Zingeving Naam: Kelly Breebaart Studentnummer: 500636955 Klas: LG13-3IKZ2 Vak: Zingeving Studiegidsnummer: 6000IKZO13 Docent: J. Hellinga Aantal woorden: 2255 woorden Inhoudsopgave 1. Praktijksituatie 1.1 Dilemma 1.2 Vragen ter verduidelijking 1.3 Alternatieve mogelijkheden blz. 3 blz. 3 blz. 4 blz. 4 2. Uitleg begrippen blz. 5 3. Belangen blz. 7 4. Wettelijke kaders 4.1 Wet Geneeskundige Behandelovereenkomst 4.2 De kwaliteitswet zorginstellingen blz. 8 blz. 8 blz. 8 5. Professionele standaarden blz. 9 6. Analyse blz. 10 7. Conclusie blz. 11 8. Bronnenlijst blz. 12 2 1. Praktijksituatie VU medisch centrum, de verloskunde afdeling. Mevrouw is opgenomen, omdat haar baby een groeiachterstand heeft. Wanneer de baby geboren is, is ze erg klein en licht van gewicht. Verder gaat het goed met de baby. Er wordt besproken met de ouders hoe de bevalling is gegaan en hoe het met de baby is. Ik leid dit gesprek en heb een gediplomeerd verpleegkundige bij me als ondersteuning. Verder wordt er een plan gemaakt en wordt er verteld wat nu de volgende stappen zijn. Hierbij sta ik meer op de achtergrond en luister ik aandachtig. Wanneer het punt van Vitamine K geven aan bod komt, springen de ouders in. De ouders willen niet dat hun kindje geholpen wordt door middelen van buiten de natuur. Vitamine K en flesvoeding staan de ouders niet toe bij hun kindje. Ik weet waar vitamine K voor dient en was verbaasd dat de ouders dit niet wilden. De verloskundige en verpleegkundige legden uit waar vitamine K voordiende en dat het dus erg belangrijk is. Ik stond er bij en bleef op de achtergrond, ik luisterde naar de verschillende standpunten. De ouders bleven bij hun standpunt en er viel niet over te discussiëren. Het eerste wat ik dacht: kan dit zomaar? Kan er zomaar geen vitamine K worden gegeven? 1.1 Dilemma De morele vraag: Mogen we de baby vitamine K geven tegen de wensen van ouders in omdat het schadelijke gevolgen kan hebben voor de baby wanneer het niet wordt gegeven? Het hier gaat om twee waarden, die van de ouders en die van de zorgverleners. De ouders willen hun baby opvoeden met alleen maar natuurlijke producten, waar hun lichaam en de natuur voor kunnen zorgen. De ouders zien vitamine K als een natuurlijk product, omdat dit door het lichaam wordt aangemaakt. Echter gebeurt dit pas na de derde levensmaand. De maanden hiervoor heeft de baby ook vitamine K nodig voor de bloedstolling. Wanneer vitamine K niet wordt gegeven kunnen er dus ernstige bloedingen ontstaan. Pasgeboren baby’s hebben nog niet voldoende vitamine K, dit komt doordat er te weinig vitamine K door de placenta is gekomen en doordat de baby nog onvoldoende darmbacteriën heeft om voldoende vitamine K aan te maken. (1) De zorgverleners streven er naar om zo goed mogelijke zorg te verlenen. Hieronder valt ook het waarborgen van de gezondheid, in dit geval dus de gezondheid van de baby. 3 1.2 Vragen ter verduidelijking Hebben de ouders van de baby een religie? Speelt familie een rol in deze beslissing? Is de informatie duidelijk overgekomen? Is er in de voorgeschiedenis iets gebeurd wat de keuze beïnvloed? 1.3 Alternatieve mogelijkheden Wel of geen vitamine K geven, er zijn dus geen andere alternatieven mogelijk. 4 2. Uitleg begrippen Zin. Wat maakt het leven waard? Wat is de betekenis van het leven? Wat maakt jou gelukkig? De antwoorden van deze vragen maken de betekenis van zin. Wat is het nut, doel, richting, bestaansreden, betekenis. (2) Het is belangrijk voor de ouders om alleen te leven met middelen van de natuur. Dit maakt hun gelukkig en vinden zijn belangrijk in het leven. Zinbeleving. Wat iemand beleeft aan zin. Een bepaalde situatie als waardevol beleven en ervaren. Zinbeleving is meestal onbewust, de zin is aanwezig maar men is er niet van bewust. In deze situatie spelen er vaak meerdere belangrijke waarden mee. (2) Zingevingsvragen. Dit zijn vragen die te maken hebben met de zin van het leven. Er ontstaan vragen wanneer er niet goed een betekenis aan het leven gegeven kan worden. (2) Er kunnen verschillende zingevingsvragen tevoorschijn komen bij de geboorte van de baby. “Is het, het waard om de gezondheid van de baby in gevaar te brengen door te voldoen aan onze waarden en normen?” Zingevingsysteem. Het zingevingsysteem wordt gedurende het leven gemaakt door de mens. Het is een opvatting van waarden, normen en houdingen. Deze worden gedurende het leven eigen gemaakt. (2) Bij de ouders komt sterk naar voren dat zij veel waarde hechten aan hun waarden en normen. Dit wordt in het zingevingsysteem toegevoegd. Normen. Een norm is een maatstaaf, een regel of een richtsnoer. Een norm kan ook wel als normaal beschreven worden. (3) Het is “normaal” dat je het beste voor je kind wil. Waarden. Waarden zijn voor een individu of een groep belangrijk. Deze zijn voor iedereen anders. (3) Zij vinden het belangrijk dat de gezondheid van hun kind wordt gewaarborgd met middelen van de natuur. Moraal. Hier spelen de waarden en normen een leidende draad. Het moraal zegt iets over de gedragingen van de mens, wat is een juiste manier van handelen? (2) Voor de ouders is er een specifieke leidraad die zij moeten volgen in het leven. Dit is voor hen het moraal. Moreel. Het gevoel van goed en kwaad, dit is gegrond op het innerlijk gevoel. Ergens moreel toe verplicht zijn. Iemands innerlijke krachten als een geheel beschouwen. (2) Wilsbekwaamheid. Het vermogen van een patiënt om een weloverwogen beslissing te nemen. Over een onderzoek of een behandeling. De patiënt moet de gevolgen begrijpen van het niet in 5 meestemmen van een beslissing. (3) De patiënt in de casus is wilsbekwaam, mevrouw overziet de gevolgen en kiest bewust voor deze beslissing. Spiritualiteit. Dit is gericht op zingeving/religie en of het transcendente (buiten het gewone treden). Spiritualiteit omvat veel aspecten van verschillende religies, filosofieën en levenswijzen. (2, 3) 6 3. Belangen Er zijn acht waarden in de gezondheidszorg (autonomie, goed doen, niet schaden, rechtvaardigheid, integriteit, respect voor leven, tolerantie, zorgzaamheid), echter houdt het model van Bolt vier morele principes aan. 1. geen schade toebrengen 2. weldoen 3. respect voor autonomie 4. principe van rechtvaardigheid (4) Patiënt (baby) Patiënt/wettelijk vertegenwoordiger van de baby Arts/verloskundige Verpleegkundige Meningen Kan mening nog niet uitspreken. Wil het beste voor de baby. Wil leven naar de waarden die zij belangrijk vind en dus alleen middelen van de natuur. Gezondheid van de baby waarborgen. Gezondheid van de baby waarborgen. 7 Morele principes Wel doen. Wel doen. Respect voor autonomie. 4. Wettelijke kaders 4.1 Wet Geneeskundige Behandelovereenkomst (WGBO) Deze wet beschrijft de rechten en plichten van cliënten in de zorg. De WGBO regelt de volgende zaken: Recht op informatie over de medische situatie Toestemming voor een medische behandeling Inzage in het medisch dossier Recht op privacy Recht op vrije artsenkeuze Vertegenwoordiging, wanneer de patiënt wilsonbekwaam is (5) - Toestemming voor een medische behandeling. Een medische behandeling is alleen mogelijk wanneer de patiënt toestemming geeft. De patiënt kan zijn/haar keuze bespreken met de behandelaar. Zij zullen samen kijken naar een andere behandeling, wanneer deze er niet is kan er doorverwezen worden naar een andere behandelaar. (4) De patiënt heeft hier dus het recht om niet met de behandeling mee in te stemmen. - Vertegenwoordiging, wanneer de patiënt wilsonbekwaam is Wanneer er een behandeling gestart gaat worden moet er toestemming gevraagd worden aan de wettelijke vertegenwoordiger. De vertegenwoordiger moet in deze beslissingen de patiënt wel zo veel mogelijk betrekken. (5) In deze praktijksituatie zijn de ouders de vertegenwoordigers van de baby, de baby is namelijk nog niet in staat om eigen keuzes te maken. 4.2 De Kwaliteitswet zorginstellingen (Kzi) Deze wet zorgt ervoor dat in het samenwerkingsverband ook de kwaliteit moet worden gegarandeerd van de samenwerking van de organisatie. Het kernbegrip in deze wet is ‘goede zorg’ hieronder wordt verstaan: Zorg van goed niveau Doeltreffend, doelmatig en patiëntgerichte zorg Zorg is afgestemd op reële behoefte van de patiënt Wanneer er een calamiteit optreedt, dient de instelling deze te melden aan de inspectie voor de gezondheidszorg. Ook hier wordt verstaan onder goede zorg dat de wensen van de patiënten worden gerespecteerd. De behoefte van de wettelijke vertegenwoordiger is het niet geven van vitamine K. (6) 8 5. Professionele standaarden (beroepscode) De nationale beroepscode is de leidraad hoe verpleegkundige, verzorgende, helpende of zorghulp goed te werk kunnen gaan. Om goed te werk te kunnen verlenen zijn er waarden en normen nodig, de nationale beroepscode geeft uitgangswaarden voor het handelen. De belangrijke waarden zijn: respect, vertrouwelijkheid, eerlijkheid, weldoen, geen schade toebrengen, autonomie en rechtvaardigheid. De vier aspecten waaruit de uitgangspunten uit opgesteld zijn: 1. uitgangspunten met betrekking tot de beroepsuitoefening 2. de verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de zorgvrager 3. de verpleegkundige/verzorgende in relatie tot andere zorgverleners 4. de verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de samenleving (7) De vier belangrijkste afspraken uit de beroepscode die van toepassing zijn op de casus. 2.3 Als verpleegkundige/verzorgende stem ik de zorgverlening zoveel mogelijk af op de zorgbehoeften, waarden en normen, culturele en levensbeschouwelijke opvattingen van de zorgvrager. (7) Dit betekend vooral dat de hulpverlener rekening houdt met de leefregels en gewoonten die voor de zorgvrager belangrijk zijn. Voor zover dat niet schadelijk is voor de gezondheid van de zorgvrager. Het is hier dus lastig voor de hulpverlener om een grens te trekken, de waarden en normen moeten gerespecteerd worden maar tegenstrijdig is de gezondheid van de hulpvrager die hier onder lijdt. 2.7 Als verpleegkundige/verzorgende vraag ik de zorgvrager (en/of zijn vertegenwoordiger) om toestemming voordat ik tot zorgverlening overga. (7) De hulpverlener moet de weigering van een behandeling door een wilsbekwame zorgvrager respecteren. Dit echter wel alleen wanneer de zorg die van mij als hulpverlener wordt verwacht niet wordt geschaad. Dit gebeurt wel in de casus wanneer er geen vitamine K wordt gegeven, dit omdat er dan niet gekeken wordt naar de gezondheid van de baby. 3.7 Als verpleegkundige/verzorgende steun ik andere zorgverleners, die zich volgens de beroepscode willen gedragen, maar daarbij problemen ondervinden.(7) Dit houdt in dat de hulpverlener andere zorgverleners steunt in formele stappen nemen en in het ondersteunen van keuzes die gemaakt moeten worden. In deze praktijksituatie is het van belang dat er samen wordt gewerkt en dat hier gezamenlijk tot een besluit wordt gekomen. 4.1 Als verpleegkundige/verzorgende draag ik, binnen het domein van de zorg, bij aan de bevordering van de volksgezondheid. (7) Bijdragen aan de gezondheid, spreekt voor zichzelf. Zorgen voor een goede gezondheid hoort bij de taak als hulpverlener. Dit wil de hulpverlener in de praktijksituatie door vitamine K toe te dienen, echter wordt dit tegengewerkt. 9 6. Analyse Eerst worden de argumenten bekeken, deze geven dan aan of ze voor of tegen het geven van vitamine K zijn. Dit is stap drie van het model van Ello Paul. Ouders: Leven naar een wereld waar alleen natuurmiddelen worden gebruikt - tegen Gezondheid van de baby waarborgen - voor Waarden en normen nastreven - tegen Zorgverleners: Gezondheid van de baby waarboren Patiënt in waarden en normen laten Handelen naar beroepscode - voor - tegen - voor/tegen Allebei de partijen willen de gezondheid van de baby waarborgen, echter willen zij dit allebei op een andere manier doen. Voordat er op handelen wordt overgegaan moet er toestemming gegeven worden door de wilsbekwame patiënt en/of vertegenwoordiger, zo zegt de beroepscode. Hetzelfde staat in de wet WGBO en Kwi. Echter dient er wel gehandeld te worden zo dat de gezondheid niet in het geding komt. Wanneer de vitamine K niet wordt gegeven is het niet definitief dat er schadelijke gevolgen optreden. Dit is dan ook de reden dat de toestemming voor de behandeling hoger weegt dan de keuze van de hulpverlener. De presentie theorie van Baart geeft aan dat de kern van deze theorie is ‘er zijn voor’. Hiermee wordt bedoeld er voor elkaar zijn. Er is hier niet direct sprake van een probleemoplossende oriëntatie. Deze theorie is moeilijk te testen, aangezien hier geen concrete protocollen voor zijn. Er zijn geen standaarden en deze zorg is dus niet te meten of te controleren. De belangrijkste waarde in deze theorie is zorgzaamheid. Zorgzaamheid komt ook terug naar voren in de beroepscode. In deze praktijksituatie is het dan ook erg belangrijk dat de hulpverlener veel luistert en zo de beslissing van de patiënt beter begrijpt en eventueel hier nog over kan praten. Wanneer de patiënt behoefte heeft aan een geestelijk verzorger kan deze in consult gevraagd worden door de verpleegkundige. Uit de theorie van Bolt komt naar voren dat de zorgverleners goed willen doen en de autonomie willen respecteren, deze komen echter in tegenstrijd met het goed doen van de patiënt. De twee partijen hebben hier allebei een andere voorstelling bij. 10 7. Conclusie Het is moreel juist dat ik geen vitamine K geef aan de baby, omwille van de waarden van de ouders. Ondanks de patiëntveiligheid van de baby die ik hiermee in gevaar breng. Ik kan de baby extra observeren en in de gaten houden om de eventuele gevolgen te beperken. Tevens moet er besproken worden met de ouders hoe te handelen wanneer er wel een risicosituatie optreedt doordat er geen vitamine K is gegeven. Ik heb bewijs nodig dat de ouders de baby geen vitamine K willen geven, dit doe ik door middel van een formulier op te stellen waar in staat dat de ouders er voor kiezen om geen vitamine K te geven en op de hoogte zijn van de eventuele gevolgen. De ouders dienen dit formulier te ondertekenen, zo dekken de zorgverleners zich in wanneer er wel een bloeding optreedt. Bij deze conclusie laat ik de ouders in hun waarden en schaad ik deze niet. Doordat de WGBO aangeeft dat de patiënt moet beslissen over de behandeling, moet ik mij aan de keuze van de ouders overlaten. In de beroepscode staat vermeld dat een wilsbekwame patiënt mag beslissen over een behandeling, deze dient dan gerespecteerd te worden. Echter wanneer de gezondheid acuut in gevaar is mag er wel gehandeld worden, dit is nog niet het geval dus moet de keuze gerespecteerd worden. 11 8. Bronnenlijst (1) Stichting Voedingscentrum Nederland. Eerlijk over eten, vitamine K. 2011. Beschikbaar via: http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vitamine-k.aspx Geraadpleegd, 2014 mei 11 (2) Hellinga J. Intensief klinische zorg, zingeving. 2014. Beschikbaar via: https://dlwo.ashp.hva.nl/studiedelen/6000IKZO13/1314/Paginas/default.aspx Geraadpleegd, 2014 mei 11 (3) Van Dale. 2014. Beschikbaar via: http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=normen&lang=nn#.U3OkBYF_th4 Geraadpleegd, 2014 mei 14) (4) Bolt L L E. Willigenburg T van. Ethiek in praktijk. Assen: Van Gorcum; 2003. (5) Rijksgezondheid, informatiepunt dwang in de zorg. Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). 2014. Beschikbaar via: https://www.dwangindezorg.nl/rechten/wetten/wgbo Geraadpleegd, 2014 mei 15 (6) Janssen L. Gezondheidsrecht begrepen. Een praktische inleiding in het gezondheidsrecht voor (para) medici en verpleegkundigen. Den Haag: Lemma; 2008. p. 203 (7) Witte J de, Berkers N, Visser G. Nationale Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden. V&VN. 2007. Beschikbaar via: http://www.venvn.nl/Portals/20/publicaties/20070112beroepscodeposterdef.pdf Geraadpleegd, 2014 mei 11 12