegevens,
(steeds meer) geautomatiseerde processen, de nieuwe technische infrastructuur en de
digitale omgang met burgers en bedrijven. Al deze vaardigheden worden gemakshalve evaardigheden genoemd.
In de projectplannen die binnen dit programma gestart worden zal dan ook ruim aandacht
gegeven worden aan de e-vaardigheden en middelen (zoals handboeken, etc) die
medewerkers voor het resultaat van een specifiek project nodig hebben. Indien nodig zullen
daarvoor opleidingen verzorgd worden. In elk projectplan zal daarvoor een apart hoofdstuk
opgenomen worden.
Voor de algemene e-vaardigheden die elke medewerker moet hebben om met de standaard
elektronische middelen van Delfland om te gaan, wordt een algemeen plan opgesteld. Dat
plan maakt geen deel uit van dit programma.
Datum: 5 december 2007
pagina 24 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
8 Aanpak in een project binnen het programma
8.1
Aanpak
Voor alle projecten geldt dat het opstellen en managen volgens de principes van het
Handboek Projectmatig Werken Delfland wordt uitgevoerd.
Voor elk project zal een startdocument, programma van eisen en vervolgens een plan van
aanpak (inclusief uitwerking c.q. actualisering business case) gemaakt worden. In het plan
van aanpak worden tevens de financiële consequenties in detail in kaart gebracht. Deze
documenten worden eerst goedgekeurd door de opdrachtgever of/en de stuurgroep van
het project en vervolgens ter goedkeuring aangeboden aan de WAR.
Kwaliteit is één van de beheersaspecten van projectmatig werken. De beheersing van het
aspect kwaliteit heeft tot doel ervoor zorg te dragen dat de interne opdrachtgever krijgt wat
deze wil hebben. Bovendien wordt ook de wijze waarop de levering tot stand komt
beheerst. Beheersen betekent hier het specificeren van het product, de productie en het
proces waarna via borgingsactiviteiten de controle plaatsvindt.
Er zijn kwaliteitscontroleprocedures voor de kwaliteit van de (deel)producten.
De gewenste resultaten van het (deel)programma komen per project en projectfase tot
stand en worden ook op die wijze gerapporteerd en geaccepteerd.
De volgende mijlpalen kunnen in het programma benoemd worden die door de WAR
(Wijzigingsadviesraad) worden beoordeeld:
•
•
•
Startdocument per project met SMART geformuleerde doelstellingen
Plan van aanpak per project
Programma van eisen per project
Om de programmamanager te voorzien van stuurinformatie en in staat te stellen
voortgangsrapportages op te stellen is het noodzakelijk dat projectleiders regelmatig, één
keer in de vier weken, rapporteren over:
• voortgang (kwalitatief en kwantitatief);
• concept uitzonderingsrapport dat gestuurd gaat worden aan de stuurgroep van het
betreffende project(rapportage indien de tolerantiegrenzen van het project of de
fase in tijd en/of geld dreigen te worden overschreden);
• eind fase rapport, indien van toepassing: terugblik op de afgelopen fase (evaluatie)
en vooruitblik op eerstkomende fase (faseplanning).
De programmamanager zal a.d.h.v. deze voortgangsrapportages een bespreking houden
met de regieleider. A.d.h.v. deze bespreking maakt de programmamanager een overall
rapportage richting opdrachtnemer, Irma Kenter en opdrachtgever, Frits Spaak.
8.2
Competenties van de verschillende projectleiders
De algemene competenties waaraan de projectleiders aan moeten voldoen zijn:
• Kennis van PRINCE2 methodiek
• Communiceren: ideeën, meningen en informatie aan anderen duidelijk maken in
heldere, beknopte en correcte taal. Kunnen structureren en tegenstellingen
herkennen
• Samenwerken: bijdragen aan een gezamenlijk resultaat, randvoorwaarden
scheppen en betrekt relevante partijen bij de besluitvorming
• Resultaatgericht handelen: meetbare doelen stellen (SMART). Resultaten behalen
en daarbij systematisch te werk gaan.
Datum: 5 december 2007
pagina 25 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
9 Programmaorganisatie
9.1
Stuurgroepsamenstelling
De stuurgroepsamenstelling is als volgt:
• Opdrachtgever programma: secretaris directeur, Frits Spaak;
• Opdrachtnemer programma: sectorhoofd EFZ Irma Kenter;
• Regiecoördinatoren van de thema’s:
o Hoofd bureau Communicatie Pieter Baeten, e-dienstverlening actief;
o Sectorhoofd Beleid en Onderzoek Bart van der Veer, e-dienstverlening
passief;
o Teamleider Geo-informatie Alous Spaanderman, waterschapsbrede
database;
• Programmamanager/penvoerder voor e-dienstverlening: senior adviseur Marije la
Roij
• Programmamanager/penvoerder voor waterschapsbrede database: senior adviseur
Marcus Schaefers.
In Bijlage 5 zijn de taken en verantwoordelijkheden van de deelnemers van de stuurgroep
te vinden.
9.2
Projectleider en projectgroep
De projectleider krijgt van de stuurgroep van het programma de verantwoordelijkheid en
bevoegdheid voor de dagelijkse gang van zaken in het project.
De projectleider kan beslissingen nemen binnen de grenzen zoals aangegeven door de
stuurgroep van het project (tolerantie). De belangrijkste verantwoordelijkheid van de
projectleider is het zekerstellen dat het project de gewenste producten oplevert, binnen
tijd, binnen budget en volgens de afgesproken kwaliteit. De projectleider rapporteert aan
de opdrachtnemer van het project. De projectleiders fungeert tevens als brugfunctie tussen
de opdrachtnemer van het project en de betrokken projectmedewerkers. Communicatie
naar en van de opdrachtnemer zal uitsluitend via en door hem/haar geschieden, op verzoek
kan hij/zij ondersteund worden door de programmamanager. Verder zorgt hij/zij voor
juiste, volledige en tijdige projectdossier(s).
Projectmedewerkers zijn verantwoordelijk voor het opleveren van producten volgens
specificaties zoals aangegeven door de projectleider. De projectmedewerkers rapporteren,
volgens nader te maken afspraken, aan de projectleider.
9.3
Samenwerking met derde partijen
Op programma niveau is de samenwerking als volgt geregeld:
• Het Waterschapshuis:
o Marcus Schaefers e-coördinator voor de waterschapsbrede database
o Marije la Roij e-coördinator voor e-dienstverlening en belasting
• Het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard:
o Marcus Schaefers voor de waterschapsbrede database
o Marije la Roij voor e-dienstverlening
• Implementatiepartners voor de verschillende onderdelen:
o Marcus Schaefers voor de waterschapsbrede database
o Marije la Roij voor e-dienstverlening
Datum: 5 december 2007
pagina 26 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
10 Risico’s en randvoorwaarden op programmaniveau
10.1 Risico’s
Risico’s op programmaniveau zijn veelal een direct gevolg van de kenmerken van een
programma. Kenmerken van een programma zijn:
• er is sprake van een groot aantal projecten
• de projecten beïnvloeden elkaar (wederzijdse afhankelijkheid)
• veel projecten worden ontwikkeld binnen een breder samenwerkingsverband,
Waterschapshuis/ICTU, waardoor de planning van dit programma afhankelijk is van
een bredere planning
• niet alle projecten zijn op voorhand helder gedefinieerd
• de projectresultaten hebben elkaar nodig om de gewenste eindsituatie te bereiken.
De volgende maatregelen worden genomen op de risico’s te beperken:
• eenduidige programmasturing: de opdrachtgever is bekend en er bestaan
procedures op programmaniveau om te signaleren, bij te sturen en te beslissen.
• er zijn regieleiders benoemd per thema
• binnen Delfland is er een Wijzigings Advies Raad (WAR)
• alle projecten zullen starten met een startnotitie om de projecten duidelijk te
definiëren. Deze startnotities zullen aan de WAR worden aangeboden ter toetsing.
Een risico specifiek voor de e-formulieren is dat er geen SLA is afgesloten tussen het
Waterschapshuis en het ICTU voor beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid.
10.2 Backoffice als specifiek risico
Eén risico moet met name benoemd worden. Door uitvoering van dit programmaplan zal
een goede proces- en gegevensbeheerorganisatie (de organisatie van de backoffice)
onontbeerlijk zijn. In de deelinformatieplannen van de verschillende organisatieonderdelen
wordt dit als een van de belangrijkste knelpunten genoemd. Door uitvoering van dit
programma worden de middelen aangereikt om dit inhoudelijk en technisch goed in te
richten. De beheerorganisatie zal echter ook goed ingericht dienen te worden. Delfland is
samen met Schieland en de Krimpenerwaard het project Gegevensbeheer gestart om dit te
realiseren.
10.3 Algemene randvoorwaarden
Voor het behalen van de beoogde resultaten zijn de volgende algemene randvoorwaarden
van toepassing:
• Op regelmatige basis informeren van stuurgroep;
• Nadrukkelijk betrekken van opdrachtnemers per project;
• Management commitment zodat er voldoende prioriteit gegeven wordt aan het
programma t.o.v. de lopende bedrijfsvoering;
• Tijdige besluitvorming;
• Per 1 juli 2004 is de Algemene wet bestuursrecht uitgebreid met regels voor het
verkeer langs elektronische weg tussen burgers/bedrijven en bestuursorganen en
tussen bestuursorganen onderling (de zogenaamde Wet Elektronisch Bestuurlijk
Verkeer, hierna te noemen: WEBV). De WEBV biedt tal van nieuwe mogelijkheden
om de communicatie tussen overheid en burgers op elektronische wijze te laten
verlopen. Tevens geeft zij aan wanneer van deze mogelijkheden gebruik kan
worden gemaakt en wat daar de gevolgen van zijn. Voorwaarden daarvoor zijn dat
een bestuursorgaan elektronisch verkeer expliciet moet openstellen, de burger
kenbaar moet maken dat hij elektronisch met de overheid kan en wil communiceren
en het elektronische verkeer moet bovendien voldoende betrouwbaar en
vertrouwelijk zijn. Ook is het belangrijk dat elektronisch verkeer niet het
schriftelijke verkeer mag verdringen, de schriftelijke weg dient altijd open te staan.
Datum: 5 december 2007
pagina 27 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
10.4 Randvoorwaarden voor het programma
Voor het programma zijn de volgende randvoorwaarden van toepassing:
• Het Waterschapshuis levert op tijd de vereiste informatie en systemen op;
• Voor de verschillende projecten worden voldoende mensen en middelen beschikbaar
gesteld;
• Geen eigen voorzieningen ontwikkelen die een dubbeling met de (gezamenlijk
ontwikkelde en beheerde) basisvoorzieningen van het Waterschapshuis zouden
betekenen;
• Projectleiders moeten voldoen aan de vereiste competenties.
10.5 Randvoorwaardelijke projecten
Een aantal projecten is randvoorwaardelijk voor het slagen van het programma. Deze zijn:
• Het DMS werkt zodanig dat het DMS de opslag en terugvinden van e-formulieren
voldoende ondersteunt;
• Vervanging van Ultimus moet zodanig gepland worden dat eventuele workflows voor
het afhandelen van e-formulieren niet verstoord worden;
• Project Informatiebeveiliging: e-formulieren leidt tot meer digitale communicatie
met de buitenwereld. Indien er een koppeling komt met een back office systeem
moet gekeken worden naar de beveiliging, met name de integriteit van gegevens.
Verder is authenticatie, beschikbaarheid en vertrouwelijkheid van belang bij eformulieren;
• De projecten die bij het Waterschapshuis gemanaged worden zoals ontwikkeling Eformulieren, authentieke basisadministraties, vervanging IBS;
• Problemen met DIGID voor burger en bedrijf moeten worden opgelost. Er zijn nog
veel burgers en bedrijven die geen DIGID kunnen aanvragen of waar de DIGID niet
werkt.
• Project Gegevensbeheer i.s.w met Schieland en de Krimpenerwaard;
Het programmamanagement verbindt de oplevering en de oplevertermijn van de
randvoorwaardelijk projecten met de oplevering en oplevertermijn van dit programma.
Datum: 5 december 2007
pagina 28 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
11 Mensen en middelen
11.1 Mensen
In afzonderlijke projectplannen zullen benodigde mensen en middelen in detail worden
uitgewerkt.
11.1.1 Inzet voor Waterschapsbrede database en Enterprise Service Bus
De volgende personen organisatieonderdelen zijn hebben een rol bij de uitvoering van de
projecten WDB en ESB en conversie basisregistraties uit dit programmaplan:
Rol
Opdrachtgever
Gedelegeerd opdrachtgever
Regieverantwoordelijke
Agendalid stuurgroep
Programmamanager
Betrokken
Betrokken
Betrokken
Functie
Secretaris-directeur
Sectorhoofd
Teamleider
Adjunct-directeur
Senior adviseur
informatievoorziening
Relatiebeheerder
Teamleider
Senior adviseur
Organisatieonderdeel
EFZ
Bureau Geo-informatie
WB
EFZ
ICT services
Belastingen
Bureau Geo-informatie
De implementatie van de waterschapsbrede database en de enterprise servicebus is niet
meegenomen in de Europese aanbesteding. Wel is aan de inschrijvende partijen gevraagd
om aan rekening te houden met de ondersteuning bij de implementatie bij meerdere
waterschappen tegelijk (toetredingsgroep 1).
In het vervolg zullen een aantal projecten uitgevoerd worden die aan zullen sluiten op de
WDB. Daarbij zijn de volgende organisatieonderdelen betrokken.
In overleg met de betrokkenen wordt bekeken welke inzet gevraagd en geleverd kan
worden.
11.1.2 Inzet voor het thema actieve en passieve digitale dienstverlening
Voor het programma zijn meerdere externe projectleiders nodig, namelijk voor:
Een voor de projecten:
• CMS: Infoprojects, de externe leverancier die door het Waterschapshuis is ingehuurd,
maakt een implementatieplan. Hierin wordt de benodigde capaciteit duidelijk. Gezien de
ervaringen van andere waterschappen heeft Delfland besloten om zelf ook een
projectleider in te huren.
• Extranet
• Implementatie van 1 E-formulier voor belastingen en 1 PDF-formulier
Grondroedersregeling: Het kan nodig zijn om de projectleider AWW een vervolgopdracht te
geven om de extra werkzaamheden voor OWB uit te kunnen voeren.
Voor het volgende projecten is een interne projectleiders beschikbaar:
• Plan van aanpak voor digitale dienstverlening voor V&H: Albert van Bergen
Voor de projecten zal zeer globaal de volgende inzet nodig zijn, mede afhankelijk van de
wensen van de integraal managers waar de projecten onder gaan vallen en afhankelijk van
interne beschikbare capaciteit. In detail wordt dit verder uitgewerkt in projectplannen.
Communicatie: 300 uur
• Bepalen design website en intranet
• Bepalen functionaliteit CMS
• Afstemmen implementatieplan CMS
Datum: 5 december 2007
pagina 29 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
•
•
•
•
•
•
•
Testen CMS, conversie CMS
Communicatie i.v.m. decentrale regelgeving
Bepalen inhoud extranet
Communicatie intern en extern over e-formulieren
In communicatie naar klant beoogde serviceniveau aangeven voor e-formulieren
Bepalen vormgeving e-formulieren
Aanpassen internet voor DigiD (vormgeving en content) indien gewenst
ICT services: 400 uur
• maken van workflows
• ICT landschap gereed maken voor extranet
• kopie (dvd) maken van beheeromgeving van het CMS
• stand by bij inrichting intranet-server
• ondersteuning bij het tot stand brengen synchronisatie intranet
• koppelingen met interne systemen en het nieuwe CMS
• koppelen van de E-formulieren van belastingen aan back office
• technisch ontwerp voor E-formulieren van belastingen
• extranet
Belasting: 100 uren
• workflows functioneel te definiëren
• eventueel proces aanpassen aan nieuwe werkwijze
• beschrijven verwerking e-formulieren in back office, inclusief het mappen van de vragen
uit de e-formulieren
• testen formulieren en verwerking in back office
• Laten bouwen van koppeling met back office (in een project)
V&H: voor het plan van aanpak is de volgende capaciteit nodig:
• Projectleider: 80-100 uur
• V&H; afhankelijk van aantal vertegenwoordigers.
• I beleid: 40 uur
Sector EFZ: 1200 uur
• programmamanagement
Cluster Waterbeheer:aantal uren is nog niet bekend
• DURP: inzet team Ruimtelijke Ordening om ontwikkelingen te volgen van RO online en
eventueel implementeren van RO online
• Aarhus: inzet bij werkgroep functionele wensen &eisen en content bepalen voor geo
portaal
• Deelnemen aan het project voor grondroerdersregeling. Dit houdt o.a. in:
• kijken of de registratie/conversie aansluit op de wensen van OWB
• bewaken dat de leidingen die geregistreerd moeten worden in Intwis-LIS duidelijk
zijn en bekend bij de projectleider.
• indien planning belangrijk is prioriteiten bepalen in onderling overleg met
projectleider
• regelen van test of conversiewerkzaamheden goed zijn uitgevoerd.
BBJO:aantal uren nog niet bekend, afhankelijk van invoering e-formulieren voor BBJO.
• Vooronderzoek voor het e-formulier Bezwaar besluit bestuursorgaan.
• Testen e-formulier indien e-formulier worden ingevoerd
• Eventuele workflow definiëren voor e-formulier/teksten formuleren voor internet.
• Indien gebruik gemaakt gaat worden van e-formulier een formele besluitvorming
voorbereiden en bekendmaking regelen
Redacteuren bij de verschillende onderdelen:
• Na conversie van het nieuwe CMS inrichten site(s)
Datum: 5 december 2007
pagina 30 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
11.2 Middelen
11.2.1 Waterschapsbrede database
Het Waterschapshuis financiert de investeringen voor WDB en ESB voor. De waterschappen
betalen dit uiteindelijk terug door middel van contributie. Deze wordt berekend op basis
van een vast deel van 40% per waterschap een variabel deel van 60% dat gebaseerd is op
de belastingopbrengst van een waterschap. De contributie wordt pas vanaf 2009 geheven.
Het Waterschapshuis kan echter nog geen uitspraken doen over 2009 en volgend. De
volgende bedragen zijn dan ook schattingen.
Omschrijving
Waterschapsbrede
database + ESB +
basisregistraties
2007
0
Terugkerend per jaar
2008
2009
2010
0
75.000
75.000
2011
75.000
(Zie bijlage 6 voor een toelichting op de berekening)
De implementatie van de Waterschapsbrede database, ESB en de conversies van
authentieke basisadministraties maken geen deel uit van de Europese aanbesteding en dus
ook niet van de contributie. Delfland moet hiervoor een aanvullende investering te doen.
Voor de inhuur van een externe implementatiepartner, aanschaf licenties, opleidingen, etc,
wordt een investering van ca. €200.000,- verwacht.
Verder is er voor het programmamanagement €20.000,- aan eigen budget nodig voor
communicatie, inhuur externen bijvoorbeeld voor organisatieadvies, volgen van seminars
etc.
11.2.2 Elektronische dienstverlening
Hieronder volgt een zeer globale schatting van kosten voor een aantal projecten.
In afzonderlijke projectplannen zullen benodigde mensen en middelen in detail worden
uitgewerkt.
CMS
De projectkosten van het CMS werden geschat op €30.000, exclusief inhuur extern
projectleider tot oktober 2007. Bij het opleveren van het concept implementatieplan blijkt
dat de kosten verdubbeld zijn, met name door het maatwerk.
Voor 2007 zijn de jaarlijkse kosten ongeveer €7000
Inhuur externe projectleider €69000 tot eind december 2007. Er moet rekening gehouden
worden gehouden met nog €55.000-60.000 voor 2008 omdat er nu aanwijzingen zijn dat
Iprox de planning niet gaat halen. Er vinden nog wel gesprekken plaatst om leverancier wel
aan de planning te houden.
Decentrale regelgeving
De projectkosten voor Decentrale regelingen wordt geschat op:
• €800 voor de aanschaf van software en realisatie van de verbinding.
• €750 voor inhuur om naast de 13 “gratis” te verwerken regelingen nog 8 tot 10
regelingen te laten publiceren.
Voor 2007 zijn de jaarlijkse kosten ongeveer € 1600,Voor 2008 zijn de jaarlijkse kosten ongeveer € 3500,Extranet
De projectkosten voor extranet worden geschat op:€10000,- exclusief een externe
projectleider voor de implementatie. Dit is een zeer globale schatting omdat het
vooronderzoek nog niet is afgerond.
DURP
De projectkosten voor DURP zijn nog onbekend.
Datum: 5 december 2007
pagina 31 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
Aarhus
De projectkosten voor Aarhus zijn nog niet bekend. Er wordt eerst onderzocht wat de
wensen en eisen zijn. De pilot WSO valt buiten de scope van dit programma.
E-formulieren BBJO
De projectkosten voor e-formulieren BBJO zijn nog niet bekend. Eerst worden de
mogelijkheden, onmogelijkheden, verwacht gebruik en alternatieven onderzocht.
E-formulieren V&H
De projectkosten voor e-formulieren V&H is nog onbekend. Eerst wordt er een onderzoek
digitale dienstverlening uitgevoerd en randvoorwaarden uitgewerkt.
Vergunningen op internet
Kosten zijn nog niet bekend, wordt meegenomen in onderzoek digitale dienstverlening
V&H.
E-formulieren Belasting
De projectkosten voor e-formulieren Belasting zijn maximaal €15.000,-, exclusief inhuur
extern projectleider.
Gezien de benodigde inzet van externe projectleiders en de nu geschatte kosten van
bovenstaande projecten zal het programma de €50.000 ruim overschrijden.
Datum: 5 december 2007
pagina 32 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
Bijlage 1: Stand van zaken e-formulieren volgens het Waterschapshuis
De formulieren die het ICTU heeft ontwikkeld voor het Waterschapshuis draaien in service
bij ICTU. Het Waterschapshuis en ICTU hebben echter geen SLA afgesloten over de
dienstverlening.
1
2
Product/transactie
Bezwaarschrift/verzoek om
vermindering belastingheffing
burger
Aanvraag kwijtschelding van
belasting burger
Status
27-12-2006 beschikbaar.
Waterschappen kunnen voor gebruik ervan
aanmelden.
een gezamenlijk formulier WaterschappenGemeenten. Formulier is getest door o.a.
Delfland.
11-01-2007 beschikbaar.
Waterschappen kunnen voor gebruik ervan
aanmelden.
01-11-2006 beschikbaar.
Is een product, maar geen formulier. Het staat
wel als product op het Waterschapsloket, maar
valt uiteen in twee formulieren: Voor het lozen
moet een WVO-vergunning worden aangevraagd
en voor het onttrekken van water
een keurvergunning.
Bestaand product van Bakerware.
3
Bezwaar besluit bestuursorgaan
door burger
4
Meldingsplicht waterhuishouding
door bedrijf
5
Aangifte verontreinigingsheffing
bedrijven
6
Verstrekken/intrekken automatische 15-12-2006 beschikbaar.
incasso burger/bedrijf
Waterschappen kunnen voor gebruik ervan
aanmelden.
27-12-2006 beschikbaar.
Bezwaarschrift/verzoek om
Waterschappen kunnen voor gebruik ervan
vermindering belastingheffing
aanmelden.
bedrijf
Melding bronneringen (WVOHet functioneel ontwerp voor Bronneringen is
vergunning)
goedgekeurd en is eind mei gereed. Het
7
8
formulier is, voordat het in productie is
genomen, alweer aangepast. Hollands
noorderkwartier en Rivierenland hadden
hiervoor een initiatief genomen en gaan de
nieuwe versie in gebruik nemen.
9
Aanvraag WVO vergunning
(Afvalstoffen inrichtingen)
Voorlopig wordt er geen energie gestopt in de
bouw van een WVO vergunningaanvraag, eerst
moet er meer duidelijkheid zijn rondom de
omgevingsvergunning. In de
voortgangsrapportage van Unie voor
Waterschappen staat dat naast de
omgevingsvergunning er ook één
watervergunning (één loketfunctie) in
ontwikkeling is. De omgevingsvergunning en de
watervergunning zullen als afzonderlijke
vergunningen naast elkaar blijven bestaan. In de
uitvoering wordt er naar gestreefd om van één
elektronische formulierenvoorziening binnen de
overheidsloketten (gemeenteloket voor burger en
bedrijvenloket voor bedrijven) gebruik te maken.
Er komt een aanbesteding voor een landelijke
voorziening omgevingsvergunning met een
aanvraagmodule met o.a. een vragenboom om
vast te stellen of iemand meldings- en/of
vergunningplichtig is en een dossiermodule waar
de aanvrager o.a. de stand van zaken in
Datum: 5 december 2007
pagina 33 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
hoofdlijnen kan volgen
10
Aanvraag Keurontheffing
11
Melding/klacht algemeen
12
Schade of overlast melden
Dit jaar wordt de Keurontheffing aanvraag
gebouwd. Dit wordt voor de ICTU en Het
waterschapshuis een uitdaging om van een
twintigtal losse formulieren drie geïntegreerd
formulieren te maken inclusief koppelingen met
een modellenbank en een kaartprogramma.
Gestart wordt met de keurontheffing voor
waterkeringen. De andere twee zijn waterlopen en
wegen. De modellenbank bestaat uit een
verzameling van duikers, dammen en bruggen
waaruit de aanvrager kan kiezen. Het
waterschapshuis doet een onderzoek naar een
geschikt kaartprogramma om de topografie te
tonen en te koppelen aan de aanvraag.
Vergeleken met de vorige eFormulieren, wat een
optimalisatie was van bestaande download
formulieren, moet dit e-Formulier extra
functionaliteit bieden.
11-01-2007 beschikbaar.
Waterschappen kunnen voor gebruik ervan
aanmelden.
Beschikbaar
E-formulieren Belastingheffing en invordering
Hieronder staan beschreven de huidige situatie en de ontwikkelingen rond de bedrijfsfunctie
die binnen de Waterschaps Informatie Architectuur (WIA) is benoemd als Belastingheffing
en invordering.
De huidige stand van zaken bij Delfland voor e-formulieren belasting is hieronder
weergegeven.
•
Formulieren voor bezwaren zijn al elektronisch. Alle drie categorieën dus voor:
o Bezwaarformulier voor verontreinigingsheffing of ingezetenenomslag;
o Bezwaarformulier verontreinigingsheffing bedrijven;
o Bezwaarformulier waterschapsomslag.
De bezwaren worden geregistreerd in DMS en ingelezen in IBS. Er is dus ook
een koppeling met Ultimus. De aanvrager moet aangiftenummer, postcode
vermelden i.v.m. authenticatie. Deze specifieke Delfland oplossing kan eventueel
hergebruikt worden voor andere formulieren.
•
Voor digitale aangifte bedrijven is het volgende beschikbaar:
o Automatische machtiging;
o Automatische aangifte (met inlogcode en wachtwoord ontvangen per brief) en
wordt ook digitaal verwerkt.
•
De E-formulieren voor intrekken automatische incasso burger/bedrijf en Aanvraag
kwijtschelding van belasting burger zullen door Delfland worden geïmplementeerd. Er
wordt gebruik gemaakt van de functionele ontwerpen van het Waterschapshuis. De
formulieren zullen echter zelf ontwikkeld en beheerd worden. Het E-formulier intrekken
automatische incasso wordt gekoppeld worden aan de back office. De rede om dit zelf
te ontwikkelen en te beheren is dat de dienstverlening, de informatiebeveiliging en de
koppeling met back office onvoldoende of niet aanwezig is.
Alle beschikbare e-formulieren heeft Belastingen dan ingevoerd.
Datum: 5 december 2007
pagina 34 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
Bijlage 2: stand van zaken e-formulieren Vergunningverlening & Handhaving
Stand van zaken Watervergunning
Er zijn nu diverse watervergunningenstelsels die procedureel en inhoudelijk niet op elkaar
aansluiten:
• Wet verontreiniging oppervlaktewateren
• Wet verontreiniging zeewater
• Wet op de waterhuishouding
• Grondwaterwet
• Wet beheer rijkswaterstaatswerken
• De keuren van de waterschappen
Vanuit de nieuwe Waterwet moeten de Waterbeheerders samen gaan werken om één
watervergunningloket te realiseren. Het voorstel is om samen met RWS en Provincies een
traject in te gaan. De vraag is welke huidige vergunningen onder de watervergunning gaan
vallen. V&W/DGW zal een leidende rol spelen en met een voorstel komen voor de stuur- en
projectorganisatie. Op korte termijn zal er overleg plaats vinden met de Unie van
Waterschappen. Er is afstemming met de verschillende partijen met als doel om de intentie
uit te spreken om functioneel samen te werken op gebied van de één loketfunctie en
(indien mogelijk) ook op technisch gebied (realisatie van het loket).
Stand van zaken Omgevingsvergunning
De stand van zaken is als volgt:
• 43 bestaande vergunningen worden geïntegreerd, inclusief indirecte lozingen;
• De wet is nog niet officieel;
• Het loket voor de aanvrager is standaard de gemeente;
• Het Waterschapshuis, deelnemer adviesgroep waterbeheer, heeft adviesfunctie in
geval van indirecte lozing;
• VROM heeft kennis genomen van e-formulier Bronnering.
De stapsgewijze ontwikkeling van de omgevingsvergunning ziet er als volgt uit:
• Gegevens woordenboek;
• Branchewijzers (inzichten in vergunningen en vereisten);
• Meldingsformulier Activiteitenbesluit;
• BRIKS formulier (bouw-, reclame-, inrit-, kap- en sloopvergunning);
• Digitaal bouwloket;
• Landelijke voorziening Omgevingsvergunning;
• Pilots;
• Kennisplein Omgevingsvergunning;
• Implementatie/instrumenten.
De aanbesteding landelijke voorziening omgevingsvergunning ziet er als volgt uit:
• Een aanvraagmodule bestaande uit:
o Een vragenboom waarmee vast kan worden gesteld óf iemand meldingen/of vergunningplichtig is en waarvóór een vergunning (welke onderdelen
of activiteiten) moet worden aangevraagd c.q. melding moet worden
gedaan.
o Een intelligent, dynamisch samengesteld formulier (zowel in papieren als
digitale vorm) waarmee de aanvraag en/of melding kan worden ingediend.
• Een dossiermodule waarop de aanvraag/melding kan worden ingediend, opgeslagen
en geraadpleegd. Tevens wordt in de dossiermodule statusinformatie over de
aanvraag opgenomen, zodat burgers en ondernemers de stand van zaken in
hoofdlijnen kunnen volgen.
Stand van zaken E-formulier voor de Keur
Het Waterschap is tot de conclusie gekomen dat het bouwen van één eFormulier voor
Waterkeringen, Waterlopen en Wegen met het huidige gereedschap van de ICTU niet
zomaar gaat. Daarom is gekozen om voorlopig 3 eFormulieren voor de Keur te
bouwen. Keur Waterkeringen wordt nu gebouwd en het Waterschapshuis wil nu beginnen
met het ontwerp van de keur waterlopen.
Datum: 5 december 2007
pagina 35 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
Vergunningen op internet
De overheid heeft onder andere als doelstelling om transparant te zijn voor haar burgers en
bedrijfsleven. Eén van de projecten om dit te bereiken is: Publicatie vergunningen op
internet.
Naar aanleiding van de startbijeenkomst die Het Waterschapshuis in samenwerking met de
ICTU heeft belegd, zijn er contacten gelegd met de waterschappen Aa & Maas en Vallei &
Eem. Deze waterschappen hebben ondertussen een plan van aanpak in samenwerking met
de ICTU opgesteld om het onderwerp in 2007 uit te werken. Waterschap Reest en Wieden
reeds gestart met het (handmatig) publiceren van vergunningen.
Er zijn ongeveer 18 waterschappen die IRIS Vergunningen en Handhavingen (gaan)
gebruiken en 24 die als Content Management systeem (CMS) WaterschapsNet (gaan)
gebruiken. Er zijn 15 waterschappen die beide (zullen gaan) gebruiken. Het ligt dus voor de
hand om te onderzoeken of deze combinatie door Het Waterschapshuis als "standaard"
ontwikkeld kan worden.
Vanuit Het Waterschapshuis zal samen met de ICTU worden onderzocht welke inspanningen
nodig zijn om de Vergunning & Handhaving-module van IRIS automatisch te koppelen aan
Waternet t.b.v. de publicatie van de vergunningen. Een verzoek voor een onderzoek
(Research & Review) is door Waterschap de Stichtse Rijnlanden reeds ingediend. Vanuit Het
Waterschapshuis is een voorstel aan de Stuurgroep Elektronische Overheid voorgelegd. Het
Waterschapshuis staat positief tegenover het voorstel om de mogelijkheid van publicatie
van vergunningen in het IRIS Vergunning en Handhaving op te nemen.
De doelstelling is om de module IRIS Vergunningen en Handhavingen in 2007 aan te
passen. Aan het einde van het jaar 2007 vrijwel alle waterschappen technisch in staat zijn
om vergunningen te publiceren. Het gaat dan om de meest eenvoudige vorm van
publicatie technisch mogelijk te maken vanuit VenH en door middel van Waterschapsnet.
Om het daadwerkelijk ook uit te voeren moeten de waterschappen ook intern zaken
(re)organiseren.
Datum: 5 december 2007
pagina 36 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
Bijlage 3: Toelichting RO- online
Voor een effectief en efficiënt RO-proces moeten de bestaande kaarten en andere gegevens
niet alleen digitaal worden, maar ook ‘objectgericht’. Dit betekent dat de ingetekende
elementen, zoals bouwvlakken en bestemmingen, worden gekoppeld aan kenmerken
bijvoorbeeld: van een object ‘bestemming wonen’ kun je opvragen wat voor soort
woningen hier mogen komen en wat de maximaal toegestane bouwhoogte is. Daarnaast
streeft DURP naar vergelijkbaarheid. Bijvoorbeeld: een geel vlak op een digitale kaart staat
overal voor de bestemming ‘wonen’.
De eerste versie van RO-Online gaat begin 2008 de lucht in. Dit is een versie waarin
ruimtelijke plannen kunnen worden opgenomen conform de nu geldende DURPstandaarden. Dit zijn geen authentieke, rechtsgeldige plannen. Maar deze eerste versie
geeft wel de mogelijkheid om ervaring op te doen. Deze ervaringen zullen worden verwerkt
in tweede versie van RO-Online, die op 1 juli 2008 de lucht in gaat.
Dit alles wil niet zeggen dat belangstellenden vanaf juli 2008 al meteen alle ruimtelijke
plannen via internet zullen kunnen raadplegen. RO-Online is slechts een instrument dat de
toegankelijkheid tot ruimtelijke plannen regelt; het succes valt of staat bij de inhoud. Voor
dat laatste zijn de bronhouders - dus de gemeenten, provincies en departementen verantwoordelijk.
Met een herzieningsfrequentie van maximaal tien jaar, zou heel Nederland in 2018
‘verdurpt’ moeten zijn. Het duurt dus nog wel even voordat RO-Online helemaal gevuld is.
Wel is het de bedoeling dat van de plannen die op 1 juli 2008 nog niet digitaal beschikbaar
zijn, in elk geval de grens van het plangebied beschikbaar komt. Met daarbij een verwijzing
naar het ruimtelijke plan in PDF-vorm. Hiermee kan RO-Online in elk geval informatie
leveren, ook al is het nog niet erg gedetailleerd.
RO-Online is gebaseerd op de wettelijke beschikbaarstelling.
Organisaties kunnen RO-Online overigens ook gebruiken als medium voor de wettelijke
verplichting ruimtelijke plannen digitaal te tonen. Op het moment dat dit deel van de wet in
werking treedt, wordt het digitale ruimtelijke plan authentiek. Dit betekent dat er bij een
juridische procedure wordt verwezen naar de digitale versie en niet naar een geprinte
versie. Gebruikers kunnen er dus vanuit gaan dat de informatie op RO-Online betrouwbaar
is. Maar de inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de gegevens blijft liggen bij de
betreffende overheidsorganisaties.
Datum: 5 december 2007
pagina 37 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
Bijlage 4: Toelichting bij projecten die buiten de scope vallen van digitale
dienstverlening
•
ENIK (elektronische identiteitskaart. De elektronische Nederlandse Identiteits Kaart
(eNIK) is een kaart met een chip die door elke Nederlandse ingezetenen aangevraagd
kan worden bij gemeenten, net zoals het paspoort. De eNIK maakt het mogelijk om
een digitale handtekening te zetten op digitale stukken. Bovendien kunnen berichten
worden versleuteld en kan de identiteit digitaal worden kenbaar gemaakt. Om de
eNIK te kunnen gebruiken is het nodig, naast het bezit van de eNIK en een
kaartlezer, de faciliteiten die horen bij een volwaardige elektronische handtekening
volledig op te zetten. Als geheel zorgen deze ervoor dat de handtekening kan worden
geverifieerd en dat bij verlies of diefstal van de eNIK de nodige actie worden
ondernomen. Voor dienstaanbieders is het nodig om de dienst digitaal aan te bieden
en met (standaard) software de integratie van de digitale handtekening in het
dienstverleningsproces te verzorgen.
De eNIK kan pas worden ingevoerd als er minimaal een controle systeem en een
aanvraag systeem ontwikkeld zijn. Het raadplegen van het GBA maakt onderdeel uit
van het aanvraag en controle proces.
•
Contactcenter Overheid: De komende jaren gaat de rijksoverheid samen met
gemeenten en uitvoeringsorganisaties werken aan één loket waar burgers en
bedrijven met al hun vragen aan de overheid terecht kunnen: het Contactcenter
Overheid (CCO). De gemeenten worden het loket voor (persoonlijk) contact met de
overheid..
•
iDEAL: kassa functie voor internetbetalingen. iDEAL is een betaalstandaard voor
veilige en directe betalingen op internet. Betalen met iDEAL lijkt sterk op
internetbankieren. Op dit moment is dit nog een stap te ver voor de Waterschappen,
maar op termijn kan men de ontwikkeling op zich af zien komen.
•
Persoonlijke Internet Pagina (PIP). Een persoonlijke internetpagina is een veilige,
betrouwbare en gepersonaliseerde omgeving op internet waarin een gebruiker zaken
kan doen met de overheid. Met de PIP gaat dit op een overzichtelijke, persoonlijke en
makkelijke wijze, 24 uur per dag, 7 dagen per week, vanaf elke plek met een
internetverbinding.
De Persoonlijke Internet Pagina kan gezien worden als een platform waarop een
burger of ondernemer op overzichtelijke wijze zijn relaties met overheden regelt, op
maat berichten of informatie van instellingen ontvangt, effectief zoekt naar informatie
of diensten die relevant zijn in zijn situatie. Het ondersteunt en ‘is van’ de gebruiker.
De gebruiker kan zien welke persoonlijke gegevens in registraties voorkomen.
Gebruik van de PIP zal bij invullen van formulieren het vooringevuld presenteren
ondersteunen. Aanvullend zijn er functies als persoonlijke archivering en autorisatie
van derden om namens de persoon bepaalde zaken elektronisch af te wikkelen. De
PIP is dus bovenal een ‘transactie-portal’ , die in beginsel alle overheidsdiensten
omspant.
•
Digitalisering visrechten: binnen uitvoeringsprogramma VIS en het op orde brengen
van Ergo worden diverse verbeteracties uitgevoerd.
Datum: 5 december 2007
pagina 38 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
Bijlage 5: taken en verantwoordelijkheden stuurgroep
De stuurgroep van het programma is verantwoordelijk voor het eindresultaat van het
programma en voor het beschikbaar stellen van de resources om dit eindresultaat te
kunnen realiseren.
De stuurgroep van het programma komt formeel alleen bij elkaar voor het goedkeuren van
de startnotitie en het plan van aanpak en het bespreken van de uitzonderingsrapportages.
Opdrachtnemers van het programma kunnen ook opdrachtgevers of opdrachtnemers van
verschillende projecten van het programma zijn.
Of er een stuurgroep in een project wordt geformeerd is een keuze van de opdrachtgever
van het project.
De opdrachtgever van een project:
• Vaststellen van de projectopdracht;
• Is verantwoordelijk voor tijdig verkrijgen en beschikbaar stellen van de voor het
project benodigde middelen;
• Keurt de faseproducten en het projectresultaat goed of af;
• Neemt het projectresultaat in ontvangst d.m.v. het proces-verbaal van oplevering;
• Eindverantwoordelijk voor de opdracht en het project op hoofdlijnen;
• Dechargeren van de projectleider;
• Beoordelen van eventuele wijzigingsvoorstellen.
De opdrachtnemer van een project:
• Accepteren van de projectopdracht;
• Mede goedkeuren van de faseproducten en het projectresultaat;
• Stelt projectleiders aan a.d.h.v. de vereiste competenties vermeld in dit document;
• Bepaalt hoe het projectresultaat wordt geaccepteerd en door wie;
• Stelt prioriteiten binnen het project;
• Beoordelen van eventuele wijzigingsvoorstellen;
• Beoordelen van het project op voortgang;
• Coördineren van de inzet van medewerkers tijdens de looptijd van het project;
• Mede dechargeren van de projectleider.
De programmamanager fungeert als brugfunctie tussen de stuurgroep van het programma
en de verschillende projectleiders. Zij/hij zal de gedelegeerd opdrachtgever informeren over
de algemene voortgang van het programma. De programmamanager bewaakt:
• de samenhang tussen de deelprogramma’s;
• de samenhang tussen de verschillende projecten;
• het gemeenschappelijk doel;
• de scope van het programma;
• de voortgang op het programma. Maakt indien nodig uitzonderingsrapportages voor
de stuurgroep;
• De afstemming met derde partijen, zoals het Waterschapshuis.
Bovenstaande taken voert de programmamanager uit in onderlinge samenwerking met de
regiecoördinator.
De regiecoördinator heeft de volgende bevoegdheden:
• adviseren bij het aanstellen van de projectleider(s);
• adviseren bij het goed-/afkeuren van fasedocumenten en projectrapportages aan de
opdrachtgever;
• adviseren bij het dechargeren van de projectleider na afronding van een projectfase
aan de opdrachtgever;
• mede beoordelen van eventuele wijzigingsvoorstellen in samenwerking met
opdrachtgever en opdrachtnemer van een project. Een wijzigingsvoorstel van één
project kan gevolgen hebben voor het hele programma. Het programma moet
bewaakt worden door de programmamanager. Indien er een belangentegenstelling
is tussen project en programma dan zal het wijzigingsvoorstel met consequenties
ter beoordeling aan de stuurgroep worden aangeboden.
Datum: 5 december 2007
pagina 39 Van 41
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
Bijlage 6: toelichting berekening contributie waterschapsbrede database en ESB
Benodigde bedrag
€
1.245.000
vast deel 40%
€
498.000
variabel deel 60%
€
747.000
naam waterschap
% contributie
aandeel
Zeeuws-Vlaanderen
1,23%
Velt en Vecht
1,45%
Reest & Wieden
1,90%
Peel en Maasvallei
2,13%
Veluwe
2,29%
Noorderzijlvest
2,37%
Groot Salland
2,46%
Zuiderzeeland
2,58%
Zeeuwse Eilanden
2,56%
Vallei & Eem
2,56%
Schieland en de Krimpenerwaard
3,22%
Regge en Dinkel
3,26%
Rijn&IJssel
3,24%
Hunze en Aa's
3,51%
Roer en Overmaas
3,67%
Aa en Maas
3,89%
De Dommel
3,79%
De Stichtse Rijnlanden
4,06%
Brabantse Delta
4,35%
Wetterskip Fryslân
5,04%
Rijnland
6,30%
Rivierenland
6,04%
Hollandse Delta
6,12%
Amstel, Gooi en Vecht
6,45%
Delfland
7,13%
Hollands Noorderkwartier
8,41%
26
100,00%
Datum: 5 december 2007
1,2%
1,5%
1,9%
2,1%
2,3%
2,4%
2,5%
2,6%
2,6%
2,6%
3,2%
3,3%
3,2%
3,5%
3,7%
3,9%
3,8%
4,1%
4,4%
5,0%
6,3%
6,0%
6,1%
6,4%
7,1%
8,4%
100,0%
variabel
€
9.210
€
10.848
€
14.200
€
15.881
€
17.069
€
17.683
€
18.347
€
19.235
€
19.128
€
19.107
€
24.072
€
24.382
€
24.193
€
26.245
€
27.388
€
29.048
€
28.339
€
30.300
€
32.517
€
37.664
€
47.075
€
45.088
€
45.727
€
48.168
€
53.233
€
62.852
€
747.000
vast
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
pagina 40 Van 41
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
19.154
Totaal
€
28.363
€
30.002
€
33.354
€
35.035
€
36.223
€
36.837
€
37.501
€
38.389
€
38.282
€
38.261
€
43.226
€
43.536
€
43.347
€
45.399
€
46.542
€
48.202
€
47.493
€
49.454
€
51.671
€
56.818
€
66.229
€
64.242
€
64.881
€
67.322
€
72.387
€
82.005
€
1.245.000
Plan van aanpak waterschapsbrede database en digitale dienstverlening
Bij de berekening is uitgegaan van de volgende belastingopbrengsten:
Waterschap
Zeeuws-Vlaanderen
Velt en Vecht
Reest & Wieden
Peel en Maasvallei
Veluwe
Noorderzijlvest
Groot Salland
Zuiderzeeland
Zeeuwse Eilanden
Vallei & Eem
Schieland en de
Krimpenerwaard
Regge en Dinkel
Rijn&IJssel
Hunze en Aa's
Roer en Overmaas
Aa en Maas
De Dommel
De Stichtse Rijnlanden
Brabantse Delta
Wetterskip Fryslân
Rijnland
Rivierenland
Hollandse Delta
Amstel, Gooi en Vecht
Delfland
Hollands Noorderkwartier
Totaal 2007
Totaal 2006
% verschil
Datum: 5 december 2007
belastingopbrengst
2006
€
24.861.000
€
29.283.000
€
38.332.000
€
42.870.000
€
46.078.000
€
47.735.000
€
49.526.000
€
51.925.000
€
51.636.000
€
51.578.000
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
64.982.000
65.818.000
65.307.000
70.847.000
73.933.000
78.414.000
76.499.000
81.794.000
87.779.000
101.672.000
127.078.000
121.713.000
123.439.000
130.028.000
143.700.000
169.665.000
€
€
2.016.492.000
1.963.485.000
2,63%
% opbrengst
2007
1,23%
1,45%
1,90%
2,13%
2,29%
2,37%
2,46%
2,58%
2,56%
2,56%
3,22%
3,26%
3,24%
3,51%
3,67%
3,89%
3,79%
4,06%
4,35%
5,04%
6,30%
6,04%
6,12%
6,45%
7,13%
8,41%
100,00%
pagina 41 Van 41
Download