Schoolgids 2011 – 2015 Bijlagen Leutherweg 197 5915 CG Venlo 077 3516307 www.taalenlent.saam.nl [email protected] Bijlage 1: De kunst van het lezen plan Projectplan ‘Bibliotheek in de basisschool’ Openbare Bibliotheek Venlo Basisschool Taal&Lent 2010-2011 2 Doelstelling Kunst van Lezen en Bibliotheek Venlo Vanuit Kunst van Lezen wordt gewerkt aan een doorgaande leeslijn van 0 tot 18 jaar. Er wordt gewerkt aan diverse projecten die dit bevorderen zoals bijvoorbeeld het programma Boekstart zich richt op baby’s in aanraking te brengen met boeken en de bibliotheek. De cultuurhistorische canon richt zich op het bevorderen van jeugdboeken bij het bespreken van de canon. Bibliotheken hebben te maken met teruglopende ledenaantallen en bezuinigingen vanuit de gemeenten. Voor bibliotheken is het van belang zich te heroriënteren op hun maatschappelijke rol en relevantie. Door aansluiting te zoeken bij de basisscholen verankert de bibliotheek haar belangrijke rol in leesbevordering en daar hebben zowel scholen als bibliotheken maar bovenal de leerlingen profijt van. Doel van het project is het verbeteren van de schoolbibliotheekvoorziening en het (door)ontwikkelen van een structurele samenwerking tussen de basisscholen en de bibliotheken door middel van aansprekende leesbevorderende activiteiten, zowel op de school als in de bibliotheek. Projectresultaten De resultaten van het project worden zichtbaar in de volgende punten: Basisschool Taal&Lent heeft een goede up-to-date collectie in de schoolbibliotheek waarin ook aandacht is voor Engelse boeken. Basisschool Taal&Lent presenteert de schoolbibliotheekmaterialen op een aantrekkelijke wijze. Basisschool Taal&Lent hanteert een goed werkbaar mediatheeksysteem. (Educat B) Basisschool Taal&Lent hanteert een leesvolgsysteem voor de leerlingen door middel van een leeslogboek. Basisschool Taal&Lent werkt mee aan de twee onderzoeken (uitgevoerd door Cubiss) naar leesmotivatie van kinderen uit groep 5 en groep 7. De bibliotheek heeft medewerking verricht aan het onderzoek van drs. Hans Konings. De resultaten van het onderzoek worden meegenomen in het project. Basisschool Taal&Lent geeft één à twee leerkrachten de gelegenheid opgeleid te worden tot leescoördinator. De leescoördinator maakt een schoolleesplan voor de periode van de pilot maar ook met een blik vooruit voor de periode daarna. Er worden intensieve contacten onderhouden tussen de contactpersoon van de bibliotheek en die van de school zodat de geplande activiteiten gezamenlijk opgepakt kunnen worden. De leerlingen van de school zijn lid (gemaakt) van Bibliotheek Venlo en hun leengedrag wordt jaarlijks gemeten door de bibliotheek waarvan verslag wordt gedaan aan de school. De school en bibliotheek hebben een gezamenlijk plan voor de inzet van de Biebbus of hebben een alternatief daarvoor. 3 De peuterspeelzaal heeft ouders de workshop interactief voorlezen aangeboden. Er is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van de partners binnen de wijk en er is actie ondernomen om op een effectieve manier samen te werken met partners zodat het project meer draagkracht krijgt. Bijlage 1 projectplan kunst van het lezen. Taal&lent dd. 08-09-2010 Op basisschool Taal&lent heeft de verandergroep taal een planning gemaakt voor de taalactiviteiten om schooljaar 2010-2011. Onderdeel hiervan is lezen. Leesstimulering midden/ bovenbouw: Elke dag lezen de kinderen individueel van 8.30-9.00. Zelfstandig/ stillezen maar vooral veel variatie in vormen van lezen, die het technisch lezen bevorderen. Kinderen waarbij de leesontwikkeling niet naar verwachting verloopt krijgen instructie op hun niveau. In verband met woordenschatontwikkeling wordt een interactief programma aangeschaft. Coöperatief leren wordt verweven in het aanbod van diverse leesvormen, waarbij extra aandacht is voor vormen van duo lezen. (bibliotheek doet suggesties tijdens de vergadering van 27 oktober) o.a. leesparade wordt gebruikt voor extra instructie voor zowel sterke als zwakke lezers. onderbouw: Zoveel mogelijk individueel. Streven: 2 prentenboeken per week met evt. extra activiteiten. Interactief lezen staat centraal. De kinderen van groep 1 en 2 lezen 4 x per week. Groep 3 en 4 lezen 5 x van 8.30-9.00 Tijdens de spelinloop zijn kinderen met lezen bezig. N.B.: 1-naar gelang de kinderen gevorderd zijn in het aanvankelijk leesproces zullen ook andere dan prentenboeken worden ingezet. 2-de prentenboeken worden in de peuterspeelzaal en groep 1, 2 en, in het begin van het schooljaar ook, groep 3 klassikaal aangeboden. Met taalzwakke kinderen worden de boeken al behandeld voor dat ze klassikaal aan bod komen. 3-de prentenboeken zijn in de werklessen beschikbaar als keuzewerkjes. De bibliotheek verzorgt bijeenkomsten voor de ouders van de kinderen van de peuterspeelzaal en groep 1-2 over interactief voorlezen. De ouders gaan dan in kleine groepjes praktisch aan de slag met prentenboeken. En krijgen praktische tips.(ca. 5 ouders tegelijk) In de eerste bijeenkomst komen alleen de ouders. In de volgende bijeenkomsten gaan zij samen met hun kind lezen onder begeleiding van een medewerker van de bibliotheek. Voorstel: maandelijks, 1 dagdeel. Middenbouw/Bovenbouw: Alle kinderen lezen 5 x per week van 8.30-9.00. Er worden diverse leesvormen aangeboden om het lezen leuk te maken en de leestechniek te 4 vergroten. De bibliotheek geeft tijdens de vergadering van 27 oktober extra tips. De kinderen werken met een leeslogboek. Na de herfstvakantie worden de biebboeken bekeken en gesaneerd. Hieraan voorafgaand wordt een leesenquête gehouden onder de kinderen. De kinderen worden mede verantwoordelijk gemaakt voor de opzet en inhoud van de school/klassenbieb. Een medewerker van de bibliotheek begeleid dit proces. Er zal een boekenwinkeltje worden ingericht zodat ook zichtbaar wordt waarvoor de kinderen lezen. In dit geheel zal het wereldburgerschap ook mee worden genomen. Vanaf de herfstvakantie tot de week voor de kerstvakantie gaat de school werken aan de invulling/ vervanging van de klassenbieb. Hiervoor wordt een leesbevorderingsactie opgezet waarbij kinderen zelf het geld voor nieuwe boeken bij elkaar lezen. De bibliotheek kan meedenken in de opzet van deze actie. Ook de bibliobus kan hierin betrokken worden. Nieuwe boeken kunnen ook tegen inkoopsprijs via de bibliotheek besteld worden. Deze zijn dan al ingewerkt als bibliotheekboek (met etiketten ed.) NB: voor deelname aan de pilot bibliotheek in de basisschool is het wenselijk gebruik maken van een geautomatiseerde catalogus voor de klassenbieb/ schoolbieb. Mogelijkheden samen verkennen? Leescoördinator 4 leerkrachten zijn gecertificeerd als “Leescoördinator” De cursus werd verzorgd door de bibliotheek. Huiswerk lezen De school maakt gebruik van Overstap in groep 3. Op 30 september wordt er een ouderavond georganiseerd i.v.m. Overstap. (De bibliotheek kan ook een rol spelen tijdens deze ouderavond) Doordat ouders thuis met hun kind gaan lezen is de begeleiding heel belangrijk. Alle kinderen vanaf groep 4 lezen minimaal 1 boek uit de bibliotheek als huiswerk De bibliotheek verzorgt tweewekelijks een dagdeel waarin de ouders en kinderen geholpen worden met de begeleiding van het lezen thuis. Dit vindt op school plaats. Lezen is kicken De bibliotheek zorgt dat er 1x per 6 weken voor elke klas een pakket boeken beschikbaar is. Deze boeken worden dan op een leuke manier aangeboden aan de groep door de medewerker van de bibliotheek. (dit kan bijv. in de vorm van spel, coöperatieve werkvormen bij lezen etc.) Leesbevordering is hiervan het doel! De school start in maart 2011 met de implementatie van de methode Taal in Beeld, Lezen in Beeld en Spelling in beeld. De bibliotheek kan meedenken in de keuze door kijken op welke manier de methode past binnen de visie op lezen van de school. Tevens kan de bibliotheek suggesties doen voor alternatieven. Extra budget voor boeken Omdat de subsidie voor de pilot niet bedoeld is voor nieuwe boeken, hierbij een suggestie: Wellicht kan hiervoor het bedrag van €15,00 per leerling worden ingezet dat sinds dit schooljaar beschikbaar is. Lumpsum>bestemmingsbox. 5 Pilot bibliotheek in de basisschool Bovenstaande suggesties zouden allemaal bekostigd kunnen worden uit de subsidiegelden van de pilot. (M.u.v. de aanschaf van de boeken). Belangrijk is een gezamenlijk een plan te maken dat gericht is op leesbevordering. Gekeken moet worden of beide partijen zich kunnen vinden in de voorwaarden die worden gesteld aan het project. Zo ja, dan kan en samenwerkingsovereenkomst worden getekend en kan de subsidie worden aangevraagd. Om in aanmerking te komen voor de subsidie dient de overeenkomst voor de herfstvakantie getekend te worden! Het gaat om een bedrag van €10.000,00. Peuterspeelzaal Manresa Zowel de school als de bibliotheek gaan proberen de peuterspeelzaal in het geheel te betrekken. Hiervoor doen ze een beroep op de contactpersonen waarmee regelmatig overleg plaats vindt. Op die manier wordt getracht een doorgaande leeslijn in werking te zetten. Het project bibliotheek in de basisschool biedt ook op dit gebied mogelijkheden voor de PSZ. Internationaal Onderwijs Op Taal&lent start in 2010 – 2011 een pilot met internationaal onderwijs. De bibliotheek heeft een grote collectie Engelse boeken op verschillende leesniveaus. 6 Bijlage 2: Leergemeenschappen in school: De overgang van sterk klassikaal gebonden onderwijs naar meer groepsgericht onderwijs is een 4-jarig traject dat in september 2010 in gang is gezet. We trachten dit te realiseren middels onderstaand stappenplan, hulp van externe onderwijskundige(n) en deskundigheidsbevordering van de leerkrachten en directie. Doel: In leergemeenschappen wordt geprofiteerd van elkaars talenten. Leren van en met elkaar wordt organisatorisch en inhoudelijk optimaal afgestemd. De talenten van de diverse leerkrachten en het onderwijsondersteunend personeel worden ingezet om elkaar onderling te stimuleren de ontwikkeling van de kinderen optimaal te begeleiden. De kinderen kunnen in de diverse lokalen in wellicht steeds wijzigende groepssamenstelling van en met elkaar leren. Het directe instructiemodel vormt de rode draad. Door een goede differentiatie wordt recht gedaan aan de leerbehoeften van de kinderen. Met name op het gebied van taal- begrijpend lezen, technisch lezen, stellen, spreken en spelling zullen de prestaties bij de overgang van onderbouw naar bovenbouw naar verwachting aanzienlijk hoger liggen dan nu. Streven over 4 jaar is geen enkele score meer op D of E niveau. Streven is ook om op den duur te werken met “kernconcepten”. Uiteindelijk willen we komen tot: de school is één leergemeenschap met een uitstroom van groep 8 leerlingen met een gemiddeld dle van 65 in 2015. 2010-2011: School : zodanig inrichten, dat fysieke belemmeringen voor groep 1 t/m 4 en groep 5 t/m 8 zoveel mogelijk worden beperkt. De taalgroep wordt zodanig gesitueerd dat meerdere groepen van het lokaal gebruik kunnen maken. Concreet: Groep 1 t/m 4 gebruiken alle lokalen op de benedenverdieping. De taalgroep en groep 5 t/m 8 de lokalen op de bovenverdieping. 7 Leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel: Coöperatief leren wordt een attitude. Opstellen van een format om de talenten van de kinderen in kaart te kunnen brengen en de individuele ontwikkelingen bij te houden. Beheersing van het model van directe instructie i.c.m. coöperatief leren. Stap voor stap kinderen leren zelfstandig te werken. Voeren geregeld met elkaar overleg over m.n de organisatie van de onderbouw en de mogelijkheden om groepsoverstijgend te werken. Gebruiken de benodigde software. Ze leren wat kinderen kunnen en kennen als uitgangspunt te nemen. Kinderen: Kunnen zelfstandig werken. Kunnen rustig werken zodat niemand last heeft van elkaar. Krijgen stap voor stap meer verantwoordelijkheid voor hun eigen werk en werkhouding. Kunnen aangeven waar ze goed in zijn. Groep 1 t/m 3 werken met portfolio’s. Ouders: Worden geïnformeerd over de werkwijze en het onderwijsconcept. Worden gestimuleerd om actief aan het onderwijs een bijdrage te leveren. Externe begeleiding: Geeft sturing aan het veranderingsproces v.w.b. inhoud en organisatie. Geeft praktische tips. Werkt aan ‘n model om te komen tot integratie van de taalgroepleerlingen en de taalgroepleerkrachten in de hele school, met name in de onderbouw. Schoolleiding: Houdt in de gaten dat het proces aan de gang blijft. Bewaakt stapsgewijze ontwikkeling. Stimuleert talentontwikkeling. Creëert sfeer tot experimenteren. Zorgt ervoor dat randvoorwaarden optimaal zijn. Zorgt voor evaluatie zodat het jaar erop ontwikkeling kan worden voortgezet. Onderhoudt contacten met ouders. 8 2011-2012: School: Uitbreiding van het project richting peuterspeelzaal. Leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel: Coöperatief leren is een attitude. Veelvuldig gebruik van energizers. Bijgesteld format, om de talenten van de kinderen in kaart te kunnen brengen en de individuele ontwikkelingen bij te houden, gebruiken Het gebruik van het model van directe instructie i.c.m. coöperatief leren is de normaalste zaak van de wereld. Stap voor stap kinderen leren zelfstandig te werken. Voeren geregeld met elkaar overleg over m.n de organisatie van de onderbouw en de mogelijkheden om groepsoverstijgend te werken. Krijgen inzicht in het begrip: eigenaarschap m.b.t. de leerbehoeften van kinderen. Beheersen de benodigde software/computervaardigheden i.v.m. observatie. analyse en differentiatie, kindontwikkeling. Rekenen wordt ook binnen dit model ingepast “Route boekjes” worden ingezet voor taalgroepleerlingen Kinderen: Kunnen zelfstandig werken. Kunnen rustig werken zodat niemand last heeft van elkaar. Krijgen stap voor stap meer verantwoordelijkheid voor hun eigen werk en werkhouding. Kunnen aangeven waar ze goed in zijn. Alle kinderen werken met portfolio’s Soms werken kinderen ook in de bovenbouw. Ouders: Worden geïnformeerd over de werkwijze en het onderwijsconcept. Worden gestimuleerd om actief aan het onderwijs een bijdrage te leveren. Talenten van de buurt worden ingezet ten behoeve van het onderwijs. ( bijv. gastles ) Externe begeleiding: Geeft sturing aan het veranderingsproces v.w.b. inhoud en organisatie. Geeft praktische tips. 9 Werkt aan model om te komen tot integratie van de taalgroepleerlingen en de taalgroepleerkrachten in de hele school. Schoolleiding: Houdt in de gaten dat het proces aan de gang blijft. Bewaakt stapsgewijze ontwikkeling. Stimuleert talentontwikkeling. Creëert sfeer tot experimenteren. Onderhoudt contacten met ouders. Zorgt ervoor dat randvoorwaarden optimaal zijn. Zorgt voor evaluatie zodat het jaar erop ontwikkeling kan worden voortgezet. Draagt onderwijsconcept uit “naar buiten”. 2012-2013: School: Er is een nieuw gebouw, waarin het onderwijsconcept optimaal kan worden uitgevoerd. Ook richting bovenbouw. Leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel: Coöperatief leren is een attitude. Veelvuldig gebruik van energizers. Gebruiken een deugdelijk en handzaam leerlingvolgmodel om de talenten van de kinderen in kaart te kunnen brengen en de individuele ontwikkelingen bij te houden, gebruiken Het gebruik van het model van directe instructie i.c.m. coöperatief leren is de normaalste zaak van de wereld. Stap voor stap kinderen leren zelfstandig te werken. Voeren geregeld met elkaar overleg over m.n de organisatie van de onderbouw en de mogelijkheden om groepsoverstijgend te werken. Krijgen inzicht in het begrip: eigenaarschap m.b.t. de leerbehoeften van kinderen. Beheersen de benodigde software/computervaardigheden i.v.m. observatie. analyse en differentiatie, kindontwikkeling. Alle vakgebieden worden binnen dit model ingepast “Route boekjes” worden ingezet voor taalgroepleerlingen Methode wordt steeds meer een handleiding in plaats van uitgangspunt. Leren kinderen steeds meer eigen verantwoordelijkheid te nemen voor hun ontwikkeling. Nemen wat kinderen kunnen en kennen als uitgangspunt. 10 Kinderen: Kunnen zelfstandig werken. Kunnen rustig werken zodat niemand last heeft van elkaar. Krijgen stap voor stap meer verantwoordelijkheid voor hun eigen werk en werkhouding. Kunnen aangeven waar ze goed in zijn. Alle kinderen werken met portfolio’s Vaker werken kinderen ook in de bovenbouw. Leren van elkaar is gewoon. Zijn eigenaar van hun leerproces. Ouders: Worden geïnformeerd over de werkwijze en het onderwijsconcept. Worden gestimuleerd om actief aan het onderwijs een bijdrage te leveren. Talenten van de buurt/ extern worden regelmatig ingezet ten behoeve van het onderwijs. ( bijv. gastles ) Schoolprojecten gaan de buurt in. Externe begeleiding: Geeft sturing aan het veranderingsproces v.w.b. inhoud en organisatie ook in de bovenbouw. Geeft praktische tips. De taalgroepleerlingen en de taalgroepleerkracht(en) zijn geïntegreerd in de hele school. Schoolleiding: Houdt in de gaten dat het proces aan de gang blijft. Bewaakt stapsgewijze ontwikkeling. Stimuleert talentontwikkeling. Creëert sfeer tot experimenteren. Onderhoudt contacten met ouders. Zorgt ervoor dat randvoorwaarden optimaal zijn. Zorgt voor evaluatie zodat het jaar erop ontwikkeling kan worden voortgezet. Zorgt ervoor dat kennis van de onderbouw wordt gedeeld met bovenbouw. Stimuleert eenzelfde ontwikkeling voor wat betreft groepsoverstijgende activiteiten in de bovenbouw. 11 2013-2014: School: Kinderziektes van het gebouw zijn verholpen en in de onder- en bovenbouw is het mogelijk optimaal te werken in leergemeenschappen. Het gebouw mag geen belemmering vormen voor harmonische uitwisseling van alle leergroepen: uitwisseling van leerlingen tussen onder-en bovenbouw moet natuurlijk kunnen verlopen. De “school” is één leergemeenschap Leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel: Coöperatief leren is een attitude. Veelvuldig gebruik van energizers. Gebruiken een deugdelijk en handzaam leerlingvolgmodel om de talenten van de kinderen in kaart te brengen en de individuele ontwikkelingen bij te houden. Het gebruik van het model van directe instructie i.c.m. coöperatief leren is de normaalste zaak van de wereld. Stap voor stap kinderen leren zelfstandig te werken c.q. kinderen kunnen zelfstandig werken. Voeren geregeld met elkaar overleg over m.n de organisatie van de school, de mogelijkheden om groepsoverstijgend te werken en het efficiënt inzetten van onderwijspersoneel. Leren kinderen steeds meer eigen verantwoordelijkheid te nemen voor hun ontwikkeling. Geven kinderen de ruimte eigenaar te zijn van hun eigen leerproces. Beheersen de benodigde software/computervaardigheden om observatie. analyse en differentiatie in te zetten ten behoeve van de ontwikkeling van het kind. Alle vakgebieden worden binnen dit model ingepast “Route boekjes” worden ingezet voor alle leerlingen Methode wordt steeds meer een handleiding in plaats van uitgangspunt. Nemen wat kinderen kunnen en kennen als uitgangspunt. Zijn inzetbaar in alle groepen. Kinderen: Kunnen zelfstandig werken. Kunnen rustig werken zodat niemand last heeft van elkaar. Krijgen de verantwoordelijkheid voor hun eigen ontwikkelingsproces. Kunnen aangeven waar ze goed in zijn. Alle kinderen werken met portfolio’s Onder- en bovenbouw werkt waar mogelijk harmonisch door elkaar. Leren van elkaar is gewoon.Zijn eigenaar van hun leerproces. 12 . Ouders: Worden geïnformeerd over de werkwijze en het onderwijsconcept. Worden gestimuleerd om actief aan het onderwijs een bijdrage te leveren. Talenten van de buurt/ extern worden regelmatig ingezet ten behoeve van het onderwijs. ( bijv. gastles ) Schoolprojecten gaan de buurt in. Buurtprojecten komen ook in school. Externe begeleiding: Geeft sturing aan het veranderingsproces v.w.b. inhoud en organisatie in de hele school. Geeft praktische tips. De taalgroepleerlingen en de taalgroepleerkracht(en) zijn geïntegreerd in de hele school. Geeft coaching aan nieuwe leerkrachten. Schoolleiding: Houdt in de gaten dat het proces aan de gang blijft. Bewaakt stapsgewijze ontwikkeling. Stimuleert talentontwikkeling. Creëert sfeer tot experimenteren. Onderhoudt contacten met ouders. Zorgt ervoor dat randvoorwaarden optimaal zijn. Zorgt voor evaluatie zodat het jaar erop ontwikkeling ( bijgesteld ) kan worden voortgezet Zorgt ervoor dat kennis van de onderbouw wordt gedeeld met bovenbouw. Stimuleert eenzelfde ontwikkeling voor wat betreft groepsoverstijgende activiteiten in de bovenbouw. N.B.; 1-E.e.a. is een groeiproces en de gestelde competenties en/of gewenste ontwikkelingen kunnen al naar gelang de fase van het project wisselen. Door voortdurende monitoring door de schoolleiding zal in overleg met het team het proces worden bijgesteld. 13 2-De verwachting is, dat door het veranderproces in de onderbouw en de inrichting van de school voor het schooljaar 2010-2011, de positieve effecten ervan ook in de bovenbouw merkbaar zullen zijn. Deze uitstraling zal naar verwachting zo sterk zijn, dat hetgeen in 2014 als doelstelling wordt gesteld: de school één leergemeenschap, wellicht al op een eerder tijdstip vorm krijgt. Is dat het geval, dan streven we ernaar, dat onze kinderen groep 8 verlaten met een gemiddeld dle van 65 in 2014. 14 Bijlage 3: pilotplan VVTO;Engels 15 16 The Window to the World INNOVATIEPLAN: ENRICHING LANGUAGE ACQUISITION THROUGH M EDIATED LEARNING Engelse taalverwerving en actief wereldburgerschap via een web-based cross mediaal sociaal communicatie platform Projectplan “Effectief Innoveren” John van Lare 17 1: Inhoudsopgave Pagina 2 2: Inleiding Pagina 4 2.1: Aanleiding 2.2: Beginsituatie en context 2.3: Voorbereidend onderzoek 3: Context waarbinnen deze innovatie wordt gerealiseerd Sub vraag 1: Eisen Engels in Nederlandse BO Pagina 5 Pagina 6 Sub vraag 2: Zijn Nederlandse lln. Wereldburgers? Pagina 7 4: Wat moet de vernieuwing opleveren? Pagina 9 5: Stakeholders (korte beschrijving) Pagina 11 5.7: 5.7.1 5.7.2 Welke factoren hebben invloed op het innovatieplan? Technische factoren Draagvlak, middelen en verwachtingen Pagina 12 6: Conclusie en verwachting Pagina 13 Literatuurlijst Pagina 14 Bijlage 1: Engels een wereldtaal? Kachru’s model Pagina 15 Bijlage 2: Skypen met Thailand - minor Engels Fontys PABO 18 The Window to the World ENRICHING LANGUAGE ACQUISITION THROUGH M EDIATED LEARNING 2: Inleiding Met een toenemende mate van internationalisering heeft Engels zich, in het afgelopen decennium, nog sterker gevestigd als een internationale taal. (Graddol, 2003) In een sterk geïnternationaliseerde wereld lijkt Engelse taalvaardigheid eerder een noodzaak geworden dan een welkome extra verworvenheid. Dit wordt onder andere duidelijk als we de veranderingen van de moderne werkplek bestuderen en de eisen die deze nu al vaak stelt aan de Engelse taalvaardigheden. Dat is mogelijk een interessant onderwerp voor onderzoek, doch nu slechts een aanname. Met vriend en collega MA. Freek Olaf de Groot werk ik samen in een internationaal Engels taalproject waarvan “Window to the World” een klein onderdeel is. Hij is hoofd van de afdeling English Language Education aan de Asian University. (Thailand) De grote rol van Engels in de samenleving is op veel wijzen zichtbaar. Veel van de huidige technologische ontwikkelingen en onderzoeken worden in het Engels gepubliceerd. Computerspellen worden veelal in het Engels ontworpen en gespeeld. Voor de jongere generatie(s), daarmee bedoel ik ook kinderen, behoort het Engels (in spellen, schrijven en spreken) veelal tot een normale vaardigheid alhoewel over de kwaliteit nog wel veel twijfels zijn. (Oskam, 2008) Naar mijn mening is het mogelijk te stellen dat de kinderen van tegenwoordig al lang leden van een “The Global community” zijn. Kinderen komen ook op websites voor spellen, muziek en chatten, die voor een groot deel, al worden geproduceerd in het Engels. Veel websites zijn natuurlijk gewoon in het Nederlands geschreven maar we mogen aannemen dat jonge leerlingen veel Engelse woorden al online leren of tijdens spellen leren. Het gaat hierbij om de natuurlijke blootstelling aan Engels. Daar is veel onderzoek naar gedaan en op de website van het “Europees Platform - internationaliseren in het basisonderwijs” kunnen we daar veel documentatie over vinden. Vanuit dit perspectief betekent het vermogen om in het Engels te kunnen communiceren, op een acceptabel niveau volgens het Europese referentiekader, ook toegang tot een 19 enorme hoeveelheid informatie. Het “Europees Referentiekader Taalbeheersing” beschrijft een Europese schaal van taalvaardigheid in zes niveaus voor de beheersing van diverse vaardigheden, zoals luisteren, spreken en schrijven. Er zijn drie niveaus (A, B en C) en ieder niveau is weer onderverdeeld in twee sub niveaus (1 en 2). Een overzicht van de Europese taalniveaus: A1: zeer eenvoudig, basisbegrippen A2: eenvoudige communicatie B1: standaard eenvoudige communicatie, niet te lange zinnen B2: normale communicatie C1: moeilijke of specifieke communicatie C2: zeer ingewikkelde communicatie Het lijkt erop dat Nederlandse basisscholen, maar ook het voortgezet onderwijs, anticiperen op dit toenemende belang van Engels. Het grote interesse voor Engelstalige projecten/activiteiten rechtvaardigt de aanname dat steeds meer landen in Europa en Azië in de toekomst zullen besluiten om VVTO programma’s (Vroegtijdig Vreemde Talen Onderwijs) en EIBO (Engels in het BO) op te nemen in het basis curriculum of het aan te bevelen. (Europees Platform, 2011) De onderwijsinnovatie “Window to the World” wordt gerealiseerd met het doel een motiverende leeromgeving the realiseren waarin de leerlingen Engels kunnen leren, praten en schrijven. Communiceren dus met leerlingen aan de andere kant van de wereld of bij onze Oosterburen 20 2.1: Aanleiding “One rationale for teaching languages to younger children is the idea that they find it easier to learn languages” (Graddol, 2006) De basisgedachte bij de keuze om vroeg, daarmee wordt bedoeld voor groep 5 t/m 8 van het basisonderwijs, te starten met vreemde talen te leren is het idee dat de ontwikkeling van communicatieve vaardigheden op een relatief jonge leeftijd gunstig is voor het gebruik van correct Engels op latere leeftijd. Met betrekking tot “relatief jonge leeftijd” de volgende opmerking: In het basisonderwijs schrijven basisscholen in voor projecten VVTO die starten met Engels op de kleuterleeftijd. EIBO en TULE beschrijven in dit kader Engelse les vanaf groep 5. Tijdens de Europese top in Brussel 2000 en Barcelona 2002 is afgesproken dat de Europese lidstaten twee vreemde talen op jonge leeftijd gaan stimuleren. (Oskam, 2008) Uiteindelijk wordt gehoopt op een positieve invloed op de studenten die uiteindelijk naar de PABO/lerarenopleiding gaan. 2.2: Beginsituatie en context Kinderen komen niet alleen met Engels in aanraking op de basisschool via lessen maar ook buiten de klas is er een groot potentieel om veelvuldig in contact met Engels te komen. Kinderen groeien op in een wereld van digitale innovaties en nieuwe technologische ontwikkelingen. Ze hebben toegang tot het internet met tablets, smart phones en/of mobieltjes maar ook met I-Pads. Ook zo komen ze veelvuldig in aanraking met Engelse taal. Gebruik van deze technologische vernieuwingen in het onderwijs is niet alleen een logische stap en dus waarschijnlijk ook een educatieve innovatie, maar ook een noodzakelijk instrument voor leerlingen en studenten om het moderne leerlandschap te verrijken. Is de PABO student meer vertrouwd met Engels en de vele manieren waarop de leerling dit kan leren zal hij dat eenvoudiger om kunnen zetten naar praktische activiteiten in de klas. (Alkema, Dam, Kuipers, Lindhout, & Tjerkstra, 2006) Het leereffect wordt verklaard in “Principles of Implicit Learning” geschreven door Axel Cleeremans. Volgens “The Implicit Learning Theory” leidt deze blootstelling tot “onthouden” en later tot “reproduceren”. Het gaat om de context waarin de woorden, de taal, voorkomen en door de leerlingen wordt gebruikt, dus om een grotere ‘natuurlijke” blootstelling aan Engels. “Implicit learning is learning of complex information in an incidental manner, without awareness of what has been learned. It may require a certain minimal amount of attention and may depend on attentional and working memory mechanisms. The result of implicit learning is implicit knowledge.” (Cleeremans, 1996) 21 2.3: Voorbereidend onderzoek t.b.v. taalverwerving en educatieve context Met behulp van de literatuur wordt onderzocht of taalverwerving en training van communicatieve vaardigheden gestimuleerd wordt door het gebruik van een sociale cross/multimediale leeromgeving zoals “Window to the World”. Speciale aandacht voor de invloed van moderne cross/multimediale op de motivatie van leerlingen om te leren. Ten behoeve van dit innovatieplan formuleer ik de volgende stelling: Het project “Window to the World” biedt een rijker leeromgeving, voor leerlingen van de hoogste groepen van het basisonderwijs (grp. 5 t/m 8), ten behoeve van het leren/oefenen van gesproken en geschreven Engels? De multimediale leeromgeving biedt bovendien de mogelijkheid met leeftijdsgenoten te communiceren en zo elkaars wereld te leren kennen. 3: Context waarbinnen deze innovatie wordt gerealiseerd. Sub vraag 1: Wat zijn de eisen m.b.t. Engels taalonderwijs in het Ned. basisonderwijs? Engels is een verplicht vak in het basisonderwijs vanaf 1986. De regeringscommissies wilden focussen op communicatie. De verantwoordelijke staatssecretaris formuleerde richtlijnen: 80 a 100 uur Engels in groep 7 en 8. In 1993 zijn er pas officiële kerndoelen voor Engels in het basisonderwijs voorgeschreven. (Bodde-Allerlieste, Sleeboom, & Toorenburg, 2002) De kerndoelen die we nu gebruiken werden in 1998 geformuleerd, ze zijn een vereenvoudiging van de kerndoelen van 1993. Daarin staan 9 thema's genoemd. Experts zeggen dat meest opvallend aan de kerndoelen, oud en nieuw, is dat schrijfvaardigheid geen kerndoel is. (EIBO kerndoelen in het basisonderwijs) EIBO (Engels in het basisonderwijs) richt zich met name op eenvoudige gesprekjes in alledaagse situaties. “Window to the World” biedt de natuurlijke omgeving om tot gesprekjes te komen die genoemd worden als de belangrijkst EIBO thema’s m.b.v. gesprekjes tussen kinderen, in het Engels, aan de orde te laten komen. De natuurlijke “onderdompeling” inde context van het project “Window to the World” is het doel wat wordt bereikt doordat het “Window to the World” openen voor de leerlingen. Ze kunnen in een veilige omgeving Chatten, skypen en op een andere manier communiceren zoals de jonge mensen dat allang doen, maar nooit in een educatieve context. “Window to the World” nodigt de leerlingen uit de EIBO thema’s niet alleen in eenvoudige gesprekjes te oefenen/verkennen maar ook geschreven materiaal te produceren. 22 In een leeromgeving waar Engels niet (alleen) doel is maar het middel waarmee de leerlingen communiceren en elkaars leefwereld ontdekken. Sub vraag 2: Zijn leerlingen v h Nederlandse basisonderwijs - “Wereldburgers”? T.a.v. wereldburgerschap draait het om betrokkenheid bij, zorgen over of actie voor de internationale gemeenschap. (NCDO 2007). Deze omschrijving is afgeleid van de definitie van burgerschap: “De bereidheid en het vermogen deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren (NCDO, 2007). Volgens de omschrijving van CONCORD, het Europees netwerk van ontwikkelingsorganisaties, heeft wereldburgerschap het doel om jonge mensen toe te rusten met de waarden, houding, kennis, het begrip en de vaardigheden om goed geïnformeerde, zelfverzekerde en actieve wereldburgers te zijn. Wereldburgerschap is burgerschap in een wereldwijd perspectief. (Edukans wereldburgerschap) (Wereldburgerschap in de klas) Volgens de publicaties van de EU en “Wereldburgerschap in de klas” kunnen we m.b.t. wereldburgerschap vijf elementen onderscheiden: 1. jezelf kennen 2. zien wat jou met anderen verbindt 3. je open stellen voor en leren van en met anderen 4. betrokkenheid 5. een bijdrage leveren aan een betere wereld Met betrekking tot het project “Window to the World” mag Thailand genoemd worden. Voor dit project is Thailand belangrijk omdat het “Window to the World”, figuurlijk natuurlijk, hier als eerste is geopend. Vanuit een Nederlandse basisschool hebben twee Nederlandse leerlingen, één van Turkse afkomst, met twee leerlingen van een Thaise basisschool via Skype gesproken over hun leefwereld. Natuurlijk in het Engels. Deze eerste multimediale ontmoeting wordt toegelicht en beschreven in de eerste bijlage. De bijlage bestaat uit een artikel uit de Fontys Glossy getiteld: “Skypen met Thailand”. In het Nederlandse onderwijs wordt veel waarde gehecht aan leven in harmonie met de wereld om je heen. Korthagen en Lagerwerf spreken over: “ De kennis over jezelf is de basis voor het vormgeven van je leven.” Wereldburgers in actie? 23 4: Wat moet de vernieuwing opleveren? Wat is een multimediale- of cross mediale leeromgeving? “Window to the World” is een communicatie platform waarbij de leerlingen gebruik maken van Skype, E-mailprogramma’s, Social Networks om te chatten en samen werken aan een online bibliotheek. “Window to the World” maakt gebruik van standaard computers waarmee leerlingen met elkaar werken, chatten, skypen etc. via een standaard internetverbinding. Nu werken we nog met standaard programma’s maar vanaf het volgend schooljaar gaan we werken met een eigen server met daarop een afgeschermde “social media” applicaties. Uitgangspunt is dat de leerlingen informatiemateriaal samenstellen over het thuisland. Daaronder verstaan we sociaal geografisch informatie (klimaat, vlag, typische nationale kenmerken etc.) maar ook kinderspelletjes en liedjes. (Projectplan “Window to the World”) De leerlingen verwerken informatie in een complexe Engelstalige leeromgeving. Lerende beschikken over twee verwerkingskanalen m.b.t. het verwerken van informatie. Deze “verwerkingskanalen” (visueel en auditief) worden beschreven in de CTML theorie, “Cognitive Theory of Multimedial Learning”, van Mayer en zijn collega’s. (Valcke, 2010) Mayer ontwikkelde zeven ontwerpprincipes die hij afleidde uit de geformuleerde theorie. De zeven ontwerpprincipes hebben betrekking op het ontwerpen van multimediale materialen. Volgens Mayer worden leermaterialen het beste multimediaal uitgewerkt en bestaan dus uit meer dan tekst alleen. Mayer noemt het “modaliteitsprincipe” waarin hij argumenteert dat volgens de “dual-channel-assumption” een lerende wel gelijktijdig kan luisteren en kijken maar niet kijken en lezen. Ook het “redundantieprincipe” is in deze context wellicht van toepassing. Hij beweert dat de lerende de informatie zelfs beter verwerkt als het geïntegreerd wordt aangeboden. In dit geval een “plaatje/filmpje met tekst” werkt beter dan een plaatje/filmpje” en aparte tekst. (Valcke, 2010) In het kader van dit project wordt een extra stap genomen. Er wordt gekozen voor een meer gecompliceerd multimediaal leermateriaal. Bovendien maakt het multimediale leermateriaal deel uit van een sociale multimediale leeromgeving. De extra stap. Mayer beschrijft de ontwerpprincipes van de multimediale leermaterialen maar heeft het hierbij alleen over gesproken tekst, muziek en/of bewegende beelden die worden 24 gecombineerd. In het “Window to the World” leert de leerling niet alleen m.b.v. multimediale leermaterialen, door het werken in de cross mediale leeromgeving, maakt hij deel uit van die multimediale leeromgeving waarin zowel multimediale materialen worden gebruikt als geproduceerd door de leerlingen zelf. Govaere, Valcke en de Kruif (submitted) deden onderzoek naar de leereffecten van gebruik van multimediale leermiddelen op complexe leerinhouden. De leerlingen leren/oefenen Engels en worden geconfronteerd met opmerkelijke verschillen tussen de leefwerelden van de leeftijdsgenoten. M.b.t. kinderen die in Thailand leven andere tijdzone, ander klimaat en sociaal maatschappelijk omstandigheden. Het motiveert de leerlingen Engels te leren en op zoek te gaan naar de oorzaken/verklaringen voor deze verschillen. Dat doen ze door met elkaar te spreken, elkaars materialen te lezen en beluisteren en zelf stukken te produceren en zo de online leeromgeving aan te vullen. Dit kan via Skype, chatten, video/audio upload’s, enz. een cross mediaal leeromgeving/platform. Volgens Bransford is motivatie een belangrijk voordeel van een sociale leeromgeving. In dit geval creëren de leerlingen, met behulp van het “Window to the World”, zelf een de sociale leeromgeving. (Bransford, Brown, & Cocking, 2000) De Nederlandse en Thaise leerlingen spreken live met elkaar via Skype, chatten, werken samen en e-mailen met elkaar. Uit de eerste sessies blijkt dit een zeer motiverende leeromgeving te zijn. Om een multimediale leeromgeving tot een succes te maken en leerlingen een actieve riol te laten vervullen moet aan een aantal voorwaarden voldaan worden. Valcke onderschrijft bijvoorbeeld “self-efficacy”, de “Social Learning Theorie” (SLT), als een belangrijk element. “De overtuiging (het zelfvertrouwen) dat je iets kunt”, als een factor die invloed heeft op het leerresultaat. In hoofdstuk 4.1 wordt ook al de “Self-Determination Theory” genoemd van Ryan en Deci (2002). Twee van de drie componenten, competentie en autonomie, lijken de conclusie te bevestigen dat het mondiale en sociale kenmerken van het “Window to the World” project een positieve bijdrage kan leveren aan individuele vormgeving van het leven in een 25 mondiale context. Hopelijk kunnen we dat aan het einde van dit project bevestigen aan de hand van onderzoek. De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat er sprake is van extra motivatie voor de leerling. Het is spannend om met kinderen aan “de andere kant van de wereld te praten”. (Onbekend, 2011) We mogen concluderen dat de motivatie waarschijnlijk groot is om Engels te leren spreken. Dan blijft nog 1 belangrijke vraag open: Zijn er al vergelijkbare projecten, sites en/of applicaties? Nee! Er zijn veel sites die online chatten, skypen etc. mogelijk maken. Vooralsnog hebben we niets kunnen ontdekken, middels desk research en/of literatuurstudie, dat dit in een educatieve setting aanbiedt met Engels als communicatie medium en leerdoel met het subdoel wereldburgerschap te ontwikkelen. 5: Wie zijn de stakeholders (“korte” beschrijving en belangen) M.b.t. het project “Windows to the World” heeft de directeur de rol van opdrachtgever op zich genomen. Ik ben de initiator van het project en heb reeds eerder een pilotproject uit kunnen voeren met studenten die eerder naar Thailand en Nepal gingen. De school heeft de status van projectschool en officieel de VVTO status. Voor de directie heb ik een projectplan uitgewerkt dat we in maart 2010, tijdens een studiedag, hebben voorgelegd aan het team. Het team was zeer enthousiast en we hebben het afgelopen schooljaar gebruikt zaken uit te proberen en materiaal te ontwikkelen. 4 studenten van de Fontys PABO hebben elke woensdagochtend, in het kader van de minor Engels in de basisschool, Engelse les gegeven aan alle leerlingen. (Zie bijlage 2) Op verzoek van het team zijn we samen aan de slag gegaan mbt het uitwerken van een nieuw schoolplan. Op verzoek van de directie, in overleg met team, gaan we workshops organiseren om samen met het team mogelijke knelpunten en de beginsituatie als lerende organisatie (o.a. leertypering) in kaart te brengen. Daarbij maken we gebruik van de uitgangspunten van de Kleurentheorie van de Caluwe en Vermaak “Leren veranderen” en Manon Ruijters “Liefde voor Leren”. 26 5.1 Directie en bestuur 1 “tweescholen directeur” ( 2 dagen per week voor deze school) met een deeltijd adjunct directeur. De school maakt gebruik van een taal coördinator en een externe adviseur. 5.2 Team groepsleerkrachten basisschool Taal&Lent - “zwarte school” Venlo-Zuid 8 groepsleerkrachten (6 vrouwelijk 2 mannelijk) waarvan 7 parttimers. 3 OOP’ers allen zijn parttimers. Het is een zeer actief team dat de laatste jaren veel extra energie heeft gestoken in het verbeteren van het schoolwerkplan, curriculum en de school zelf. In 2009 is de naam veranderd met ondertitel: ”Taal verbindt wereldburgers.” School is klein, 115 leerlingen, allemaal in combinatieklassen. 5.3 Leerlingen 115 waarvan 80% van allochtone afkomst. De leerlingen hebben al een heel schooljaar Engels en zijn zeer enthousiast. 4 leerlingen (grp 7-8) hebben al een testsessie “Window to the World” gedaan. Zij hebben 2x 35 minuten geskypt met 4 leerlingen van een basisschool uit Thailand. Een groot succes. Nu moet nog leermateriaal ontwikkeld worden en de sessies moeten worden ingepland in het reguliere curriculum. Natuurlijk is de hardware en software omgeving ook nog een belangrijk punt van aandacht. De leerlingen van groep 7-8 van het volgend jaar gaan ons helpen/adviseren mbt het inrichten van het “Window to the World”. 5.4 Ouders en verzorgers De ouders en verzorgers zijn in december geïnformeerd over dit project in het kader van de bekendmaking van de nieuwe naam van de school en de nieuwe visie op het onderwijs. 5.5 PABO docenten en studenten. (Namens Fontys PABO Eindhoven locatie Venlo) Voor het komende academische jaar hebben zich 12 studenten ingeschreven voor de Minor Engels in de basisschool. Zij zullen samen met het team gaan werken aan het verder ontwikkelen van les- en leermateriaal. Drs. Vital Hanssen (NT2 specialist en specialist voor taalverwerving) is namens de Fontys PABO aan het project toegevoegd. Het is de bedoeling dat ook de studenten (12) van de PABO, ingeschreven voor de minor Engels, en de studenten (7) van SDU Rajabhat University - Faculty of Education met elkaar gaan “werken” op dit platform “Window to the World” 27 5.6 MA Freek Olaf de Groot (Head Faculty English Language Education) Werkt aan The Asian University in Chonburi Thailand. Hij studeerde in Groningen “English methodology” en werkt sinds 8 jaar in Thailand. Hij start in september met een driejarig onderzoek mbt effectiviteit van VVTO Engels voor kleuters (4.2 tot 5.6 jaar oud) m.b.v. spelend leren. Het onderzoek zal worden uitgevoerd op Taal&Lent in Venlo Nederland en LaOritus basisschool in Bangkok Thailand. 5.7 John van Lare Projectleider van “Windows to the World” voor Fontys PABO Venlo. Voor dit project heb ik ruimte gekregen in mijn taakinzet. Voor mij is het van groot belang in het kader van de Masterstudie L&I. 5.7 Welke factoren hebben invloed op het innovatieplan? 5.7.1 Technische factoren: Het doel van “Window to the World” project is het laten oefenen/gebruiken van een nieuwe taal (Engels) in semi gecontroleerde multimediale leeromgeving. Met behulp van het “Window to the World” platform oefenen de leerlingen meer onafhankelijk de Engelse taal. De “Window to the World” activiteiten zijn onderdeel van het Engelse curriculum maar kunnen ook worden geïntegreerd met andere vakken. Het gebruik van interdisciplinaire kennis lijkt logisch. In dit project is bijvoorbeeld praktische kennis van de eigen leefomgeving belangrijk. De leerlingen moeten de eigen leefomgeving kennen en kunnen beschrijven in relatie tot die van de andere leerlingen om tot leren te komen. Het project is erop gericht het oefenen van taal, communiceren met andere leerlingen, te combineren met het leren over de (leef)wereld van de ander. Natuurlijk is een veilige internet omgeving en goed functionerende ICT omgeving cruciaal. Naar hardware en software oplossingen wordt momenteel onderzoek gedaan. 5.7.2 Draagvlak, middelen en verwachtingen Het project, en het daaraan gekoppelde onderzoek en ontwikkelingsplan, is gecompliceerd en vergt veel uithoudingsvermogen van alle betrokken partijen. Daarbij kan draagvlak snel “verdampen” zeker als het team niet meer gemotiveerd is. Daarvoor hebben we, directie en ondergetekende, een reeks workshops en studiedagen gepland voor het komende schooljaar om ervoor proberen te zorgen dat het draagvlak 28 niet afneemt. De directie hoopt ook dat het team zich verder zal ontwikkelen als “lerende organisatie”. Uniek is de samenwerking met leerlingen in het kader van dit project. De workshops (3) en studiedagen (2 zijn gepland voor het komende schooljaar 2011-2012. 6: Conclusie en verwachting Het lijkt verantwoord te concluderen dat een multimediale sociale leeromgeving zoals “Window to the World”, waarmee leerlingen uit verschillende culturen met elkaar over grote afstanden communiceren, motiverend is voor leerlingen van groep 5 t/m 8 van het basisonderwijs. Effectiviteit en leeropbrengst m.b.t. Engelse taalverwerving zullen uiteindelijk door actie- en wetenschappelijk onderzoek moeten worden bewezen. Eén van de onderscheidende kenmerken van “Window to the World” is de natuurlijke blootstelling aan Engels die uiteindelijk voor grotere taalbeheersing moet zorgen. MA Freek Olaf de Groot start in augustus/september 2011, in samenwerking met John van Lare en studenten van de Fontys Hogescholen, met een driejarig wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van het project “Window to the World” m.b.t. Engelse taalverwerving in de hoogste groepen van het basisonderwijs. De leerlingen staan open voor contact met leeftijdsgenoten en laten dan een hoog niveau van self-efficacy zien. De leerlingen lijken weinig problemen te hebben met zich op een internationaal sociaal netwerk te “bewegen” ook al zijn ze relatief jong. Deze generatie kinderen groeit op in een multimediale wereld van moderne technologie, mobiele applicaties en web-based (sociale) media. Uit de bestudeerde publicaties en onderzoeken werd duidelijk dat veel sociale activiteiten, en steeds meer educatieve activiteiten, plaatsvinden op het internet. Het werd aannemelijk gemaakt dat moderne leerlingen zich comfortabel voelen op het internet en zich makkelijk uiten m.b.v. sociale media en daarmee een vreemde taal kunnen leren. Dit zijn kenmerken van het project “Window to the World”. Een programma dat op lange termijn een wezenlijke bijdragen kan leveren aan het oefenen van, gesproken en geschreven, Engelse taal. De (in potentie) motiverende werking die van het project “Window to the World” kan uitgaan is aangetoond in de pilots die in de afgelopen maanden zijn gehouden. De bestudeerde literatuur geeft voldoende aanleiding om aan te nemen dat deze web-based 29 sociale multimedia, (mailen, chatten, Skypen en een online informatiebank) een motiverende uitwerking hebben en zo de leerling motiveren het Engels te leren spreken en schrijven. Het team is voortvarend aan de slag gegaan. Ze hebben de uitdaging aangenomen en ik hoop dat we het draagvlak kunnen houden. Maar ik weet dat dit waarschijnlijk het lastigste zal zijn. (Persoonlijke noot) John van Lare Literatuurlijst Europeesplatform.nl info over EIBO en VVTO projecten. (2011, Mei). Opgeroepen op Mei 2011, van Europeese Unie: http://www.europeesplatform.nl/ Alkema, E., Dam, E. v., Kuipers, J., Lindhout, C., & Tjerkstra, W. (2006). Meer dan onderwijs. Assen: Van Gorcum. Bodde-Allerlieste, M., Sleeboom, P., & Toorenburg, H. v. (2002). Orientatie op Engels in het basisonderwijs. Groningen: Wolters Noordhoff. Bransford, J. D., Brown, A. L., & Cocking, R. R. (2000). How People Learn. Washington: National Academy Press. Cleeremans, A. (1996). Principles for implicit learning. Brussel: Universite Libre de Bruxelles. Edukans wereldburgerschap. (sd). Opgeroepen op juni 17, 2011, van Website van Edukans.org: http://www.edukans.nl/over-edukans/wereldburgerschap EIBO kerndoelen in het basisonderwijs. (sd). Opgeroepen op juni 2011, van http://home.wxs.nl/~bodde009/pages/eibo.htm: http://home.wxs.nl/~bodde009/pages/eibo.htm Graddol, D. (2006). English as a global language. London: Britisch Counsel. Korthagen, F., & Lagerwerf, B. (2008). Leren van binnenuit. Soest: UItgeverij Nelissen. Onbekend. (2011). MAX Class social media voor op school. VIVES, 40-41. Oskam, S. (2008). Praktische didactiek voor Engels in het basisonderwijs. Bussum: Coutinho BV. Valcke, M. (2010). Onderwijskunde als ontwerpwetenschap. Gent: Academia Press. Wereldburgerschap in de klas. (sd). Opgeroepen op juni 18, 2011, van Website van platform Wereldburgerschap.l: http://www.wereldburgerschap.nl/wereldburgerschap-in-deklas/dossiers/europa/ 30 Bijlage 1: Engels een wereldtaal? Kachru’s model Voordat wordt ingegaan op de status van Engelstaalonderwijs in het Nederlandse basisonderwijs lijkt het verstandig te kijken naar de status van Engels als wereldtaal. Het uitgangspunt hierbij is dat Engels, in veel landen, inmiddels geaccepteerd is als “eerste vreemde taal”. Waarschijnlijk is het op dit moment een discutabele aanname maar verdedigbaar in de context van dit paper. Braj Kachru, emeritus hoogleraar University of Illinois (USA), ontwierp het model van de drie concentrische cirkels van de Engelse taal. De "binnenste cirkel" vertegenwoordigt de landen waar Engels de moeder/eerste taal is. De "buitenste cirkel ', vertegenwoordigt de landen waar Engels niet de moedertaal is maar het Engels wel een zeer belangrijke positie heeft. (Historische, officieel of commercieel). Landen als India, Nigeria, Filippijnen en Maleisië behoren tot deze groep. In deze landen is Engels de tweede taal dus ook (meestal) de tweede taal in het onderwijs. De "groeiende cirkel" vertegenwoordigt de landen waar het Engels geen historische of officiële status heeft maar wel veel gebruikt wordt. Deze status noemen we dan Engels als vreemde taal. Veelal wordt het Engels hier gebruikt in de zakelijke wereld. Een goed voorbeeld voor landen uit deze “groeiende” cirkel zijn bijvoorbeeld Nederland, Thailand en/of China. In deze landen is er geen, of weinig, natuurlijke blootstelling aan Engels en juist dit is waar het “Window to the World” in voorziet. Kachru maakt duidelijk dat er veel overlap is tussen de verschillende cirkels en er geen scherpe grenzen zijn tussen de gebieden die hij beschrijft. De benaming van de cirkels is opmerkelijk. Hij noemt de “midden” cirkel (positie) hier de “buiten” cirkel. Dat heeft o.i. betrekking op positie van deze cirkel t.o.v. de binnenste cirkel. 31 Bijlage 4: planning leesactiviteiten: Voorleesweek en kinderboekenweek: Tijd: 6 t/m 16 oktober. Boekenweek pakket is besteld. Voorlezen wordt gedaan in de week van 6 oktober. Ineke regelt e.e.a. voor het voorlezen. Welke boeken ( op aangeven van de leerkrachten ) groepsverdeling/voorleesgroepen. ( navraag voorkeur van de kinderen via leerkrachten ) Extra lezen van boeken + bijhouden leeslogboek. De laatste week zullen er steeds meer producten in school te zien zijn die zijn gerelateerd aan onderwijsactiviteiten in de groepen n.a.v. het thema van de boekenweek Voorleesontbijt: Tijd: 19 januari Werkgroep zorgt voor een schrijver in school die tijdens het ontbijt voorleest. Bespreekt die in de maanden oktober/ november. Activiteiten in de groep die te maken hebben met schrijven en voorlezen. Leesstimulering: n.a.v. de toetsresultaten merken we dat het technisch lezen niet meer dat niveau heeft zoals we gewend waren. Streven is om medio groep 6 alle leerlingen op niveau plus te hebben. Daarvoor moeten we extra leestijd inzetten. In elke groep worden elke dag van 8.30 tot 9.00 leesactiviteiten ontwikkeld. In de onderbouw: zoveel mogelijk individueel met een volwassene. Hier ook veel werken met prentenboeken om voor te lezen. 1 prentenboek per week+ daaromheen eventueel extra activiteiten. Herhaling bevordert hier het leesproces het meest. Interactief lezen stimuleert tot meelezen. Tijdens de spelinloop zijn de kinderen met lezen bezig wellicht met hun ouder(s). In de bovenbouw kan naast het zelfstandig stillezen, gebruikt worden gemaakt van diverse vormen van lezen die het technisch lezen bevorderen. Bewezen is, dat allerlei vormen van duo-lezen het meest effect hebben. Ook herhaald lezen blijkt zeer effectief. ( eerst voor jezelf, vervolgens hardop. ) Je kunt als leerkracht in deze je fantasie ( of internet ) de vrije loop laten. 32 Leesparade, Leesbalans, de Zuid Vallei, Luc de Koning: Deze methodes worden gebruikt bij de instructie aan kinderen die enige extra hulp nodig hebben bij het lezen. Dit kan ook zijn voor goede lezers! Voor speciale extra instructie kijk in de orthotheek. Tip: Laat kinderen zoveel mogelijk zelf de teksten ( uit de diverse boeken ) lezen. Liefst met 2 tegelijk. Evaluatie: Tijdens de laatste teambijeenkomst van oktober zullen we een eerste evaluatie hebben. Dan ook kan iedereen enkele goedwerkende ideeën/leestechnieken presenteren. Bekeken zal worden wat werkt en wat niet; uitbreiding in de vorm van lezen van teksten uit Trefwoord, en boeken voor wereldoriëntatie. Ook kijken we naar het gebruik van logboeken ( eventueel digitaal ?) Klassenbieb: ( leesstimulering ) Bij het lezen van de boekjes van de ( klassen ) bieb wordt in groep 4 t/m 8 gewerkt met een leeslogboek. De biebboeken zullen na de hersftvakantie worden bekeken met een medewerkster van de Bibliotheek Venlo. Ouwe troep kan worden opgeruimd. In de klassenbieb komen ook strips, abonnement op DDuck/Tina… ( e.e.a. nadat we weten welke voorkeur de kinderen hebben.) Aanvulling klassenbieb: Vanaf de herfstvakantie tot de week voor de kerstvakantie zullen we werken aan de vervanging c.q. de aanvulling van de klassenbibliotheek conform opzet. ( zie bijlage. ) In de laatste week van de actie kunnen de kinderen met het bijeengelezen bedrag boeken kopen in de boekwinkel die we op school inrichten. De boeken in de winkel zijn geselecteerd op de voorkeur die de kinderen in een eerder gehouden enquête hebben aangegeven. Als je als leerkracht zelf een voorkeur hebt voor bepaalde boeken, bijvoorbeeld Lijsters, Junior, mogen die uiteraard worden aangeschaft. 33 Huiswerk lezen: Overstap: groep 3: In september zal er in groep 3 een ouderavond worden georganiseerd ( Peter/Veronique) i.v.m. Overstap. Dit in verband met het feit, dat het succes van Overstap afhankelijk is van de uitvoering thuis. In groep 4 t/m 8: gaat minimaal elke 2 weken een boek mee naar huis. Hou in de gaten dat kinderen dat boek ook leuk vinden. Stimuleer ouders om ( af en toe ) samen met hun kind (een stukje) te lezen. Heb het daar over tijdens de informatieavond van je groep. Dit heeft ook een pedagogische waarde: extra positieve aandacht van je ouders is de mooiste beloning die je als kind kunt krijgen. Het moet echter wel leuk blijven. Kinderen die een boek hebben gekozen dat ze niet leuk vinden moeten dat ook mogen ruilen. Kinderen die meer boeken willen lezen: oké toch! Het boek dat de kinderen uitzoeken hoeft niet per sé bij hun avi-niveau te passen. Echter hartstikke te moeilijk is niet bevorderlijk om het lezen leuk te houden. In de gaten houden. Ruim tijd in om na te gaan of de boeken ook gelezen zijn. Misschien heeft iemand wel een handig idee om dit makkelijk te kunnen nagaan. N.B: wil je dit doen door een boekbespreking te houden: doe dat niet in de leestijd voor leesstimulering. Kinderjury: Groep 4 t/m 8 doen mee aan de kinderjury, mits de selectie zodanig is, dat die aantrekkelijk is voor onze kinderen. De verandergroep taal houdt een vinger aan de pols bij het samenstellen van de selectie. N.B. De evaluatiebijeenkomsten zijn gepland op de reguliere teambesprekingen op woensdag. Iedereen wordt geacht daar bij te zijn. Project de Kunst van het lezen: Zie bijlage 1 34 Bijlage 5 Ouderbijdrage/schoolgeld: voorbeeld rekening Leutherweg 197 5915 CG Venlo telefoon / fax: 077-3516307 e-mail: [email protected] Aan de ouders/verzorgers van: U ontvangt bij deze de factuur met betrekking tot het schoolgeld over de periode 20....-20…. Voor een aantal mensen is in deze factuur tevens het bedrag opgenomen dat nog openstaat van het afgelopen jaar of de afgelopen jaren. U ziet het te betalen bedrag hieronder. Rekening 20..-20…: Ouderbijdrage: Reservering schoolreis / kamp: Bijdrage vervoer: Bijdrage cultuur: € € € € Het bovenstaande totaalbedrag kunt u voldoen door het geld over te maken op onderstaande rekening: rekeningnummer 531752 (girorekening) t.n.v. Stichting Fortior Leutherweg 197 Venlo. Vermeldt u dan a.u.b.: “schoolgeld 20..-20.. ( naam/namen van uw kind(eren) en de groep(en). Bijv: ”schoolgeld Peter groep 5” ( en Ineke groep 6 ). Eventueel is het mogelijk in termijnen te betalen. Neem dan even contact op met ………. Op de achterkant van de rekening kunt u lezen waar het schoolgeld voor gebruikt wordt. Het bedrag is als volgt samengesteld: Ouderbijdrage oudervereniging ± Reservering schoolreis/kamp Bijdrage Vervoer Culturele vorming: Cito: € 15.00 € 7,50 € 10,00 € 5,00 € 8,00 € 15,00 (groep 1 t/m 8) (groep 1 t/m 8) (groep 1 t/m 8) (groep 1 + 2) (groep 3 t/m 8) (groep 8) 35 Ouderbijdrage: Met het aanmelden van uw kind op school, bent u automatisch lid van de oudervereniging. Met de ouderbijdrage worden activiteiten betaald, die door de ouderraad georganiseerd worden. U kunt hierbij denken aan Sinterklaas, Kerst, carnaval etc. Zonder deze ouderbijdrage kunnen deze activiteiten niet georganiseerd worden! Reservering schoolreis / kamp: Sinds vorig schooljaar reserveren ouders een bedrag van € 7,50 per kind voor de schoolreis of het schoolverlaterkamp. Bijdrage vervoer: Uit een ouderenquête is gebleken, dat onze ouders ervoor kiezen om € 10,00 per kind per jaar te betalen om bezoek aan kinderboerderij, museum, film, theater, sportpark e.d. mogelijk te maken. Dit bedrag is een bijdrage in de kosten die de school heeft om de bussen te betalen. Op deze manier kan elke groep ongeveer 2 keer per jaar aan een of andere culturele activiteit meedoen. Omdat er voorheen vaak activiteiten moesten worden afgezegd vanwege het feit dat er te weinig ouders waren om de kinderen te halen en te brengen, is door de ouders bijna unaniem voor deze oplossing gekozen. Culturele vorming: Dit bedrag is een bijdrage aan entreegelden voor bovengenoemde activiteiten. Voor jongere kinderen betalen we doorgaans minder dan voor de “groten”, vandaar het verschil tussen groep 1 en 2, en de andere groepen. Cito-toets: De kosten van de eindtoets basisonderwijs, groep 8. N.B.: feitelijk zijn alleen de kosten voor culturele vorming aan te merken als z.g. “Vrijwillige ouderbijdrage”. De andere bedragen vloeien voort uit afspraken met de ouders. Het ligt daarom voor de hand, dat u de factuur zo snel mogelijk betaalt. Op die manier kunnen we genoemde activiteiten, die ook de ouders belangrijk vinden, blijven organiseren zonder vervelende maatregelen te hoeven nemen. Mocht u over bovenstaande nog vragen hebben, dan kunt u ten alle tijden contact opnemen met ondergetekende, 077 – 3516307. Met vriendelijke groeten, team b.s.Taal&lent n.d.: ……… (unitleider) 36 Bijlage 6: zorgkalender sept groep 1 Week Na 3 maanden onderwijs: Tak woordenschat en klankonderscheiding Cito b1 groep 3 logopediste Hga´s klaar leerlinggesprek logopediste Hga´s klaar leerlinggesprek logopediste Hga´s klaar leerlinggesprek Leerlingen voor zat aangeven Zat-overleg Leerlingen voor zat aangeven Zat-overleg Leerlingen voor zat aangeven Zat-overleg logopediste leerlingbespreking logopediste leerlingbespreking Oudergesprek ken Oudergesprek ken logopediste logopediste Groep 5/6 Groep 7/8 Taalgroep/rt Bij aanmelding TAK-toetsen Tempo toets rekenen Afhankelijk van resultaat cito toetsen svs en rekenen; dmt; avi;svs Volgt het hele jaar door de toetsen van vll als die aan de orde zijn Hga´s klaar leerlinggesprek Ouderavond Hga´s klaar leerlinggesprek Ouderavond Hga´s klaar leerlinggesprek Ouderavond Hga´s klaar leerlinggesprek Ouderavond Leerlingen voor zat aangeven Zat-overleg leestoets+ evt begr lezen Herfstsignalering Leerlingbespre king Leerlingen voor zat aangeven Zat-overleg leestoets Leerlingen voor zat aangeven Zat-overleg Leestoets Povo?????? Leerlingbespre king Lwoo leerlingen? Leerlingen voor zat aangeven Zat-overleg Leestoets Taalschaal Leerlingbespre king okt nov groep 4 Leerlingbespreking Rapport Rapport Leerlingbespre king Rapport Proefwerkweek ???? Rapport Rapport dec logopediste -Groep 3 volgt de toetskalender van veilig leren lezen op de in de methode aangegeven momenten. E.e.a is afhankelijk van de voortgang van het leesonderwijs. -Voor kinderen met een C-score en lager voer je de foute antwoorden in bij de toetsen waar dat gaat. -De groepsleerkrachten regelen de afname van alle toetsen. -DMT, SBR en SVR zijn afhankelijk van de kernen van VLL. De aangegeven momenten in het rooster zijn dus “ongeveer” momenten en staan er eigenlijk in om niet vergeten te worden. 37 Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5/6 Groep 7/8 Taalgroep/rt jan febr Proefcito gr 8 Cito rekenen m 7 Spelling m7 Begr lezen m7 Cito ordenen 97 Cito ordenen 97 cito Cito rek. M4 Cito rekenen m Cito rekenen m m1 TAK woordenschat Cito spel. M4 5/6 7 Cito taal voor woordenschat en zinsbegrip Cito begr.lez Spelling m5/6 Spelling m7 kleuters en zinsbegrip Vll toetsen M4 Begr lezen m5/6 Begr lezen m7 Toetsen Cito rek. M3 SBR en SVR als Cito dyslexieprotocol Cito spel. M3 score woordenschat gr onvoldoende 5 was in groep 3 cito woordenschat Groep 8 leerlingbespreki ng advies ????? Administratie Administratie en Administratie en Administratie en Administratie en Administratie en en analyse Cito analyse Cito analyse Cito analyse Cito analyse Cito analyse Cito Eind Cito groep 8 Leerlingbespre Leerlingbespre Leerlingbespre Leerlingbespre Leerlingbespre Leerlingbespre king king king king king king gr 7 Taktoetsen ( Cito rekenen; spelling(svs); Begr lezen worden in de groepen gedaan) Taalschaal Doortoetsen op rekenen begrijpend lezen en spelling Administratie en analyse Cito Leerlingbespre king Leestoets dmt Leestoets dmt Leestoets dmt gr5 Leestoets 7 Leestoets dmt Adviesgesprekk en ouders / rapport 8 mrt apr Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5/6 Groep 7/8 Taalgroep/rt Observatieform oudergesprek ken Observatieform oudergesprek ken Rapport Rapport Rapport Rapport 7 Rapport Oudergesprek ken Oudergesprek ken Oudergesprek ken Oudergesprek ken Oudergesprek ken Oudergesprek ken Oudergesprekken 38 noemen. Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5/6 Groep 7/8 Taalgroep/rt Leerlingen voor zat aangeven Zat-overleg Leerlingen voor zat aangeven Zat-overleg Leerlingen voor zat aangeven Zat-overleg Leerlingen voor zat aangeven Zat-overleg Leerlingen voor zat aangeven Zat-overleg Leerlingen voor zat aangeven Zat-overleg Leerlingen voor zat aangeven Zat-overleg Cito ordenen Cito taal E1 Cito ordenen 97 Cito taal Cito R en T E2 goede leerling Dyslexie toetsen als nodig is AVI Cito rek. E3 Cito spel. E3 DMT SVR / SBR Dyslexie toetsen als nodig is Cito rek. E4 Cito spel. E4 Cito begr.lez E4 SVR / SBR AVI/DMT AVI Cito rek. E5/6 Cito spel. E5/6 Cito begr.lez E5/6 AVI Cito rek. E7 Cito spel. E7 Cito begr.lez E7 AVI TAK toetsen Doortoetsen op rekenen begrijpend lezen en spelling Cito in LVS Administratie en analyse Cito. mn risicoleerling Cito in LVS Administratie en analyse Cito. mn risicoleerling Cito in LVS Administratie en analyse Cito. mn risicoleerling Cito in LVS Administratie en analyse Cito. mn risicoleerling Cito in LVS Administratie en analyse Cito. mn risicoleerling Toetsbespr Cito in LVS Administratie en analyse Cito. mn risicoleerling Toetsbespr 7 Cito in LVS Administratie en analyse Cito. mn risicoleerling Toetsbespr Leerlingbespre king Oudergesprek ken Leerlingbespre king Oudergesprek ken Leerlingbespre king Oudergesprek ken Leerlingbespre king Oudergesprek ken Leerlingbespre king Oudergesprek ken Leerlingbespre king Oudergesprek ken Leerlingbespre king Oudergesprekken Leerlingover dracht Hga´s klaar Leerlingover dracht Hga´s klaar Leerlingover dracht Hga´s klaar Rapport Leerlingover dracht Hga´s klaar Rapport Leerlingover dracht Hga´s klaar Rapport Leerlingover dracht Hga´s klaar Rapport Leerlingover dracht Hga´s klaar Rapport mei . juni juli 39 Bijlage 7: Toelichting op de rapportages Cito eindtoets: Voorbeeld uitslag 2011 Elke school kun je op 3 manieren vergelijken: 1- het schoolrapport zonder correctie: d.w.z. dat onze school wordt vergeleken met alle andere scholen van Nederland die aan de cito eindtoets hebben meegedaan. Onze score is 539,6 in 2011 De conclusie is: Dat slechts 34 % van alle scholen in Nederland beter scoren op het gebied van Taal. Wij horen dus bij de 35% beste scholen van Nederland wat taalonderwijs betreft. Dat slechts 23 % van alle Nederlandse scholen beter scoren op het gebied van rekenen. Wij horen dus bij de 24 % beste scholen van Nederland v.w.b. rekenen. Op “ studievaardigheden” scoren we ruim boven gemiddeld en op “ wereldoriëntatie “ iets onder het gemiddelde van alle Nederlandse scholen. Uiteindelijk betekent dit, dat Slechts 35% van alle scholen in Nederland een betere cito-score hebben behaald als onze school. Wij horen dus bij de 36% beste scholen van Nederland. 2- Het schoolrapport gecorrigeerd naar het leerlinggewicht: In dit rapport wordt onze school vergeleken met scholen waarop ongeveer dezelfde leerlingen zitten als bij ons. Onze score is dan 539.6 De conclusie hiervan is: Op taalgebied zijn er maar enkele scholen die het beter doen dan wij. Op rekengebied horen we bij de 25% beste scholen van Nederland Wat betreft studievaardigheden horen we bij de 27% beste scholen van Nederland. Op wereldoriëntatie zijn slechts 12 van de honderd vergelijkbare scholen beter dan wij. Uiteindelijk betekent dit, dat Van alle scholen in Nederland met eenzelfde populatie kinderen Taal&lent bij de betere 30% hoort. 3- Het derde overzicht geeft eigenlijk aan hoe goed of slecht de manier van onderwijs geven is op scholen met een vergelijkbare groep kinderen. Er is uit af te leiden hoe goed een onderwijsconcept op scholen met een vergelijkbare populatie aanslaat. Simpel gezegd, hoe goed het onderwijs 40 4- op een school is. De score is nu 536,8 In dit rapport gaat men ervan uit dat intelligente kinderen als “vanzelf” een goede score halen op de citotoets. Intelligentie is namelijk iets wat de school niet kan beïnvloeden. ( stelt men hier ) Als je de intelligentie uit de rapportage kunt weghalen, blijft over wat de school de kinderen wel kan leren. Begrijpend lezen, zo stelt men, wordt vooral door intelligente leerlingen goed gedaan. De school heeft daar weinig invloed op. Als je dus in het rapport “ begrijpend lezen” niet meerekent, zou ook het effect van de intelligente leerlingen op het resultaat van de school te zien zijn. De conclusie uit dit rapport is: Voor taal horen we bij de beste 25% vergelijkbare scholen. Voor rekenen bij de 20 % beste scholen. Bij studievaardigheden horen we bij de beste 30% en op het gebied van Wereldoriëntatie bij de beste 34 %. Uiteindelijk betekent dit, dat er in Nederland op maar 25% van alle vergelijkbare scholen beter les wordt gegeven dan op Taal&lent. In de toelichting op de schoolrapporten wordt dit door Cito een opvallend goede prestatie genoemd. De citorapportages zijn voor onze school een goede bron om te kijken wat we moeten doen om ons onderwijs nog verder te verbeteren. Zo hebben we al jaren geleden ingezet op begrijpend lezen en hanteren van studieteksten. Al eerder is aangegeven dat de invloed van het onderwijs hierop gering is. Toch is er gelet op jaren geleden een tendens in positieve zin. Woordenschat is sinds 3 jaar een speerpunt. De resultaten liegen er niet om. In vergelijking met alle Nederlandse scholen horen we bij de beste 15%! Ook het hanteren van informatiebronnen was wel eens slechter. Door hier meer aandacht aan te besteden is dit onderdeel ook sterk verbeterd. Natuurlijk blijven we inzetten op begrijpend lezen, studievaardigheden en, waar we blijkbaar goed in zijn, woordenschat. Aardrijkskunde, geschiedenis, het hanteren van studieteksten en het schrijven van teksten zullen de komende jaren extra aandacht krijgen. Op alle overige onderdelen, meten tijd en geld mag bijvoorbeeld ook wel wat beter, mogen we natuurlijk niet achteruitgaan. Maar ja, de kinderen zullen het moeten doen. Alhoewel, Laatst heb ik op een congres gehoord van dr. Martine Delfos, dat kinderen zich op zijn best voelen en het beste leren in een positieve sfeer. D.w.z. in een groep 41 waarin ze zich veilig en geborgen voelen, waarin ze begrepen worden zoals ze zijn…. Daar waar kinderen goed presteren heerst een positieve sfeer. Wij zijn dus een keigoede school! 42 Bijlage 8: Afkortingen: A.V.I.-lezen Bao B.S. Cito BCO: Algemene voorwaarden individueel technisch lezen Basisonderwijs Basisschool Centraal Instituut Toets Ontwikkeling Begeleidingscentrum voor onderwijs en opvoeding: voorheen schoolbegeleidingdsdienst. CVI: Commissie voor indicatiestelling G.G.D. Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst G.M.R. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Hga Plan om de zorg rondom een kind te organiseren LVS Leerlingvolgsysteem MBO Middelbaar Beroeps Onderwijs M.R. Medezeggenschapsraad Min. O.C.W. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen OKR: Onderwijskundig rapport O.R. Ouderraad PABO Pedagogische Academie voor Basis Onderwijs (Opleidingsschool voor leerkrachten) PCL Permanente commissie leerlingenzorg: stuurt extra ondersteuning voor zorgleerlingen aan. POVO contacten tussen primair en voortgezet onderwijs met name inzake de overgang van leerlingen van groep 7-8 Remedial teacher (Iemand die kinderen extra ondersteuning geeft) RT of r.t. remedial teaching R.V.C. Regionale Verwijzings Commissie S.O. Speciaal Onderwijs TAK Taaltoets Alle Kinderen V.O. Voortgezet Onderwijs VVE: Vroege en voorschoolse educatie: Samenwerkingsproject met peuterspeelzaal. W.S.N.S. Weer Samen Naar School 43 Addendum: Overeenkomst vrijwillige ouderbijdrage De ouders van ………………………………… zijn middels de schoolgids op de hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage. De bijdrage voor de oudervereniging ligt tussen de € 10,-- en € 15,-- . N.B.: feitelijk zijn alleen de kosten voor culturele vorming aan te merken als z.g. “Vrijwillige ouderbijdrage”. De andere bedragen vloeien voort uit afspraken met de ouders. Het ligt daarom voor de hand, dat u de factuur zo snel mogelijk betaalt. Op die manier kunnen we genoemde activiteiten, die ook de ouders belangrijk vinden, blijven organiseren zonder vervelende maatregelen te hoeven nemen. B.S. Taal&lent heeft, na verkregen instemming van de M.R., de volgende regeling vastgesteld: meer info in bijlage 7. Reservering schoolreis/kamp Bijdrage Vervoer Culturele vorming: Cito: € 7,50 € 10,00 € 5,00 € 8,00 € 15,00 (groep 1 t/m 8) (groep 1 t/m 8) (groep 1 + 2) (groep 3 t/m 8) (groep 8) De oudervereniging stelt in de algemene ledenvergadering elk jaar opnieuw het bedrag vast. ± € 15,00. Deze ouderbijdrage is voor de bekostiging van met name de volgende activiteiten * Sintermerte * Sinterklaas * Kerst * Carnaval * Sportdag Voor het tweede en elk volgend kind is hetzelfde vaste bedrag verschuldigd. Voor kinderen die een deel van het schooljaar op school staan ingeschreven geldt als peildatum 1 februari, zowel voor vertrekkende als komende leerlingen. Deze overeenkomst is u aangeboden nadat uw kind op school is ingeschreven en blijft bij gelijkblijvend bedrag en gelijkblijvende activiteiten van kracht zolang het kind ingeschreven staat. Na ondertekening van de overeenkomst bent u verplicht de overeengekomen bedragen te voldoen volgens de overeenkomst. Datum:…………………… Handtekening:……………… 44