De Stereotracker Het doel van deze pilot-studie is het ontwikkelen van de Stereotracker. Het apparaat moet in staat zijn, om op een geautomatiseerde manier gezichtsscherpte en stereopsis (ofwel stereozien, 3D-zien) te meten bij baby’s op een manier, die bruikbaar is in een klinische setting. Hierbij wordt gebruik gemaakt van zgn. eye tracking- en 3Dscherm-technologie. Over de ontwikkeling van de stereopsis bij baby’s zijn laboratoriumstudies gedaan. Tegen het einde van de derde levensmaand kan stereopsis bij de meerderheid van de baby’s aangetoond worden. Wat later lukt dit bij meer kinderen en de kwaliteit ervan neemt snel toe. Stereopsis is van belang bij de algemene ontwikkeling, zoals van ooghand coördinatie en fijne motoriek. De gebruikte testopstellingen en -methoden zijn echter in de praktijk moeilijk toepasbaar en worden daarom zelden gebruikt. De Stereotracker moet de mogelijkheid bieden, om de ontwikkeling van de stereopsis en gezichtsscherpte nader te onderzoeken bij normale baby’s, maar vooral ook in de eerste fasen van ontstaan van de Infantiele Esotropie (IE), een vorm van scheelzien, die meestal ontstaat in de eerste zes levensmaanden. Bij een deel van de kinderen met IE is stereopsis vroeg in de ontwikkeling wel aantoonbaar, maar zij verliezen dit. Deze studie wordt mede gedaan tegen de achtergrond van de IE en de controverse inzake de timing van behandeling. Zowel de voorstanders van late als van vroege behandeling van IE rapporteren het bereiken van enige mate van stereopsis in wisselende succespercentages. Er zijn sterke aanwijzingen, dat men door zeer vroeg ingrijpen na het begin van de IE (bijv. binnen 3 maanden na het ontstaan) hogere succespercentages en een hogere mate van stereopsis kan bereiken. De Stereotracker kan meer inzicht geven in de ontwikkeling van het stereozien bij normale kinderen en bij IE. De selectie van de patiëntjes met een goede kans op het bereiken van stereozien door zeer vroege interventie kan waarschijnlijk verbeterd worden m.b.v. de Stereotracker.