Samenvatting Milieu (boek)

Politieke Sociologie Boek
Klimaat op politieke agenda:
1: vrij nieuw gegeven, aantal jaren terug nog niet zo op de politieke agenda
breuklijnen Lipset en Rokkam ieder conflict past binnen bepaalde breuklijnen? Milieu
past daar niet helemaal in. Inglehart belangrijke stem n hoe conflicten zijn veranderd.
 postmaterialisme
3: Stijgen van postmaterialistische gedachten. Jongeren hebben andere prioriteiten en
andere thema’s zijn belangrijk  nieuwe issues komen op de agenda bv gelijkheid,
gender, tolerantie, milieu,…
sinterklaas idee vn tolerantie daarom zo gecontesteerd.
6: figuur hoofdstuk 8. Kern is milieubewustzijn. Wat is het milieubewustzijn ? Wat is het
effect van postmaterialisme op milieubewustzijn?= belangrijkste pijl. Vanuit theorie
Inglehart. Mensen zijn minder bezig met overleven, veiligheid er is meer ruimte voor
andere zaken.
8: Bangladesh land dat voor ¾ amper tien meter boven de zeespiegel ligt. Is er een
milieubewustzijn? Ja maar dit heeft mogelijk te maken dat dat echt een gevaar is voor
hun basisbehoeften niet door postmateriele waarden. In ontwikkelingslanden eerder
bezorgdheid over vervuiling.
Operationalisering
niet kunnen interpreteren op examen
na gaan of verschillende indicatoren met elkaar smaenhangen
2 indicatoren (ideaal meer)
horizontaal niveua van ontwikkeling
verticaal milieu bewustzijn schaal = 2-8 8 op beide indicatoren de maximum score
zelfs in de minst ontwikkelde landen is er milieubewustzijn dit komt door andere
factoren
multilevel regressie analyse. Het is niet enkel zo dat die ind genest zijn in die landen
maar je hebt ook verklaringen op beide niveaus.
random intercept model relatie tussen twee landen
Random slope model: verschil in sterkte van de relatie.verwachting is dat je niet
allemaal dezelfde landen gaat krijgen maar in ontwikkelde landen een vele sterker effect
gaat krijgen van postmaterialisme.
Tabel 8.3 miliebewustzijn veklaren. Eerste is niet significant. Grote p-waarde. relaties
zijn enkel in de steekproef niet in de populatie
tweede kruisje. beetje liberaler maarwel samenhang volgens 0,1 p-waarde. In boek
ontwikkelingsniveua en staat milieu hangen heel sterk samen. Als we de apart erin
steken zijn die wel significant. Methodologisch probleem. resultaten die je hier vindt zijn
minder te betrouwen. Belangrijker is de vraag van postmaterialisme op individueel
Iris In ’t Ven
niveau. resultaat is significant en positief. Hoe hoger postm. hoe hoger het
milieubewustzijn. als je 1 eenheid gaat verschuiven op postm. ga je 0,12 eenheden
omhoog op milieubewustzijnschaal. Pas op met vergelijken want niet dezelfde schaal.
Gestandaardiseerde waarden nodig.
ook percepties van vervuiling hebben een positief effect, economische gelijkheid
leeftijd en opleiding Jongere mensen zullen meer milieubewust zijn. Negatief effect. Wel
gecontroleerd voor postmaterialisme. Zelfs onafhankelijk van postmaterialisme zijn er
nog andere factoren die ervoor zorgen dat jongeren postmaterialistisch zijn.
Opleiding positief significant effect. Hoger opgeleiden zijn meer milieubewust.
relatie van 0,12 is een gemiddelde dus kan veel verschillen verhullen.
Zijn de lijnen parallel  relaties zijn hetzelfde
niet parallel verschillen tussen de landen
significant effect landen met een heel sterk ontwikkelingsniveau en postmaterialisme
die twee gaan elkaar versterken
interactie effect gevisualiseerd. Effect van postmaterialisme op milieubewustzijn.
Negatief effect van -0,4 en positief effect 0,05
voor hele lage ontwikkelingsniveaus is de kans heel groot dat er geen effect is (onder
0)Boven 0 positief effect vanaf 0,58 gaat er een effect zijn van postmaterialisme.
verwachting is bevestigd dat postmaterialisme vooral een effect heeft op hoe meer
ontwikkeld een land is .  een land met een niveau van 0,58 is ook weer niet zo heel
hoog. ook in die landen is er een effect.
Hoe meer ontwikkeld een land hoe sterker het effect van postmaterialisme, maar ook in
minder goed ontwikkelde landen is er al een effect
Conclusie
hoe meer je vindt dat er vervuiling is hoe hoger de perceptie van vervuiling hoe sterker
milieubewustzijn, maar hangt niet samen met het effectieve niveau van vervuiling.
onder controle van er zijn nog andere factoren buiten postm. die zorgt dat jongeren
meer milieubewust zijn
Gendergelijkheid
Inter parlementary Union  hoeveel vrouwelijke en mannelijke parlementsleden in de
verschillende parlementen in de wereld.
Scandinivische landen doen het goed daarna Amerika
Wel wat verschillen tussen de verschillende regio’s
hoe varieert dat per land ? Ruanda grootste percentage vrouw 64%
14de plaats voor België 39% door quota wetgeving
HFST 10 hoe kunnen we dat verklaren? Norris (en Ingelart)
- quota
- institutionele factoren
- structurele factoren bv. vrouwen andere jobs, in andere netwerken zitten,..
- culturerle factoren bv. religie
Figuur 10.1 : het basisidee is dat vroeger er het idee was dat sturcturele facotren heel
belangrijk waren. Op het moment dat vrouwen toetreden tot de arbeidsmarkt gat er
Iris In ’t Ven
meer gelijkheid zijn. Dat idee heeft aan impact ingeboet omdat er nog steeds
ongelijkheid was. Recent door het werk van Ross heeft het terug aan kracht gewonnen.
het is heel belangrijk om te gaan kijken naar de olievoorraden in een land. Als dat de
belangrijkste inkomen zijn voor een land zal dit zorgen voor een beperkte
gendergelijkheid omdat het een mannenwereld is.
Pippa Norris heel ander argument. Die structuren kunnen belangrijk zijn , maar men
moet ook kijken naar culturele factoren o.a. religie. In die arabische landen is religie ook
belangrijk.
tabel 10.1 religie heeft een effect dus culturele effecten. Welke relgie, de sterkte en ook
de samenleving dus niet enkel individueel.
structurele factoren ook effect. positief effect labour force participation, oil
erg traag proces
hardnekkige implicit bias. expliciet is er vaak minder discriminatie. iedereen heeft er
iets mee te maken.
Iris In ’t Ven