PARATE KENNIS CHEMIE 4e JAAR SCHEMA ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid, … . MENGSEL bestaat uit meerdere zuivere stoffen, de kooktemperatuur, massadichtheid, … zijn afhankelijk van de samenstelling van het mengsel. ENKELVOUDIGE STOF Een stof die is opgebouwd uit één atoomsoort SAMENGESTELDE STOF Een stof die is opgebouwd uit meerdere atoomsoorten ANALYSE een reactie waarbij een stof ontleed wordt in nieuwe stoffen SYNTHESE een reactie waarbij stoffen worden samengevoegd tot een nieuwe stof BOUW VAN EEN ATOOM Een atoom bestaat uit: - een kleine, massieve, positieve kern (protonen en neutronen) - een grote, ijle, negatieve elektronenmantel. proton (p ) lading +1 neutron (no) 0 elektron (e-) -1 + kern mantel ATOOM Kleinste deeltje waaruit een stof is opgebouwd ELEMENTEN H Li Be B C N O F Na Mg Al Si P S Cl K Ca Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ge As Br Ag Cd Sn Sb I Ba Pt Au Hg Pb U Pu He Ne Ar Kr Xe Rn 1 MOLECULE Groepering van atomen INDEX aantal keer dat een atoom voorkomt in een molecule COEFFICIENT geeft het aantal moleculen of atomen weer NAAM ENKELVOUDIGE STOFFEN H2 N2 O2 F2 Cl2 Br2 I2 O3 S8 P4 DIATOMISCHE MOLECULEN H2 N2 O2 F2 Cl2 Br2 I2 INFORMATIE UIT HET PERIODIEK SYSTEEM KUNNEN OPZOEKEN atoomnummer (Z) A massagetal (A) Z elektronegatieve waarde groep & periode X GROEP elementen behoren tot eenzelfde groep als ze evenveel valentie-elektronen bezitten PERIODE elementen met evenveel gevulde schillen behoren tot dezelfde periode BELANGRIJKE GROEPEN IN HET PERIODIEK SYSTEEM Alkalimetalen Aardalkalimetalen Aardmetalen Koolstofgroep Stikstofgroep Zuurstofgroep Halogenen Edelgassen NAAM EN LADING VAN DE BELANGRIJKSTE POLYATOMISCHE IONEN Naam van het ion Formule hydroxide nitraat nitriet chloraat sulfaat sulfiet carbonaat fosfaat bromaat jodaat ammonium OHNO3NO2ClO3SO42SO32CO32PO43BrO3IO3NH4+ 2 ENKELE BELANGRIJKE TRIVIALE NAMEN HCl-opl. zoutzuur HNO3-opl. H2SO4-opl. zwavelzuur HNO2 H2SO3 zwaveligzuur H3PO4 H2O water H2CO3 NH3 ammoniak CH4 salpeterzuur salpeterigzuur fosforzuur koolzuur Methaan VALENTIE-ELEKTRONEN elektronen op de buitenste schil OCTETSTRUCTUUR = EDELGASCONFIGURATIE 8 elektronen op de buitenste schil ELEKTRONEGATIEVE WAARDE (EN-waarde – e.n.w.) De elektronegatieve waarde is een maat voor de kracht waarmee een gebonden atoom de bindingselektronen aantrekt. Metalen hebben een kleine EN-waarde; ze geven dus gemakkelijk elektronen af. Niet-metalen hebben een grote EN-waarde; ze trekken gemakkelijk elektronen aan. IONVERBINDING Verbinding tussen positieve en negatieve ionen. Verbinding tussen een metaal (positief ion) en een niet-metaal (negatief ion). Bij een ionverbinding is het verschil in EN-waarde groter dan of gelijk aan 1,6. Metaaloxiden, zouten en basen zijn ionverbindingen. COVALENTE VERBINDINGEN (ATOOMVERBINDING) Verbinding tussen niet-metalen. Bij een covalente verbinding is het verschil in EN-waarde kleiner dan 1,6. Niet-metaaloxiden en zuren zijn covalente verbindingen ATOOMMASSA-EENHEID massa van 1 proton of 1 neutron (1 u = 1,66.10-27 kg) MOLAIRE MASSA (M) massa van één mol deeltjes (uitgedrukt in g/mol), zie PSE HOEVEELHEID STOF (n) uitgedrukt in mol 1 mol = 6,02 .1023 deeltjes n = m/M GETAL VAN AVOGADRO 6,02 .1023 deeltjes MOLAIRE CONCENTRATIE (C) Aantal mol opgeloste stof per liter oplossing (mol/l) c= n/V 3 CHEMISCH REKENEN Massa (m) gram XM :M : NA Hoeveelheid stof (n) Aantal deeltjes x NA mol :V X V Molaire concentratie (c) EXO- EN ENDOENERGETISCHE REACTIES exo-energetische reactie: reactie waarbij energie vrijkomt endo-energetische reactie: reactie waarbij energie nodig is REACTIEVERGELIJKINGEN UITBALANCEREN REACTIEVERGELIJKINGEN OPSTELLEN AAN DE HAND VAN GEGEVEN FORMULES NEUTRALISATIEREACTIE Een neutralisatiereactie is een reactie tussen een zuur en een base met vorming van een zout en water. EEN NEERSLAGREACTIE een neerslagreactie is een reactie tussen stoffen waarbij een onoplosbare stof wordt gevormd. Gebruik van de oplosbaarheidstabel EEN GASVORMINGSREACTIE Een gasvormingsreactie is een reactie tussen 2 stoffen waarbij een gasvormige stof ontstaat. De belangrijkste gassen : CO2, H2S, NH3, SO2 pH-SCHAAL: INDICATOREN: indicator lakmoes fenolftaleine methyloranje Kleur in zuur milieu rood kleurloos rood H2 knalgas O2 nodig voor de verbranding 4 Kleur in basische milieu blauw paars geel REDOXREACTIE Een redoxreactie is een elektronenuitwisselingsreactie. Hierbij treedt steeds een reductie en een oxidatie op. OXIDATIE Een chemische reactie waarbij de oxidatiegetal (OG) stijgt. Tijdens een oxidatie worden er elektronen afgestaan. REDUCTIE Een chemische reactie waarbij de oxidatiegetal (OG) daalt. Tijdens een reductie worden er elektronen opgenomen. e- REDUCTOR Een stofdeeltje dat elektronen afgeeft. reductor OXIDATOR Een stofdeeltje dat elektronen opneemt. Aan de hand van de tabel OG kunnen gebruiken eoxidator POLAIRE VERBINDINGEN Polaire verbindingen zijn verbindingen waaraan we een positieve en een negatieve pool kunnen onderscheiden. Water (H2O) is een polair oplosmiddel. Zuren, zouten, hydroxiden zijn polaire verbindingen. Polaire verbindingen lossen op in polaire oplosmiddelen. APOLAIRE VERBINDINGEN Aan apolaire verbindingen kan men geen positieve en negatieve pool onderscheiden. Ether, CCl4, white-spirit zijn apolaire oplosmiddelen. Olie (vet) is een apolaire verbinding. Apolaire verbindingen lossen op in apolaire verbindingen. ELEKTROLYT Elektrolyten zijn stoffen die in opgeloste toestand en gesmolten toestand vrije ionen vormen en daardoor de elektrische stroom geleiden. Zuren, hydroxiden en zouten zijn elektrolyten. Alcohol en suiker zijn voorbeelden van niet-elektrolyten. ANORGANISCHE VERBINDINGEN Algemene formule Zuur Base metaaloxide HxZ M (OH)y NH4OH MxOy Nietmetaaloxide NMxOy Formulevorming: aan de hand van de tabel met OG. ORGANISCHE VERBINDINGEN Alkanen zijn opgebouwd uit verzadigde koolwaterstoffen 5 Zout MxZy NAAM EN LADING VAN DE BELANGRIJKSTE MONOATOMISCHE IONEN; deze tabel kunnen gebruiken . Naam van het ion waterstof natrium kalium zilver magnesium calcium barium aluminium kwik tin koper lood ijzer fluoride chloride bromide jodide oxide sulfide Symbool met bijhorende lading H+ Na+ K+ Ag+ Mg2+ Ca2+ Ba2+ Al3+ Hg+, Hg2+ Sn2+, Sn4+ Cu+, Cu2+ Pb2+ , Pb4+ Fe2+ , Fe3+ FClBrIO2S2- 6