Deltaplan Economie - Forza! Haarlemmermeer.

advertisement
Forza!
DELTAPLAN ECONOMIE
Een handleiding voor de bestrijding van de
gevolgen van de crisis in Haarlemmermeer.
De gemeente Haarlemmermeer en het stimuleren van de economie
De Amerikaan Paul Krugman schrijft in zijn boek “Stop deze depressie Nu” (2012, uitgeverij
Balans) over wat een overheid kan doen bij een economische depressie. Paul Krugman won
in 2008 de Nobelprijs voor Economie, is hoogleraar Economie en Internationale
Betrekkingen aan de universiteit van Princeton en schrijft columns voor The New York
Times.
Dit boek gaat over de huidige schuldencrisis in Amerika, maar laat ook zien hoe de wereld in
het verleden crises te boven kwam en waarom het nu zo lang duurt voor er herstel komt.
Krugman is een volger van John Maynard Keynes (1883-1946). Ter bestrijding van de crisis
bevelen zij - kort gezegd - aan dat de overheid extra uitgaven moet doen ter stimulering van
de economie en daarmee de vraaguitval compenseert. Evenals in de economische
depressie uit de jaren ’30 van de vorige eeuw proberen gezinnen en bedrijven nu via extra
sparen hun schulden af te betalen of hun spaarquotum te vergroten, omdat het vertrouwen in
economische verbetering sterk is gedaald. De centrale overheid en banken vergroten het
effect daarvan nog door lastenverzwaring en beperking van de kredietverlening. Door dit
alles tezamen vermindert de consumptie, waardoor bedrijven minder verkopen en
werknemers worden ontslagen. Hierdoor stijgt de werkloosheid en gaan ondernemers failliet.
In de Haarlemmermeer misschien iets minder dan elders, maar toch zal het niet aan ons
voorbijgaan en zal het alleen maar erger worden als er niets aan wordt gedaan. We kennen
inmiddels allemaal wel de schrijnende gevallen van mensen zonder werk en/of met hogere
hypotheken dan de marktwaarde van hun huis in onze omgeving, in familie of vriendenkring.
Of van jongeren, die niet aan de slag kunnen komen en al helemaal niet hoeven te denken
aan het kopen van een huis. Mensen voelen zich daardoor ongelukkig en ervaren hun
situatie als uitzichtloos.
Vertrouwen
Voor herstel is vertrouwen nodig. Vertrouwen van de mensen in zichzelf, in de economie en
in de lokale overheid, die zich inzet voor de burgers. Vertrouwen komt niet vanzelf maar
moet gewonnen worden. De gemeente zal daarin een cruciale rol moeten vervullen door
actief te worden, de negatieve economische spiraal te verlaten en door de lokale economie
met extra uitgaven te stimuleren. En de gemeente Haarlemmermeer kan dat, omdat het een
gemeente is met financiële reserves van vele tientallen miljoenen. Die miljoenen euro’s aan
reserves zijn niet van de gemeente als entiteit, maar van ons allemaal, van de inwoners van
de Haarlemmermeer. Forza! maakt zich zorgen over de consequenties van de economische
crisis. De vraag is: wat kunnen we wel en wat kunnen we niet wanneer de Rijksoverheid ons
beperkingen gaat opleggen. We zullen geen overhaaste stappen moeten zetten, maar ook
niet afwachten. Een actieve lokale economische politiek moet gevoerd worden en Forza! zal
met dit Deltaplan het voortouw nemen en andere politieke partijen uitdagen om mee te
denken en mee te doen om het leed voor de burgers en ondernemers te verzachten.
In de visie van Forza! op de economische situatie gaat het niet uitsluitend om economische
groei in termen van winst- of omzetmaximalisatie voor het bedrijfsleven.
De ‘crisis’ heeft er ook toe geleid dat we ons weer opnieuw hebben moeten bezinnen op wat
nu echt belangrijk is voor onze lokale samenleving. Voor nu én in de toekomst.
Gemeentelijke rol en instrumenten
Bij de bepaling van de rol en de inzet van gemeentelijke instrumenten in het kader van de
crisis, dient een tweetal aspecten in ogenschouw genomen te worden:
Ten eerste is de rol van de gemeentelijke overheid in macro-economische ontwikkelingen
beperkt. De beïnvloeding van de economie ligt op Europees en nationaal niveau. Lokaal zal
dan ook ingespeeld moeten worden op de lijnen en maatregelen die op nationaal niveau
uitgezet worden. Maar op lokaal niveau kan wel “een steentje bijgedragen” worden aan de
oplossing voor de problematiek. Ook hier gaat het gezegde op “vele kleine beetjes maken
één grote”.
Ten tweede moet bij het nemen van mogelijke maatregelen ook het eigen gemeentelijke
huishoudboekje op orde blijven. De gemeentelijke financiën zullen zwaar getroffen worden
door de economische crisis; inkomsten zullen dalen en uitgaven stijgen. De gemeente zal
diverse maatregelen moeten treffen om, met handhaving van het ingezette beleid, een
sluitende begroting te behouden.
Maatregelen, algemeen
Allereerst iets over wat de gemeente niet moet doen. Een stimuleringsbeleid mag niet leiden
tot Sinterklaas of Kerstman spelen en daartoe behoort dan net zo min het verstrekken van
subsidies of programma’s met een open-einde-financiering als het teruggeven van (teveel
geïnde!) belastingen. Het mag ook niet leiden tot megalomane projecten en het weglekken
van effecten. Ook kan en mag de gemeente geen extra geld lenen voor dit beleid. Geld
aantrekken betekent rente betalen met een structurele negatieve invloed op de begrotingen.
Wat de gemeente wel moet doen is voldoende financiële middelen inzetten en dat dan ook
lang genoeg doen om voldoende aanjaageffect te genereren. Uiteraard hoort een goed
risicomanagement tot de voorwaarden, maar wel met de uitdaging om risico’s te durven
nemen en daar de verantwoordelijkheid voor te dragen. Snelheid en flexibiliteit zijn daarbij
van groot belang.
De economische en financiële ontwikkelingen binnen de gemeente spelen uiteraard een
grote rol bij de (on)mogelijkheden die de gemeente heeft. De laatste cijfers van het Centraal
Planbureau laten een sterke daling zien van de economische groei en de gevolgen hiervan
zijn ingrijpend (forse stijging werkloosheid etc.). De grote vraag is wat de effecten hierbij zijn
voor de gemeentelijke uitgaven én inkomsten.
Eind dit jaar (2013) worden de effecten van het Regeerakkoord van eind 2012 duidelijker. In
dat akkoord staat dat er voor € 30 miljard (!) aan taken van het Rijk naar de gemeentes
overgeheveld wordt en dat daarvoor slechts een financiering van € 16 miljard van het Rijk
naar de gemeentes gaat vloeien. Een gewoon rekensommetje vertelt ons dus dat de
gemeente maar de helft van het benodigde geld gaat krijgen.
Als we de taken kennen en het bedrag dat ermee gemoeid is in Haarlemmermeer, kunnen
we de balans opmaken. Daarom is het wellicht verstandig het stimuleermoment uit te stellen
tot we weten waar we aan toe zijn.
Maatregelen, specifiek:
De volgende vragen zijn daarbij van belang en worden hieronder verder omschreven:
1. Op welk moment moet de gemeente stimuleren?
2. Welke (geld)middelen heeft de gemeente om te stimuleren?
3. Wat kan de gemeente doen om te stimuleren?
Op welk moment moet de gemeente stimuleren?
De crisis is al geruime tijd bezig, daarom zou de eerste opwelling zijn: gemeente maak zo
snel mogelijk plannen en voer deze zo snel mogelijk uit. Daar staat tegenover dat het
dieptepunt wellicht nog niet is bereikt. Een genuanceerd plan, rekening houdend met het
ergste, kan dan wellicht beter werken.
Het Kabinet beraadt zich op de te nemen maatregelen, bezuinigingen? zo ja … hoeveel?,
extra investeringen? zo ja ….welke en waar? Wat zijn de effecten van de rijksmaatregelen
op de gemeentebegroting en de rol die de gemeente kan (moet) vervullen ter bevordering
van het economische herstel en/of het opvangen van de gevolgen hiervan?
Overigens vallen kortingsacties op sociaal terrein in Haarlemmermeer meestal een beetje
mee. Men gaat in Den Haag uit van algemene cijfers, terwijl wij als welvarende gemeente
met weinig sociale problematiek minder uitgeven dan soortgelijke gemeentes qua omvang.
We houden tot nu toe veelal geld over op dit terrein.
Welke (geld)middelen heeft de gemeente om te stimuleren?
De gemeente Haarlemmermeer is rijk, de gemeente heeft een behoorlijk groot
weerstandsvermogen, maar heeft nooit intensief stil gestaan bij welke ruimte dit vermogen
biedt. Het is daarom goed een inventarisatie te (laten) maken van het weerstandsvemorgen
met alle reserves en voorzieningen, waarbij de volgende punten aan de orde moeten komen:







Welk weerstandvermogen is het minimum?
Wat is er aan geld (langdurig) vastgezet?
Wat is het totaalbeeld van reserves en voorzieningen?
Welk deel is daarvan voor iedere reserve en voorziening écht noodzakelijk om te
reserveren?
Zijn alle reserves en voorzieningen écht nodig?
Wat komt er m.b.t. het regeerakkoord op ons af?
Wat is er dan, na het antwoord op al deze vragen voor economische stimuleringen
beschikbaar?
Kortom: de gemeente moet een treasurybeleid voeren, dat niet alleen een verstandig beheer
van gelden betekent, maar dat ook gericht is op het tegengaan van de recessie.
Naast het gebruiken van de ruimte die het weerstandvermogen (reserves en voorzieningen)
zonder meer biedt, kan de gemeente ook geld vrijspelen door de uitgaven te verminderen
(bezuinigen). Te denken valt daarbij aan:






Taken afstoten (de gemeente doet nu meer dan haar kerntaken)
Subsidies verminderen
Meer regionale samenwerking op diverse terreinen (waardoor efficiency-besparingen
ontstaan)
Bezuinigingen op het ambtelijk apparaat (communicatie, opleidingen)
De zogenaamde kaasschaaf toepassen (1% minder uitgeven levert structureel €
4.000.000 op)
Daarnaast kan de gemeente natuurlijk op bijna elk terrein bezuinigen. Daartoe moet
een doelgerichte studie worden ingesteld.
Wat kan de gemeente doen om te stimuleren?
De gemeente kan op drie manieren de economie stimuleren:
1. Investeren door de gemeente zelf
2. Stimuleren en helpen van anderen
3. Een mix van zelf investeren en stimuleren van anderen
1. Investeren door de gemeente zelf:
De gemeente betaalt rekeningen sneller, dat wil zeggen maximaal binnen één maand na
ontvangst van de rekening en niet pas vlak voor verstrijken van betaaltermijnen.
De gemeente haalt geplande en door de Raad goedgekeurde investeringen naar voren.
De gemeente pleegt versneld (groot) onderhoud aan schoolgebouwen, gemeentelijke
eigendommen, wegen en kunstwerken etc.
De gemeente stimuleert evenementen. Deze krijgen een extra steuntje in de rug, zodat
leuke, maar vooral ook nuttige activiteiten niet verloren gaan. Evenementen zijn namelijk niet
alleen goed voor de binding met Haarlemmermeer of voor de dorpen of kernen en de
inwoners onderling, maar bieden ook werkgelegenheid en een stimulans tot bestedingen in
de gemeente.
De gemeente investeert sneller op het terrein van door de Raad goedgekeurde
energiemaatregelen.
Lokale ondernemers krijgen voorrang: de aanbestedingswetgeving en regelgeving wordt
zodanig uitgevoerd dat maximaal gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheden om lokale
ondernemers kansen te bieden om gemeentelijke opdrachten binnen te halen (Daarbij moet
uiteraard gewaakt worden voor het ontstaan van onwenselijk cliëntelisme.)
Op het gebied van veiligheid kan de gemeente ook veel investeren, niet alleen in geld, maar
ook in daadwerkelijke maatregelen. Door uitbreiding van het Team Toezicht Veiligheid en
Handhaving: meer werkgelegenheid en meer veiligheid!
Ook op het gebied van kleinere zaken kan de gemeente een rol spelen: meer en actiever de
reinigingstaken vervullen en vuilophalen bevorderen: daardoor meer werk bij de Meerlanden
(en de daar te vervullen functies) en meer tevredenheid bij onze inwoners. Dit leidt ook tot
een groter veiligheidsgevoel onder de inwoners van de gemeente.
2. Stimuleren en helpen van anderen:
De gemeente werkt bij het toetsen en verlenen van vergunningen sneller en positiever. Niet:
“nee, tenzij”, maar: “ja, mits”. Door versnelling kunnen mensen eerder met hetgeen vergund
is aan de slag. Dit komt ook de werkgelegenheid ten goede.
De gemeente verlaagt (met name) de (bouw)leges om investeringen, die enerzijds de
waarde van een huis kunnen vergroten en die aan de andere kant een impuls geven aan
onze lokale ondernemers, mogelijk te maken. Forza! realiseert zich dat dit strijdig is met het
huidige systeem van kostendekkende leges, maar recessie kan en mag wetten breken.
De gemeente verlaagt de prijzen van bouwgrond. Juist dit is in deze tijd een item. Niet alleen
het verlagen van de grondprijzen, maar ook het inzetten van het middel erfpacht kan leiden
tot lagere kosten bij de aankoop van een huis. De leidende opstelling bij dit alles is: hoe
stimuleert de gemeente de bouw? Hoe stimuleert de gemeente het eigen woningbezit?
De gemeente maakt de tariefdifferentiatie tussen woningen en niet-woningen in de
onroerend zaakbelasting ongedaan: het tarief voor niet-woningen wordt hetzelfde als voor
woningen. Het gevolg is dat de OZB voor ondernemers daalt. Dit geldt dan niet alleen voor
het MKB, maar ook voor de grotere ondernemingen, zoals Schiphol. Forza! acht dit
verantwoord, immers grote ondernemingen hebben ook te maken met recessie.
De gemeente kan de onroerend zaakbelasting ook voor iedereen (woningen en nietwoningen) verlagen. Om een indicatie te geven: een verlaging van de OZB-aanslagen met
10% kost jaarlijks ongeveer € 6.000.000.
Dit is gelijk aan een verlaging van gemeentelijke uitgaven met 1,5%.
Een (top)opleiding op het gebied van technische vakken (voor jongeren) binnenhalen. Geen
prestigieuze saleskantoor uit Amerika, maar een opleiding voor die beroepen waar een tekort
aan is en waarmee we èn jongeren èn onze samenleving in deze tijd helpen: in feite de
“oude ambachtschool”.
3. Een mix van zelf investeren en stimuleren van anderen:
De gemeente Haarlemmermeer wordt rondom begrensd door de Ringvaart. In het oosten en
zuiden vormen plassengebieden de grens. De gemeente Haarlemmermeer kan de
mogelijkheden voor watersport in deze gebieden veel verder optimaliseren. Er is al veel
watersport, maar veelal gedreven vanuit de andere kant van de Ringvaart.
Er zijn veel meer mogelijkheden en kansen. De gemeente kan deze mogelijkheden door
plannen, bestemmingen en vergunningen een grote push geven. Zo kan er, om maar een
voorbeeld te noemen, gedacht worden aan watersport (een jachthaven) en aan waterwonen
(al dan niet in combinatie met een jachthaven) aan de binnenkant van de Ringdijk.
Slotoverweging
De wethouder economische zaken zal wat Forza! betreft (bij alle te nemen
stimuleringsmaatregelen van de gemeente) een grote rol moeten spelen. Deze zal actief op
de hoogte moeten zijn van ontwikkelingen bij de lokale ondernemers in deze moeilijke tijden.
De wethouder staat open voor overleg om nog beter op de hoogte te blijven van deze
ontwikkelingen, wensen en initiatieven. Daarbij gaat het niet alleen om grote organisaties
met veel personeel, maar zeker ook om de kleine zelfstandigen en detaillisten.
De wethouder is op initiatief van ondernemers beschikbaar voor een dergelijk overleg en
biedt een luisterend oor in een vertrouwelijke sfeer. Om ook adviezen en zo mogelijk
oplossingen op maat te kunnen bieden, vindt er intensieve samenwerking plaats met de
Kamer van Koophandel en andere professionele instanties.
Los van de harde pecunia in aantallen euro’s kan een belangrijk terugverdieneffect van een
actief lokaal stimuleringsbeleid zijn dat minder mensen in de problemen komen door
werkloosheid, gedwongen verkoop van hun huis en het zichzelf en hun kinderen moeten
ontzeggen van noodzakelijke basale zaken. Met andere woorden: gelukkiger zijn of blijven.
En dat is moeilijk in geld uit te drukken. “Veel mensen kennen van alles de prijs, maar weten
nergens de waarde van”. De waarde van een opleving van de lokale economie is de prijs van
het investeren van een deel van de reserves zeker waard.
We willen benadrukken dat de lijst van kansen en mogelijkheden om de lokale economie te
stimuleren en de gevolgen van de crisis te lijf te gaan, niet uitputtend is beschreven.
Op allerlei terreinen die zich binnen de invloedssfeer bevinden van het gemeentebestuur
liggen logische en soms minder logische mogelijkheden die we uiteraard moeten aangrijpen
om de lokale economie te stimuleren. Het Deltaplan Economie maakt integraal onderdeel uit
van het verkiezingsprogramma van Forza! Haarlemmermeer 2014 – 2018.
Namens Forza! Haarlemmermeer:
Paul Meijer
Michel van Dijk
Kees van der Linden
Theo Luigjes
September 2013.
Download