Bovennatuurlijke oorlog in de eindtijd. Openb.12:7-9 Toen brak er oorlog uit in de hemel. Michaël en zijn engelen bonden de strijd aan met de draak. De draak en zijn engelen boden tegenstand, maar werden verslagen; sindsdien is er voor hen in de hemel geen plaats meer. De grote draak werd op de aarde gegooid. Hij is de slang van weleer, die duivel of satan wordt genoemd en die de hele wereld misleidt. Samen met zijn engelen werd hij op de aarde gegooid. A: Voorbereiding op de eindtijd. Verreweg het grootste deel van de gemeente van Jezus is volledig onbekend met wat de Bijbel leert over de eindtijd; nu zou dat niet zo erg zijn wanneer we nog 500 jaar verwijderd waren van de terugkeer van Jezus, maar we leven nu in de tijd waarin Jezus gaat komen. Er vinden zoveel dramatische veranderingen plaats in zowel de geestelijke als de natuurlijke wereld, maar veel gelovigen zijn niet voorbereid op de dingen die komen gaan. Verreweg de meeste mensen die nu op de aarde leven zullen het drama van de eindtijd in volle hevigheid gaan meemaken, terwijl ze dat niet beseffen. Nu zijn er onbijbelse theorieën die beweren dat de gemeente van Jezus van de aarde wordt weggenomen voordat de eindtijd aanbreekt, maar dit is een verschrikkelijke dwaalleer want het laat gelovigen volledig onvoorbereid op de dingen die komen gaan. Anderen maken zich schuldig aan het verdraaien van het boek Openbaring door alles alleen maar symbolisch te verklaren, d.w.z. door het zogenaamd te “vergeestelijken”; ook dit is een valse manier van interpretatie, omdat ook hierin gezocht wordt naar ontsnapping uit de rauwe werkelijkheid van de eindtijd. Maar de profetieën in de Bijbel over de eindtijd betekenen wat ze zeggen, en ze zeggen wat ze betekenen; en de beste manier is om de profetieën over de eindtijd zo letterlijk mogelijk te nemen. Er zijn bepaalde gedeelten die een symbolische taal spreken, maar deze symboliek wordt door de Bijbel zelf verklaard; de Bijbel verklaart de Bijbel, maar het vraagt investering van tijd en aandacht om de juiste interpretatie te vinden. Het woord van God geeft ons zeer duidelijke Goddelijke informatie die redelijk gemakkelijk te vinden is, wanneer wij vrijmoedig God om wijsheid vragen, en die geeft Hij graag (Jac.1:5); want voor de verstandige is het gemakkelijk om kennis te verkrijgen (Spr.8:9, 14:6). De tijd is aangebroken dat wij helder inzicht kunnen krijgen in de Bijbelse informatie over de eindtijd, zodat wij vooral de gemeente van Jezus duidelijk kunnen informeren over wat komen gaat. Er is in de Bijbel veel informatie over de eindtijd te vinden, want de Heer wil Zijn gemeente voorbereiden zodat zij als de Bruid van Christus triomferend in liefde en kracht uit de meest dramatische periode van de menselijke geschiedenis tevoorschijn zal komen. De eindtijd zal een tijd zijn waarin er meer gelovigen op de aarde zullen zijn dan in de hemel; en het zal de tijd zijn waarin het grootste aantal mensen uit de geschiedenis tot geloof gaat komen. In de tweede plaats zal Jezus aan het einde van de eindtijd als de God-Mens uit de hemel neerdalen om Zijn koninkrijk op de aarde te vestigen, waarmee Hij een dramatische omwenteling op aarde teweegbrengt op elk niveau van de samenleving. In de derde plaats zal Jezus toestaan dat het kwaad op de aarde tot volle bloei komt, maar tenslotte zal Hij het kwaad volledig uitroeien en van de aarde verwijderen. De Heilige Geest zal vele gelovigen grote openbaring geven over de werkelijke betekenis van de eindtijd; vele gelovigen zullen zich uitstrekken naar inzicht en onderzoek doen in het woord van God (Dan.11:33-35). We hebben echter ook zalving en autoriteit nodig om de verworven inzichten te communiceren met anderen, zodat ook zij inzicht krijgen en een hartsverbinding kunnen maken met de wegen van God in de eindtijd. Het is een verschrikkelijke leugen om te geloven dat de Bijbelse openbaring over de eindtijd te moeilijk is om te kunnen begrijpen; het boek Openbaring is ons gegeven om te lezen, te horen en te gehoorzamen, want daardoor zullen wij gelukkig worden (Openb.1:3). Wanneer wij met een hartsgesteldheid van eenvoud en nederigheid komen en dit boek zeer regelmatig doorlezen, zal de Heer ons inzicht geven (Matt.11:25-27). Wanneer wij geloven dat de Bijbel het woord van God is, kunnen we ook geloven dat er letterlijk bedoeld wordt wat er staat, tenzij anders aangegeven wordt. De Bijbel is namelijk bedoeld voor een mensheid die door 1 de geschiedenis heen voor het grootste deel uit eenvoudige mensen heeft bestaan met weinig of geen educatieve ontwikkeling; juist dit soort mensen ontvangt de genade van God om Zijn mysterie te kunnen begrijpen (1Kor.1:27-29, 2:7-10). Ook in de 20e en 21e eeuw behoort het grotere deel van de gemeente van Jezus tot de arme en minder ontwikkelde laag van de mensheid; maar juist voor hen is de Bijbel bedoeld. De profeet Daniël bestudeerde de Bijbelse geschriften, voegde daar vasten en gebed aan toe, en als antwoord op zijn gebed verscheen een engel die zijn beperkte inzichten naar een hoger niveau bracht (Dan.9:1-3, 20-23). God geeft meer openbaring in de context van een levensstijl van Bijbelstudie, vasten en gebed; deze openbaring kan komen d.m.v. een engel maar ook d.m.v. dromen of visioenen, maar we zullen zeker meer openbaring ontvangen wanneer wij de informatie over de eindtijd met grote regelmaat bespreken met gelovigen die zich ook uitstrekken naar meer inzicht. Omdat wij deel uitmaken van een gemeenschap van gelovigen, is het nodig dat wij deel kunnen hebben aan het goede dat gebeurt, maar ook in staat zijn om uitleg te geven aan het negatieve dat komen gaat. We moeten de crisis van de eindtijd zodanig leren te interpreteren en door te geven, dat anderen deze informatie kunnen ontvangen zonder aanstoot te nemen aan de wegen van God, omdat zij begrijpen dat het mysterie van de eindtijd geworteld is in de vurige liefde van God die alles aan de kant wil schuiven dat Zijn liefde in de weg staat. Wanneer wij de Bijbelgedeelten over de eindtijd niet kennen, zullen wij de stappen die nodig zijn niet kunnen begrijpen; er is namelijk een noodzakelijke levensstijl die ons voorbereidt op de dingen die komen gaan. Dat is hard nodig, want we staan vlak voor de komst van een wereldwijde crisis die de crisis van de Tweede Wereldoorlog vele malen zal overtreffen qua omvang en effecten op ons persoonlijke zowel als sociale leven. Jezus heeft ons dringend opgeroepen om waakzaam te zijn, omdat we niet weten op welk tijdstip Hij zal terugkomen (Matt.24:25+33, 42-44, 25:13). Onze waakzaamheid wordt sterk geïntensiveerd door een leven van gebed dat geworteld is in intimiteit met Jezus en inzicht in de Bijbelse informatie over de eindtijd; wanneer wij een levensstijl van vasten toevoegen aan dit proces, zal het vuur van de waakzaamheid sterk toenemen. Door het onderwijs van het woord van God komt het menselijke hart in aanraking met intimiteit met Jezus en met inzicht in de eindtijd; daardoor zal het hart in vuur en vlam raken tot voorbede. B: Stellingen over de eindtijd. 1) De Joodse holocaust uit de Tweede Wereldoorlog was een daad van aanbidding aan satan door Adolf Hitler; dat was de prijs die hij betaalde om politieke macht in de wereld te krijgen. De satanische opdracht voor hem was om het Joodse volk van de aarde uit te roeien als voorwaarde voor politieke macht, en zelfs toen het duidelijk werd dat hij de oorlog zou verliezen, verdubbelde hij zijn inspanningen om het Joodse volk uit te moorden. In navolging hiervan zal er een nieuwe dictator opstaan op het toneel van de wereld, die een nog grotere vorm van toewijding aan satan zal hebben en zich volledig zal inspannen om het Joodse volk uit te moorden in de laatste en grootste holocaust van de menselijke geschiedenis. 2) Het motief van satan is geworteld in de zekerheid dat Jezus zal terugkomen, maar deze terugkomst van Jezus is gekoppeld aan een bepaalde uitspraak van Jezus in Matt.23:39. In deze tekst deed Jezus de uitspraak dat Hij zou terugkomen naar de stad Jeruzalem op een moment dat het Joodse volk in het land Israël aanwezig is en het Joodse leiderschap in de stad Jeruzalem Hem officieel zal verwelkomen met de woorden “Gezegend is Hij die komt in de naam van de Heer.” Daarom heeft de duivel alles op alles gezet om te voorkomen dat het Joodse volk zou terugkeren naar het land Israël, maar dat is niet gelukt; vervolgens heeft hij geprobeerd om te voorkomen dat er gelovige Joden in de stad Jeruzalem zullen zijn om Jezus te verwelkomen, maar ook dat is hem niet gelukt. Maar in de eindtijd zal satan via een mens, de antichrist, alles op alles zetten om de Joden zowel in het land Israël als wereldwijd uit te roeien zodat zij Jezus niet kunnen verwelkomen. 3) Jezus heeft Zichzelf verbonden aan deze belofte, zodat in de vervulling van deze belofte de hele aarde volledig gered zal worden nadat Jezus is teruggekeerd. Er zal een enorm grote oogst van mensen binnengehaald worden vóórdat Jezus terugkeert, maar nadat Jezus is teruggekeerd, zullen alle mensen op aarde zich voor Hem neerbuigen (Fil.2:9-11). Vanaf 2 dat moment zal er een wereldwijde aanbiddingsbeweging zijn die het centrum in Jeruzalem heeft; de grote zendingsopdracht zal pas volledig vervuld zijn nádat de Heer is teruggekeerd. Maar wat wij doen vóórdat de Heer terugkeert, zal van groot belang zijn na de komst van Jezus; onze werken zullen ons volgen en wij zullen van de Heer onze beloning ontvangen. Onze aardse bediening vóór de komst van de Heer zal naar een veel hoger niveau stijgen, nadat de Heer is teruggekeerd. 4) De antichrist zal de meest invloedrijke persoon in de eindtijd zijn, en zijn invloed zal veel groter zijn dan al zijn duistere voorgangers; hij zal de optelsom zijn van het fascisme, het communisme en de geest van de islam, en dat op een wereldwijde schaal. Hij zal een totale invloed uitoefenen op het gebied van politieke macht, militaire macht, economische macht en religieuze macht. 5) Voordat Jezus terugkomt, zal het volk Israël de grootste crisis uit zijn bestaan meemaken, maar niemand is erbij gebaat wanneer wij dit verzwijgen; de profeet Jeremia noemde dit een vreselijke dag waarin het volk van Jacob in grote nood komt, maar het zal daaruit worden gered (Jer.30:7+23-24). De profeet Zacharia profeteerde over een holocaust in het land Israël waarin tweederde van het Joodse volk wordt uitgeroeid, terwijl het overblijvende derde deel door het vuur zal worden gelouterd en daarna de naam van de Heer zal aanroepen (Zach.13:8-9). Deze grootste crisis zal leiden tot de volledige redding van het overblijvende deel van het volk Israël (Rom.11:25-27). Dan.12:1 en Matt.24:21 noemen dit de tijd van de allergrootste verschrikkingen uit de geschiedenis van de mensheid, maar Dan.12:1 voegt eraan toe dat dát de tijd zal zijn waarin het volk Israël wordt gered, namelijk allen die in het boek zijn opgetekend. Want Israël zal in de eindtijd het doelwit zijn van de toorn van God, maar ook het doelwit van de furieuze woede van satan (Jes.42:22-25); het resultaat echter zal zijn dat dit volk tot geloof in Jezus de Messias komt. 6) Er zal een gelovig overblijfsel zijn van het Joodse volk zoals er ook in de dagen van Elia een gelovig overblijfsel was (1Kon.19:18, Rom.11:4); dit gelovige overblijfsel zal een derde deel van het Joodse volk zijn dat weigert de antichrist te aanbidden. Dit overblijfsel wordt door Jezus aangespoord om onmiddellijk naar de bergen te vluchten, zodra ze in de tempel van Jeruzalem het afgodsbeeld van de antichrist zien staan (Matt.24:16). 7) De eindtijd zal ook de tijd zijn waarin de gemeente van Jezus triomfantelijk tevoorschijn zal komen via een proces van wereldwijde vervolgingen en martelaarschap; de volgelingen van Jezus zullen de aanklager van alle gelovigen overwinnen door het bloed van het Lam, door het woord van hun getuigenis en omdat zij bereid zijn hun aardse leven af te leggen in de dood (Openb.12:10-11). We zullen ons echter erop moeten voorbereiden dat wij door veel beproevingen het koninkrijk van God zullen binnengaan (Hand.14:22, 2Tim.3:12). C: Het grote geestelijke conflict in de eindtijd. Openb.12:7-9 Toen brak er oorlog uit in de hemel. Michaël en zijn engelen bonden de strijd aan met de draak. De draak en zijn engelen boden tegenstand, maar werden verslagen; sindsdien is er voor hen in de hemel geen plaats meer. De grote draak werd op de aarde gegooid. Hij is de slang van weleer, die duivel of satan wordt genoemd en die de hele wereld misleidt. Samen met zijn engelen werd hij op de aarde gegooid. Deze grote geestelijke botsing vindt plaats in de eindtijd, want Dan.12:1 vertelt ons dat in die tijd Michaël, de grote vorst, zal opstaan om het volk van Israël te helpen; het zal een tijd van verdrukking zijn zoals er nog nooit geweest is, maar in die tijd zal Israël gered worden, d.w.z. allen die in het boek van het leven staan opgeschreven. Deze botsing in de geestelijke wereld is dynamisch verbonden met de gebedsbeweging op de aarde; Dan.10:12-14+20-21 laat zien dat engelen in beweging komen op grond van het gebed van gelovigen. Want er is sprake van een oorlog tussen Michaël en zijn engelen tegen de duivel en zijn demonen, en aan de andere kant is daar de biddende gemeente van Jezus tegenover de legers van de antichrist. Deze oorlog is al in ontwikkeling maar zal voor de volle 100 procent plaatsvinden in de laatste drieënhalf jaar vóór de tweede komst van Jezus, zie Openb.12:6+14. In deze oorlog van de eindtijd zijn er twee verschillende oorlogsfronten; er is een natuurlijk oorlogsfront en er is een geestelijk oorlogsfront, maar deze twee zullen parallel met elkaar lopen. 3 1) De oorlog op het natuurlijke vlak: het menselijke leger van Israël zal betrokken zijn bij een hevig militair conflict (Zach.12-14), maar aan het eind daarvan zal Jezus als de Zoon van David komen om Israël te bevrijden. 2) De oorlog op het geestelijke vlak: de wereldwijde gemeente zal als een geestelijk leger gericht zijn op geestelijke oorlogsvoering d.m.v. gebed, vasten, martelaarschap en profetische ondersteuning van Israël. Jezus zal als de Heer der legerscharen de hemelse legers van de engelen opdracht geven om de gemeente te beschermen, te ondersteunen en te helpen in geestelijke overwinning, en tegelijkertijd het overblijfsel van Israël beschermen tegen de antichrist. De profeet Daniël is een model voor geestelijke oorlogsvoering in zijn strijd om de politieke en militaire situatie van Israël te veranderen. In Dan.10:2-3 begon hij te bidden en te vasten tot er drie weken voorbij waren, want pas na 21 dagen kreeg hij antwoord op zijn gebed (vers 13), hoewel zijn gebed vanaf de eerste dag werd gehoord (vers 12). Als antwoord op zijn gebed kreeg hij in een visioen een ontmoeting met een hemelse persoon (vers 5-6), maar deze persoon legde hem uit dat hij 21 dagen was tegengehouden door de bovennatuurlijke vorst van het Perzische koninkrijk (vers 13). Pas nadat de aartsengel Michaël te hulp geschoten was, kon deze persoon verdergaan om Daniël in te lichten over de gebeurtenissen van de eindtijd (vers 14). Zo lezen we ook in Dan.9:20-23 dat de engel Gabriël hem bezoekt als antwoord op zijn gebed; de conclusie is dat engelen in beweging komen op basis van de gebeden van de heiligen. De biddende gemeente zal een dynamische rol van voorbede vervullen en daarmee de val van satan veroorzaken door haar bijdrage aan de overwinning van Michaël en zijn engelen. De biddende gemeente zal ook een belangrijke bijdrage leveren aan de grote opwekking van de eindtijd (Openb.7:9), het vrijzetten van de twee getuigen (Openb.11), de bescherming van Israël (Openb.12:14), de verzegeling van de 144.000 Joodse gelovigen (Openb.7:4), het vrijzetten van Gods oordelen in de zegels, de bazuinen en de schalen, en tenslotte ook haar bijdrage aan de tweede komst van Jezus (Openb.22:17). D: Het fundament voor de overwinning. Openb.12:10-12a Toen hoorde ik een luide stem in de hemel zeggen: Nu zijn de redding, de macht en het koningschap van onze God werkelijkheid geworden, en de heerschappij van Zijn Messias. Want de aanklager van onze broeders en zusters, die hen dag en nacht bij onze God aanklaagde, is ten val gebracht. Zij hebben hem dankzij het bloed van het Lam en dankzij hun getuigenis overwonnen. Zij waren niet aan het leven gehecht en hebben hun dood aanvaard. Daarom: juich, hemel, en allen die daar wonen! Het interval van Openb.12-14 vindt plaats vlak nadat er op de zevende bazuin is geblazen (Openb.11:15-19), als gevolg waarvan de zeven schalen van Gods toorn worden leeggegoten in Openb.16. Het doel van dit interval is om ons inzicht te geven in de zekerheid van onze overwinning en ook om ons inzicht te geven in de reden waarom Gods toorn en wraak zo hevig zijn. Deze tweevoudige boodschap spoort ons aan om zowel onszelf als anderen voor te bereiden op de dingen die komen gaan. Johannes geeft ons in Openb.12-14 een overzicht van de oorlog tussen licht en duisternis, waarbij elk hoofdstuk een ander aspect belicht; deze oorlog zal in alle hevigheid escaleren in de eindtijd, want satan zal proberen om zowel de gemeente als het volk Israël te vernietigen (Openb.11:7, 12:17, 13:7). Op het moment van Openb.12:10-12 zijn de hemelen volkomen vrijgemaakt van de duistere aanwezigheid van de duivel en zijn demonen; dit is tot stand gekomen door de volharding van de wereldwijde gemeente d.m.v. gebed en vasten. Gods hoofddoel, het huis van gebed uit Jes.56:7, is nu volledig manifest geworden op de aarde. De gemeente heeft dit doel bereikt door drie fundamentele principes als gevolg van het kruis. 1) Het bloed van Jezus het Lam: de kinderen van God hebben al hun gevoelens van schuld en minderwaardigheid afgelegd door de volledige toepassing van het bloed van Jezus; ze weten zich volledig gekwalificeerd om een koninkrijk van priesters te zijn (Openb.1:6). 2) Het woord van hun getuigenis: de kinderen van God staan in volle vrijmoedigheid voor de troon van God (Hebr.4:16) om te pleiten voor de redding van Israël en het binnenhalen van 4 de grote oogst onder de volken; ook hebben ze volle vrijmoedigheid om tegenover de mensen te getuigen van de komst van Jezus Christus en Zijn koninkrijk. 3) Martelaarschap: in deze tijd zullen de volhardende gelovigen volle vrijmoedigheid hebben om hun leven af te leggen voor de zaak van Jezus Christus, voor het volk van Israël en voor de gemeente. Satan en zijn demonische legers werden juridisch volledig verslagen op het kruis van Golgotha (Kol.2:15); dit was een overwinning die onze Heer alleen moest behalen. Maar de Heer wil de definitieve militaire overwinning niet zonder de inzet van Zijn hele gemeente behalen; het is de glorie van de gemeente om samen met de Heer der legerscharen en Zijn hemelse legers de militaire kracht van de duisternis definitief te breken. Het is de glorie van de getrouwen van God dat zij het beschreven recht aan de vijand mogen voltrekken (Ps.149) en zo zullen zij zien dat de God van de vrede spoedig satan onder hun voeten zal vertrappen en aan hen zal onderwerpen (Rom.16:20). E: Onderschatting van de werkelijke aard van de strijd. Openb.10:8-11 Toen hoorde ik opnieuw die stem uit de hemel. Hij zei tegen me: Haal de geopende boekrol die de engel die op de zee en het land staat in zijn hand heeft. Ik ging naar de engel toe en vroeg om het boekje. Hij reikte het mij aan en zei: Eet het op. Het zal branden in je maag, maar in je mond zo zoet zijn als honing. Ik pakte het boekje aan en at het op. Het smaakte zoet als honing, maar nadat ik het opgegeten had, brandde het in mijn maag. Toen kreeg ik te horen: Je moet opnieuw over talrijke landen en volken en koningen profeteren. Bezig zijn met het boek Openbaring en alle Bijbelse materie over de eindtijd herbergt een grote verleiding die tot een grote misleiding kan worden. Toen Johannes de opdracht kreeg om een kleine boekrol - de profetische boodschap voor de eindtijd – op te eten, smaakte het boekje zoet als honing in zijn mond. Dat is juist de grote verleiding voor iedereen die met de eindtijd bezig wil zijn, want de einduitslag staat van tevoren vast door de overwinning van Jezus, de Koning der koningen en de Heer der heren (Openb.17:14, 19:16). Maar zolang de inhoud van het boek Openbaring zoet als honing smaakt, kunnen we er van uitgaan dat we in de verste verte nog niet werkelijk een begin hebben gemaakt met het verteren van de inhoud. De werkelijke betekenis van het boek Openbaring begint pas gestalte in ons leven te krijgen wanneer de inhoud begint te branden in onze maag; zolang de boodschap van de eindtijd zoet als honing smaakt, is dat een aanwijzing dat we de inhoud nog niet hebben verteerd. Het proces van geestelijk verteren van het boek Openbaring zal ons een ervaring geven, die Jezus had toen Hij in de tuin van Gethsemane worstelde met Zijn persoonlijke grote verdrukking (Luc.22:41-44). Openb.12:12b Maar wee de aarde en de zee: de duivel is naar jullie afgedaald! Hij is woedend, want hij weet dat hij geen tijd te verliezen heeft. Openb.12:17 De draak was woedend op de vrouw en ging weg om strijd te leveren met de rest van haar nageslacht, met allen die zich aan Gods geboden houden en bij het getuigenis van Jezus blijven. De Griekse grondtekst van het Nieuwe Testament liegt er niet om en spreekt van tomeloze woede van de draak, dat is de duivel. Wanneer Openb.12 nu op dit moment in vervulling zou gaan, zou vrijwel niemand van de wereldwijde gemeente van Jezus weten hoe de duivel op de aarde bestreden zou moeten worden. De voltallige wereldwijde gemeente zou in totale paniek raken en op de vlucht slaan, wanneer de antichrist op dit moment openbaar zou worden. Nu is het duidelijk op grond van Openb.12:10-12a dat de gemeente van de eindtijd triomfantelijk zal overwinnen, maar zover is nog bijna niemand; we hebben nog een aantal jaren te gaan waarin we ongelooflijk kunnen groeien in inzicht en volwassenheid, mits we de tijd die we nog hebben optimaal gebruiken. Misschien duurt het nog 20 of 30 jaar, voordat het zover is, maar die jaren zullen we hard nodig hebben om ons grondig voor te bereiden; we moeten leren om de Bijbelse informatie over de eindtijd zodanig te verteren dat deze boodschap niet alleen maar zoet in onze mond smaakt, maar ook bitter in onze maag brandt. Dan pas begint onze voorbereiding gestalte te krijgen. Het is nu de juiste tijd om diepte in ons leven met Jezus te zoeken, krachtig te groeien in ons geloof en onze liefde, en te leren 5 wandelen in grotere autoriteit van de Heilige Geest. Daarom moeten wij zo vaak als we kunnen het boek Openbaring lezen, aanhoren en verteren, want de tijd is dichterbij dan we meestal denken (Openb.1:3, 22:7). Openb.4:1 Hierna had ik een visioen. Er stond een deur open in de hemel. De stem die me eerder had toegesproken met het geluid van een bazuin, zei nu: Kom hierboven, dan laat Ik je zien wat er hierna gebeuren moet. Het is tijd om het vaak fantasierijke maar zinloze argumenteren over de eindtijd achter ons te laten, omdat de meeste argumenten de gelovigen niet kunnen motiveren om meer diepte in hun geestelijke relatie met Jezus te zoeken, of meer inzicht in Zijn woord en meer kracht van de Heilige Geest. Deze argumenten zijn niet verkeerd, maar ze missen de kracht om ons echt voor te bereiden op de geestelijke strijd van voorbede, gekoppeld aan een levensstijl van vasten, aanbidding en profetie. De Heilige Geest waarschuwt ons dat we geen tijd meer moeten verspillen aan theoretische discussies, en ons niet moeten laten verleiden tot het verspillen van energie, omdat we graag wijs willen zijn in de ogen van mensen. Wat komen gaat is veel intenser dan wij op dit moment kunnen bedenken; zelfs degenen met veel inzicht in de eindtijd kunnen op dit moment nog niet de werkelijke intensiteit van de gebeurtenissen in Openb.12:7-17 beseffen. Geestelijke groei is veel belangrijker dan allerlei theoretische discussies. 1Tim.1:5-7 Het doel van je opdracht is de liefde die voortkomt uit een rein hart, een zuiver geweten en een oprecht geloof. Sommigen hebben zich daarvan afgewend en zijn vervallen tot zinloos gepraat. Zij willen de wet van God onderwijzen, maar weten niet wat ze zeggen en begrijpen niets van wat ze zo stellig beweren. Vooral voor christenen in de westerse wereld is het de hoogste tijd om hun aardse plezier in de welvaartsmaatschappij met al haar natuurlijke vermaak achter zich te laten, want onze kennis is helaas veel groter dan onze kracht; maar kennis maakt ons opgeblazen van trots (1Kor.8:1-3). Het gezaghebbende woord van God wordt altijd bevestigd door de kracht van de Heilige Geest, en deze geestelijke autoriteit komt vaak tot uitdrukking in de demonstratie van wonderen en tekenen (Marc.16:20, Hand.2:43, 5:12, 1Kor.2:4-5, Hebr.2:3b-4). De enige manier waarop het apostolische christendom van de eindtijd effectief zal zijn in een wereld die steeds meer beheerst wordt door de duisternis, is dat alle gelovigen gaan opereren in de kracht van de Heilige Geest als bevestiging van het gesproken, profetische woord. 1Kor.4:19-20 Maar ik zal spoedig naar u toe komen, indien de Heer het wil, en dan zal ik wel te weten komen of die opscheppers het bij woorden laten of dat ze werkelijk kracht bezitten. Want het koninkrijk van God bestaat niet uit woorden, maar uit kracht. Openb.3:2 (NBG’51) Wees wakker en versterk het overige, dat dreigde te sterven , want Ik heb geen van uw werken vol bevonden voor Mijn God. Het is tijd om te spreken over werkelijk ontzag voor de Heer en de echte betekenis van Zijn Goddelijke toorn, want mensen zullen niet bevrijd worden van de misleiding van natuurlijk plezier en vermaak zonder een prediking van Gods woord die gezalfd wordt door de Heilige Geest. Het is altijd Gods bedoeling geweest dat wij uit onze samenkomsten naar huis gaan met het duidelijke gevoel dat God bij ons leven betrokken is met grote kracht. God wil dat wij de manifestatie van Zijn majesteit zullen gaan ervaren op een manier die ons doet beven voor Zijn heiligheid. Maar tegelijkertijd wil de Heer dat wij Zijn liefde gaan ervaren op een manier die ons beweegt tot bekering en berouw. Rom.11:22 Houd daarom voor ogen dat God niet alleen goed is, maar ook streng. Hij is streng voor wie gevallen zijn, maar goed voor u, als u tenminste trouw blijft aan Zijn goedheid, want anders wordt ook u afgekapt. Hand.5:11 De hele gemeente en allen die hiervan hoorden, werden door grote schrik bevangen. Wij weten dat Jezus Christus de duivel en al zijn handlangers op het kruis van Golgotha heeft verslagen, en sinds Zijn opstanding uit de dood en Zijn hemelvaart heeft Jezus een positie aan de rechterhand van de Vader in de hemel, een plaats hoog boven alle vorsten en heersers, alle machten en kracht, en alles is aan Zijn voeten gelegd (Efez.1:20-22). Jezus heeft zich ontdaan van de machten en krachten in de hemelse gebieden, en Hij heeft hem openlijk de schande gemaakt en over hen getriomfeerd (Kol.2:15). Maar toch is er nog 6 steeds sprake van aanwezigheid van demonische machten in het geestelijke luchtruim boven de aarde (Efez.2:2), en nog steeds hebben wij een strijd te voeren tegen deze demonische machten. Efez.6:10-12 Ten slotte, zoek uw kracht in de Heer, in de kracht van Zijn macht. Trek de wapenrusting van God aan om stand te kunnen houden tegen de listen van de duivel. Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen. Er is nog steeds sprake van het “al wel, maar nog niet helemaal”-principe van het koninkrijk van God; Jezus heeft de machten der duisternis op het kruis van Golgotha overwonnen, maar toch moeten wij in samenwerking met de Heilige Geest deze strijd definitief beslissen. Wanneer de duivel en zijn engelen voor eens en voor altijd uit de hemelse gebieden worden gegooid (Openb.12:7-9), begint de eindtijd van 3,5 jaar; dan zal de gemeente van Jezus op de aarde nog een hevige strijd moeten voeren tegen de duivel in de menselijke gedaante van de antichrist. Samen met de duivel zullen ook miljoenen demonen op de aarde worden gegooid, en ook zij zullen hun tomeloze woede op Joden en christenen willen botvieren; daarom zal er sprake zijn van grote geestelijke strijd in de eindtijd. Satan zal al zijn macht aan de antichrist geven (Openb.13:2), en vele, vele miljoenen mensen zullen de antichrist aanbidden (Openb.13:4+8). Alle rangordes van de duisternis zullen op de aarde aanwezig zijn en de volgelingen van de antichrist opzwepen tot grote haat tegen de gemeente van Jezus en het volk Israël. Op een gegeven moment gaat bij de vijfde bazuin de put van de afgrond open (Openb.9:1-11), en dan worden ook alle demonen in de afgrond vrijgelaten; zij zijn daar tijdens de geschiedenis in terechtgekomen (2Petr.2:4, Judas vs.6), maar zullen in de eindtijd nog eenmaal worden losgelaten vanwege Goddelijke doeleinden. Er zijn dus meer dan redenen genoeg om ons nu al voor te bereiden op de grootste geestelijke strijd waarmee de gemeente van Jezus in haar hele bestaan ooit mee is geconfronteerd. Geen wonder dus dat de eindtijd ook wel de Grote Verdrukking wordt genoemd, want de meest dramatische gebeurtenissen van de menselijke geschiedenis zullen plaatsvinden in de context van de grootste gebedsbeweging aller tijden, die strijd voert tegen de allergrootste onderdrukker van alle tijden, om de aarde vervuld gezien worden met de grootste beweging van gerechtigheid door de grootste uitstorting van de Heilige Geest aller tijden. F: Het conflict voortgezet in de natuurlijke wereld. Openb.12:12b-18 Maar wee de aarde en de zee: de duivel is naar jullie afgedaald! Hij is woedend, want hij weet dat hij geen tijd te verliezen heeft. Toen de draak zag dat hij op de aarde gegooid was, achtervolgde hij de vrouw die een Zoon gebaard had. Maar de vrouw kreeg de twee vleugels van de grote adelaar om naar haar plaats in de woestijn te vliegen, waar gedurende een tijd en twee tijden en een halve tijd voor haar gezorgd zou worden, buiten het bereik van de slang. Toen spuwde de slang een stroom water als een rivier achter de vrouw aan om haar daarin mee te sleuren. Maar de aarde schoot haar te hulp: de aarde sperde haar mond open en dronk de rivier op die de draak had uitgespuwd. De draak was woedend op de vrouw en ging weg om strijd te leveren met de rest van haar nageslacht, met allen die zich aan Gods geboden houden en bij het getuigenis van Jezus blijven. Hij ging op het strand bij de zee staan. Op het moment dat satan en zijn demonen uit de bovennatuurlijke wereld zijn verdreven, treden de laatste 3,5 jaar vóór de tweede komst van Jezus in werking; deze 3,5 jaar worden genoemd in Openb.12:6+14 en 13:5, en dit is de werkelijke eindtijd vlak voor de komst van Jezus waarin de duivel in de menselijke gedaante van de antichrist furieus tekeer zal gaan. Daarom eindigt 12:12 ook met het weegeroep over de aarde en de zee, omdat de duivel in zijn furieuze woede is neergedaald, wetend dat hij nog maar 3,5 jaar tot zijn beschikking heeft (want ook hij kent de Bijbel). Vanaf dat moment zal hij alles op alles zetten om het Joodse volk uit te roeien (12:13) om te voorkomen dat er ook nog maar één levende Jood in Jeruzalem of Israël aanwezig zal zijn die Jezus kan verwelkomen volgens de profetie van Jezus Zelf (Matt.23:39). Dit zal de tijd zijn waarin tenslotte tweederde van het Joodse volk uitgeroeid zal worden (Zach.13:8), maar een derde deel zal worden gespaard; dit deel wordt het uitverkoren deel 7 genoemd dat in het boek van God staat opgeschreven (Dan.12:1b). Dit uitverkoren deel krijgt de twee vleugels van de grote adelaar; deze grote adelaar is onze Heer Zelf die aan het begin van Israël’s reis door de woestijn het volk op de vleugels van een adelaar tot Zichzelf gebracht had (Ex.19:4). En aan het einde van de reis door de woestijn openbaarde de Heer Zichzelf opnieuw als de grote adelaar die Zijn volk op Zijn vleugels droeg (Deut.32:11-12). Dit spreekt van een tijd waarin God opnieuw het volk Israël wonderbaarlijk zal bevrijden, beschermen, en leiding en voorziening zal geven in de woestijn (Hos.2:16-25, Matt.24:16). Op dezelfde wijze waarop God het volk Israël in de exodus vanuit Egypte beschermde, op dezelfde wijze zal Hij ook in de eindtijd Zijn volk van voedsel en bescherming voorzien. Het uitverkoren deel van het volk Israël zal opnieuw de woestijn in vluchten naar een plaats die voor haar bereid is (vers 14); op bovennatuurlijke wijze zal het volk daar beschermd worden tegen de woede van satan. Dit heeft echter alleen betrekking op het uitverkoren deel dat de eindtijd zal overleven, en in dat proces zullen alle overlevende Joden tot geloof in Jezus, de Joodse Messias, gaan komen (Rom.11:25-26). Vers 15-16 spreekt over een stroom van water die de slang als een rivier achter de vrouw aan uitspuugt om haar mee te sleuren; dit spreekt van een hevige vervolging van Israël. Satan is vastbesloten elke overlevende Jood uit te roeien met alle mogelijke middelen, maar God beschermt het uitverkoren deel in de woestijn. De aarde schiet het volk Israël te hulp; dit spreekt van Gods bovennatuurlijke ingrijpen in de natuurlijke elementen om Israël te helpen in de woestijn waar geen enkele menselijke hulp beschikbaar is (Hos.2:23-25), zoals dat ook in de tijd van Mozes gebeurde. Omdat satan dit uitverkoren deel van Israël niet kan aanraken, richt hij zijn furieuze woede in vers 17 op de rest van het nageslacht van deze vrouw. Dit nageslacht wordt omschreven als degenen die zich aan Gods geboden houden en het getuigenis van Jezus hebben; het kan niet anders of dit heeft betrekking op de profetische gemeente die naast Israël staat, maar overwegend uit gelovigen uit de heidenen bestaat. Aan het eind van Openb.12 wordt satan afgeschilderd als degene die Israël en de gemeente wil vernietigen, terwijl aan het begin van Openb.13 hij al zijn macht geeft aan de antichrist. Openb.12:13-18 is het bovennatuurlijke plaatje van wat zich in Openb.13 afspeelt in de natuurlijke wereld, waar de antichrist alle mogelijke natuurlijke middelen tot zijn beschikking heeft om oorlog te voeren tegen het Joodse volk en de gemeente van Jezus. G: De glorierijke rechterstoel van Christus. Matt.25:31-46 Wanneer de Mensenzoon komt, omstraald door luister en in gezelschap van alle engelen, zal Hij plaatsnemen op Zijn glorierijke troon. Dan zullen alle volken voor Hem worden samengebracht en zal Hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt; de schapen zal Hij rechts van Zich plaatsen, de bokken links. Nadat Jezus is teruggekeerd, zal Hij plaatsnemen op Zijn troon van glorie in Jeruzalem; dan zullen alle volken voor Zijn troon worden samengebracht en zal Hij Zijn oordeel uitspreken over de volken. Het enige criterium, de enige maatstaf die Jezus gebruikt om de volken na de eindtijd te oordelen, is hun houding tegenover het Joodse volk; want wat mensen hebben gedaan voor de broeders en zusters van Jezus, dat hebben zij aan Hem gedaan (25:40+45). Datgene wat mensen in de eindtijd voor de Joden zullen doen, wanneer deze hongerig, dorstig, dakloos, naakt, ziek of gevangen zijn, dat zal door Jezus beschouwd worden als aan Hem gedaan. Wanneer mensen deze dingen aan de Joden doen, zullen zij daarmee te kennen geven dat zij het hart van Jezus voor het Joodse volk kennen, want Jezus is de Koning der Joden (Joh.19:19). Maar de weigering om op een of andere manier op te komen voor het Joodse volk - de natuurlijke familie van Jezus - en op de bres te staan voor de meest vervolgde bevolkingsgroep ter wereld, zal leiden tot een eeuwig oordeel in de hel (Matt.25:41+46). De door Jezus genoemde daden van zorg en menslievendheid ten behoeve van het Joodse volk vervangen niet ons reddend geloof op basis van het evangelie, maar zij geven wel uitdrukking aan dit zuiver reddend geloof (Jac.2:14-26). Het belang van dit gedeelte uit Matt.25 is dat het laat zien waar werkelijk geloof toe leidt, namelijk grote zorg en aandacht voor het Joodse volk wanneer dit volk onderdrukt, vervolgd 8 en met volledige uitroeiing bedreigd wordt. Maar dit gedeelte laat ook zien waar ongeloof toe leidt, namelijk totale onverschilligheid tegenover het lot van het vervolgde Joodse volk; de houding van een mens tegenover het Joodse volk is voor Jezus synoniem voor de houding van een mens tegenover Jezus Zelf. Dit gedeelte spreekt niet van humanitaire hulp aan mensen in nood, want dat zou betekenen dat zowel gelovigen als ongelovigen voor eeuwig verloren zouden gaan omdat zij geen directe hulp hebben geboden aan hun medemens in nood. Dat zal weliswaar een zekere rol kunnen spelen in de eindbeoordeling van Jezus over mensenlevens, maar dat is niet waar dit gedeelte over gaat. De manier waarop wij omgaan met het Joodse volk in de eindtijd is dezelfde manier waarop ons hart tegenover Jezus staat. Onze houding tegenover het Joodse volk in de eindtijd zal cruciaal zijn, want het zal een tijd zijn waarin de Joden wereldwijd vervolgd worden, gedood worden of opgesloten worden in concentratiekampen over de hele wereld. Alle volken die weigeren om het Joodse volk te dienen, zowel vóór als na de terugkeer van Jezus, zullen ten ondergaan, zij zullen worden verdelgd en vernietigd (Jes.60:12). Onze Heer heeft in de Bijbel beloofd dat Hij het Joodse volk jaloers zal maken op het geloof van de heidenen (Deut.32:21b, Jes.28:11, Rom.11:11); maar 2000 jaar christendom heeft laten zien, dat deze belofte in de verste verte nog niet in vervulling is gegaan, want de Joden zijn in geen enkel opzicht jaloers gemaakt door het geloof van christenen. Maar toch gaat de Heer Zijn belofte waarmaken, doordat de Joden in de eindtijd een bovennatuurlijke liefde zullen ontdekken in de gemeente, omdat de gelovigen uit de heidenen in de eindtijd bereid zullen zijn voor hen te sterven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er al een klein aantal christenen dat bereid was hun leven te riskeren voor de redding van Joden, maar in de eindtijd zal de Heer Zijn voltallige gemeente bereidwillig maken om het leven te riskeren ten behoeve van het Joodse volk. Dat zal de tijd zijn waarin de wereldwijde gemeente in staat zal zijn om de liefde van Jezus in volheid te communiceren met het Joodse volk; dat zullen wij kunnen doen omdat wij geen enkele angst meer voor de dood hebben, terwijl de Joden nog steeds angst voor de dood zullen kennen. Het zal een tijd zijn waarin gelovigen uit de heidenen in staat zullen zijn om de kracht en de rijkdom van Gods verbond met Israël te demonstreren; want het verbond en de wet en de eredienst en de beloften zijn aan Israël geschonken, maar wij zullen hen laten zien wat de werkelijke inhoud van dit verbond is. Dit zal het Joodse volk tot grote jaloersheid brengen waardoor velen van hen tot geloof zullen komen, want zij zullen zien dat de heidenen deel hebben gekregen aan dezelfde erfenis, hetzelfde lichaam en dezelfde beloften als waar zij van nature toe geroepen zijn (Efez.3:6). Zij zullen de heiligheid in ons leven zien temidden van een wereld die zwaar ondergedompeld is in goddeloosheid, en ook daardoor zullen zij tot jaloersheid geprikkeld worden. Jes.55:5 Ook jij zult een volk ontbieden dat je nog niet kende, en een volk dat jou nog niet kende zal zich haasten om bij je te zijn, omwille van de HEER, je God, de Heilige van Israël, die je deze luister heeft verleend. H: Het tweede lied van Mozes. In Deut.32 staat Mozes aan het einde van zijn leven op aarde en moet hij voortijdig zijn bediening op aarde beëindigen, omdat hij één keer zijn geduld met Israël verloor; juist omdat hij God zo goed had leren kennen, was die ene keer dat hij zijn geduld verloor zo cruciaal, omdat hij op dat moment een totaal verkeerde interpretatie van de genade van God gaf (Num.20:7-13). In vers 1 roept Mozes de hele schepping, zowel de hemel als de aarde profetisch op tot getuige van wat hij gaat zeggen; en in vers 3-4 maakt hij duidelijk dat zijn profetie gebaseerd is op de naam van de Heer, d.w.z. op het eeuwige en onveranderlijke karakter van God die er voor zal zorgen dat Zijn eeuwige verbond met Israël zal blijven bestaan. De kracht van het verbond van God met Israël is gebaseerd op Gods betrouwbaarheid en nooit op de mate van de gehoorzaamheid van het volk; Hij is de Rots en al Zijn wegen zijn rechtvaardig. Het idee dat God een einde zou kunnen maken aan Zijn verbond met Israël is een onaanvaardbaar idee, want het is volledig in strijd met het eeuwig betrouwbare karakter van God. Hij is de eeuwig Onveranderlijke, en Hij is nooit verrast geweest over de zonde en afgoderij van Zijn 9 eigen volk; daarom ook geeft God deze profetie aan Mozes die vooraf profeteert over de toekomstige afvalligheid van het volk Israël. Vers 4 spreekt over het feit dat God een Rots is die staat voor wat recht is; dit recht heeft te maken met het vestigen van alle dingen zoals ze bedoeld zijn in het hart van God, en dit betekent veel meer dan alleen maar afrekenen met het kwaad. God heeft het volk Israël volgens Zijn eeuwige voornemen geschapen; Hij is hun Vader en Schepper, en Hij heeft hen gemaakt door hen tot leven te roepen (vers 6b-7). Daarom begint Paulus Zijn brief aan de gemeente te Efeze met het eeuwige voornemen van God dat al vóór de grondlegging der wereld vastgesteld was; maar deze eeuwige roeping geldt in de eerste plaats voor de Joden, en pas in Efez.1:13 komen de gelovigen uit de heidenen langszij. En deze eeuwige roeping van God is gebaseerd op Zijn eigen wil en verlangen (Efez.1:5a) en is tot de eer van Gods grootheid (Efez.1:6+12+14). Het eeuwige plan van God wordt uiteindelijk gevestigd naar aanleiding van het ontwerp dat Hij al vanaf het begin had ontworpen volgens Zijn eigen bedoelingen op basis van Zijn eigen eeuwige betrouwbare karakter. Dit volk Israël - inclusief de gelovigen uit de heidenen - zal uiteindelijk worden wat altijd al in het hart van de Vader geleefd heeft, namelijk de volmaakte Bruid van Christus, de Zoon van God. Vervolgens worden we in vers 5 geconfronteerd met de consequente ontrouw van het volk Israël door de eeuwen heen (zie ook Jes.1:2); deze ontrouw is niet een verschijnsel dat af en toe de kop opsteekt, maar dat een diepgeworteld kwaad is en dat hardnekkig aanwezig is in het hart van dit volk. Daarom herinnert Mozes het volk in vers 7-14 bij voorbaat al aan de grote betrouwbaarheid van God in de geschiedenis van Israël; de voortdurende bescherming en de overvloedige zegen zijn betrouwbare getuigen van de liefdevolle bedoelingen van de God van Israël met Zijn volk. Hij noemt hen Jesurun, wat een liefdevolle aanduiding is voor een volk dat kostbaar en dierbaar is in het hart van God; maar in vers 15-18 keert dit volk zijn God de rug toe. Ze verwerpen de Rots die hen ter wereld had gebracht (vers 18), en zij verruilen hun relatie met God voor een relatie met nietige afgoden (vers 21a). Omdat zij door hun afgoden God tergden met jaloersheid, besluit de God van Israël Zijn eigen volk te tergen met een volk dat geen volk is, een volk zonder verstand dat door God gebruikt wordt om Israël tot jaloersheid te tergen (vers 19-21); dit werd al geprofeteerd nog voordat het volk Israël in het beloofde land aankwam. Mozes ontving hier een onvoorstelbaar grote openbaring, omdat God het proces kende vanaf het begin; daarom gaf God vooraf al openbaring, zodat niemand een reden had om te twijfelen aan de succesvolle voltooiing van het proces, de afronding van de weg die God met Israël gaat. God vertelde de geschiedenis aan het volk, voordat de geschiedenis goed en wel begonnen was; want God is de alfa en omega, het begin en het einde (Openb.1:8, 21:6, 22:13). Jes.46:9-10 Denk terug aan alles wat eertijds is gebeurd. Ik ben God, er is geen ander, Ik ben God, niemand is aan Mij gelijk. Die in het begin al het einde aankondigde en lang tevoren wat nog gebeuren moest. Die zegt: Wat Ik besluit, wordt van kracht, en alles wat Ik wil, breng Ik ten uitvoer. (zie ook Jes.14:24, 42:9, 44:8, 48:3-5+16). Omdat het volk Israël de relatie met God verbreekt, zal Hij in Zijn vurige liefde voor dit volk Zijn oordeel op hen loslaten; de hevigheid van dit oordeel zal in overeenstemming zijn met Zijn buitengewoon grote liefde voor dit volk (vers 22-25). De kerngedachte hierachter is dat de God van Israël alles aan de kant schuift wat Zijn liefde voor dit volk in de weg staat; Hij zal al Zijn macht gebruiken en al Zijn rechtvaardigheid aanwenden om tenslotte Zijn grote liefde voor Israël te openbaren (vers 36-39). Maar zelfs in Zijn oordeel zal God Zichzelf inhouden vanwege het feit dat de volken op aarde Zijn oordeel verkeerd zullen interpreteren; want de vijanden van Israël zullen het oordeel van God in hun kortzichtigheid en onbegrip aangrijpen om Israël te vervolgen en proberen dit volk uit te roeien (vers 26-31). In vers 32-35 neemt God wraak op de volken doordat Hij hen te drinken geeft uit de beker van Zijn toorn, maar daarna ontfermt Hij Zich over Zijn eigen volk in vers 36-39 om daarna in vers 40-42 af te rekenen met de vijandige volken die Israël hebben willen vernietigen. In vers 43 juicht de hele aarde omdat God Zijn volk Israël gewroken heeft op zijn vijanden en de schuld van Israël volledig heeft uitgewist; dan zal Israël zich bewust zijn van de waarheid van het evangelie en de kracht van het kruis van Jezus Christus. Dan zal dit volk begrijpen dat Jezus de lijdende Dienaar van God uit Jes.53 is, en zal over het volk de Geest van genade 10 worden uitgestort, zodat zij zullen zien op Hem die zij hebben doorstoken (Zach.12:10). Dan zal Israël met God verzoend worden, en hun definitieve aanvaarding zal gelijk zijn aan opstanding uit de dood op een manier die de grootste oogst van de menselijke geschiedenis zal binnenbrengen (Rom.11:11-15). V.v.d.B. 11