Grote minor Geografie In dit minorprogramma staat de geografische

advertisement
Grote minor Geografie
In dit minorprogramma staat de geografische dimensie van economische
structuren, processen en handelen centraal. Deze komt direct en zeer zichtbaar
tot uitdrukking in het locatiegedrag van ondernemingen, de ruimtelijke patronen
van economische activiteit en de economische ontwikkeling van regio’s. In het
programma worden deze aspecten vanuit verschillende invalshoeken bestudeerd,
waarbij het ook gaat om de wisselwerking tussen ondernemingsgedrag en gebied
(op verschillende schaalniveaus).
Locatie is een steeds belangrijker facet geworden van het opereren van
ondernemingen. Locatiebeslissingen zijn een onlosmakelijk onderdeel van
ondernemingsstrategie. Verschillende typen ondernemingen gaan daarbij uit van
een scala van steeds weer veranderende overwegingen.
De economie globaliseert. Steeds meer bedrijven zijn voor hun omzet en winst
afhankelijk van het buitenland en ook de arbeidsmarkt krijgt steeds meer een
internationaal karakter. De eenwording van de Europese markt, met de huidige
monetaire unie, versterkt dit proces, evenals de opkomst van nieuwe economieën
in Azië en Centraal/Oost-Europa. Vanwege onder meer de implicaties voor de
creatie en het behoud van banen, is de aandacht voor de strategie en het
functioneren van multinationale ondernemingen en de netwerken die ze
ontwikkelen sterk toegenomen. Daarbij gaat het vooral ook om de gevolgen
hiervan voor landen, regio’s, steden, etc.
Gebieden ontwikkelen zich niet op een gelijke manier, waardoor het ruimtelijk
patroon van economische ontwikkeling onevenwichtig is. Concentratie en
tegenstellingen zijn eerder regel dan uitzondering; vaker worden verschillen
alleen maar groter (divergentie) en niet kleiner (convergentie). De gedachte dat
globalisering de verschillen kleiner maakt (er wordt wel gesproken van de ‘platte
wereld’ en het ‘einde van de geografie’) lijkt vooralsnog een mythe.
Hierbij speelt dat in een globaliserende wereld concurrentiekracht voor elk
bedrijf, groot en klein, nationaal en internationaal, van fundamenteel belang is.
Bedrijven werken vaak niet alleen aan hun concurrentiekracht maar zoeken
samenwerking met andere bedrijven, instellingen etc. in hun regionale omgeving.
Regionale netwerkvorming en clusters zijn verschijnselen waarin dit tot
uitdrukking komt en die zich recentelijk snel ontwikkeld hebben. Dit maakt de
directe omgeving een belangrijke factor in het opereren van bedrijven.
De aandacht voor de functie van de stad voor regionaal-economische groei
binnen het kader van een zich ontwikkelende kenniseconomie is sterk
toegenomen. Deels gaat het hierbij om de betekenis van de functie en de vorm
van stedelijke gebieden voor het economisch handelen van ondernemingen. Het
is tegenwoordig vooral in een aantal succesvolle en creatieve steden en centrale
regio’s dat economische ontwikkelingen floreren en leiden tot innovaties. De
relaties stad, innovatie, creativiteit en stedelijk-regionale groei krijgen daarom
ruim aandacht in het programma.
Nieuwe informatie- en communicatietechnologie, zoals het internet, hebben
belangrijke invloed op de economie doordat ze sterk ingrijpen op de manier
waarop ondernemingen hun bedrijfsprocessen -geografisch - kunnen inrichten.
De rol van geografische afstand als barrière voor economisch handelen is
daardoor aan verandering onderhevig. De invloed van ICT ontwikkelingen komt
vooral tot uitdrukking in netwerkvorming. Dit gebeurt op velerlei manieren op
velerlei terreinen, zodat veel verschillende soorten netwerken kunnen worden
onderscheiden. Deze hebben elk specifieke kenmerken. Netwerken en de
netwerkeconomie zijn evenzeer geografische verschijnselen, omdat aan de
relaties binnen netwerken duidelijk ruimtelijke aspecten zitten.
Economische ontwikkeling als een ruimtelijke selectief proces noopt tot een
diepere analyse van verschillen in economische dynamiek tussen landen en
regio’s. In het programma is er dan ook extra aandacht voor het economische
succes of het falen van gebieden. Dit wordt op verschillende manieren benaderd:
verschillen in technologische ontwikkeling, aanpassings- en innovatievermogen,
agglomeratievoordelen, maar ook institutionele factoren en kenmerken van het
economisch stelsel.
De grote minor Geografie is internationaal georiënteerd en is sterk empirisch
gericht. Je leert wat je met wetenschappelijke kennis in de praktijk kunt doen.
Economische thema’s worden vanuit een geografische optiek bestudeerd aan de
hand van opdrachten die betrekking hebben op de reële wereld. Als je de grote
minor Geografie volgt, zal dat ook in het Onderzoekskeuzevak Economie tot
uitdrukking komen.
Industriële ondernemingen, banken en andere dienstverleners, werkgevers- en
werknemersorganisaties, overheden en Kamers van Koophandel, etc. vragen
deskundigen die hen kunnen adviseren op allerlei strategische terreinen.
Afgestudeerden met een grote minor Geografie bezitten de noodzakelijke
expertise op zowel (internationaal) economisch als ruimtelijk (economischgeografisch) vlak; ze zijn bekend met beleidsvraagstukken omdat deze als een
rode draad door het programma lopen.
Download