Nettowinstopslagmethode

advertisement
H 23: Nettowinstopslagmethode
Uiteindelijk moet elk bedrijf aan een klant de verkoopprijs bekend maken. Er is immers
geen klant die iets koopt als hij niet weet wat hij er voor moet betalen. Een andere
manier om de verkoopprijs te berekenen is de nettowinstopslagmethode.
Schema nettowinstopslagmethode:
Geschatte inkoopprijs
A
Opslag voor inkoopkosten
B+
V.v.p
C
Opslagkosten voor overheadkosten = % van C
D+
Kostprijs
E
Nettowinstopslag = % van E
F+
Verkoopprijs excl btw
G
BTW = 21 of 6% van G
H+
Verkoopprijs incl btw
I
Voorbeeld:
In onderneming Cras wordt de verkoopprijs van een artikel met behulp van de
nettowinstopslagmethode vastgesteld. De opslag voor inkoopkosten is 15%. De opslag
voor overheadkosten is 30% van de vaste verrekenprijs. De nettowinstopslag is 40%. De
verwachting is dat er 18.000 stuks verkocht worden.
Bereken de verkoopprijs, inclusief 19% omzetbelasting, van een artikel met een
inkoopprijs van € 20.
Geschatte inkoopprijs
20
Opslag voor inkoopkosten = 15% van 20
3+
V.v.p
23
Opslagkosten voor overheadkosten = 30 % van 23
6,90 +
Kostprijs
29,90
Nettowinstopslag = 40% van 29,90
11,96 +
Verkoopprijs excl btw
41,86
BTW = 19% van 41,86
7,95
Verkoopprijs incl btw
49,81
§ 23.3: Voorcalculatorische nettowinst bij de
nettowinstopslagmethode
Voorcalculatorisch betekent dat je de nettowinst uitrekent op basis van
verwachtingen.
Voorcalculatorische nettowinst = verwachte afzet x (verkoopprijs, excl btw – kostprijs)
In ons voorbeeld dus 18.000 x (€ 41,86 - € 29,90) = € 215.280
§ 23.4: Nacalculatorische nettowinst bij de
nettowinstopslagmethode
Nacalculatorisch betekent dat je de nettowinst uitrekent op basis van de werkelijke
gegevens.
Er zijn 2 manieren om de nacalculatorische (= gerealiseerde) nettowinst uit te
rekenen:
1: werkelijke verkoopresultaat + of – budgetresultaat
2: werkelijke opbrengsten – werkelijke kosten
Onder het budgetresulaat verstaan we het verschil tussen de toegestane kosten
en de werkelijke kosten. Er doen zich dan 3 mogelijkheden voor:
A: toegestane kosten > werkelijke kosten = positief budgetresultaat
B: toegestane kosten = werkelijke kosten = geen budgetresultaat
C: toegestane kosten < werkelijke kosten = negatief budgetresultaat
Het budgetresultaat kunnen we splitsen in:
1: budgetresultaat op inkopen
2: budgetresultaat op overheadkosten
Het budgetresulaat op inkopen kunnen we splitsen in:
1: een resultaat op de inkoopprijs
2: een resultaat op de inkoopkosten
Voorbeeld:
Tjalling Scheepstra start in 2007 een onderneming in een nieuw soort rekenmachine. Hij
denkt dat een afzet van 48.000 rekenmachines mogelijk moet zijn tegen een
verkoopprijs van € 138,04 inclusief 19% BTW. De vaste verrekenprijs (vvp) bedraagt € 64.
De begrote overheadkosten stelt hij op 45% van de vvp; hij rekent met een opslag voor
nettowinst van 25% van de kostprijs. De opslag voor inkoopkosten bedraagt € 8.
De inkoopkosten bedragen in 2007 € 363.500; de inkoopprijs is € 57,25.
De werkelijke overheadkosten, bij een afzet van 49.600 rekenmachines, bedragen
€ 1.413.900.
A: Toon aan dat de verkoopprijs inclusief 19% BTW € 138,04 bedraagt.
B: Bereken de voorgecalculeerde nettowinst over 2007.
C: Bereken het gerealiseerde verkoopresultaat over 2007.
D: Bereken het gerealiseerde budgetresultaat over 2007.
E: Bereken de nacalculatorische nettowinst over 2007.
F: Geef een controleberekening van de nacalculatorische nettowinst.
Antwoorden:
A:
Geschatte inkoopprijs
56
Opslag voor inkoopkosten
8+
V.v.p
64
Opslagkosten voor overheadkosten = 45 % van C
28,80 +
Kostprijs
92,80
Nettowinstopslag = 25% van E
23,20 +
Verkoopprijs excl btw
116
BTW = 19% van G
22,04 +
Verkoopprijs incl btw
138,04
B:
48.000 x (116 – 92,80) = € 1.113.600
C:
49.600 x (116 – 92,80) = € 1.150.720
D:
Budgetresultaat op inkopen:
1: budgetresultaat op inkoopprijs :
- toegestane kosten 49.600 x 56 = 2.777.600
- werkelijke kosten 49.600 x 57,25 = 2.839.600
Nadelig budgetresultaat op inkoopprijs =
€ 62.000 (-/-)
2: budgetresultaat op inkoopkosten:
- toegestane kosten 49.600 x 8
= 396.800
- werkelijke kosten
= 363.500
Voordelig budgetresultaat op inkoopkosten = € 33.300 (+/+)
Totaal budgetresultaat op inkopen =
€ 28.700 (-/-)
Budgetresultaat op overheadkosten:
- toegestane kosten 49.600 x 28,80 = 1.428.480
- werkelijke kosten
= 1.413.900
Voordelig budgetresultaat op overheadkosten =
€ 14.580 (+/+)
Totale budgetresultaat
€ 14.120 (-/-)
=
E:
€ 1.150.720 – 14.120 = € 1.136.600
F:
omzet 49.600 x 116 =
Inkoopwaarde = 49.600 x 57,25 =
Brutowinst
Inkoopkosten
Overheadkosten
Nettowinst
€ 5.753.600
€ 2.839.600
€ 2.914.000
€ 363.500
€ 1.413.900
€ 1.136.600
Download