Bovennatuurlijke oorlog in de eindtijd

advertisement
Bovennatuurlijke oorlog in de eindtijd.
Openb.12:7-9 Toen brak er oorlog uit in de hemel. Michaël en zijn engelen bonden de strijd
aan met de draak. De draak en zijn engelen boden tegenstand, maar werden verslagen;
sindsdien is er voor hen in de hemel geen plaats meer. De grote draak werd op de aarde
gegooid. Hij is de slang van weleer, die duivel of satan wordt genoemd en die de hele wereld
misleidt. Samen met zijn engelen werd hij op de aarde gegooid.
A: Voorbereiding op de eindtijd.
Verreweg het grootste deel van de gemeente van Jezus is volledig onbekend met wat de
Bijbel leert over de eindtijd; nu zou dat niet zo erg zijn wanneer we nog 500 jaar verwijderd
waren van de terugkeer van Jezus, maar we leven nu in de tijd waarin Jezus gaat komen. Er
vinden zoveel dramatische veranderingen plaats in zowel de geestelijke als de natuurlijke
wereld, maar veel gelovigen zijn niet voorbereid op de dingen die komen gaan. Verreweg de
meeste mensen die nu op de aarde leven zullen het drama van de eindtijd in volle hevigheid
gaan meemaken, terwijl ze dat niet beseffen. Nu zijn er onbijbelse theorieën die beweren dat
de gemeente van Jezus van de aarde wordt weggenomen voordat de eindtijd aanbreekt,
maar dit is een verschrikkelijke dwaalleer want het laat gelovigen volledig onvoorbereid op
de dingen die komen gaan. Anderen maken zich schuldig aan het verdraaien van het boek
Openbaring door alles alleen maar symbolisch te verklaren, d.w.z. door het zogenaamd te
“vergeestelijken”; ook dit is een valse manier van interpretatie, omdat ook hierin gezocht
wordt naar ontsnapping uit de rauwe werkelijkheid van de eindtijd.
Maar de profetieën in de Bijbel over de eindtijd betekenen wat ze zeggen, en ze zeggen wat
ze betekenen; en de beste manier is om de profetieën over de eindtijd zo letterlijk mogelijk te
nemen. Er zijn bepaalde gedeelten die een symbolische taal spreken, maar deze symboliek
wordt door de Bijbel zelf verklaard; de Bijbel verklaart de Bijbel, maar het vraagt investering
van tijd en aandacht om de juiste interpretatie te vinden. Het woord van God geeft ons zeer
duidelijke Goddelijke informatie die redelijk gemakkelijk te vinden is, wanneer wij vrijmoedig
God om wijsheid vragen, en die geeft Hij graag (Jac.1:5); want voor de verstandige is het
gemakkelijk om kennis te verkrijgen (Spr.8:9, 14:6). De tijd is aangebroken dat wij helder
inzicht kunnen krijgen in de Bijbelse informatie over de eindtijd, zodat wij vooral de gemeente
van Jezus duidelijk kunnen informeren over wat komen gaat. Er is in de Bijbel veel informatie
over de eindtijd te vinden, want de Heer wil Zijn gemeente voorbereiden zodat zij als de
Bruid van Christus triomferend in liefde en kracht uit de meest dramatische periode van de
menselijke geschiedenis tevoorschijn zal komen.
De eindtijd zal een tijd zijn waarin er meer gelovigen op de aarde zullen zijn dan in de hemel;
en het zal de tijd zijn waarin het grootste aantal mensen uit de geschiedenis tot geloof gaat
komen. In de tweede plaats zal Jezus aan het einde van de eindtijd als de God-Mens uit de
hemel neerdalen om Zijn koninkrijk op de aarde te vestigen, waarmee Hij een dramatische
omwenteling op aarde teweegbrengt op elk niveau van de samenleving. In de derde plaats
zal Jezus toestaan dat het kwaad op de aarde tot volle bloei komt, maar tenslotte zal Hij het
kwaad volledig uitroeien en van de aarde verwijderen. De Heilige Geest zal vele gelovigen
grote openbaring geven over de werkelijke betekenis van de eindtijd; vele gelovigen zullen
zich uitstrekken naar inzicht en onderzoek doen in het woord van God (Dan.11:33-35). We
hebben echter ook zalving en autoriteit nodig om de verworven inzichten te communiceren
met anderen, zodat ook zij inzicht krijgen en een hartsverbinding kunnen maken met de
wegen van God in de eindtijd.
Het is een verschrikkelijke leugen om te geloven dat de Bijbelse openbaring over de eindtijd
te moeilijk is om te kunnen begrijpen; het boek Openbaring is ons gegeven om te lezen, te
horen en te gehoorzamen, want daardoor zullen wij gelukkig worden (Openb.1:3). Wanneer
wij met een hartsgesteldheid van eenvoud en nederigheid komen en dit boek zeer regelmatig
doorlezen, zal de Heer ons inzicht geven (Matt.11:25-27). Wanneer wij geloven dat de Bijbel
het woord van God is, kunnen we ook geloven dat er letterlijk bedoeld wordt wat er staat,
tenzij anders aangegeven wordt. De Bijbel is namelijk bedoeld voor een mensheid die door
1
de geschiedenis heen voor het grootste deel uit eenvoudige mensen heeft bestaan met
weinig of geen educatieve ontwikkeling; juist dit soort mensen ontvangt de genade van God
om Zijn mysterie te kunnen begrijpen (1Kor.1:27-29, 2:7-10). Ook in de 20e en 21e eeuw
behoort het grotere deel van de gemeente van Jezus tot de arme en minder ontwikkelde laag
van de mensheid; maar juist voor hen is de Bijbel bedoeld.
De profeet Daniël bestudeerde de Bijbelse geschriften, voegde daar vasten en gebed aan
toe, en als antwoord op zijn gebed verscheen een engel die zijn beperkte inzichten naar een
hoger niveau bracht (Dan.9:1-3, 20-23). God geeft meer openbaring in de context van een
levensstijl van Bijbelstudie, vasten en gebed; deze openbaring kan komen d.m.v. een engel
maar ook d.m.v. dromen of visioenen, maar we zullen zeker meer openbaring ontvangen
wanneer wij de informatie over de eindtijd met grote regelmaat bespreken met gelovigen die
zich ook uitstrekken naar meer inzicht. Omdat wij deel uitmaken van een gemeenschap van
gelovigen, is het nodig dat wij deel kunnen hebben aan het goede dat gebeurt, maar ook in
staat zijn om uitleg te geven aan het negatieve dat komen gaat. We moeten de crisis van de
eindtijd zodanig leren te interpreteren en door te geven, dat anderen deze informatie kunnen
ontvangen zonder aanstoot te nemen aan de wegen van God, omdat zij begrijpen dat het
mysterie van de eindtijd geworteld is in de vurige liefde van God die alles aan de kant wil
schuiven dat Zijn liefde in de weg staat.
Wanneer wij de Bijbelgedeelten over de eindtijd niet kennen, zullen wij de stappen die nodig
zijn niet kunnen begrijpen; er is namelijk een noodzakelijke levensstijl die ons voorbereidt op
de dingen die komen gaan. Dat is hard nodig, want we staan vlak voor de komst van een
wereldwijde crisis die de crisis van de Tweede Wereldoorlog vele malen zal overtreffen qua
omvang en effecten op ons persoonlijke zowel als sociale leven. Jezus heeft ons dringend
opgeroepen om waakzaam te zijn, omdat we niet weten op welk tijdstip Hij zal terugkomen
(Matt.24:25+33, 42-44, 25:13). Onze waakzaamheid wordt sterk geïntensiveerd door een
leven van gebed dat geworteld is in intimiteit met Jezus en inzicht in de Bijbelse informatie
over de eindtijd; wanneer wij een levensstijl van vasten toevoegen aan dit proces, zal het
vuur van de waakzaamheid sterk toenemen. Door het onderwijs van het woord van God
komt het menselijke hart in aanraking met intimiteit met Jezus en met inzicht in de eindtijd;
daardoor zal het hart in vuur en vlam raken tot voorbede.
B: Stellingen over de eindtijd.
1) De Joodse holocaust uit de Tweede Wereldoorlog was een daad van aanbidding aan
satan door Adolf Hitler; dat was de prijs die hij betaalde om politieke macht in de wereld te
krijgen. De satanische opdracht voor hem was om het Joodse volk van de aarde uit te roeien
als voorwaarde voor politieke macht, en zelfs toen het duidelijk werd dat hij de oorlog zou
verliezen, verdubbelde hij zijn inspanningen om het Joodse volk uit te moorden. In navolging
hiervan zal er een nieuwe dictator opstaan op het toneel van de wereld, die een nog grotere
vorm van toewijding aan satan zal hebben en zich volledig zal inspannen om het Joodse volk
uit te moorden in de laatste en grootste holocaust van de menselijke geschiedenis.
2) Het motief van satan is geworteld in de zekerheid dat Jezus zal terugkomen, maar deze
terugkomst van Jezus is gekoppeld aan een bepaalde uitspraak van Jezus in Matt.23:39. In
deze tekst deed Jezus de uitspraak dat Hij zou terugkomen naar de stad Jeruzalem op een
moment dat het Joodse volk in het land Israël aanwezig is en het Joodse leiderschap in de
stad Jeruzalem Hem officieel zal verwelkomen met de woorden “Gezegend is Hij die komt in
de naam van de Heer.” Daarom heeft de duivel alles op alles gezet om te voorkomen dat het
Joodse volk zou terugkeren naar het land Israël, maar dat is niet gelukt; vervolgens heeft hij
geprobeerd om te voorkomen dat er gelovige Joden in de stad Jeruzalem zullen zijn om
Jezus te verwelkomen, maar ook dat is hem niet gelukt. Maar in de eindtijd zal satan via een
mens, de antichrist, alles op alles zetten om de Joden zowel in het land Israël als wereldwijd
uit te roeien zodat zij Jezus niet kunnen verwelkomen.
3) Jezus heeft Zichzelf verbonden aan deze belofte, zodat in de vervulling van deze belofte
de hele aarde volledig gered zal worden nadat Jezus is teruggekeerd. Er zal een enorm
grote oogst van mensen binnengehaald worden vóórdat Jezus terugkeert, maar nadat Jezus
is teruggekeerd, zullen alle mensen op aarde zich voor Hem neerbuigen (Fil.2:9-11). Vanaf
2
dat moment zal er een wereldwijde aanbiddingsbeweging zijn die het centrum in Jeruzalem
heeft; de grote zendingsopdracht zal pas volledig vervuld zijn nádat de Heer is teruggekeerd.
Maar wat wij doen vóórdat de Heer terugkeert, zal van groot belang zijn na de komst van
Jezus; onze werken zullen ons volgen en wij zullen van de Heer onze beloning ontvangen.
Onze aardse bediening vóór de komst van de Heer zal naar een veel hoger niveau stijgen,
nadat de Heer is teruggekeerd.
4) De antichrist zal de meest invloedrijke persoon in de eindtijd zijn, en zijn invloed zal veel
groter zijn dan al zijn duistere voorgangers; hij zal de optelsom zijn van het fascisme, het
communisme en de geest van de islam, en dat op een wereldwijde schaal. Hij zal een totale
invloed uitoefenen op het gebied van politieke macht, militaire macht, economische macht en
religieuze macht.
5) Voordat Jezus terugkomt, zal het volk Israël de grootste crisis uit zijn bestaan meemaken,
maar niemand is erbij gebaat wanneer wij dit verzwijgen; de profeet Jeremia noemde dit een
vreselijke dag waarin het volk van Jacob in grote nood komt, maar het zal daaruit worden
gered (Jer.30:7+23-24). De profeet Zacharia profeteerde over een holocaust in het land
Israël waarin tweederde van het Joodse volk wordt uitgeroeid, terwijl het overblijvende derde
deel door het vuur zal worden gelouterd en daarna de naam van de Heer zal aanroepen
(Zach.13:8-9). Deze grootste crisis zal leiden tot de volledige redding van het overblijvende
deel van het volk Israël (Rom.11:25-27). Dan.12:1 en Matt.24:21 noemen dit de tijd van de
allergrootste verschrikkingen uit de geschiedenis van de mensheid, maar Dan.12:1 voegt
eraan toe dat dát de tijd zal zijn waarin het volk Israël wordt gered, namelijk allen die in het
boek zijn opgetekend. Want Israël zal in de eindtijd het doelwit zijn van de toorn van God,
maar ook het doelwit van de furieuze woede van satan (Jes.42:22-25); het resultaat echter
zal zijn dat dit volk tot geloof in Jezus de Messias komt.
6) Er zal een gelovig overblijfsel zijn van het Joodse volk zoals er ook in de dagen van Elia
een gelovig overblijfsel was (1Kon.19:18, Rom.11:4); dit gelovige overblijfsel zal een derde
deel van het Joodse volk zijn dat weigert de antichrist te aanbidden. Dit overblijfsel wordt
door Jezus aangespoord om onmiddellijk naar de bergen te vluchten, zodra ze in de tempel
van Jeruzalem het afgodsbeeld van de antichrist zien staan (Matt.24:16).
7) De eindtijd zal ook de tijd zijn waarin de gemeente van Jezus triomfantelijk tevoorschijn
zal komen via een proces van wereldwijde vervolgingen en martelaarschap; de volgelingen
van Jezus zullen de aanklager van alle gelovigen overwinnen door het bloed van het Lam,
door het woord van hun getuigenis en omdat zij bereid zijn hun aardse leven af te leggen in
de dood (Openb.12:10-11). We zullen ons echter erop moeten voorbereiden dat wij door veel
beproevingen het koninkrijk van God zullen binnengaan (Hand.14:22, 2Tim.3:12).
C: Het grote geestelijke conflict in de eindtijd.
Openb.12:7-9 Toen brak er oorlog uit in de hemel. Michaël en zijn engelen bonden de strijd
aan met de draak. De draak en zijn engelen boden tegenstand, maar werden verslagen;
sindsdien is er voor hen in de hemel geen plaats meer. De grote draak werd op de aarde
gegooid. Hij is de slang van weleer, die duivel of satan wordt genoemd en die de hele wereld
misleidt. Samen met zijn engelen werd hij op de aarde gegooid.
Deze grote geestelijke botsing vindt plaats in de eindtijd, want Dan.12:1 vertelt ons dat in die
tijd Michaël, de grote vorst, zal opstaan om het volk van Israël te helpen; het zal een tijd van
verdrukking zijn zoals er nog nooit geweest is, maar in die tijd zal Israël gered worden, d.w.z.
allen die in het boek van het leven staan opgeschreven.
Deze botsing in de geestelijke wereld is dynamisch verbonden met de gebedsbeweging op
de aarde; Dan.10:12-14+20-21 laat zien dat engelen in beweging komen op grond van het
gebed van gelovigen. Want er is sprake van een oorlog tussen Michaël en zijn engelen tegen
de duivel en zijn demonen, en aan de andere kant is daar de biddende gemeente van Jezus
tegenover de legers van de antichrist. Deze oorlog is al in ontwikkeling maar zal voor de
volle 100 procent plaatsvinden in de laatste drieënhalf jaar vóór de tweede komst van Jezus,
zie Openb.12:6+14. In deze oorlog van de eindtijd zijn er twee verschillende oorlogsfronten;
er is een natuurlijk oorlogsfront en er is een geestelijk oorlogsfront, maar deze twee zullen
parallel met elkaar lopen.
3
1) De oorlog op het natuurlijke vlak: het menselijke leger van Israël zal betrokken zijn bij een
hevig militair conflict (Zach.12-14), maar aan het eind daarvan zal Jezus als de Zoon van
David komen om Israël te bevrijden.
2) De oorlog op het geestelijke vlak: de wereldwijde gemeente zal als een geestelijk leger
gericht zijn op geestelijke oorlogsvoering d.m.v. gebed, vasten, martelaarschap en
profetische ondersteuning van Israël. Jezus zal als de Heer der legerscharen de hemelse
legers van de engelen opdracht geven om de gemeente te beschermen, te ondersteunen en
te helpen in geestelijke overwinning, en tegelijkertijd het overblijfsel van Israël beschermen
tegen de antichrist.
De profeet Daniël is een model voor geestelijke oorlogsvoering in zijn strijd om de politieke
en militaire situatie van Israël te veranderen. In Dan.10:2-3 begon hij te bidden en te vasten
tot er drie weken voorbij waren, want pas na 21 dagen kreeg hij antwoord op zijn gebed (vers
13), hoewel zijn gebed vanaf de eerste dag werd gehoord (vers 12). Als antwoord op zijn
gebed kreeg hij in een visioen een ontmoeting met een hemelse persoon (vers 5-6), maar
deze persoon legde hem uit dat hij 21 dagen was tegengehouden door de bovennatuurlijke
vorst van het Perzische koninkrijk (vers 13). Pas nadat de aartsengel Michaël te hulp
geschoten was, kon deze persoon verdergaan om Daniël in te lichten over de
gebeurtenissen van de eindtijd (vers 14). Zo lezen we ook in Dan.9:20-23 dat de engel
Gabriël hem bezoekt als antwoord op zijn gebed; de conclusie is dat engelen in beweging
komen op basis van de gebeden van de heiligen.
De biddende gemeente zal een dynamische rol van voorbede vervullen en daarmee de val
van satan veroorzaken door haar bijdrage aan de overwinning van Michaël en zijn engelen.
De biddende gemeente zal ook een belangrijke bijdrage leveren aan de grote opwekking van
de eindtijd (Openb.7:9), het vrijzetten van de twee getuigen (Openb.11), de bescherming van
Israël (Openb.12:14), de verzegeling van de 144.000 Joodse gelovigen (Openb.7:4), het
vrijzetten van Gods oordelen in de zegels, de bazuinen en de schalen, en tenslotte ook haar
bijdrage aan de tweede komst van Jezus (Openb.22:17).
D: Het fundament voor de overwinning.
Openb.12:10-12a Toen hoorde ik een luide stem in de hemel zeggen: Nu zijn de redding, de
macht en het koningschap van onze God werkelijkheid geworden, en de heerschappij van
Zijn Messias. Want de aanklager van onze broeders en zusters, die hen dag en nacht bij
onze God aanklaagde, is ten val gebracht. Zij hebben hem dankzij het bloed van het Lam en
dankzij hun getuigenis overwonnen. Zij waren niet aan het leven gehecht en hebben hun
dood aanvaard. Daarom: juich, hemel, en allen die daar wonen!
Het interval van Openb.12-14 vindt plaats vlak nadat er op de zevende bazuin is geblazen
(Openb.11:15-19), als gevolg waarvan de zeven schalen van Gods toorn worden
leeggegoten in Openb.16. Het doel van dit interval is om ons inzicht te geven in de zekerheid
van onze overwinning en ook om ons inzicht te geven in de reden waarom Gods toorn en
wraak zo hevig zijn. Deze tweevoudige boodschap spoort ons aan om zowel onszelf als
anderen voor te bereiden op de dingen die komen gaan. Johannes geeft ons in Openb.12-14
een overzicht van de oorlog tussen licht en duisternis, waarbij elk hoofdstuk een ander
aspect belicht; deze oorlog zal in alle hevigheid escaleren in de eindtijd, want satan zal
proberen om zowel de gemeente als het volk Israël te vernietigen (Openb.11:7, 12:17, 13:7).
Op het moment van Openb.12:10-12 zijn de hemelen volkomen vrijgemaakt van de duistere
aanwezigheid van de duivel en zijn demonen; dit is tot stand gekomen door de volharding
van de wereldwijde gemeente d.m.v. gebed en vasten. Gods hoofddoel, het huis van gebed
uit Jes.56:7, is nu volledig manifest geworden op de aarde.
De gemeente heeft dit doel bereikt door drie fundamentele principes als gevolg van het kruis.
1) Het bloed van Jezus het Lam: de kinderen van God hebben al hun gevoelens van schuld
en minderwaardigheid afgelegd door de volledige toepassing van het bloed van Jezus; ze
weten zich volledig gekwalificeerd om een koninkrijk van priesters te zijn (Openb.1:6).
2) Het woord van hun getuigenis: de kinderen van God staan in volle vrijmoedigheid voor de
troon van God (Hebr.4:16) om te pleiten voor de redding van Israël en het binnenhalen van
4
de grote oogst onder de volken; ook hebben ze volle vrijmoedigheid om tegenover de
mensen te getuigen van de komst van Jezus Christus en Zijn koninkrijk.
3) Martelaarschap: in deze tijd zullen de volhardende gelovigen volle vrijmoedigheid hebben
om hun leven af te leggen voor de zaak van Jezus Christus, voor het volk van Israël en voor
de gemeente.
Satan en zijn demonische legers werden juridisch volledig verslagen op het kruis van
Golgotha (Kol.2:15); dit was een overwinning die onze Heer alleen moest behalen. Maar de
Heer wil de definitieve militaire overwinning niet zonder de inzet van Zijn hele gemeente
behalen; het is de glorie van de gemeente om samen met de Heer der legerscharen en Zijn
hemelse legers de militaire kracht van de duisternis definitief te breken. Het is de glorie van
de getrouwen van God dat zij het beschreven recht aan de vijand mogen voltrekken (Ps.149)
en zo zullen zij zien dat de God van de vrede spoedig satan onder hun voeten zal vertrappen
en aan hen zal onderwerpen (Rom.16:20).
E: Onderschatting van de werkelijke aard van de strijd.
Openb.10:8-11 Toen hoorde ik opnieuw die stem uit de hemel. Hij zei tegen me: Haal de
geopende boekrol die de engel die op de zee en het land staat in zijn hand heeft. Ik ging
naar de engel toe en vroeg om het boekje. Hij reikte het mij aan en zei: Eet het op. Het zal
branden in je maag, maar in je mond zo zoet zijn als honing. Ik pakte het boekje aan en at
het op. Het smaakte zoet als honing, maar nadat ik het opgegeten had, brandde het in
mijn maag. Toen kreeg ik te horen: Je moet opnieuw over talrijke landen en volken en
koningen profeteren.
Bezig zijn met het boek Openbaring en alle Bijbelse materie over de eindtijd herbergt een
grote verleiding die tot een grote misleiding kan worden. Toen Johannes de opdracht kreeg
om een kleine boekrol - de profetische boodschap voor de eindtijd – op te eten, smaakte het
boekje zoet als honing in zijn mond. Dat is juist de grote verleiding voor iedereen die met de
eindtijd bezig wil zijn, want de einduitslag staat van tevoren vast door de overwinning van
Jezus, de Koning der koningen en de Heer der heren (Openb.17:14, 19:16). Maar zolang de
inhoud van het boek Openbaring zoet als honing smaakt, kunnen we er van uitgaan dat we
in de verste verte nog niet werkelijk een begin hebben gemaakt met het verteren van de
inhoud. De werkelijke betekenis van het boek Openbaring begint pas gestalte in ons leven te
krijgen wanneer de inhoud begint te branden in onze maag; zolang de boodschap van de
eindtijd zoet als honing smaakt, is dat een aanwijzing dat we de inhoud nog niet hebben
verteerd. Het proces van geestelijk verteren van het boek Openbaring zal ons een ervaring
geven, die Jezus had toen Hij in de tuin van Gethsemane worstelde met Zijn persoonlijke
grote verdrukking (Luc.22:41-44).
Openb.12:12b Maar wee de aarde en de zee: de duivel is naar jullie afgedaald! Hij is
woedend, want hij weet dat hij geen tijd te verliezen heeft.
Openb.12:17 De draak was woedend op de vrouw en ging weg om strijd te leveren met de
rest van haar nageslacht, met allen die zich aan Gods geboden houden en bij het getuigenis
van Jezus blijven.
De Griekse grondtekst van het Nieuwe Testament liegt er niet om en spreekt van tomeloze
woede van de draak, dat is de duivel. Wanneer Openb.12 nu op dit moment in vervulling zou
gaan, zou vrijwel niemand van de wereldwijde gemeente van Jezus weten hoe de duivel op
de aarde bestreden zou moeten worden. De voltallige wereldwijde gemeente zou in totale
paniek raken en op de vlucht slaan, wanneer de antichrist op dit moment openbaar zou
worden. Nu is het duidelijk op grond van Openb.12:10-12a dat de gemeente van de eindtijd
triomfantelijk zal overwinnen, maar zover is nog bijna niemand; we hebben nog een aantal
jaren te gaan waarin we ongelooflijk kunnen groeien in inzicht en volwassenheid, mits we de
tijd die we nog hebben optimaal gebruiken. Misschien duurt het nog 20 of 30 jaar, voordat
het zover is, maar die jaren zullen we hard nodig hebben om ons grondig voor te bereiden;
we moeten leren om de Bijbelse informatie over de eindtijd zodanig te verteren dat deze
boodschap niet alleen maar zoet in onze mond smaakt, maar ook bitter in onze maag brandt.
Dan pas begint onze voorbereiding gestalte te krijgen. Het is nu de juiste tijd om diepte in
ons leven met Jezus te zoeken, krachtig te groeien in ons geloof en onze liefde, en te leren
5
wandelen in grotere autoriteit van de Heilige Geest. Daarom moeten wij zo vaak als we
kunnen het boek Openbaring lezen, aanhoren en verteren, want de tijd is dichterbij dan we
meestal denken (Openb.1:3, 22:7).
Openb.4:1 Hierna had ik een visioen. Er stond een deur open in de hemel. De stem die me
eerder had toegesproken met het geluid van een bazuin, zei nu: Kom hierboven, dan laat Ik
je zien wat er hierna gebeuren moet.
Het is tijd om het vaak fantasierijke maar zinloze argumenteren over de eindtijd achter ons te
laten, omdat de meeste argumenten de gelovigen niet kunnen motiveren om meer diepte in
hun geestelijke relatie met Jezus te zoeken, of meer inzicht in Zijn woord en meer kracht van
de Heilige Geest. Deze argumenten zijn niet verkeerd, maar ze missen de kracht om ons
echt voor te bereiden op de geestelijke strijd van voorbede, gekoppeld aan een levensstijl
van vasten, aanbidding en profetie. De Heilige Geest waarschuwt ons dat we geen tijd meer
moeten verspillen aan theoretische discussies, en ons niet moeten laten verleiden tot het
verspillen van energie, omdat we graag wijs willen zijn in de ogen van mensen. Wat komen
gaat is veel intenser dan wij op dit moment kunnen bedenken; zelfs degenen met veel inzicht
in de eindtijd kunnen op dit moment nog niet de werkelijke intensiteit van de gebeurtenissen
in Openb.12:7-17 beseffen. Geestelijke groei is veel belangrijker dan allerlei theoretische
discussies.
1Tim.1:5-7 Het doel van je opdracht is de liefde die voortkomt uit een rein hart, een zuiver
geweten en een oprecht geloof. Sommigen hebben zich daarvan afgewend en zijn vervallen
tot zinloos gepraat. Zij willen de wet van God onderwijzen, maar weten niet wat ze zeggen
en begrijpen niets van wat ze zo stellig beweren.
Vooral voor christenen in de westerse wereld is het de hoogste tijd om hun aardse plezier in
de welvaartsmaatschappij met al haar natuurlijke vermaak achter zich te laten, want onze
kennis is helaas veel groter dan onze kracht; maar kennis maakt ons opgeblazen van trots
(1Kor.8:1-3). Het gezaghebbende woord van God wordt altijd bevestigd door de kracht van
de Heilige Geest, en deze geestelijke autoriteit komt vaak tot uitdrukking in de demonstratie
van wonderen en tekenen (Marc.16:20, Hand.2:43, 5:12, 1Kor.2:4-5, Hebr.2:3b-4). De enige
manier waarop het apostolische christendom van de eindtijd effectief zal zijn in een wereld
die steeds meer beheerst wordt door de duisternis, is dat alle gelovigen gaan opereren in de
kracht van de Heilige Geest als bevestiging van het gesproken, profetische woord.
1Kor.4:19-20 Maar ik zal spoedig naar u toe komen, indien de Heer het wil, en dan zal ik wel
te weten komen of die opscheppers het bij woorden laten of dat ze werkelijk kracht bezitten.
Want het koninkrijk van God bestaat niet uit woorden, maar uit kracht.
Openb.3:2 (NBG’51) Wees wakker en versterk het overige, dat dreigde te sterven , want Ik
heb geen van uw werken vol bevonden voor Mijn God.
Het is tijd om te spreken over werkelijk ontzag voor de Heer en de echte betekenis van Zijn
Goddelijke toorn, want mensen zullen niet bevrijd worden van de misleiding van natuurlijk
plezier en vermaak zonder een prediking van Gods woord die gezalfd wordt door de Heilige
Geest. Het is altijd Gods bedoeling geweest dat wij uit onze samenkomsten naar huis gaan
met het duidelijke gevoel dat God bij ons leven betrokken is met grote kracht. God wil dat wij
de manifestatie van Zijn majesteit zullen gaan ervaren op een manier die ons doet beven
voor Zijn heiligheid. Maar tegelijkertijd wil de Heer dat wij Zijn liefde gaan ervaren op een
manier die ons beweegt tot bekering en berouw.
Rom.11:22 Houd daarom voor ogen dat God niet alleen goed is, maar ook streng. Hij is
streng voor wie gevallen zijn, maar goed voor u, als u tenminste trouw blijft aan Zijn
goedheid, want anders wordt ook u afgekapt.
Hand.5:11 De hele gemeente en allen die hiervan hoorden, werden door grote schrik
bevangen.
Wij weten dat Jezus Christus de duivel en al zijn handlangers op het kruis van Golgotha
heeft verslagen, en sinds Zijn opstanding uit de dood en Zijn hemelvaart heeft Jezus een
positie aan de rechterhand van de Vader in de hemel, een plaats hoog boven alle vorsten en
heersers, alle machten en kracht, en alles is aan Zijn voeten gelegd (Efez.1:20-22). Jezus
heeft zich ontdaan van de machten en krachten in de hemelse gebieden, en Hij heeft hem
openlijk de schande gemaakt en over hen getriomfeerd (Kol.2:15). Maar toch is er nog
6
steeds sprake van aanwezigheid van demonische machten in het geestelijke luchtruim
boven de aarde (Efez.2:2), en nog steeds hebben wij een strijd te voeren tegen deze
demonische machten.
Efez.6:10-12 Ten slotte, zoek uw kracht in de Heer, in de kracht van Zijn macht. Trek de
wapenrusting van God aan om stand te kunnen houden tegen de listen van de duivel. Onze
strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de
machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen.
Er is nog steeds sprake van het “al wel, maar nog niet helemaal”-principe van het koninkrijk
van God; Jezus heeft de machten der duisternis op het kruis van Golgotha overwonnen,
maar toch moeten wij in samenwerking met de Heilige Geest deze strijd definitief beslissen.
Wanneer de duivel en zijn engelen voor eens en voor altijd uit de hemelse gebieden worden
gegooid (Openb.12:7-9), begint de eindtijd van 3,5 jaar; dan zal de gemeente van Jezus op
de aarde nog een hevige strijd moeten voeren tegen de duivel in de menselijke gedaante
van de antichrist. Samen met de duivel zullen ook miljoenen demonen op de aarde worden
gegooid, en ook zij zullen hun tomeloze woede op Joden en christenen willen botvieren;
daarom zal er sprake zijn van grote geestelijke strijd in de eindtijd. Satan zal al zijn macht
aan de antichrist geven (Openb.13:2), en vele, vele miljoenen mensen zullen de antichrist
aanbidden (Openb.13:4+8). Alle rangordes van de duisternis zullen op de aarde aanwezig
zijn en de volgelingen van de antichrist opzwepen tot grote haat tegen de gemeente van
Jezus en het volk Israël. Op een gegeven moment gaat bij de vijfde bazuin de put van de
afgrond open (Openb.9:1-11), en dan worden ook alle demonen in de afgrond vrijgelaten; zij
zijn daar tijdens de geschiedenis in terechtgekomen (2Petr.2:4, Judas vs.6), maar zullen in
de eindtijd nog eenmaal worden losgelaten vanwege Goddelijke doeleinden. Er zijn dus
meer dan redenen genoeg om ons nu al voor te bereiden op de grootste geestelijke strijd
waarmee de gemeente van Jezus in haar hele bestaan ooit mee is geconfronteerd. Geen
wonder dus dat de eindtijd ook wel de Grote Verdrukking wordt genoemd, want de meest
dramatische gebeurtenissen van de menselijke geschiedenis zullen plaatsvinden in de
context van de grootste gebedsbeweging aller tijden, die strijd voert tegen de allergrootste
onderdrukker van alle tijden, om de aarde vervuld gezien worden met de grootste beweging
van gerechtigheid door de grootste uitstorting van de Heilige Geest aller tijden.
F: Het conflict voortgezet in de natuurlijke wereld.
Openb.12:12b-18 Maar wee de aarde en de zee: de duivel is naar jullie afgedaald! Hij is
woedend, want hij weet dat hij geen tijd te verliezen heeft. Toen de draak zag dat hij op de
aarde gegooid was, achtervolgde hij de vrouw die een Zoon gebaard had. Maar de vrouw
kreeg de twee vleugels van de grote adelaar om naar haar plaats in de woestijn te vliegen,
waar gedurende een tijd en twee tijden en een halve tijd voor haar gezorgd zou worden,
buiten het bereik van de slang. Toen spuwde de slang een stroom water als een rivier achter
de vrouw aan om haar daarin mee te sleuren. Maar de aarde schoot haar te hulp: de aarde
sperde haar mond open en dronk de rivier op die de draak had uitgespuwd. De draak was
woedend op de vrouw en ging weg om strijd te leveren met de rest van haar nageslacht, met
allen die zich aan Gods geboden houden en bij het getuigenis van Jezus blijven. Hij ging op
het strand bij de zee staan.
Op het moment dat satan en zijn demonen uit de bovennatuurlijke wereld zijn verdreven,
treden de laatste 3,5 jaar vóór de tweede komst van Jezus in werking; deze 3,5 jaar worden
genoemd in Openb.12:6+14 en 13:5, en dit is de werkelijke eindtijd vlak voor de komst van
Jezus waarin de duivel in de menselijke gedaante van de antichrist furieus tekeer zal gaan.
Daarom eindigt 12:12 ook met het weegeroep over de aarde en de zee, omdat de duivel in
zijn furieuze woede is neergedaald, wetend dat hij nog maar 3,5 jaar tot zijn beschikking
heeft (want ook hij kent de Bijbel). Vanaf dat moment zal hij alles op alles zetten om het
Joodse volk uit te roeien (12:13) om te voorkomen dat er ook nog maar één levende Jood in
Jeruzalem of Israël aanwezig zal zijn die Jezus kan verwelkomen volgens de profetie van
Jezus Zelf (Matt.23:39).
Dit zal de tijd zijn waarin tenslotte tweederde van het Joodse volk uitgeroeid zal worden
(Zach.13:8), maar een derde deel zal worden gespaard; dit deel wordt het uitverkoren deel
7
genoemd dat in het boek van God staat opgeschreven (Dan.12:1b). Dit uitverkoren deel krijgt
de twee vleugels van de grote adelaar; deze grote adelaar is onze Heer Zelf die aan het
begin van Israël’s reis door de woestijn het volk op de vleugels van een adelaar tot Zichzelf
gebracht had (Ex.19:4). En aan het einde van de reis door de woestijn openbaarde de Heer
Zichzelf opnieuw als de grote adelaar die Zijn volk op Zijn vleugels droeg (Deut.32:11-12).
Dit spreekt van een tijd waarin God opnieuw het volk Israël wonderbaarlijk zal bevrijden,
beschermen, en leiding en voorziening zal geven in de woestijn (Hos.2:16-25, Matt.24:16).
Op dezelfde wijze waarop God het volk Israël in de exodus vanuit Egypte beschermde, op
dezelfde wijze zal Hij ook in de eindtijd Zijn volk van voedsel en bescherming voorzien. Het
uitverkoren deel van het volk Israël zal opnieuw de woestijn in vluchten naar een plaats die
voor haar bereid is (vers 14); op bovennatuurlijke wijze zal het volk daar beschermd worden
tegen de woede van satan. Dit heeft echter alleen betrekking op het uitverkoren deel dat de
eindtijd zal overleven, en in dat proces zullen alle overlevende Joden tot geloof in Jezus, de
Joodse Messias, gaan komen (Rom.11:25-26).
Vers 15-16 spreekt over een stroom van water die de slang als een rivier achter de vrouw
aan uitspuugt om haar mee te sleuren; dit spreekt van een hevige vervolging van Israël.
Satan is vastbesloten elke overlevende Jood uit te roeien met alle mogelijke middelen, maar
God beschermt het uitverkoren deel in de woestijn. De aarde schiet het volk Israël te hulp; dit
spreekt van Gods bovennatuurlijke ingrijpen in de natuurlijke elementen om Israël te helpen
in de woestijn waar geen enkele menselijke hulp beschikbaar is (Hos.2:23-25), zoals dat ook
in de tijd van Mozes gebeurde.
Omdat satan dit uitverkoren deel van Israël niet kan aanraken, richt hij zijn furieuze woede in
vers 17 op de rest van het nageslacht van deze vrouw. Dit nageslacht wordt omschreven als
degenen die zich aan Gods geboden houden en het getuigenis van Jezus hebben; het kan
niet anders of dit heeft betrekking op de profetische gemeente die naast Israël staat, maar
overwegend uit gelovigen uit de heidenen bestaat. Aan het eind van Openb.12 wordt satan
afgeschilderd als degene die Israël en de gemeente wil vernietigen, terwijl aan het begin van
Openb.13 hij al zijn macht geeft aan de antichrist. Openb.12:13-18 is het bovennatuurlijke
plaatje van wat zich in Openb.13 afspeelt in de natuurlijke wereld, waar de antichrist alle
mogelijke natuurlijke middelen tot zijn beschikking heeft om oorlog te voeren tegen het
Joodse volk en de gemeente van Jezus.
G: De glorierijke rechterstoel van Christus.
Matt.25:31-46 Wanneer de Mensenzoon komt, omstraald door luister en in gezelschap van
alle engelen, zal Hij plaatsnemen op Zijn glorierijke troon. Dan zullen alle volken voor Hem
worden samengebracht en zal Hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de
schapen van de bokken scheidt; de schapen zal Hij rechts van Zich plaatsen, de bokken
links.
Nadat Jezus is teruggekeerd, zal Hij plaatsnemen op Zijn troon van glorie in Jeruzalem; dan
zullen alle volken voor Zijn troon worden samengebracht en zal Hij Zijn oordeel uitspreken
over de volken. Het enige criterium, de enige maatstaf die Jezus gebruikt om de volken na
de eindtijd te oordelen, is hun houding tegenover het Joodse volk; want wat mensen hebben
gedaan voor de broeders en zusters van Jezus, dat hebben zij aan Hem gedaan (25:40+45).
Datgene wat mensen in de eindtijd voor de Joden zullen doen, wanneer deze hongerig,
dorstig, dakloos, naakt, ziek of gevangen zijn, dat zal door Jezus beschouwd worden als aan
Hem gedaan. Wanneer mensen deze dingen aan de Joden doen, zullen zij daarmee te
kennen geven dat zij het hart van Jezus voor het Joodse volk kennen, want Jezus is de
Koning der Joden (Joh.19:19). Maar de weigering om op een of andere manier op te komen
voor het Joodse volk - de natuurlijke familie van Jezus - en op de bres te staan voor de
meest vervolgde bevolkingsgroep ter wereld, zal leiden tot een eeuwig oordeel in de hel
(Matt.25:41+46). De door Jezus genoemde daden van zorg en menslievendheid ten behoeve
van het Joodse volk vervangen niet ons reddend geloof op basis van het evangelie, maar zij
geven wel uitdrukking aan dit zuiver reddend geloof (Jac.2:14-26).
Het belang van dit gedeelte uit Matt.25 is dat het laat zien waar werkelijk geloof toe leidt,
namelijk grote zorg en aandacht voor het Joodse volk wanneer dit volk onderdrukt, vervolgd
8
en met volledige uitroeiing bedreigd wordt. Maar dit gedeelte laat ook zien waar ongeloof toe
leidt, namelijk totale onverschilligheid tegenover het lot van het vervolgde Joodse volk; de
houding van een mens tegenover het Joodse volk is voor Jezus synoniem voor de houding
van een mens tegenover Jezus Zelf. Dit gedeelte spreekt niet van humanitaire hulp aan
mensen in nood, want dat zou betekenen dat zowel gelovigen als ongelovigen voor eeuwig
verloren zouden gaan omdat zij geen directe hulp hebben geboden aan hun medemens in
nood. Dat zal weliswaar een zekere rol kunnen spelen in de eindbeoordeling van Jezus over
mensenlevens, maar dat is niet waar dit gedeelte over gaat. De manier waarop wij omgaan
met het Joodse volk in de eindtijd is dezelfde manier waarop ons hart tegenover Jezus staat.
Onze houding tegenover het Joodse volk in de eindtijd zal cruciaal zijn, want het zal een tijd
zijn waarin de Joden wereldwijd vervolgd worden, gedood worden of opgesloten worden in
concentratiekampen over de hele wereld. Alle volken die weigeren om het Joodse volk te
dienen, zowel vóór als na de terugkeer van Jezus, zullen ten ondergaan, zij zullen worden
verdelgd en vernietigd (Jes.60:12).
Onze Heer heeft in de Bijbel beloofd dat Hij het Joodse volk jaloers zal maken op het geloof
van de heidenen (Deut.32:21b, Jes.28:11, Rom.11:11); maar 2000 jaar christendom heeft
laten zien, dat deze belofte in de verste verte nog niet in vervulling is gegaan, want de Joden
zijn in geen enkel opzicht jaloers gemaakt door het geloof van christenen. Maar toch gaat de
Heer Zijn belofte waarmaken, doordat de Joden in de eindtijd een bovennatuurlijke liefde
zullen ontdekken in de gemeente, omdat de gelovigen uit de heidenen in de eindtijd bereid
zullen zijn voor hen te sterven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er al een klein aantal
christenen dat bereid was hun leven te riskeren voor de redding van Joden, maar in de
eindtijd zal de Heer Zijn voltallige gemeente bereidwillig maken om het leven te riskeren ten
behoeve van het Joodse volk. Dat zal de tijd zijn waarin de wereldwijde gemeente in staat
zal zijn om de liefde van Jezus in volheid te communiceren met het Joodse volk; dat zullen
wij kunnen doen omdat wij geen enkele angst meer voor de dood hebben, terwijl de Joden
nog steeds angst voor de dood zullen kennen.
Het zal een tijd zijn waarin gelovigen uit de heidenen in staat zullen zijn om de kracht en de
rijkdom van Gods verbond met Israël te demonstreren; want het verbond en de wet en de
eredienst en de beloften zijn aan Israël geschonken, maar wij zullen hen laten zien wat de
werkelijke inhoud van dit verbond is. Dit zal het Joodse volk tot grote jaloersheid brengen
waardoor velen van hen tot geloof zullen komen, want zij zullen zien dat de heidenen deel
hebben gekregen aan dezelfde erfenis, hetzelfde lichaam en dezelfde beloften als waar zij
van nature toe geroepen zijn (Efez.3:6). Zij zullen de heiligheid in ons leven zien temidden
van een wereld die zwaar ondergedompeld is in goddeloosheid, en ook daardoor zullen zij
tot jaloersheid geprikkeld worden.
Jes.55:5 Ook jij zult een volk ontbieden dat je nog niet kende, en een volk dat jou nog niet
kende zal zich haasten om bij je te zijn, omwille van de HEER, je God, de Heilige van Israël,
die je deze luister heeft verleend.
H: Het tweede lied van Mozes.
In Deut.32 staat Mozes aan het einde van zijn leven op aarde en moet hij voortijdig zijn
bediening op aarde beëindigen, omdat hij één keer zijn geduld met Israël verloor; juist omdat
hij God zo goed had leren kennen, was die ene keer dat hij zijn geduld verloor zo cruciaal,
omdat hij op dat moment een totaal verkeerde interpretatie van de genade van God gaf
(Num.20:7-13).
In vers 1 roept Mozes de hele schepping, zowel de hemel als de aarde profetisch op tot
getuige van wat hij gaat zeggen; en in vers 3-4 maakt hij duidelijk dat zijn profetie gebaseerd
is op de naam van de Heer, d.w.z. op het eeuwige en onveranderlijke karakter van God die
er voor zal zorgen dat Zijn eeuwige verbond met Israël zal blijven bestaan. De kracht van het
verbond van God met Israël is gebaseerd op Gods betrouwbaarheid en nooit op de mate van
de gehoorzaamheid van het volk; Hij is de Rots en al Zijn wegen zijn rechtvaardig. Het idee
dat God een einde zou kunnen maken aan Zijn verbond met Israël is een onaanvaardbaar
idee, want het is volledig in strijd met het eeuwig betrouwbare karakter van God. Hij is de
eeuwig Onveranderlijke, en Hij is nooit verrast geweest over de zonde en afgoderij van Zijn
9
eigen volk; daarom ook geeft God deze profetie aan Mozes die vooraf profeteert over de
toekomstige afvalligheid van het volk Israël.
Vers 4 spreekt over het feit dat God een Rots is die staat voor wat recht is; dit recht heeft te
maken met het vestigen van alle dingen zoals ze bedoeld zijn in het hart van God, en dit
betekent veel meer dan alleen maar afrekenen met het kwaad. God heeft het volk Israël
volgens Zijn eeuwige voornemen geschapen; Hij is hun Vader en Schepper, en Hij heeft hen
gemaakt door hen tot leven te roepen (vers 6b-7). Daarom begint Paulus Zijn brief aan de
gemeente te Efeze met het eeuwige voornemen van God dat al vóór de grondlegging der
wereld vastgesteld was; maar deze eeuwige roeping geldt in de eerste plaats voor de Joden,
en pas in Efez.1:13 komen de gelovigen uit de heidenen langszij. En deze eeuwige roeping
van God is gebaseerd op Zijn eigen wil en verlangen (Efez.1:5a) en is tot de eer van Gods
grootheid (Efez.1:6+12+14). Het eeuwige plan van God wordt uiteindelijk gevestigd naar
aanleiding van het ontwerp dat Hij al vanaf het begin had ontworpen volgens Zijn eigen
bedoelingen op basis van Zijn eigen eeuwige betrouwbare karakter. Dit volk Israël - inclusief
de gelovigen uit de heidenen - zal uiteindelijk worden wat altijd al in het hart van de Vader
geleefd heeft, namelijk de volmaakte Bruid van Christus, de Zoon van God.
Vervolgens worden we in vers 5 geconfronteerd met de consequente ontrouw van het volk
Israël door de eeuwen heen (zie ook Jes.1:2); deze ontrouw is niet een verschijnsel dat af en
toe de kop opsteekt, maar dat een diepgeworteld kwaad is en dat hardnekkig aanwezig is in
het hart van dit volk. Daarom herinnert Mozes het volk in vers 7-14 bij voorbaat al aan de
grote betrouwbaarheid van God in de geschiedenis van Israël; de voortdurende bescherming
en de overvloedige zegen zijn betrouwbare getuigen van de liefdevolle bedoelingen van de
God van Israël met Zijn volk. Hij noemt hen Jesurun, wat een liefdevolle aanduiding is voor
een volk dat kostbaar en dierbaar is in het hart van God; maar in vers 15-18 keert dit volk zijn
God de rug toe. Ze verwerpen de Rots die hen ter wereld had gebracht (vers 18), en zij
verruilen hun relatie met God voor een relatie met nietige afgoden (vers 21a).
Omdat zij door hun afgoden God tergden met jaloersheid, besluit de God van Israël Zijn
eigen volk te tergen met een volk dat geen volk is, een volk zonder verstand dat door God
gebruikt wordt om Israël tot jaloersheid te tergen (vers 19-21); dit werd al geprofeteerd nog
voordat het volk Israël in het beloofde land aankwam. Mozes ontving hier een onvoorstelbaar
grote openbaring, omdat God het proces kende vanaf het begin; daarom gaf God vooraf al
openbaring, zodat niemand een reden had om te twijfelen aan de succesvolle voltooiing van
het proces, de afronding van de weg die God met Israël gaat. God vertelde de geschiedenis
aan het volk, voordat de geschiedenis goed en wel begonnen was; want God is de alfa en
omega, het begin en het einde (Openb.1:8, 21:6, 22:13).
Jes.46:9-10 Denk terug aan alles wat eertijds is gebeurd. Ik ben God, er is geen ander, Ik
ben God, niemand is aan Mij gelijk. Die in het begin al het einde aankondigde en lang
tevoren wat nog gebeuren moest. Die zegt: Wat Ik besluit, wordt van kracht, en alles wat Ik
wil, breng Ik ten uitvoer. (zie ook Jes.14:24, 42:9, 44:8, 48:3-5+16).
Omdat het volk Israël de relatie met God verbreekt, zal Hij in Zijn vurige liefde voor dit volk
Zijn oordeel op hen loslaten; de hevigheid van dit oordeel zal in overeenstemming zijn met
Zijn buitengewoon grote liefde voor dit volk (vers 22-25). De kerngedachte hierachter is dat
de God van Israël alles aan de kant schuift wat Zijn liefde voor dit volk in de weg staat; Hij zal
al Zijn macht gebruiken en al Zijn rechtvaardigheid aanwenden om tenslotte Zijn grote liefde
voor Israël te openbaren (vers 36-39). Maar zelfs in Zijn oordeel zal God Zichzelf inhouden
vanwege het feit dat de volken op aarde Zijn oordeel verkeerd zullen interpreteren; want de
vijanden van Israël zullen het oordeel van God in hun kortzichtigheid en onbegrip aangrijpen
om Israël te vervolgen en proberen dit volk uit te roeien (vers 26-31).
In vers 32-35 neemt God wraak op de volken doordat Hij hen te drinken geeft uit de beker
van Zijn toorn, maar daarna ontfermt Hij Zich over Zijn eigen volk in vers 36-39 om daarna in
vers 40-42 af te rekenen met de vijandige volken die Israël hebben willen vernietigen. In vers
43 juicht de hele aarde omdat God Zijn volk Israël gewroken heeft op zijn vijanden en de
schuld van Israël volledig heeft uitgewist; dan zal Israël zich bewust zijn van de waarheid van
het evangelie en de kracht van het kruis van Jezus Christus. Dan zal dit volk begrijpen dat
Jezus de lijdende Dienaar van God uit Jes.53 is, en zal over het volk de Geest van genade
10
worden uitgestort, zodat zij zullen zien op Hem die zij hebben doorstoken (Zach.12:10). Dan
zal Israël met God verzoend worden, en hun definitieve aanvaarding zal gelijk zijn aan
opstanding uit de dood op een manier die de grootste oogst van de menselijke geschiedenis
zal binnenbrengen (Rom.11:11-15).
V.v.d.B. 
11
Download